GETALLEN VERHOUDINGEN METEN MEETKUNDE VERBANDEN



Vergelijkbare documenten
Groep 5 Leerroute 3< 1F Leerroute 2= 1F (maatschrift) Leerroute 1 = 1S Periode 1

LEERROUTE A PrO leerjaar 1. PrO leerjaar 2 GETALLEN VERHOUDINGEN METEN MEETKUNDE VERBANDEN. Passende Perspectieven praktijkonderwijs, leerroute A

Groep 3. Getalbegrip hele getallen. Optellen en aftrekken. Geld

Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4

Leerstofoverzicht groep 3

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2.

Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen

GETALLEN Onderdeel: Getalbegrip Doel: Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen hebben.

Leerlijnenpakket STAP incl. WIG. Rekenen Rekenen. Datum: Schooltype BAO (Regulier) Herkomst Landelijk Periode DL -20 t/m 200

Passende Perspectieven. Bij Rekenrijk 3 e editie

2016 W. Danhof / P. Bandstra Bandstra Speciaal Rekenadvies

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen

Aanbod rekenstof augustus t/m februari. Groep 3

Inhoud kaartenbak groep 8

Leerroutes Passende Perspectieven Alles telt groep 5 blok 1

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 5

Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen

Getallen. Onderdeel 1: Optellen en aftrekken. Onderdeel 1 van Getallen sluit aan op de leerlijnen Rekenboog.zml bij de Kerndoelen 1 en 2

Doelenlijst 6: VERHOUDINGEN, onderdeel BREUKEN

Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen

Leerlijnenmatrix De wereld in getallen 4 e editie

Leerlijnenoverzicht groep 3 t/m 8

Leerjaar 4: Doelenlijst Rekenen/Wiskunde voor leerroute A, B en C

Doelenlijst 9: METEN onderdeel LENGTE, INHOUD, GEWICHT en OPPERVLAKTE

Leerjaar 3: Doelenlijst Rekenen/Wiskunde voor leerroute A, B en C

Doelenlijst 6: VERHOUDINGEN, onderdeel BREUKEN

Doelenlijst 5: GETALLEN onderdeel KOMMAGETALLEN

Leerlijnen voor groep 3-8

Dit betekent. noodzakelijk.

Begin situatie Wiskunde/Rekenen. VMBO BB leerling

Scoreblad bewis 01. naam cursist: naam afnemer: werkpunt. niet goed. tellen. getalbegrip. algemeen bewerking en. optellen en.

Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen

tussendoelen: Hoeveelheden & getallen: Koppelen van hoeveelheden aan getallen (tot en met 20) Hoeveelheden d.m.v. getallen (tot en met 20) noteren

Getallen en getalrelaties

Tussendoelen domein GETALLEN, subdomein Getalbegrip

Groep 7, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3

Aandachtspunten. blok 1, les 1 blok 1, les 6 blok 2, les 1 blok 3, les 8. blok 1, les 3 blok 1, les 11 blok 3, les 1

Onthoudboekje rekenen

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 4

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...

drs. W.M.F. Beuker, training en begeleiding in onderwijs

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Leerstofoverzicht groep 6

Overig nieuws Hulp ouders bij rekenen deel 3.

Thema 6. Thema 1. Thema 8. Thema 2. Thema 5. Thema 3. Thema 7. Thema 4

Aandachtspunten. blok 3, les 1 blok 3, les 3 blok 3, les 8. blok 1, les 1 blok 1, les 3 blok 1, les 6 blok 1, les 8 blok 1, les 11 blok 2, les 11

Toets gecijferdheid augustus 2005

Rapportboekje. Leerling: Groep/ unit:

Aandachtspunten. blok 8, les 3 blok 8, les 11. blok 8, les 3 blok 9, les 6 blok 9, les 11. blok 7, les 3 blok 7, les 8 blok 9, les 6

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

1 Invoering Referentiekader taal en rekenen - passend onderwijs

Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen kunnen hebben (hoeveelheidsgetal, volgordegetal,

A 1 RS+ 1. Rekensprong Plus 1 (c) Van In, lesnr domein lesonderwerp lesnr domein lesonderwerp lesnr domein lesonderwerp

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Hoeveel keer moet ik 15 gooien? 60 punten Matz wil 60 punten halen met blikgooien. Maak sommen.

Groep 8, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 2. Groep 8, blok 1, week 2 Passende Perspectieven, leerroute 2

Doelenlijst 8: METEN, onderdeel GELD (TIJD en TEMPERATUUR)

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5

Leerdoelen groep 7. Pluspunt rekenen

BLOK 1. Toetsdoelen. - Kinderen kunnen een hoeveelheid (t/m 10) synchroon en resultatief tellen.

Doorgaande lijn rekenen - een voorbeeld

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Cursus voor Rekenondersteuners rekenen de 3 e slag. Bijeenkomst 3 28 februari 2012 Ceciel Borghouts & Monica Wijers Freudenthal Instituut

2A LEERLIJN. leerjaar 1. tellen. optellen en aftrekken GROEPEREN VERMENIGVULDIGEN EN DELEN. plaats en waarde. handig rekenen 1 ORDENEN EN UITSPREKEN

doelenkatern leerjaar Blok Pagina Blok 1 2 tot 11 Blok 2 12 tot 20 Blok 3 21 tot 29 Blok 4 30 tot 37 Blok 5 38 tot 44 Blok 6 45 tot 53

Opdracht 2.1 a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde grootte te krijgen.

Optellen IT1 Antwoord M3 IT6 Antwoord M

2.1 Kennismaken met breuken Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd?

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent.

Curriculum Leerroute 4 Rekenen, meten, tijd en geld

Doelenlijst 1: GETALLEN onderdeel GETALBEGRIP

Panamaconferentie Verbanden herkennen en begrijpen. verhoudinge n. vermenigvuldigen. optellen. gestructureer d tellen.

Leerlijnen groep 3 Wereld in Getallen

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR

Op stap naar 1 B Minimumdoelen wiskunde

Lesbrief 4, groep 5/6. 24 januari 2018

1. Hoeveel per stuk? a. Hiernaast zie je vier aanbiedingen uit de supermarkt. Hoeveel moet je per stuk ongeveer betalen?...

Verdiepingsmodule Getallen Tweede bijeenkomst maandag 8 april 2013 monica wijers en vincent jonker

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 3

Passende perspectieven rekenen met Pluspunt. Jiska van Hall en Bronja Versteeg

Groep 6. Uitleg voor ouders (en kinderen) over de manieren waarop rekenen in groep 6 aan bod komt. Don Boscoschool groep 6 juf Kitty

Gynzy Rekenen Werkbladen

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 6 AFRONDEN Inleiding Cijfers Verstandig afronden 48 BLZ

Les 20: gelijknamige breuken, gelijkwaardige breuken en breuken vereenvoudigen

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1.

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN ): Rekenen: een hele opgave, deel 2

1.Tijdsduur. maanden:

BLAD 21: AAN DE OPPERVLAKTE

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden

Rekentermen en tekens

5 5d o e l e n k a t e r n

Titel filmpje Rekenkundige handeling Wat ziet u? Suggestie. pizza is kleiner dan 1 3 pizza.

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1.

Transcriptie:

LEERROUTE 1 Groep 3 Groep 4 Groep 5 GETALBEGRIP 10 OPTELLEN EN AFTREKKEN 10 * Hoeveelheden tellen * omkeren automatiseren memoriseren * Structureren * verdubbelen * vijfstructuur (vingers) * Getallen - 10 splitsen GETALBEGRIP 20 OPTELLEN EN AFTREKKEN 20 * Hoeveelheden tellen * Splitsen bij 10 (eierdozen) uit het hoofd automatiseren memoriseren * Getallen 10-20 splitsen * verdubbelen (denkend aan eierdozen) in 10 en.. * aanvulstrategie bij aftrekken GETALBEGRIP 100 OPTELLEN EN AFTREKKEN 100 * Telrij: 1-1, sprongen van 10, getallen noteren Rijgen * (On)geordende hoeveelheden handig tellen * 43+30/67-20 op getallenlijn * 47+36/53-28 op GL * Structureren: tienstructuur (eierdozen/geld) * 43+5/67-4 naar analogie * Positioneren tussen 10-tallen * 43+35/67-24 op GL *47+6/53-8 op GL GETALBEGRIP 1000 + en tot 1000 * Telrij: 1-1, sprongen van 10 en 100, noteren * tussen 100-vouden * Hoeveelheden tellen naar analogie * Structureren: 100-tallen (geld) (345+27 via 45+27) * Globaal positioneren /vermenigvuldigtaal/strategieën Tafels * herhaald optellen <-> * rechthoek <-> omkeren * Introductie tafels * Introductie in vermenigvuldig- * groepje <-> verdubbelen 2 t/m 5 en 10 6 t/m 9 situaties * x-teken * Oefenen 2 t/m 5 * Oefenen 6t/m9 * van situatie naar keersom vv * 5x en 10x * 30 koekjes in rijtjes van 5 Benoemen en herkennen Bedragen 10 en 20 euro * munten van 1 en 2 euro * tellen/samenstellen * briefjes van 5 en 10 euro met briefjes en munten * briefjes van 20 Tellen en samenstellen van bedragen tot 100 euro Tellen en samenstellen van bedragen tot 1000 euro * 74 is 7 tientjes en 4 losse euro s * 463 is vier honderdjes, zes tientjes en drie losse euro s * 3 tientjes en 7 euromunten is 37 euro * 7 honderdjes, 8 tientjes en 4 euro s is 784 euro * briefjes van 50 en 100 euro * munten van 2, 5, 10, 20 en 50 cent LENGTE OPPERVLAKTE Meettechniek * Opp vergelijken ahv * vergelijken door afpassen * m ~1 stap * 1 kilometer (km) ~1000 stappen natuurlijke maat (bv A4tje) - met natuurlijke maat * 1 m = 100 cm * 1km = 1000 m * Vierkante meter - met meetinstrument * dm ~1 handspan hoeft niet vierkant te zijn * 75cm= 7dm en 5 cm * 1 m 2 ~twee kranten Weegtechniek * vergelijken door afpassen * 1 kilo (kg) = 1 pak suiker - met een natuurlijke maat * 1 kg = 1000 g - met een weeginstrument Analoge tijd Lage digitale tijd * Aflezen hele en halve uren * aflezen minuten * 9:15 = kwart over 9 s ochtends * 8.27 is bijna half 9 * Aflezen kwartieren * Verband uren, minuten 9:45 = kwart voor 10 * Vormen en figuren herkennen, * Vormen herkennen en benoemen: rechthoek vergelijken, benoemen (vierkant, driehoek,..) * symmetrie verkennen * schematische tekening van school * handelen, ervaren (mozaïek, blokken) ahv spiegel * oriënteren in de ruimte * oriënteren in de ruimte * Vooraanzicht en bovenaanzicht * construeren met papier Standpunten onderzoeken Zelf voorwerpen tekenen herkennen (verschillende vormen) * oriëntatiebegrippen toepassen: boven, onder, * links, rechts, etc. Eenvoudige routebeschrijving maken * Eenvoudige legenda lezen

Groep 6 Groep 7 Groep 8 OPTELLEN EN AFTREKKEN 20 memoriseren Oefenen + en tot 20 OPTELLEN EN AFTREKKEN 100 Toepassen Toepassen Over het 100-voud * Getallen > 1000 uitspreken en noteren * Stip/spatie: 1.235 of 2 789 * rijgend op getallenlijn * cijferend [* cijferend In toepassingssituaties * Kolomsgewijs optellen aftrekken ] RM ter ondersteuning * tussen welke 100 vouden ligt antwoord? Schatten * 12.345 inwoners: ruim 12.000 * 253.000 noteren * afkappen: 7.680.753 ~7,6 miljoen kijkers * 6.200.000 als 6,2 miljoen * afronden: 125.786~125.800 * Oefenen tafels 6 t/m 9 * Oefenen tafels 2 t/m9 * 6x15: * Grote getallen: 7x135 splitsen splitsen/nulregel nulregel RM ter controle * Grote getallen: 36x67 * Toepassingssituaties RM als controle RM als uitrekenmiddel * :-teken * 24: 6=4, want 4x6=24 (inverse) * delen door 10 en 100 bij ronde getallen * delen naar analogie (320:8 via 32:8) * toepassingssituaties RM ter controle * van situatie naar deelsom * deeltafels 2 t/m 5 en 10 * deeltafels 6 t/m 9 Relatie kommagetal - breuk * geld * ¼ = 0,25 ¾ = 0,75 * 6 flessen cola à 1,95 * uitkomsten op RM * meten/wegen * ½ = 0,5 1/100=0,01 ~ 12 euro kritisch beschouwen * op RM: 10-3,90 = 6.1 * 1/10=0,1 1/5 = 0,2 BREUKEN * breuken benoemen en noteren * vergelijken *deel van hoeveelheid * + en met breuken * Informeel x en : halve taart ½ taart ½ m vgl met ¼ m ½ deel van 1000 in toepassingssituaties * Stroken/cirkels verdelen 1/3 vgl met ¾ ¼ deel van 28 en benoemen als breuk (mbv strook, getallenlijn) 1/3 van 150 * Relatie ¼, 0,25 en 25% * taal van de verhoudingen (van de, per) * 1 op de 4 * verhoudingstabel * 2 broodjes kosten 3 euro is 25% of ¼ van bv benzineverbruik Hoeveel kosten 8 broodjes? * in dagelijkse situaties bv recepten * schaal * % teken; * 50% van 90 euro; * 100% is alles; 85% katoen * Relatie ¼, 0,25 en 25% * 15% van 60 euro * Korting * 15% kan meer zijn dan 25% (mbv strook) * 50% is de helft * 1% en 10% regel * Wisselen: hoeveel 2 euromunten voor een briefje van 20? * relatie geld kommagetallen * Schatten: 2 broden van 1,98; * Schatten: Hoe schrijf je 1 euro 65? heb je genoeg aan 5 euro? Op de bon staat Wat betekent 0,05 cent? * Reëel beeld van prijzen hebben 2,98; 5,95 en 1,25 RM ter controle * gepast betalen kommagetal I-pod, kleding, mobieltje, Hoeveel ~ betalen? OPPERVLAKTE * Omtrek zandbak berekenen * Je hebt voldoende verf voor 22 m 2 * 1 c m 2 ~een vingernagel * Aantal tegels tbv schoolplein Hoeveel potten nodig voor je kamer? * relatie opp/omtrek Google Maps berekenen (schematiseren, tekenen) (schematiseren, tekenen) * opp deur ~2 m 2 ; opp klaslokaal ~100 m 2 * Toepassingssituaties INHOUD * 1 g = 1000 mg Relatie met kommagetallen * 1 pak melk = 1 liter (l) * 1 l = 1000 ml * 750 ml = 0,75 l * 5,749 km bijna 6 km; 4,237 kg ruim 4 kg * 1 vingerhoed ~1 ml * 1 l = 1 dm³ * 0,33 l = 33 cl * 853 g = 0,853 kg * datum in cijfers * Hoge digitale tijd * Tijdsduur schatten obv referentiepunten 14-08-1976 of 76 21:15 = kwart over 9 s avonds 19:30 = half 8 s avonds * 20:47 is ruim kwart voor 9 * routebeschrijving * Verschillende aanzichten tekenen * herkenningspunten op een kaart van voorwerpen in de klas * routes op kaart aanwijzen * schematische weergave treinnetwerk interpreteren benoemen ahv legenda * relatie 2D-3D herkennen * routes op rooster tekenen * landkaarten en atlassen lezen * navigeren * verklaren symmetrie * symmetrie-assen zoeken met spiegel * figuren afmaken ob symmetrie * mentaal beschrijven van een route * beschrijven van een verband * rooster lezen * plan maken Staafgrafiek Cirkeldiagram in woorden * tabel als ordeningsmiddel * lezen * lezen * eenvoudige staafgrafiek maken * legenda lezen * kwantitatieve gegevens lezen combineren, interpreteren

VO-1 VO-2 In toepassingssituaties Rekenmachine ter ondersteuning in toepassingssituaties * Relatie met (meet)kommagetallen * (bv 8,7 miljoen kijkers) * 7 miljard bewoners (7.000.000.000) * bewoners van werelddelen vergelijken etc. MET * Grote getallen: 36x67 * Toepassingssituaties RM als uitrekenmiddel RM als uitrekenmiddel en INHOUD * Inhoud berekenen * In toepassingssituaties (bv koken, inkopen doen) VLAKKEN EN FIGUREN PLATTEGRONDEN * Excel * Lijngrafiek interpreteren

LEERROUTE 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 GETALBEGRIP 10 OPTELLEN EN AFTREKKEN 10 automatiseren memoriseren * Hoeveelheden tellen * omkeren * Structureren * verdubbelen * vijfstructuur (vingers) * Getallen - 10 splitsen GETALBEGRIP 20 OPTELLEN EN AFTREKKEN 20 * Hoeveelheden tellen * Splitsen bij 10 (eierdozen) * dubbelen uit het hoofd automatiseren * Getallen 10-20 splitsen * verdubbelen * andere opgaven obv strategieën in 10 en.. * aanvullen (bv 12-9 via 9+3) (denkend aan eierdozen) GETALBEGRIP 100 Rijgen * Telrij: 1-1, sprongen van 10, getallen noteren * 43+30/67-20 op getallenlijn (sprongen van 10) * (On)geordende hoeveelheden tellen * 43+5/67-4; * 43+35/67-24 op getallenlijn * Structureren: tienstructuur (eierdozen/geld) * 47+6/53-8 * Positioneren tussen 10-tallen op getallenlijn GETALBEGRIP 1000 * Telrij, 1-1, sprongen van 10 en 100, getallen noteren * Hoeveelheden tellen * Structureren: 100-tallen (geld) * Globaal positioneren /vermenigvuldigtaal/strategieën Tafels * herhaald optellen <-> * rechthoek <-> omkeren * Introductie tafels in vermenigvuldig- <-> * groepje <-> verdubbelen 2 t/m 5 en 10 situaties * x-teken * van situatie naar keersom vv * 5x en 10x Bedragen 10 en 20 euro tellen/samenstellen Benoemen en herkennen van * met briefjes van 5 en munten van 1 en 2 * munten van 1 en 2 euro * met briefjes van 10 en munten van 1 * briefjes van 5, 10 euro Benoemen en herkennen van * briefjes van 20 euro Bedragen 100 euro tellen/ samenstellen Bedragen 1000 euro tellen/samenstellen * 7 tientjes en 4 losse euro s * 463: vier honderdjes, zes tientjes * 3 tientjes en 7 euromunt: 37 euro en drie losse euro s * gepast betalen hele bedragen * 7 honderdjes, 8 tientjes, 4 euro s is 784 * briefjes van 50 en 100 euro LENGTE Meettechniek * vergelijken door afpassen * m ~1 stap * 1 kilometer (km) ~1000 stappen - met natuurlijke maat * 1 m = 100 cm * 1km = 1000 m * dm ~1 handspan - met meetinstrument * 75 cm = 7 dm en 5 cm Weegtechniek * vergelijken door afpassen * 1 kilo (kg) = 1 pak suiker - met een natuurlijke maat * 1 kg = 1000 g - met een weeginstrument * Analoge tijd * Globaal klokkijken Hele en halve uren, * kwartieren Het is bijna half 6 * seconde (1 tel) * verband uren en minuten relatie met minuut (en uur) * Vormen en figuren herkennen, * Vormen herkennen en benoemen: rechthoek vergelijken, benoemen (vierkant, driehoek,..) * symmetrie verkennen * Vooraanzicht en bovenaanzicht * handelen, ervaren (mozaïek, blokken) ahv spiegel * oriënteren in de ruimte * oriënteren in de ruimte herkennen (verschillende vormen) * construeren met papier Standpunten onderzoeken Eenvoudige routebeschrijving maken * Zelf voorwerpen tekenen * oriëntatiebegrippen toepassen: boven, onder, * links, rechts, etc. * Eenvoudige legenda lezen

Groep 6 Groep 7 Groep 8 OPTELLEN EN AFTREKKEN 20 * Memoriseren en oefenen Oefenen + en tot 20 alle + en opgaven tot 20 OPTELLEN EN AFTREKKEN 100 * 43+28/67-39 op getallenlijn 43+28/67-39 op getallenlijn of met denkpapier (strategie, tussenantwoorden) In toepassingssituaties * Tellen met sprongen over 100-voud op getallenlijn * Getallen > 1000 uitspreken en noteren * Stip/spatie: 1.235 of 2 789 * + en - tussen 100-vouden * + en over 100-voud + en - in toepassingssituaties naar analogie rijgend op getallenlijn RM ondersteuning Schatten met + en tot 100 in toepassingssituaties * Tussen welke 100vouden ligt het antwoord? * 12.345 inwoners: ruim 12.000 * 6.200.000 noteren als 6,2 miljoen * Oefenen tafels 2 t/m 5 en 10 * Oefenen tafels 6 t/m9 Oefenen tafels van 2 t/m 9 * Introductie tafels 6 t/m 9 * 6x15: * Grote getallen: 7x135 splitsen splitsen/nulregel nulregel RM controle RM uitrekenmiddel/controle * Grote getallen: 36x67 in toepassingssituaties RM uitrekenmiddel Antwoord kritisch beschouwen * :-teken * 24:6=4, want 4x6=24 (inverse) * delen door 10 en 100 bij ronde getallen: * delen naar analogie Toepassen * 30 koekjes in rijtjes van 5 * situatie vertalen naar deelsom * deeltafels 2 t/m 5 en 10 720:10, 980:10; 7200:100 320:4=80, want 32:4=8 RM uitrekenmiddel Relatie kommagetal breuk * geld ¼ = 0,25 ¾ = 0,75 * meten/wegen ½ = 0,5 1/100=0,01 * op RM: 10-3,90 = 6.1 1/10 = 0,1 1/5 = 0,2 BREUKEN * breuken benoemen en noteren: * breuken vergelijken * ¼ van plank van 120 cm halve taart ½ taart ½ m vgl met ¼ m * 3/5 van 100 passagiers * Stroken/cirkels verdelen Wat is meer, 1/3 of ¾? * 8 stukken van ¼ pizza en benoemen als breuk (mbv strook, getallenlijn) hoeveel pizza s? * taal van de verhoudingen (van de, per) * 2 broodjes kosten 3 euro Hoeveel kosten 8 broodjes? * %-teken; % op computer * 50% van 90 euro; *100% is alles; 85% katoen * Relatie ¼, 0,25 en 25% * korting * 15% kan meer zijn dan 25% * 50 % is de helft nemen * 1 % en 10 % regel * Wisselen: hoeveel 2 euromunten voor een briefje van 20? (handelend) * munten van 2, 5, 10, 20 en 50 cent * relatie geld kommagetallen * Schatten: 2 broden van 1,98; * Schatten: Hoe schrijf je 1 euro 65? heb je genoeg aan 5 euro? Op de bon staat Wat betekent 0,05 cent? * Reëel beeld van prijzen hebben 2,98; 5,95 en 1,25 * gepast betalen kommagetal I-pod, kleding, mobieltje, Hoeveel ~ betalen? OPPERVLAKTE, referentie- en standaardmaten * oppervlaktes vergelijken * een vierkante meter hoeft niet vierkant te zijn * Omtrek zandbak berekenen * voldoende verf voor 22 m 2 ahv natuurlijke maat (bv A4tje) * 1 m 2 ~twee uitgeslagen kranten; 1 c m 2 ~een vingernagel * Aantal tegels tbv schoolplein Hoeveel potten nodig voor je kamer? * relatie opp/omtrek Google Maps berekenen (schematiseren, tekenen) (schematiseren, tekenen) * opp deur ~2 m 2 ; opp klaslokaal ~100 m 2 INHOUD * 1 g = 1000 mg Relatie met kommagetallen * 1 pak melk = 1 liter (l) * 1 l = 1000 ml * 175 cm = 1,75 m; 0,63 m = 63 cm * 1 vingerhoed ~1 ml * 1 l = 1 dm³ * 853 g = 0,853 kg * 750 ml = 0,75 l; 33 cl = 0,33 l * Lage digitale tijd * Hoge digitale tijd * Tijdsduur schatten obv referentiepunten 9:15 = kwart over 9 s ochtends 21:15 = kwart over 9 s avonds * datum in cijfers: 9:45 = kwart voor 10 19:30 = half 8 s avonds 14-08-1976 of 76 * 8.27 is bijna half 9 * 20:13 is bijna kwart over 8; 20.47 is ruim kwart voor 9 * routebeschrijving * Verschillende aanzichten tekenen * herkenningspunten op een kaart van voorwerpen in de klas * routes op kaart aanwijzen * schematische weergave treinnetwerk interpreteren benoemen ahv legenda * relatie 2D-3D herkennen * routes op rooster tekenen * landkaarten en atlassen lezen * navigeren * verklaren symmetrie * symmetrie-assen zoeken met spiegel * figuren afmaken ob symmetrie * mentaal beschrijven van een route * beschrijven van een verband * rooster lezen * plan maken Staafgrafiek Cirkeldiagram in woorden * tabel als ordeningsmiddel * lezen * lezen * eenvoudige staafgrafiek maken * legenda lezen * kwantitatieve gegevens lezen combineren, interpreteren

VO-1 VO-2 * 7.680.753 ~ 7,6 miljoen Relatie met (meet)kommagetallen Relatie met kommagetallen 5,749 km is bijna 6 km; * in toepassingssituaties (bv 8,7 miljoen kijkers) 4,237 kg is ruim 4 kg * 125.786 ~125.800 In toepassingssituaties Rekenmachine ter ondersteuning MET * Toepassingssituaties RM uitrekenmiddel Uitkomst kritisch beschouwen: kan het kloppen? * 25% van 40 15% van 60 euro ahv ankerpunten * 10% van 75 (10% en 5% mbv strook) * 50% van 98 is ongeveer en INHOUD * Inhoud berekenen * In toepassingssituaties (bv koken, inkopen doen) VLAKKEN EN FIGUREN PLATTEGRONDEN * Excel * Lijngrafiek interpreteren

LEERROUTE 3 Groep 3 Groep 4 Groep 5 GETALBEGRIP 10 OPTELLEN EN AFTREKKEN 10 * Hoeveelheden tellen * omkeren uit het hoofd automatiseren * Structureren * verdubbelen * vijfstructuur (vingers) [* Getallen - 10 splitsen] GETALBEGRIP 20 OPTELLEN EN AFTREKKEN 20 * Hoeveelheden tellen * Splitsen bij 10 (eierdozen) * dubbelen uit het hoofd * Getallen 10-20 * verdubbelen * andere opgaven obv strategie splitsen in 10 en.. (denkend aan eierdozen) GETALBEGRIP 100 * Telrij: 1-1, sprongen van 10, symbolen * (on)geordende hoeveelheden (handig) tellen * Structureren: tienstructuur (eierdozen) * Positioneren tussen 10-tallen + vermenigvuldigtaal * herhaald optellen <-> * rechthoek in vermenigvuldig- <-> * groepje situaties * x-teken * van situatie naar keersom Bedragen - 10 en 20 euro tellen/samenstellen Benoemen en herkennen van * met briefjes van 5 en munten van 1 en 2 (tot 10) * munten van 1 en 2 euro * met briefjes van 5 en 10 en munten van 1 (tot 20) * briefjes van 5, 10 euro Benoemen en herkennen van * briefjes van 20 *briefjes van 50 Bedragen 100 euro tellen/samenstellen(handelend) * 74 is 7 tientjes en 4 losse euro s * 3 tientjes en 7 euromunten: 37 euro * gepast betalen * briefjes van 100 LENGTE Meettechniek * vergelijken door afpassen * m ~1 stap * dm ~1 handspan - met natuurlijke maat * 1 m = 100 cm * 75cm= 7dm en 5 cm - met meetinstrument 1 m 2 ~ twee kranten Vierkante meter hoeft niet vierkant te zijn Weegtechniek * vergelijken door afpassen - met een natuurlijke maat - met een weeginstrument * Analoge tijd * Globaal klokkijken Hele en halve uren, * kwartieren Het is bijna half 6 * seconde (1 tel) * verband uren en minuten relatie met minuut (en uur) * Vormen en figuren herkennen, * Vormen herkennen en benoemen: rechthoek vergelijken, benoemen (vierkant, driehoek,..) * symmetrie verkennen * handelen, ervaren (mozaïek, blokken) ahv spiegel * oriënteren in de ruimte * oriënteren in de ruimte * Eenvoudige routebeschrijving maken * construeren met papier Standpunten onderzoeken Zelf voorwerpen tekenen * Eenvoudige legenda lezen * oriëntatiebegrippen toepassen: boven, onder, * links, rechts, etc.

Groep 6 Groep 7 Groep 8 OPTELLEN EN AFTREKKEN 20 Oefenen dubbelen tot 20 Rijgen OPTELLEN EN AFTREKKEN 100 * 43+30/67-20 op getallenlijn * 43+28/67-39 in toepassingssituaties * 43+5/67-4; 43+35/67-24 op getallenlijn met RM ter ondersteuning * 47+6/53-8 op getallenlijn * uitkomst kritisch beschouwen GETALBEGRIP 1000 * Telrij, 1-1, sprongen van 10 en 100; symbolen * 463+382 evt kolomsgewijs * In toepassingssituaties * Hoeveelheden tellen * In toepassingssituaties * RM ter ondersteuning * Structureren * RM ter controle of als uitrekenhulp * uitkomst kritisch beschouwen [*Positioneren] Betekenis van de uitkomst? * Getallen > 1000 uitspreken * Stip/spatie: 1.235 of 2 789 Strategieën Tafels Grote getallen in toepassingssituaties 2, 5 en 10 * 6x15 Globaal vermenigvuldigen in toepassingssituaties * Omkeren * 7x135 * 5 krentenbollen van 1,95 per stuk. Tientje genoeg? * Verdubbelen * 67x34 RM als controlemiddel RM als uitrekenmiddel Deeltaal * 30 koekjes in rijtjes van 5 * :-teken * situatie vertalen naar deelsom * 30:5=6, want 6x5=30 (inverse) * Delen in toepassingssituaties, met RM Relatie kommagetal breuk * geld ¼ = 0,25 * meten/wegen ½ = 0,5 * op RM: 10-3,90 = 6.1 Komma vs punt op RM BREUKEN * breuken benoemen en noteren: * breuken vergelijken halve meter, ½ taart, (toepassen, strook, getallenlijn) * Kwartier ½ meter vgl met ¼ meter * Stroken/cirkels verdelen en benoemen als breuk Vergelijken en ordenen Breukentaal * taal van verhoudingen (van de, per) * 85 % katoen; % op computer * 50% van 90 euro * % teken; 100% is alles * Relatie ¼, 0,25 * Korting, rente en 25% * 463 euro: 4 honderdjes, 6 tientjes, * Geld wisselen: en 3 euromunten Hoeveel 2 euromunten voor een briefje van 20? heb je genoeg aan 5 euro? * relatie geld kommagetallen * Schatten: 2 broden van 1,98; Hoe schrijf je 1 euro 65? heb je genoeg aan 5 euro? Wat betekent 0,05 cent? * Reëel beeld van prijzen hebben I-pod, kleding, mobieltje, LENGTE OPPERVLAKTE * 1 km ~1000 grote stappen * oppervlaktes vergelijken * een vierkante meter * 1 km = 1000 m ahv natuurlijke maat (bv A4) hoeft niet vierkant te zijn * opp aanwijzen/omtrek aanwijzen * 1 m 2 ~ twee uitgeslagen kranten * relatie opp/omtrek Google Maps INHOUD 1 m 2 ~ twee kranten Relatie met kommagetallen * 1 pak suiker = 1 kilo (kg) * 1 g = 1000 mg * 1 pak melk = 1 liter (l) * 750 ml = 0,75 l Vierkante meter hoeft niet vierkant te zijn * 1 kg = 1000 g * 1 l = 1000 ml * 853 g = 0,853 kg * 1 wijnglas ~1 dl (of 10 cl) * Lage digitale tijd * datum in cijfers * Schatten obv referentiepunten 9:15 = kwart over 9 s ochtends 14-08-1976 of 76 9:45 = kwart voor 10 s ochtends * Verschillende aanzichten tekenen * herkenningspunten op een kaart van voorwerpen in de klas * routes op kaart aanwijzen benoemen ahv legenda * landkaarten en atlassen lezen * relatie 2D-3D herkennen * symmetrie onderzoeken * symmetrie-assen zoeken met spiegel * beschrijven van een route (iemand de weg wijzen) * beschrijven van een verband in woorden * tabel als ordeningsmiddel * eenvoudige staafgrafiek * tv-gids lezen * eenvoudige staafgrafiek maken * kwantitatieve gegevens lezen * legenda lezen combineren, interpreteren

VO-1 VO-2 In toepassingssituaties Rekenmachine als uitrekenhulp * 12.345 inwoners: ruim 12.000 Relatie met (meet)kommagetallen Relatie met kommagetallen 5,749 km is bijna 6 km; 4,237 kg is ruim 4 kg in toepassingssituaties (bv 8,7 miljoen kijkers) MET * Grote getallen: 36x67 * Toepassingssituaties RM als uitrekenhulp RM als uitrekenhulp * Uitkomst op RM kritisch beschouwen * relatieve karakter: 15% kan meer zijn dan 25% * 25% van 40 * 15% van 60 aan de hand van ankerpunten * % in cirkeldiagram * 10% van 75 (10% en 5 %, mbv strook) * 1% regel; 10% regel * 50% van 98 is ongeveer of 1% regel (delen door 100) * bedragen afronden: 1,98 ~2 euro * schatten: 19,95 + 1,19 + 2,95 wat kost dat ongeveer? en INHOUD * Inhoud berekenen * In toepassingssituaties (bv koken, inkopen doen) * Hoge digitale tijd * globaal tijdrekenen * NS routeplanner 21:15 is kwart over 9 s avonds Het is tien over 8, de trein vertrekt om 8:33. Je hebt nog ruim 20 minuten. * beschrijven van een route * routes op een kaart tekenen * schematische weergave treinnetwerk interpreteren * navigatiesystemen * figuren afmaken obv symmetrie (evt met spiegel) * kwantitatieve gegevens lezen * cirkeldiagram * Lijngrafiek interpreteren combineren, interpreteren lezen * Excel