Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 par 1T/m6

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Aardrijkskunde HD 1 multicultureel Amerika + basisboek

- 2 noordzuid liggende berggebieden: de Appalachen in het oosten en de RockyMountains (en kustgebergtes) in het westen.

Eenmaal binnen trokken de kolonisten naar het westen. De westelijke grens van het bewoonde gebied wordt de frontier genoemd.

Ongeveer twee eeuwen geleden trokken de kolonisten dwars door Amerika

5,3. Samenvatting door een scholier 1646 woorden 7 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Samenvatting Aardrijkskunde 4 en 5. Inhoudsopgave. Tekstsamenvatting Pagina 2 t/m 5 Basisboek Pagina 6 t/m 7. 1 P a g e

Uiteenzetting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Multicultureel Amerika

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3.1

4,7. Begrippenlijst door een scholier 297 woorden 15 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1

5,5. Definities: Samenvatting door een scholier 1591 woorden 25 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

De Geo. 3 havo/vwo Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 1. eerste druk

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, les 1,2,3

Samenvatting Aardrijkskunde Weer en Klimaat hoofdstuk 3

H2: Europa, verenigd of versnipperd?

8,9. Samenvatting door een scholier 1242 woorden 29 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdstuk 1 paragraaf 1. veelkleurig Zuid-Afrika

Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse migratie in de VS

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

Spreekbeurt Aardrijkskunde De Verenigde Staten: land van migranten

Er zijn veel verschillende landschappen in Amerika. Zie figuur 3 en 4 op blz. 8 en 9. En opdracht 5 en 6 uit je werkboek.

Begrippenlijst Aardrijkskunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Aardrijkskunde H1 Zuid-Afrika en Argentinië

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.

Samenvatting door een scholier 2012 woorden 13 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. B 24 breedteliggingen en temperatuur

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3.1 t/m 3.4

5,8. Samenvatting door een scholier 2061 woorden 23 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Buitenland - vmbo/t/havo klas 1 - Hoofdstuk 1

De eerste immigranten: Engelsen aan de Oostkust: 13 koloniën (overzees gebied), bestuurt door Engeland.

2 Landschapszones op aarde SO 1

7.4. Boekverslag door E woorden 24 september keer beoordeeld. Aardrijkskunde

De Alpen-natuurlandschap

De Geo. 3 hv Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 1. 1ste druk

4 Leven in een koud gebied

Klimaten VS vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

7,5. Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. paragraaf 2. klimaten wereldwijd.

Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse migratie in de VS

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

B36 De dampkring laat de zonnewarmte gewoon door. Pas als de zonnestralen op het aardoppervlak vallen, geven ze hun warmte af.

Klimaten hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

6,1. Wat is migratie? On the move. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 2.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2, paragraaf antwoorden

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat


Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen.

20 keer beoordeeld 18 juni 2013

7,4. Samenvatting door een scholier 2345 woorden 11 november keer beoordeeld

Hoe komen de verschillende klimaten op Aarde tot stand?

Samenvatting Aardrijkskunde Verenigde Staten (paragraaf extra)

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) Temperatuurverschillen op aarde.

Bevolkingsspreiding. Waar zit iedereen? Juist of onjuist: China is het grootste land ter wereld. A. Juist. B. Onjuist

2 Natuurlandschappen op aarde

Les 5: Factoren van weer en klimaat

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1

6,5. Werkstuk door Een scholier 2067 woorden 31 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdvraag en deelvragen

Dries Wijckmans. Beeldanalyse. Mevr. Verstappen 08/06/15

Bronnenboek p volledig lezen

Thema 5 Weer en klimaat

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 2. 1ste druk

Antwoorden Aardrijkskunde H1 bevolking 1.7 t/m 1.9 en workitout

Samenvatting Aardrijkskunde Mobiliteit en Migratie t/m blz 53

Inhoudsopgave. Les 1: De kolonisatie van de VS 2. Les 2: Topografie van de VS en Noord-Amerika 7. Les 3: Klimaten in de VS; Welke klimaten zijn er?

Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse Migratie in de VS

Toets 1 - 'Landschappen in Europa'

e-book: gebonden versie: e-book: gebonden versie: Chris Oxlade

Toets 2 - 'landschappen in europa'

GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat

1 Kun je aan planten zien wat je aan moet?

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

-Per dag ongeveer 200 mensen erbij (515 baby s maar er sterven 375 mensen)

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Weerkaarten VS vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Het onderdeel van aardrijkskunde dat zich bezighoudt met de bevolkingsomvang en de bevolkingssamenstelling wordt demografie genoemd.

hoog staat de zon? De zon in Noord-Europa Wat ga je leren? Begrippen

Toets 1 - 'Landschappen in Europa'

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk3, par. 1, 2, 3

Samenvatting Aardrijkskunde Migratie & mobiliteit

7,3. Samenvatting door Sarah 2785 woorden 10 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Aardrijkskunde hoofdstuk 1

Hoogteverschillen in Europa

Samenvatting Aardrijkskunde H.2 tot paragraaf 8

Toets 2 - 'Landschappen in Europa'

DE WERELD VAN DE GROTE STAD

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

Samenvatting Aardrijkskunde samenvatting aardrijkskunde de geo H1 havo/vwo

2. STEDEN IN DE VERENIGDE STATEN

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK

De Geo. 1 hv Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) Temperatuurverschillen op aarde.

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3

5.2. Praktische-opdracht door een scholier 1531 woorden 18 september keer beoordeeld. Geschiedenis. Inleiding

De Geo. 2 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden werkboek A hoofdstuk 3. eerste druk

Werkblad Naut Thema 5: Weer en klimaat

Thema: Overal en ergens Moeilijkheid : *** Aardrijkskunde Tijdsduur : **** Wereldproblemen. Droogte

Overal Nederlanders vmbo12

Situeer de grote miljoenensteden op de wereldkaart (zie p. 2) aan de hand van bron 1 bladzijde 102.

Overal Nederlanders vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw HANDBOEK

Eindtoets hoofdstuk 1

Transcriptie:

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 par 1T/m6 Samenvatting door een scholier 3129 woorden 8 jaar geleden 6,4 109 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 1, Amerika is ontdekt in 1492. Toen woonden er 500.000 indianen in een gebied zo groot als Europa. Toen kwamen er migranten die het gebied leefbaar maakten. Dat heet KOLONISATIE. De eerste immigranten kwamen vooral uit Engeland. in 1776 maakten 13 koloniën zich los van Engeland. De immigratie was het best op gang van 1840 tot 1920. 30 miljoen mensen immigreerde toen naar de VS. Die mensen hadden de volgende redenen: - Honger, armoede en werkeloosheid. - Oorlogen. - Geen vrijheid van godsdienst en meningsuiting. De immigranten trokken steeds verder naar het westen. De grens tussen het gebied van de immigranten en het wilde westen heet de FRONTIER. Als je van New York naar San Francisco reist in een rechte lijn, kom je veel verschillende landschappen tegen. Eerst de Kustvlakte bij de Atlantische oceaan en uiteindelijk het Kustgebergte (Coastal Ranges) aan de Pacifische oceaan. Je komt ook langs twee grote gebergten en hieronder staan de kenmerken van die twee: Appalachen Rocky Mountains Oosten Westen Middelgebergte (500 1500 m hoog) Hooggebergte (hoger dan 4000 m.) Top: Mount Mitchel van 2038 m hoog OUD GEBERGTE (ronde toppen) JONG GEBERGTE (spitse toppen.) Van Alaska tot aan Mexico. Tussen deze twee gebergten ligt het grote Interior Plains. Dit heeft weinig reliëf. Het oostelijke deel is ligt lager dan 500 meter en is daarom een laagvlakte. Het heet ook wel de cornbelt omdat er veel maïs (corn) wordt verbouwd. Verder naar het westen toe ligt de Great Plains. Dit is een droge hoogvlakte (hoger dan 500 m) en er zijn veel prairiegrassen. (steppe) Je kunt er alleen dingen verbouwen d.m.v. irrigatie-water. Dat wordt uit de bodem gepompt. Dit gebied wordt ook wel de wheatbelt (wheat = tarwe) genoemd omdat er veel tarwe wordt verbouwd. Ook is er veel EXTENSIEVE VEETEELD waarbij vee op hele grote vlaktes leeft. B58 RELIËF Pagina 1 van 7

RELIËF betekent de hoogteverschillen in een landschap. Er zijn 4 soorten reliëf: - HOOGGEBERGTE, met toppen hoger dan 1500 meter. - MIDDELGEBERGTE, met toppen rond de 500 tot 1500 meter. - HEUVELLAND, met toppen van ongeveer 200 tot 500 meter. - LAAGLAND, ligt lager dan 200 meter. Door verschil in hoogte krijg je hellingen, zelfs in laagland maar daar zijn de hoogteverschillen kleiner. Een VLAKTE heeft bijna geen reliëf. Een LAAGVLAKTE ligt lager dan 500 meter. Een HOOGVLAKTE of PLATEAU ligt boven de 1500 meter. 2, Er zijn in de VS grote verschillen in temperatuur. Bron 1, Door de bergen zijn er grote verschillen in temperatuur. Naar het noorden en het westen is het juist helemaal open. Daar is het s winters koud en s zomers lekker warm. De northerms, blizzards of coldwaves zorgen voor de kou en southerms of hotwaves zorgen voor de warmte. In de lente kan het daar 20 graden boven 0 zijn maar de dag erop kan het opeens 15 graden vriezen. Bron 2, In de woestijnstaten Arizona en Nevada zijn soms stofstormen. Door de droogte wordt het wordt het zand heel droog en als het dan begint te waaien gaat al het stof ervandoor. Na zo n droogte kan het ook gaan regenen en dan krijg je grote modderstromen. Bron 3, Het zuidoosten van de VS wordt geteisterd door Hurricanes ( tropische orkanen ). Ze ontstaan boven warm (27 graden) zeewater aan het einde van de zomer. Boven het land minderen ze snel kracht en snelheid. Bron 4, In het stroomgebied van de Mississippi zijn veel overstromingen. In 1993 stierven 50 mensen en moesten 30.000 mensen hun huizen uit. In 2008 was het weer raak en viel op sommige plaatsen meer dan 500 millimeter regen. Bron 5, Een tornado, twister, wervelwind of windhoos heeft snelheden die kunnen oplopen tot 500 kilometer per uur. De doorsnede van een tornado is maximaal 1 kilometer. In het windhoosseizoen van maart tot juli tillen tornado s gewoon huizen en auto s op en zetten ze ergens anders weer neer. Tornado s ontstaan door botsingen tussen koude en warme lucht. B30 TEMPERATUURFACTOREN Er zijn 3 TEMPERATUURFACTOREN die invloed hebben op de temperatuur: - Breedteligging, hoe verder van de evenaar, hoe kouder het is. - Hoogteligging, hoe hoger, hoe kouder. - Land zeeverdeling, hoe verder van de zee, hoe kouder in de winter en warmer in de zomer. B33 BREEDTELIGGING EN TEMPERATUUR De zon (6000 graden(!)) verwarmt de aarde maar niet overal even veel. De breedteligging speelt een grote rol. Op hoge breedte (in de polen) is het koud en op lage breedte (tropen) is het warm. Dit heeft te maken met de hoogte van de zon. In de poolstreken komen de stralen vlakker op de aarde dan op de evenaar. Schuine zonnestralen geven minder warmte dan loodrechte. In de tropen komen de stralen bijna altijd loodrecht op de aarde dus is het daar warmer dan in de rest van de wereld. B36 TEMPERATUUR BOVEN LAND EN BOVEN ZEE. Land wordt anders verwarmd dan zee: - land wordt warmer dan zee maar ook kouder. - Land wordt sneller warm en koud dan zee. Pagina 2 van 7

De zee heeft invloed op de temperatuur van de lucht boven de zee, maar niet heel veel. De lucht boven land wordt sneller koud en sneller warm dan boven zee, maar het kan heel snel wisselen. B37 AANLANDIGE- EN AFLANDIGEWIND De wind heeft ook invloed op de temperatuur. Een landwind komt van land af en een zeewind komt vanaf de zee. Zeewinden heten ook we AANLANDIGE WINDEN. Landwinden noemen we ook wel AFLANDIGE WINDEN. Aanlandige winden hebben in de zomer een ander effect dan in de winter. Dit is bij een aflandige wind ook. Bij een aanlandige wind is het s zomers minder warm en s winters minder koud. Bij een aflandige wind is dat juist het tegenovergestelde. B38 ZEESTROMEN ZEESTROMEN ontstaan door lange wind op zee. Zeestromen kunnen warm water naar de poolstreken voeren en andersom. Zeestromen kunnen een invloed hebben op de temperatuur. Alle zeestromen hebben een naam. B39 LIGGING VAN GEBERGTEN Als de wind een gebergte tegenkomt krijg je klimaatscheiding tussen twee gebieden. Aan de kant van de berg waar de lucht tegenaan botst is het warm en aan de andere kant is het koud. B40 ONTSTAAN VAN NEERSLAG Regen, hagel of sneeuw heeft te maken met stijgende lucht. Bovenin is het kouder dan beneden. Warme lucht bevat meer water dan koude. Door het opstijgen van lucht kan er neerslag vallen. Door dalende lucht krijg je droogte. B41 NEERSLAG IN EEN GEBERGTE De windkant van een berg heet de LOEFZIJDE. Daar stijgt de lucht op en krijg je dus neerslag, STUWINGSREGENS genoemd. Aan de andere kant ligt de LIJZIJDE. Deze zijde ligt uit de wind. Daar valt nauwelijks regen en daarom wordt het ook wel de REGENSCHADUW genoemd. B51 KLIMAATSYSTEEM VAN KÖPPEN Köppen onderscheid de klimaatzones in 5 verschillende die hij aanduid met een letter: A. Tropisch regenklimaat. B. Droog klimaat. C. Zee klimaat, maritiem klimaat. D. Land klimaat, continentaal klimaat. E. Koud klimaat. A, C, D en E worden onderscheden door de temperatuur. B kun je onderscheiden door naar de neerslag te kijken. Je kunt ze extra onderverdelen door nog wat letters toe te voegen: Bw = woestijnklimaat. Bs = Steppeklimaat (iets meer neerslag dan bij Bw.) Aan A, C en D kun je ook kleine letters toevoegen: f. fehlt, Geen droge tijd, altijd neerslag. s. sommer, Droog in de zomer. w. winter, Droog in de winter. Cs = MIDDELLANDSZEEKLIMAAT of MEDITERAAN KLIMAAT Aw = SAVANNEKLIMAAT Bij E worden hoofdletters toegevoegd: Pagina 3 van 7

F = Eeuwige sneeuw in de poolgebieden. H = Eeuwige sneeuw in hooggebergten. T = Toendra. B52 GRENZEN TUSSEN KÖPPENKLIMATEN De grenzen zijn gekoppeld aan plantengroei. Er zijn de volgende zones: - Zone A, tropische vegetatie met als kenmerk palmbomen. - Zone B, woestijn vegetatie. - Zone C, gebied met loofbomen. - Zone D, gebied met naaldbomen. - Zone E, toendra s of eeuwige sneeuw. De palmgrens ligt op 18 graden. Een plek waar het altijd warmer is dan 18 graden is zone B. -3 graden is de LOOFBOMENGRENS, de loofbomengrens is meteen de grens tussen zone C en D. 10 graden is de boomgrens. Als het s zomers niet boven de 10 graden komt vinden naaldbomen het ook mooi geweest. De boomgrens is meteen de grens tussen zone D en E. 3, Per jaar komen 1 miljoen mensen naar de VS. Rond 1800 waren er nog maar 3,9 miljoen mensen in Amerika waarvan 750.000 slaven. Tot 1960 waren de blanken de belangrijkste groep. Daarna kwamen er ook andere groepen. Nu hebben 2 op de 3 Amerikanen (200 miljoen) Europese voorouders. De 30 miljoen zwarten hebben slaven als voorouders. Zij noemen zich nu Afro - Amerikanen. De 45 miljoen Hispanics (latino s) zijn vaak illegaal in de VS gekomen vanuit Mexico. Ze doen nu vaak slecht en laagbetaald werk maar daar zijn ze blij mee want in Mexico is het nog slechter. De Aziaten zijn vaak goed opgeleid en doen ook beter werk dan de Hispanics. Toch zijn er ook Aziatische sloppenwijken. De immigranten gaan in een soort smeltkroes, de meltingpot. Daar moeten ze zich leren aanpassen d.m.v. het leren van Engels en de Amerikaanse geschiedenis. In het begin ging dit goed maar vanaf dat er Oost- en Zuid Europeanen bij elkaar gingen wonen kwamen er toch losse wijken met mensen uit een land. Later ging het beter. Ook de Aziaten en Hispanics laten zich niet makkelijk omsmelten. Ze houden veel contact met hun vaderland en bijvoorbeeld een Poolse man trouwt met een Poolse vrouw. Dit heet GEZINSVORMING. De Amerikaanse bevolking is heel pluriform (veelvormig) geworden. Het is geen meltingpot maar een Salad Bowl (fruitsalade) waar alle stukjes duidelijk herkenbaar zijn. B117 IMMIGRATIE EN EMIGRATIE Er zijn 2 vormen van migratie: - BUITENLANDSE MIGRATIE ( LANDVERHUIZING). Je verhuisd naar een ander land. EMIGRATIE betekent het verlaten van een land. - Binnenlandse migratie, je blijft in een land. Redenen om te vertrekken zijn PUSHFACTOREN (AFSTOTINGSFACTOREN) Ze duwen (push) je weg van een land of gebied. Er zijn ook redenen die een gebied aantrekkelijk maken, dat zijn PULLFACTOREN (AANTREKKINGSFACTOREN) Ze trekken (pull) je aan. Pagina 4 van 7

B118 SOORTEN PUSH- EN PULLFACTOREN Er zijn verschillende push- en pullfactoren: - ECONOMISCHE REDENEN, mensen gaan naar een ander gebied om beter werk te vinden. Mensen die om economische redenen vertrekken heten ECONOMISCHE MIGRANTEN of ARBEIDSMIGRANTEN. Minder kans op toelating - Er zijn ook veel mensen die vertrekken om POLITIEKE REDENEN. Ze zijn bang op vervolging door de regering. Deze mensen heten VLUCHTELINGEN. Als ze in hun eigen land op de vlucht zijn noem je dat ONTHEEMDEN. Als die mensen dan in een ander land zijn aangekomen moeten ze asiel vragen bij de regering. Daarom worden ze ook wel ASIELZOEKERS genoemd. Vluchtelingen die uit economische redenen (ECONOMISCHE VLUCHTELINGEN)vluchten hebben geen kans op asiel. - Er zijn ook fysieke factoren. Dat heeft te maken met de natuur en het klimaat. Ook kunnen mensen migreren omdat er natuurgeweld (vulkanen, aardbevingen) voorkomen op dat gebied. B120 ALLOCHTONEN EN AUTOCHTONEN Een ALLOCHTOON heeft een of beide ouders uit het buitenland. Je hebt EERSTE GENERATIE ALLOCHTONEN, die komen zelf uit het buitenland. TWEEDE GENERATIE ALLOCHTONEN zijn geboren in het land waar ze nu wonen maar hebben ouders uit het buitenland. Je bent AUTOCHTOON als allebei je ouders zijn geboren in het land waar je nu woont. WESTERSE ALLOCHTONEN komen uit West-Europa en NIET-WESTERSE ALLOCHTONEN komen uit een ander cultuurgebied. Een buitenlander is wat anders dan een allochtoon. Een buitenlander heeft namelijk geen Nederlands paspoort. Een buitenlander wordt wel een VREEMDELING genoemd. B124 MULTICULTURELE SAMENLEVING Een maatschappij is pas MULTICULTUREEL als er veel verschillende culturen voorkomen. Er is bijna altijd een cultuur die overheerst en de andere culturen noem je dan CULTURELE MINDERHEDEN of ETNISCHE MINDERHEDEN. Als cultuurgroepen weinig contact met elkaar hebben is er sprake van MAATSCHAPPELIJKE SEGREGATIE. ( Segregatie = scheiding) INTEGRATIE is het tegenovergestelde van segregatie. Het betekent dat allochtonen actief meedoen met de andere culturen. Ze kennen dan ook de taal en de gebruiken van een land goed. Als migranten veel van de overheersende cultuur overnemen zeg je dat ze ASSIMILEREN. 4, Een gemiddelde Amerikaan verhuist een keer in de 5 jaar. Dat is dubbel zoveel als in Nederland. Ze verhuizen vooral van regio naar regio. Er zijn 4 regio s namelijk: Noordoost, Midwesten, Zuiden en Westen. Het DEMOGRAFISCH ZWAARTEPUNT verschuift naar het zuidwesten. Het zwaartepunt betekent dat vanaf dat punt zowel in het noorden als in het oosten als in het zuiden als in het westen evenveel mensen wonen. Dit is te verklaren met push- en pull factoren. Veel mensen vertrokken uit de SNOWBELT want daar is het heel koud. Ze gingen naar de SUNBELT want daar is het lekker warm en zijn veel High Tech bedrijven. Die bedrijven gebruiken bijna geen grondstoffen en kunnen zich dus bijna overal vestigen. Die FOOTLOOS-BEDRIJVEN gaan zich het liefst in een aantrekkelijk gebied vestigen. Tot voor 1995 kwamen heel veel mensen naar Californië. Maar nu vertrekken er per jaar 175.000 mensen vanuit Californië. Vooral blanken vertrekken omdat het er te druk wordt. B109 VERANDERINGEN IN BEVOLKINGSAANTAL Het bevolkingsaantal kan door 2 dingen veranderen: - Natuurlijke veranderingen zoals een GEBOORTEOVERSCHOT of een STERFTEOVERSCHOT. Dit bij elkaar opgeteld is Pagina 5 van 7

de NATUURLIJKE BEVOLKINGSGROEI. - Het bevolkingsaantal wordt ook beïnvloed door MIGRATIE. Een VESTIGINGSOVERSCHOT wil zeggen dat er meer mensen komen dan dat gaan. Het tegenovergestelde is een VERTREKOVERSCHOT. Dit bij elkaar opgeteld is het MIGRATIESALDO. B110 BEVOLKINGSCIJFERS: ABSOLUUT EN RELATIEF. Je kunt bevolkingscijfers of 2 manieren weergeven: - In ABSOLUTE GETALLEN, dan gaat het over aantallen of hoeveelheden. - In RELATIEVE GETALLEN, dan gaat het in percentages (%) of promillages (1 op de 1000 (zelfde teken als % maar dan met 2 nullen na het streepje)). Het aantal geboorten per jaar per 1000 inwoners noem je het GEBOORTECIJFER. Het STERFTECIJFER is hetzelfde maar dan met sterfgevallen. Met relatieve cijfers kun je makkelijker vergelijken. 5, Bron 1. Steden zijn opgebouwd uit 3 delen: een binnenstad, daaromheen de etnische wijken en daar weer omheen de voorsteden. In het centrum wonen bijna geen mensen maar zijn alleen maar kantoren. Een CENTRAL BUSINESS DISTRICT (CBD) is zo n plek met alleen maar kantoren. Bron 2. Na het CBD zijn er etnische wijken. Daar wonen groepen van de zelfde cultuur. Dat hebben we ook in Nederland maar daar zijn ze veel groter. Bron 3. Buiten de etnische wijken liggen de voorsteden (suburbs). Er staan grote huizen en er wonen rijke mensen die de drukke stad zijn ontvlucht. Bron 4. Bron 5. De suburbs nemen een groot gebied in beslag. Dit komt doordat er nu veel auto s zijn. Aan de rand van suburbs liggen de EDGECITIES. Dat zijn kleine subcentra. Daar kun je dan naartoe in plaats van de grote stad die soms op tientallen kilometers afstand ligt. Bron 6. In de agglomeratie Los Angeles zijn de blanken in de minderheid. Nu is nog maar 30% blank. In 1970 was dat anders. Toen was bijna 75% blank. Dat komt omdat veel jonge zwarten in de stad gaan wonen. Bron 7. In Amerikaanse steden is er veel maatschappelijke segregatie. Blanken wonen en leven in rijke gebieden. Bij de zwarten is dat juist het tegenovergestelde. B155 ETNISCHE WIJKEN Het apart wonen van verschillende groepen in wijken heet RUIMTELIJKE SEGREGATIE. Je hebt verschillende groepen als je kijkt naar inkomen en naar afkomst. Dit laatste is het meest voorkomend in de VS. Een ETNISCHE WIJK heeft inwoners uit heel veel verschillende landen en vaak spreken ze nog hun eigen taal. Het voortbestaan van deze wijken heeft te maken met: - Veiligheid. Mensen uit hetzelfde land voelen zich veiliger dan dat je bij mensen uit een ander land zit. - Inkomen. Arme mensen wonen bij elkaar. - Discriminatie. Ze zijn bang om weggepest te worden door andere mensen. B156 GETTO S In Venetië ontstonden in 1527 de eerste etnische wijken. Joden mochten alleen nog maar in de wijk Ghetto huizen bouwen. De naam GETTO wordt nu gebruikt als aanduiding van heel arme wijken. Wijken met veel drugs, armoede en misdaad worden PROBLEEMWIJKEN of ACHTERSTANDSWIJKEN genoemd. Men probeert hier iets aan te doen d.m.v. herinrichting. Sloppen worden gesloopt en er komen dure huizen voor in de plaats. Ook zijn er sociaaleconomische maatregelen. Daar zijn veel verschillende van: Pagina 6 van 7

- Verbetering van de veiligheid. - Verbetering van de voorzieningen zoals sportclubs. - En hierbij veel inwoners betrekken. 6. Met Google Earth vlieg je de hele wereld over. Je kunt boven Beverly Hills inzoomen op de huizen van de sterren en je kan net niet de namen lezen van de sterren op de Hollywood Walk of Fame. D.m.v. Streetview kun je op ooghoogte alles bekijken en met Google Maps kun je zelf een wandeling maken achter de computer. De Streetviewfunctie kun je aanvinken bij lagen. Daar kun je bijvoorbeeld ook 3D Gebouwen aanzetten. Dan zie je veel gebouwen in 3D. Google Earth is een GIS. B15 GIS Met de computer kun je gebieden beschrijven. Je maakt dan gebruik van een GIS (GEOGRAFISCH INFORMATIE SYSTEEM) Je kunt met een GIS zelf bepalen welke kaartlagen je ziet. Een GIS kun je als routeplanner gebruiken maar het is ook makkelijk om te plannen na een ramp. Pagina 7 van 7