Meerjarenplan Sectie Algemene Chemie

Vergelijkbare documenten
Jaarverslag 2015 SKML sectie Algemene Chemie

Nederlandse Referentielaboratorium voor Enzymen. Bio-Rad QC symposium. 4 oktober 2011

Jaarverslag 2016 SKML sectie Algemene Chemie

HbA1c Komt het werk ooit klaar? Cas Weykamp SKML Sectie Algemene Chemie Congres De Waarde van de Expert 9 juni 2015

De waarde van de expert IGF-1 harmonisatie

10 jaar ervaring met nieuwe concepten in de analytische QC. Dr N. de Jonge

SKML kwaliteitsbewaking. Rapportage hemocytometrie Sysmex gebruikersdag 20 mei

Uitwisselbaarheid van natriumresultaten in bloed: stakeholders, neem je verantwoordelijkheid!

Part A: Glycated hemoglobin A1c as a screening tool for detection of type 2 diabetes?

Schatting van de nierfunctie met de CKD-EPI formule: stand van zaken & aanbevelingen voor invoering

MUSE Multi Sample Evaluation

MUSE Multi Sample Evaluation

Klinisch Bioloog verantwoordelijk voor de algemene POCT coördinatie :

Renal function? Landelijke standaardisatie nierfunctiemeting is nodig

Ontwerp interne QC. Sigma metrics Power curves OpSpec chart

LEIDRAAD ANALYTISCHE KWALITEITSCONTROLE MET BEHULP VAN SIX SIGMA

Beleidsplan SKML sectie Algemene Chemie planperiode

QBalance. Nieuwsbrief van de SKML augustus editie 14

Reglement van de sectie Algemene Chemie van de Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek

Zwarte Pietenspel Nabespreking Combi Immuno Chemie. Cas Weykamp, Ina Klasen Sectie Humorale Immunochemie, Utrecht 19 januari 2010

Deel 1: Uitleg MUSE Multi Sample Evaluation. Externe QC SKML score en rapportagesysteem Eric Vermeer Jurgen Riedl Francois Verheijen

6-SIGMA METRICS. Teaching old dogmas and learning new tricks. Douwe van Loon

Project Microalbumine in Combi Urine 2010

Position Paper #Not4Sissies

Zoektocht naar de Heilige Graal & de ideale rapportage. Christa Cobbaert Namens de sectie algemene chemie 3 juni 2010

MUSE Multi Sample Evaluation

IQC en EQA - recente ontwikkelingen. Mevr Dr. C.M. Cobbaert 18 november 2010 Bio-Rad QC symposium

EXTERNE KWALITEITSCONTROLE VOOR POCT INR

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE IV

Leidraad analytische kwaliteitscontrole met behulp van Six Sigma

Verdiepende sessie In-house IVD

AdVISHE: Assessment of the Validation Status of Health- Economic Decision Models

De osmolaliteitsmeting op de Osmo Station (Menarini): Van het kastje naar de muur.

The Final Program. Sigma metrics wordt de norm De praktijk is de vorm

Ervaringen van de Sectie Stolling met MUSE. Ton van den Besselaar en Louis Reijnierse (Sectie Stolling SKML)

Routine serum creatinine metingen anno 2010 : Hoe goed doen we het?

Het kritisch oog van de klinisch bioloog. Prof. Dr. Peter Declercq K.U.Leuven Virga Jesseziekenhuis, Hasselt

Doet ie het of doet ie het niet?

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE

Combi Immunochemie door Inez-Anne Haagen, Cas Weykamp

Statistiek en scoresysteem SKML-rondzendingen; introductie van toetsniveaus

laboratoriumgeneeskunde

Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau. Riekie de Vet

Stolling en Commuteerbaarheid

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek

Reflecterend testen. Dr. Wytze P. Oosterhuis Arts klinische chemie

Combi Algemene Chemie

Consultverlening. Achterom zien en vooruit blikken Dr Hans Janssen 19 september 2013, De ReeHorst, Ede

Toepassing van Farmacogenetica

Expert of geen expert: QBase en MUSE nu ook voor semen Frans A.L. van der Horst Klinisch chemicus

INR bepaling: gevolgen bij uitkomen nieuwe WHO-standaarden Noodzaak voor betere verankering ISI-systeem

Meetonzekerheid. Laboratoriumgeneeskunde Juni 2017

Jaarverslag 2018 SKML Sectie Algemene Chemie

SKML positioneringsnotitie over de compleetheid van externe kwaliteitscontrole en alternatieve methoden daarvoor.

Jaarplan Kalibratie 2000 voor 2010

Kwaliteitsborging in het Sint Antoniusziekenhuis

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE II

Jaarverslag 2008, SKML Stuurgroep Kalibratie 2000

PROM-toolbox. Wat weten we uit de literatuur over de toepassing van PROMs?

Externe QC. Marc Thelen Discussiedag Sectie GT, 14 april 2015

Standaardisatie steroidhormonen en FT4. Eef Lentjes

JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2012

Onzekerheid over meetonzekerheid

Laboratoriumdiagnostiek en risicomanagement

Literatuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters

Value based healthcare door een quality improvement bril

Uitrol laboratoriumdiagnostiek 1 ste lijn

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE

Conferentie Eenheid van Taal

JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2013

Samenwerkende ziekenhuizen en gevolgen voor medische laboratoria: een voorbeeld van laboratoriumonderzoek voor een dialyseafdeling op afstand

Aanbeveling: Ingangscontrole van antistoffen t.b.v. flowcytometrie

Paramedisch OnderzoekCentrum

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Patient-Reported Outcome Measures in de fysiotherapiepraktijk. De presentatie op hoofdlijnen. Patiënt Reported Outcome (PRO) Het wat en hoe

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Rapportage Bindingsanalyse MUSE

3e Mirror meeting pren April :00 Session T, NVvA Symposium

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

Toegang tot overheidsinformatie: de gevolgen van Europese ontwikkelingen voor Nederland

ICHOM en het belang voor de patiënt

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

Adherence aan HWO en meer bewegen

Q-IHC. Roy Cloots Dienst pathologische anatomie Jessa Ziekenhuis Aalst,

Samen Beter Beslissen met cliënten. dr. Inez Berends, Liset van der Glas, MSc, drs. Rena Eenshuistra

Linda van Saase november 2016

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2017

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2014

mylife Unio : nauwkeurig, precies en gebruiksvriendelijk Actuele onderzoeksgegevens

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Externe QC. Judith Emmen Laboratorium Endocrinologie AMC Amsterdam. Externe QC laboratorium bepalingen.

Figuur overgenomen uit Value Based Healthcare prijsinschrijvingsdocumentatie van The Decision institute die hier ook opleidingen voor aanbieden.

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

Arteriële verstijving en vitamine K tekort

Issues in PET Drug Manufacturing Steve Zigler PETNET Solutions April 14, 2010

Patiënt-gerapporteerde uitkomstindicatoren vanuit patiënt perspectief

Hoe goed moet het? Meetonzekerheid bij geneesmiddelbepalingen

Van CCKL praktijkrichtlijn naar ISO15189: praktijkervaringen

Transcriptie:

Meerjarenplan Sectie Algemene Chemie 2011-2015 I. Preambule I.1. Inleiding De sectie algemene chemie verhaalt in dit document enerzijds over de context en de wijze waarop dit tot stand is gekomen, en anderzijds over de gestelde doelen voor de komende 4 jaar. Op 1 oktober 2010 zijn er elementen aangedragen in de beleidsconferentie van de Sectie AC. Op 26 en 27 oktober 2010 hebben C. Cobbaert en C. Weykamp deelgenomen aan de AACC conferentie over Improving Clinical Laboratory Testing through Harmonization: an International Forum bij het National Institute of Standards and Technology in Gaithersburg, Maryland, U.S.A. en daar inspiratie opgedaan. Samen met de discussie gevoerd binnen de sectie algemene chemie heeft dit geleid tot het voorliggende meerjarenplan. I.2. Inspiratie uit Washington De noodzaak van standaardisatie wordt sedert een jaar of tien erkend: er is de IVD directieve 98/79/EC; er is JCTLM en er zijn organisaties als NIST, IRMM, WHO etc. Maar het schiet niet op. Van de ruim 600 analieten in het medisch laboratorium zijn er nog maar iets als 60 gestandaardiseerd. En het standaardiseren van een analiet is een lang en moeizaam traject als standaardisatie al mogelijk is. Maar de behoefte aan geharmoniseerde laboratoriumuitslagen blijft groot groeit zelfs: denk in Nederland aan de komst van het EPD en de toenemende samenwerking tussen ziekenhuizen. De IFCC heeft deze conclusie vorig jaar al getrokken maar er geen (actief) beleid aan verbonden. De AACC heeft de draad opgepakt en onder het motto Als Standaardisatie niet kan of te lang duurt ga dan voor Harmonisatie een Conferentie georganiseerd. Deskundigen en stakeholders uit de hele wereld waren uitgenodigd om gedurende twee dagen diepgaand over dit onderwerp te discussiëren en tot daadwerkelijk beleid te komen. I.3. De begrippen Standaardisatie en Harmonisatie Het is goed de definities van deze twee begrippen nog een keer scherp te stellen: Standardised This term is used when two conditions are met for a given analyte. One, the results for the analyte are consistent und uniform among different laboratories and different measurement procedures. Two, the results are traceable to a higher order reference measurement procedure that is itself calibrated with a reference standard to provide accuracy for clinical laboratory testing and decision making. Harmonised This term is used when results are traceable to a reference material but no reference measurement procedure nor primary (pure substance) reference standard exists. I.4. Intermezzo: de preciezen van de IFCC en de rekkelijken van de AACC In het verleden heeft de IFCC altijd het zuivere standaardisatieprincipe gehuldigd. De AACC was hier niet in geïnteresseerd, kende de term traceability niet, kwam niet verder dan een paar harmonisatieprojecten. Beide organisaties zijn naar elkaar toegegroeid: de IFCC is opgeschoven naar harmonisatie als standaardisatie niet kan is bespreekbaar en de AACC is zich bewust geworden van het belang van traceerbare laboratoriumuitslagen. Dit schept een klimaat voor een wereldwijde aanpak. I.5. Hoe staat het medisch laboratorium er voor? In hoeverre zijn de analieten in het medisch laboratorium nu gestandaardiseerd en geharmoniseerd? Op grond van drie kenmerken zijn analieten naar status in te delen in vijf 1

categorieën (tabel 1). Categorie 1 en 2 valt onder de definitie standaardisatie en Categorie 3 onder de definitie harmonisatie. Categorie 4 en 5 is Wild West en daarin bevinden zich iets als 600 van de 700 gangbare analieten in het medisch laboratorium. Doel van de conferentie: onderzoeken of het mogelijk is categorie 4 en 5 (snel) te upgraden tot categorie 3. I.6. Uitkomst van de Conferentie? De resultaten van de conferentie zijn niet eenvoudig samen te vatten daartoe wachten we de officiële publicatie in 2011 af. Maar er zijn wel al een aantal interessante hoofdlijnen te geven: a. Harmoniseer als Standaardisatie niet kan of te lang duurt. b. Voorwaarde voor Standaardisatie/Harmonisatie is Commuteerbaar Referentiemateriaal. c. Externe Kwaliteitsbewaking is een machtig instrument om het effect van standaardisatie/harmonisatie te toetsen. d. De mate van harmonisatie van laboratoriumuitslagen die bereikt dient te worden wordt bepaald door het effect op het klinisch handelen (en niet door state of the art, biologische variatie of statistische modellen). e. Nieuwe testen in het medisch laboratorium moeten, liefst voordat ze breed op de markt komen, in het licht van effect op klinisch handelen getoetst worden. I.7. Raakvlakken met Sectie AC Veel van de genoemde hoofdlijnen hebben een raakvlak met de SKML. Punt b, de nadruk op commuteerbaarheid, omarmt de SKML (Calibratie 2000) en de Sectie (Combi Nieuwe Stijl) al langer. Punt c, de rondzending als bewaker van interlaboratoriumvariatie, kent een aanzet in de vorm van het jaarrapport. Gezichtpunten d en e zijn (vrijwel) nieuw: we hebben nagedacht over performance van criteria maar zijn niet verder gekomen dan total allowable error (de groene vlakken in de SKML kwartaalrapportages) op basis van biologische variatie relateren aan klinische effectiviteit is nieuw. Op zich niet verwonderlijk door de sterke oriëntatie van de SKML op de analytische aspecten in het laboratorium maar het idee dat de klinische impact richtinggevend moet zijn bij criteria is heel plausibel. Al moet gezegd worden dat de Sectie het afgelopen jaar al wel meer verwevenheid met de kliniek heeft ingezet (bili met neonatologen, kreatinine met Dr. Bilo uit Zwolle, hartmerkers met LUMC cardiologen tijdens usersdag, multidisciplinair gestuurde overgang naar nieuwe HbA1c eenheden). 2

II. Meerjarenplan 2011-2015 II.1. Doelstellingen Het nieuwe meerjarenplan omvat drie lijnen: 1. Klassieke Analytische Lijn Volledig uitontwikkelen van de rondzendingen met commuteerbare monsters, targets vastgesteld met referentiemethoden (of gerelateerd aan referentiematerialen), weldoordachte criteria en scoresystemen, een jaarrapport met systematische aanwijzing van slecht presterende individuele labs, methoden, analieten. Voorts, en dat is nieuw, volgen van het harmonisatieproces middels de interlabvariatie. 2. Klinische Lijn Ontwikkelen van criteria op basis van effect op klinisch handelen. De Stockholm consensus (1) biedt een hiërarchie van strategieën waarmee de kwaliteit van methoden/instrumenten kan worden beoordeeld. De hiërarchie is als volgt: Niveau Beoordeling op basis Voordeel 1 Klinische uitkomst Gebaseerd op wat er zal gebeuren bij de patiënt 2 Biologische variatie Gebaseerd op verbetering van signal-tonoise ratio 3 Expert opinie Gebaseerd op beste ervaring beschikbaar 4 Externe Kwaliteitscontrole/ Proficiency testing Gebaseerd op wat routinematig beschikbaar is 5 State of the art Gebaseerd op wat analytisch haalbaar zou moeten zijn Nadeel Weinig studies beschikbaar Soms wat variatie tussen patiëntgroepen Experts baseren frequent hun mening op wat te behalen valt en niet op wat zou moeten worden behaald Wat routinematig beschikbaar is, is misschien niet goed genoeg Niet altijd routinematig toepasbaar Bovenstaande hiërarchie dient ook door de sectie algemene chemie te worden toegepast bij het beoordelen van methoden en wel als volgt: 1. Het hoogst haalbare is de methode te beoordelen op basis van klinische uitkomst. Echter deze studies zijn beperkt voorhanden. 2. Om die reden wordt voor de meeste klinisch chemische bepalingen een beoordeling op basis van de biologische variatie toelaatbaar geacht. Op basis van de principes van Fraser (Fraser, 2001) kan op basis van een combinatie van biologische variatie en wat analytisch haalbaar is (lees: wat eenvoudig voorhanden op basis van de huidige technologie en methodologie) een indeling gemaakt worden naar minimale, wenselijke en optimale kwaliteit. Een voorbeeld is in onderstaande tabel weergegeven. Kwaliteitscriterium Glucose Kreatinine ctni Clinical goal 4.7% 8.7% 10% Biological goal 6.9 % 6.9% 27.7% State-of-the-art goal 3.8 % 7.8% 15% 3

3. Internationale samenwerkingslijn: participatie in AACC/IFCC/EFCC werkgroep(en) Actief deelnemen aan werkgroepen die voortkomen uit de Washington Conference en/of EFCC. En dan vooral die werkgroep(en) die het meeste raakvlak hebben met de twee lijnen hierboven. Op deze wijze kunnen we een bijdrage leveren maar er ook zelf heel veel van leren. II. 2. Worden belangen gediend? Afgezien van wenselijkheid voor de patiënt, wetenschappelijke interesse etc., moet ook afgewogen worden of de SKML bedrijfmatig iets heeft aan de voorgestelde lijnen in het meerjarenplan. Ons product wordt steeds beter en daarmee de kans dat we ook buiten Nederland een afzet gaan vinden (en zo de verwachte binnenlandse krimp op kunnen vangen). Wetenschappelijke profilering in werkgroepen en publicaties kan daar verder aan bijdragen. Andere secties kunnen er baat bij hebben. II.3. Concrete Activiteiten De sectie algemene chemie zal in het nieuwe meerjarenplan de volgende activiteiten ontplooien: 1. De SKML sectie AC beoogt om de commuteerbaarheid van de SKML juistheidverificatiematerialen opnieuw te evalueren volgens de in 2010 verschenen CLSI C53-A richtlijn. 2. De sectie AC evalueert de verkregen rondzenddata na introductie Combi Nieuwe Stijl in 2005 t.o.v. de rondzenddata verkregen in 2010. Een review publicatie wordt gemaakt aangaande de resultaten bereikt met de CNS ( Dutch chemistry EQA: a 5 year experience with commutable trueness verifiers). Bedoeling is om de analytische performance van en over methodegroepen heen voor de routine serum chemie analieten te beoordelen zowel t.o.v. de state-of-the-art als t.o.v. de klinische behoeftes. Deze output wordt tevens gebruikt voor het invullen van het programma van de sectie algemene chemie gedurende het SKML symposium in juni 2011. Noot: in deze publicatie wordt gesteld dat evaluatie van de commuteerbaarheid van de juistheidverificatiematerialen volgens 1/ nog volgt. 3. Een toenemend aantal POCT-apparaten wordt thans aangeboden om decentraal op (poli)klinische afdelingen of in de thuissituatie van de patiënt laboratoriumbepalingen uit te voeren (bv. creatinine in totaal bloed meting bij dialyse patiënten; natrium in urine meting bij CVD-patiënten op dieet, enz ). De SKML sectie AC wenst een rol op zich te nemen t.b.v. het borgen van de totale kwaliteit van dergelijke bepalingen. Dit zou kunnen door het ontwikkelen van bijv. certificeringsmaterialen en/of - protocollen, en indien haalbaar een passend EQA-POCT- programma voor juistheidverificatie van klinisch chemische en hematologische bepalingen. Zowel clinici als patiëntverenigingen worden gaandeweg bij het project betrokken. 4. Er wordt een matrixinterferentie studie opgezet om de robuustheid van de vigerende homogene HDLc en LDLc meetmethoden nader te onderzoeken t.o.v.de bestaande apoa1 en B bepalingsmethoden. Rationale hierachter vormen de significante interferenties die kunnen optreden vooral in patiënten met metabool syndroom, diabetes en dyslipidemie, met onjuiste HDLc en LDLc meetresultaten en misclassificatie als gevolg. Commuteerbaarheid en effect van invriezen van het testmateriaal dienen voorafgaand getoetst te worden en zijn van cruciaal belang om de data te kunnen extrapoleren naar de veldsituatie in de klinisch chemische en hematologische laboratoria. 4

De klinische impact van deze frequent voorkomende interferenties in de genoemde doelgroepen wordt onderzocht; tevens worden aanbevelingen geformuleerd t.a.v. wenselijke performance en parameters. 5. Voor c-troponine I/T wordt onderzocht wat de invloed van het gebruik van hoogsensitieve troponine bepalingen en/of de universele definitie van AMI is op classificatie voor ACS/ AMI en op risicoclassificatie voor prognose. Daarnaast kan nagedacht worden over aangepaste sampling protocollen, rekening houdende met de gewijzigde klinische performance (vroege klinische sensitiviteit) en belopen in de bloedbaan van de hooggevoelige ctn assays 6. Neonatale bilirubine: het effect van standaardisatie en juistheidverificatie op wisseltransfusie en fototherapie wordt nader geëvalueerd i.s.m. pediaters uit UMCG. 7. Er wordt een specifiek EQA-programma ontworpen voor emerging biomarkers (bijv. cystatine C, hs cytokines, procalcitonine, NGAL ) teneinde in een vroeg stadium ankermaterialen en een EQA-infrastructuur aan te kunnen bieden aan laboratoriumspecialisten voor het tijdig opsporen van significante lot-tot-lot variaties en/of voor het detecteren van (vaak niet aangekondigde) methodewijzigingen gedurende de verdere testontwikkeling van de nieuwe biomarkers. Voor vergelijkbaarheid van data in publicaties en in langlopende (epidemiologische) studies is een dergelijk programma van groot belang. 8. Er wordt gewerkt aan een model voor risicoanalyse wat de impact onderzoekt van onjuiste meetresultaten. Als voorbeeld kan onderzocht worden wat de mate van misclassificatie voor CNI is door het gebruik van egfr gebaseerd op niet specifieke creatinine Jaffe methoden t.o.v. specifieke creatinine enzymatische methoden en iohexol. Dit zou o.a. kunnen a.h.v. Leidse longitudinale studies met de afdeling nefrologie. 9. Gaande de implementatie van internationale harmonisatieprojecten is het de bedoeling om als EQA-organisator een rondzending te ontwerpen die beoogt om het proces van harmonisatie van type 4 en type 5 analieten (inclusief nieuwe biomerkers) te bewaken en te evalueren. 10. Parallelle activiteiten die raakvlakken hebben met het werkterrein van de sectie algemene chemie en op basis van voortschrijdend inzicht worden ingebracht, worden evenzeer toegejuicht. Referenties 1. Kenny D, Fraser CG, Hyltoft Petersen P, Kallner A. Consensus Agreement: Conference on strategies to set global quality specifications in laboratory medicine. Scand J Clin Lab Invest. 1999; 59: 585. 2. Ken Sikaris, Analytical Quality-What should we be aiming for. Clin Biochem Rev. Vol 29. Suppl (i) August 2008 3. Fraser C. Biological Variation: from principles to practice. 2001. Updated version van Ricos C Alvarez V, Cava F, Garcia-Lario JV, Hernandez A, Jimenez CV, Minchinela J, Perich C, Simon M. "Current databases on: pros, cons and progress." Scand J Clin Lab Invest 1999; 59: 491-500. Te vinden op www. Westgard.com 5