5,8. Samenvatting door een scholier 2061 woorden 23 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Buitenland - vmbo/t/havo klas 1 - Hoofdstuk 1

Transcriptie

1 Samenvatting door een scholier 2061 woorden 23 oktober ,8 129 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Buitenland - vmbo/t/havo klas 1 - Hoofdstuk Bevolkingsspreiding: de manier waarop de mensen over de aarde zijn verdeeld. Bevolkingsdichtheid: gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer. Bevolkingsgroei: groei van de bevolking door meer geboortes dan sterfgevallen en/of door meer immigratie dan emigratie. Bevolkingsgrafiek: grafiek met de opbouw van de bevolking. Bevolkingsopbouw: de hoeveelheid mensen die in een bepaalde leeftijdgroep zitten en daar weer van man of vrouw zijn. Er worden per minuut 250 baby s geboren daar van worden er 220 in ontwikkelingslanden geboren. Als je naar de bevolkingsgroei van de wereld kijkt vallen er twee dingen op: 1. De wereld bevolking is tussen 1900 en x zo groot geworden. 2. De groei vindt vooral in arme landen plaats. In 2000 was de verhouding tussen arm en rijk 1:5. Van elke 6 personen op aarde zijn er 5 arm. Redenen dat mensen veel kinderen krijgen zijn: - Kinderen (vooral zonen) geven aanzien. - Kinderen kunnen bijdragen aan het gezinsinkomen door te werken. - Kinderen moeten voor hun ouders zorgen als ze oud zijn. - Er zijn weinig voorbehoedmiddelen of ze worden niet gebruikt. - Sommige geloven moedigen het aan om veel kinderen te krijgen 1.3 Binnenlandse migratie: Verhuizen binnen het land waar je woont. Buitenlandse migratie: Verhuizen naar het buitenland. Emigratie: Je land verlaten om je in een ander land te vestigen. Immigratie: Een land binnenkomen en je daar vestigen. Natuurramp: Aardbeving of overstroming, orkaan. Push en Pull: Redenen om te emigreren er zijn gebieden die afstoten (push) en gebieden die aantrekken(pull). Redenen om te emigreren: 1. Ze hebben geen werk meer of hopen op beter werk en een beter bestaan.(economie) 2. Ze vluchten voor oorlog of omdat ze worden vervolgd.(politiek) 3. Omdat er aardbevingen en overstromingen zijn.(natuur) Pagina 1 van 5

2 Gevolgen voor het vertrekland - Jongen mensen trekken weg ouderen blijven achter. - Doordat er veel geld wordt opgestuurd is er meer rijkdom. - Veel migranten bouwen een tweede huis in hun oude woonplaats Gevolgen voor het vestigingsland zijn: - De migranten zijn vaak lager opgeleid - Ze wonen vaak in de zelfde wijken, zoeken steun bij elkaar. - Ze nemen een andere cultuur mee 1.6 Natuurlijke bevolkingsgroei: Groei door meer geboortes dan sterfgevallen. Ontgroening: Dat er steeds minder jongen mensen zijn Vergrijzing: Dat er steeds meer oudere mensen komen. Bevolkingsspreiding: de manier waarop de mensen over de aarde zijn verdeeld. Bevolkingsgroei In 1930 woonden er ongeveer 8 miljoen mensen in Nederland en nu 16miljoen de bevolking is gegroeid. Een van de oorzaken is dat er meer mensen werden geboren dan dat er dood gingen. Vooral na de tweede wereld oorlog zijn er heel veel kinderen geboren. Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw groeit de bevolking niet zo hard meer. Er kwamen bijvoorbeeld voorbehoedsmiddelen. Volgens de verwachtingen gaat de bevolking in 2050 zelfs krimpen net als 150 jaar gelden alleen dat had andere redenen: - Er waren toen weinig ziekenhuizen en de doktoren wisten nog niet zo veel. - Veel medicijnen bestonden toen nog niet of waren te duur - Er was toen een slechte hygiëne - Het voedsel was toen eentonig en ongezonder Er komen steeds minder jonge mensen en steeds oudere mensen ook worden we steeds ouder in 1950 waren er 40 honderdjarigen en nu Bevolkingsspreiding 9 van de 10 Nederlanders woont in een stad en de meeste steden kom je in het westen tegen. De helft van de Nederlandse bevolking woont in het westen van Nederland. Hier zijn veel bedrijven en winkels. En dus werkgelegenheid. Daarom verhuizen veel Nederlanders naar het westen van Nederland. Andersom verlaten ook veel mensen het westen voor de rust en ruimte in de rest van Nederland. 1.7 Allochtonen: Iemand zelf of de ouders in een ander land dan Nederland zijn geboren. Arbeidsmigranten: Mensen die voor werk naar Nederland zijn gekomen. Gezinshereniging: dat de kinderen en vrouw van de arbeidsmigrant in Nederland komen wonen Gezinsvorming: Dat de kinderen van de arbeidsmigrant met iemand uit het land waar hij of zij vandaan komen trouwt Segregatie: dat bevolkingsgroepen in ieder een eigen wijk wonen De afgelopen 50jaar zijn er 3 groepen migranten naar Nederland gekomen: 1. Migranten uit landen die vroeger van Nederland waren.toen Suriname en Indonesië zelfstandig werden gingen veel inwoners naar Nederland Pagina 2 van 5

3 2. Arbeidsmigranten waarvan veel Marokkanen en Turken die vanaf 1960 naar Nederland zijn gekomen voor werk 3. Vluchtelingen uit alle delen van de wereld komen zonder toestemming vanaf 2000 mogen alleen mensen die in hun eigen land gevaar lopen. Ook Nederlanders verlaten Nederland vanaf 1950 emigreren er meer dan een half miljoen mensen naar Canada,Australië, Nieuw-Zeeland. Na 1960 Kwamen er meer mensen naar Nederland dan dat er weg gingen. Vanaf 2005 is Nederland weer een emigratie land. Waar wonen de immigranten? De immigranten komen uit alle delen van de wereld en wonen verspreid over Nederland. Vaak wonen landgenoten wel bij elkaar in de buurt. Turken en Marokkanen wonen driedubbel geconcentreerd: 1.Ze zitten vooral in West-Nederland 2.Daar wonen ze vooral in de grote steden 3.In die steden wonen ze weet in bepaalde wijken. 2.2 Klimaat: Het gemiddelde weer over een periode van 30jaar Tropisch klimaat: Het is altijd warmer dan 18 C en het regent er heel vaak Woestijnklimaat: Een klimaat waar het meestal warm en droog is. Landklimaat: Een klimaat met warme zomers en koude winters Zeeklimaat: Een klimaat met zachte winters en koele zomers Toendraklimaat: Een klimaat waarbij het in de zomer een paar maanden boven nul wordt waar door er mossen en struiken groeien. Poolklimaat: een klimaat waarbij de temperatuur nauwelijks boven nul komt. Klimaten op lage breedte Bij klimaten op lage breedte is het weer het hele jaar het zelfde weer. Door de hoge temperaturen verdamt er veel vocht daar door regent het vaak in een tropisch klimaat In een woestijn klimaat is het erg droog en het regent bijna niet er valt gemiddeld maar 250 mm neerslag per jaar. In een tropisch klimaat kan er wel 2000mm neerslag vallen.in de woestijn kan het overdag wel 50 C Klimaten op hoge breedte OP hoge breedte is het weer niet altijd het zelfde er zijn seizoenen winten,zomer,lente en herfts.gebieden op 50graden noorder breedte die ver van de zee afliggen hebbe een landklimaat.in Nederlandhebben we een zeeklimaat het hele jaar valt er neerslag..rond Polen zijn de winters donker en koud.de temperaturen komen meestal niet boven de 0 C.Op de zuid-pool -70 C op de hoogste topen van de alpen.aan de rand van een poolklimaat vindt je een poolklimaat in dit gebied is het in de zomer een paar maanden boven 0 C in deze gebieden groeien struikjes en mossen. 2.3 Breedteligging: De afstand van een plaats tot de evenaar in graden gemeten Atmosfeer: luchtlaag om de aarde Stijgingsregen: Regen die ontstaat als warme lucht opstijgt en daar door afkoelt. Stuwingsregen: Regen die ontstaat als de lucht tegen een berg op moet stijgen Waterkringloop: Hoe water op de aarde rondloopt in een kring: zee, neerslag, grondwater, rivier, zee Neerslag: Vocht uit de lucht: regen, sneeuw, ijzel, hagel en mist. De straling van de zon. Pagina 3 van 5

4 s Ochtends kan is het kouder dan s middags dat komt omdat de zond dan hoger staat en de zonnestralen dan rechter op de aarde vallen. Omdat de aarde rond is schijnen de zonnestralen bij Nederland (52 N.B) schuin en op de Noordpool (90 N.B)daar schijnen de zonestralen nog schuiner op de aarde. Het is op hogere breedte is het kouder dan op lagere breedte omdat de zon schuiner op het gebied schijnt en dus een groter oppervlak moet verwarmen en omdat de zonnestralen een langere weg door de atmosfeer moeten afleggen. De zon zendt stralen naar de aarde die straling gaat dwars door de aarde. Daardoor wordt eerst de grond verwarmd en daarna wordt de lucht er boven verwarmt. Daardoor wordt het steeds kouder als je hoger komt. Als je 1000 meter naar boven gaat wordt het 6 C kouder. Neerslag Door warmte warmte van de zon verdamt het water.het verdamte water(waterdamp) stijgt op en koelt.nu ontstaan er wolke met kleine druppeltjes.het gaat pas regenen als deze druppels Samen klonteren met anderen druppels.de wolken worden te zwaar en gaat vallen.de vorming van regen gebeurt als wolken moeten stijgen kan kan gebeuren bij tropische temperaturen In de tropen bij de evenaar schijnt de zon heel de dag de lucht wordt verwarmt en stijgt op en in die lucht zit waterdamp die door afkoeling condenseerd.dit noem je Stijgings regen. Het kan ook komen door hoogteverschillen boven zee verdampt het water en dan waait de lucht tegen een berg en dan moet de lucht omhoog en de lucht stijgt en in die lucht zit waterdamp door dat de waterdamp veranderd door afkoeling in druppels.dit noem je stuwingsregen. Water kan verdampen, concenseren,bevriezen en smelten 2.6 Aanlandige Wind:Wind vanuit zee naar het land waait Aflandige wind:wind vanaf het land. Klimaatverandering: verandering van het klimaat waardoor het natter,droger,warmer óf kouder kan worden. Temperatuur van land en zee Het land is sneller afgekoelt of opgewarmt dan het water daarom is het water in de winter nog niet heel erg koud en is het water in de zomer nog koud als het land warm is.de zee verwarmt het land in de winter en in de zomer verkoelt de zee het water. De wind Voor het weer zijn we erg afhankelijk van de wind.in Nederland hebben we meestal een wind van zee een aanlandige wind.deze wind zorgt in de zomer voor kouder en in de winter voor warmer weer..een aflandige wind zorgt in de zomer voor warmer en in de winter kouder weer Dat Nederland een zeeklimaat heeft komt door de breedte ligging en door dat we aan de noordzee liggen en door een overheersende westen wind Het weer Het KNMI meet al heel een eeuw het weer.het lijkt er op dat in de toekomst de temperatuur in ons land gaat stijgen en er meer regen zal gaan vallen in de vorm van hegtige regen buien. 2.7 Metreologen:Iemand die meteingen doet over het weer en het weer voor spelt Weerselementen:Dit zijn neerslag,de temperatuur en de wind Weer:situatie van de atmosfeer op een bepaald moment en plaats. Smog:Dikke mist met smerige stoffen er in. Het weer en weersverwachtingen Voor iedere dag wordt een weersvoorspelling gedaan, door meteorologen ze kunnen dat doen voor een aantal dagen Pagina 4 van 5

5 maar hoe langer hoe minder betrouwbaar de weersvoorspelling wordt. Alle informatie van de weerstations, weerballonnen satellieten, weerschepen en andere informatie uit andere delen van de wereld worden in De Bilt in computers verzameld daar mee wordt het weer bericht gemaakt. Dat weerbericht bestaat uit: wind, temperatuur en neerslag. De temperatuur meten we in graden Celsius ( C), de neerslag in Milimeters en de windkracht met de schaal van Beaufort. Verschillend weer In Nederland zijn er verschillen in weer: 1. Temperatuur: het kan in Friesland vriezen en in de rest van Nederland in het boven nul. Soms zitten mensen in Maastricht al in hun hemd en loopt de rest van Nederland nog in hun winterjas. In Maastricht is de gemiddelde temperatuur hoger dan in Groningen.Ook wordt het in de zomer in het oosten warmer dan aan de kust. 2. Neerslag: Ook zijn er verschillen in de hoeveelheid neerslag die er valt. 3. Wind: De wind waait in ons land vooral uit het westen. Aan de kust kan het bijvoorbeeld heel hard waaien maar in het Oosten waait het bijna niet. Verkeer en het weer Het regent in Nederland veel en er staat bijna altijd wind waait bijna altijd. Maar de uitlaat gassen van de auto s blijven hangen dit heet smog. Dit is erg ongezond maar heel vaak komt het niet voor. Het ene jaar is er een natte herfst en de andere keer is er een droge zomer. Ons zee klimaat is erg wisselvallig. Pagina 5 van 5