Seksueel risico(vol) gedrag bij adolescenten in relatie tot het opleidingstype in het secundair onderwijs.



Vergelijkbare documenten
Wippen en wegen. Kim Broekmans-Madikrama. Seksualiteit binnen de muren van een psychiatrische jeugdkliniek. Inleiding

Seksuele vorming en seksuele ontwikkeling van kinderen. Marianne Cense (Rutgers WPF) & Jos Poelman (Soa Aids Nederland)

Educatief materiaal om te werken rond relaties en seksualiteit met de bijhorende VOET

Workshop Cultureel sensitief werken met het Vlaggensysteem

Is een klas een veilige omgeving?

Rijksuniversiteit Groningen

Tabel 1a. Ervaring met verschillende vormen van seksueel gedrag naar leeftijd leeftijd eerste 12 tot 15 (%) 18 tot 21 (%) 15 tot 18 (%)

Onderzoek Veilig of niet?

Inhoud van de presentatie

Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag

maak mij hier zorgen over. Actie op dit gebied moet De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, drs. Clémence Ross-van Dorp

Seksuele ontwikkeling bij jongeren: risicovol of plezierig?

Seksuele gezondheid bij adolescenten

Seksuele gezondheid Uitdagingen voor migranten organisaties

Persoonlijk Plan Aandachtspunten omgangsvormen, verzorging, lichaamsbeleving, weerbaarheid relaties en seksualiteit

Allemaal (een beetje) anders Jongeren, seksualiteit en culturele diversiteit

Casus Seksuele handelingen als zorgvraag: directe aanpassing beroepscode?

De normale seksuele ontwikkeling en zijn grenzen. Dr. Hanneke de Graaf

NEDERLANDSE SAMENVATTING. (Dutch Summary)

Onderzoek Wereldproblemen en Seks

Heeft u kennis genomen van het artikel 'GGD moet stoppen met seksvragen aan 13-jarigen' in het algemeen Dagblad van 18 februari 2014?

Nationaal Actieplan. Soa, hiv en seksuele gezondheid. Doelstellingen

Thema's per klas die aangeboden worden in de methode:

Relationele en seksuele vorming Dr. Telidja Klaï

Het vlaggensysteem. In gesprek over seksueel gedrag van kinderen en jongeren

Samenvatting (Summary in Dutch)

Aseksualiteit.

Seksuele vorming: gave (op-)gave

Programma workshop seksuele opvoeding: Daar praat je toch niet over met je kinderen?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

1 Aanbevolen artikel

Tips voor Ouders van niet-drinkende pubers

Doelen relationele vorming

Seksuele gezondheid in Nederland 2017

Seksueel grensoverschrijdend gedrag: wat is normaal?

GO Jeugd 2008 Seksualiteit

Seksuele opvoeding bij kinderen met seksueel misbruik ervaringen

3 Competenties en indicatoren...11

DE SEKSUELE LEVENSLOOP

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Master in de seksuologie

Openheid en privacy tijdens de puberteit van geadopteerden. drs. Gera ter Meulen en dr. Anneke Vinke

Mediaopvoeding. workshop Mediaopvoeding

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

Enquête intimiteit & seksualiteit Oktober 2017

Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen

Welkom. Pedagogische verwaarlozing anno Het Kind Eerst (juni 2013)

Handreiking Seksualiteit

Bijlage Lang Leve de Liefde

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 22 juni 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Seksualiteit bij jongeren met een (chronische) aandoening

Ouderbijeenkomst Week van de Lentekriebels

Jenny Houtepen, Jelle Sijtsema & Stefan Bogaerts. Universiteit van Tilburg, B-CCENTRE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

Inhoudstafel Inleiding en probleemstelling Hoofdstuk 1. Leerlingenbegeleiding: een exemplarisch thema in het jeugdbeleid

SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG SABINE HELLEMANS PROF. DR. ANN BUYSSE

PRODUCTENGIDS. Seksuele gezondheid

In de les praten over relaties en seksualiteit. Hoe maak je het makkelijk en leuk!

De rol van de sociale media in alcoholgebruik bij jongeren

Seksualiteit en seksuele ontwikkeling

Zie De Graaf e.a voor een uitgebreide onderzoeksverantwoording van het onderzoek Seks onder je 25ste.

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016

Inleiding - Aanleiding

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in

KIJK! SEKSUALITEIT. mijn leven. Leerjaar 2. Leskatern 3. Ont wikkeld voor. praktijkonderwijs Basis - Kader

FEITEN EN CIJFERS OVER DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN DE REGIO S LIMBURG-NOORD EN ZUID-LIMBURG

Universiteit Opleiding Cursus Beschrijving Link. Vaardigheidsonderwijs 2e jaar

Combinatiepreventie voor hiv

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Tabel 2: Overzicht programma in middelen, doelen en leerstijlen in fase 2

Studiekeuze: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief

1 Voorwoord. Beste ouders. Beste leerlingen

Inhoudsopgave. Seksualiteit, intimiteit en hulpverlening Mathieu Heemelaar 5e druk VOORWOORD INLEIDING 1 BELEVING VAN SEKSUALITEIT EN INTIMITEIT

Menukaart Gezonde School basisonderwijs: Relaties & Seksualiteit

Webinar: Jongeren met een beperking: ook seksueel beperkt? door Karen De Wilde - Sensoa

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

Seksuele ontwikkeling van kinderen stap voor stap. Fien Lannoye & Jef Scheirlinck

Profiel van informatiezoekers

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

Slotcongres. Vlaggensysteem RJ

PDF created with pdffactory Pro trial version

Community / Etnische websites

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Zelfsturend leren met een puberbrein

Ouderavond lijf & relaties

Resultaten onderzoek seksualiteit

Preventie van Psychosociale Risico s op de Werkvloer. Wet, Wat en Hoe? Bart Vriesacker Psychosociaal departement

Transcriptie:

FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID Seksueel risico(vol) gedrag bij adolescenten in relatie tot het opleidingstype in het secundair onderwijs. Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische wetenschappen door (00606997) De Goditiabois Birte Academiejaar 2009-2010 Promotor : Commissarissen : Prof. Dr. Gert Vermeulen Prof. Dr. Lieven Pauwels Lic. Alexandra De Moor

II

WOORD VOORAF Deze Masterproef: Seksueel risico(vol) gedrag in relatie tot het opleidingstype in het secundair onderwijs kwam tot stand in het kader van het behalen van het diploma Master in de Criminologische Wetenschappen. Het schrijven van een Masterproef is een opdracht die veel energie en tijd in beslag neemt. Het woord vooraf dient beknopt een aantal mensen te bedanken die bijgedragen hebben bij de realisatie van dit werk. Beknopt zullen mijn dankbetuigingen zijn, maar het aantal mensen die ik dien te loven is groter dan aanvankelijk gedacht In eerste instantie bied ik mijn oprechte dank aan Prof. Dr. Gert Vermeulen voor het aanreiken van dit thema, de richtlijnen en de begeleiding bij het tot stand komen van deze Masterproef. Ook richt ik een woord van dank tot de commissarissen, Dr. Lieven Pauwels en Lic. Alexandra De Moor, voor de belangstelling die ze tonen in dit onderwerp van deze Masterproef. Vervolgens dank ik ook Mevr. Kristen Janssens, Senior projectleider Huiselijk en Seksueel Geweld bij Movisie, centrum voor kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling in Nederland, voor haar snelle reactie op mijn e-mailbericht. Het was een nieuwe impuls voor de verdere uitdieping van dit werk. Daarnaast een bijzonder woordje van dank aan Angie, Talia, Tine, Lise, mijn mama en tal van andere vrienden, die tijdens moeilijke momenten hebben geluisterd, een steun en toeverlaat waren en ook actief hebben meegedacht bij de verdere uitdieping en het nalezen van dit werk. Hierbij aansluitend ben ik An, Maarten en Luc ontzettend dankbaar voor de hulp bij het verspreiden van mijn enquêtes en uiteraard ook de vele jongens en meisjes uit het secundair onderwijs die enthousiast mij lieten binnenkijken in hun persoonlijke leefwereld. Hierbij aansluitend gaat mijn oprechte dank uit naar Kim voor zijn gespecialiseerde kennis met betrekking tot de verwerking van mijn onderzoeksgegevens. Als laatste wil ik alle personen bedanken die gedurende mijn volledige opleiding hebben gezorgd voor een onwaarschijnlijk amusante en leerrijke periode te Gent. I can no other answer make, but, thanks, and thanks and ever thanks. ~ William Shakespeare ~ uit The plays and poems of William Shakspeare - p.71 III

TREFWOORDEN Adolescentie Seksueel risicovol gedrag Seksueel grensoverschrijdend gedrag Opleidingstypes Kwantitatief onderzoek IV

LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN ASO BSO e.d. etc. Ibid. i.s.m. KSO m.b.t. o.c. s.d. soa SPSS t.o.v. TSO z.j. Algemeen Secundair Onderwijs Beroeps Secundair Onderwijs En dergelijke Et cetera Ibidem In samenwerking met Kunst Secundair Onderwijs Met betrekking tot Aangehaald werk Sine dato Seksueel overdraagbare aandoening Superior Performing Software Systems Ten opzichte van Technisch Secundair Onderwijs Zonder jaar V

LIJST VAN FIGUREN EN TABELLEN Figuren Figuur 1. Health Belief Model Figuur 2. Theory of Planned Behavior Tabellen De tabellen zijn weergegeven in absolute cijfers en percentages. Tabel 1. Aantal partners Tabel 2. Verdeling volgens het geslacht van de respondenten Tabel 3. Verdeling volgens de leeftijd van de respondenten Tabel 4. Verdeling volgens het opleidingstype Tabel 5. Verdeling naargelang geslacht en opleidingstype Tabel 6. Ervaring met geslachtsgemeenschap Tabel 7. Aantal sekspartners. Tabel 8. Leeftijd seks Tabel 9. Eerste keer seks, hoelang contact met persoon Tabel 10. Eerste keer seks, relatie met persoon Tabel 11. Eerste keer seks, voorbehoedsmiddel/anticonceptiva Tabel 12. Laatste seksueel contact, hoelang contact met persoon Tabel 13. Laatste seksueel contact, relatie met persoon Tabel 14. Laatste seksueel contact, voorbehoedsmiddel Tabel 15. Ervaring met onenightstand Tabel 16. Met hoeveel partners een onenightstand Tabel 17. Ervaring met een persoon van minstens 5 jaar ouder Tabel 18. Gebruik van condoom Tabel 19. Gebruik van noodpil Tabel 20. Gebruik van zwangerschapstest Tabel 21. Ervaring met een zwangerschap Tabel 22. Seks onder invloed van alcohol of drugs Tabel 23. Seks gehad hebben zonder onder invloed te zijn? Tabel 24. Kennis over seksualiteit Tabel 25. Gemiddelden scores kennisvragen VI

Tabel 26. Stelling Onveilig vrijen is niet zo erg, want er is nog steeds de noodpil Tabel 27. Openstaan voor onenightstand Tabel 28. Seks met persoon die een soa heeft Tabel 29. Seks met persoon met aids Tabel 30. Vooraf gesproken over het gebruik van een condoom Tabel 31. Druk om geen condoom te gebruiken, terwijl men dit liever wou Tabel 32. Heb je in die situatie een condoom gebruikt? Tabel 33. Inlichten van partners bij vaststellen SOA of aids Tabel 34. Zijn condooms makkelijk verkrijgbaar? Tabel 35. Beschikbaarheid van condooms - Invloed op veilig vrijgedrag Tabel 36. Is een anticonceptie makkelijk verkrijgbaar? Tabel 37. Beschikbaarheid van anticonceptie- Invloed op veilig vrijgedrag Tabel 38. Situatie condooms gewenst, maar niet beschikbaar Tabel 39. Heb je toen seks gehad met deze persoon? Tabel 40. Informatiebronnen m.b.t. seksualiteit en risico s Tabel 41. Iets seksueel gedaan om erbij te horen? Tabel 42. Iets seksueel gedaan voor de webcamera? Tabel 43. Iets seksueel gedaan in ruil voor iets? GRAFIEKEN De grafieken zijn weergegeven in percentages. Grafiek 1. Redenen om geen condoom te gebruiken. Grafiek 2. Redenen om de noodpil te gebruiken. Grafiek 3. Redenen om een zwangerschapstest te gebruiken. Grafiek 4. Condoom gebruiken bij een onenightstand? Grafiek 5 Redenen voor geen communicatie over gebruik van een condoom VII

Inhoud WOORD VOORAF... III TREFWOORDEN... IV LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN... V LIJST VAN FIGUREN EN TABELLEN... VI GRAFIEKEN... VII INLEIDING...1 Deel 1: Literatuuronderzoek Hoofdstuk 1: Adolescentie en seksualiteit onder de loep 1. Inleiding...5 1.1. Adolescentie, een intense levensfase....5 a. Adolescentie puberteit Een verschil in definiëring....5 b. Het begin en eindpunt van de adolescentie...6 c. Adolescentie als acceleratieverschijnsel...7 d. Adolescentie, een moeilijke (leef)tijd?...7 1.2. De seksuele leefwereld van de adolescent...9 a. De seksuele moraal...9 b. De seksuele carrière en de eerste keer...9 c. Relaties en het aantal partners...10 Hoofdstuk 2: Seksueel Risico(vol) Gedrag 2.1. Inleiding... 13 2.2. Het begrip Seksueel risico(vol) gedrag... 15 2.2.1. Definiëring van het begrip...15 2.2.2. Gedrag beoordelen volgens de indeling van Ryan en Lane...17 2.2.3. De maatschappelijke invloed op gedrag en de veranderde ideologie...18 2.3. Wanneer seksueel risicovol gedrag grensoverschrijdend wordt... 19 2.3.1. Terminologie en definiëring van seksueel grensoverschrijdend gedrag...19 2.3.2. Criteria van seksueel grensoverschrijdend gedrag...20 2.4.2.1. Wederzijdse toestemming...21 2.4.2.2. Vrijwilligheid...21 2.4.2.3. Gelijkwaardigheid...22 2.4.2.4. Aanvullende criteria, geformuleerd door Frans E....22 VIII

2.3.3. Het vlaggensysteem voor seksueel grensoverschrijdend gedrag...23 2.4. Wettelijk kader inzake seksualiteit... 24 2.5. Theoretisch kader: enkele verklaringsmodellen... 25 2.6. Seksueel risicomanagement... 29 2.7. De determinanten van seksueel risicomanagement.... 30 2.7.1. Persoonsgebonden factoren...31 2.7.1.1. Kennis over seksualiteitsbeleving en risico s...32 2.7.1.2. Attitude ten opzichte van seksualiteitsbeleving en risico s...33 2.7.1.3. Communicatieve vaardigheden bij seksualiteitsbeleving en het vermijden van risico s...33 2.7.2. Omgevingsgebonden factoren...35 2.7.2.1. Beschikbaarheid voorbehoedsmiddelen en anticonceptiva...35 2.7.2.2. Invloed op de seksualiteitsbeleving en risico s...36 2.8. Consequenties van seksueel risicovol gedrag....40 2.9. Besluit... 41 Deel 2: Onderzoek Hoofdstuk 3: Explorerend Onderzoek 3.1. Inleiding... 44 3.2. Opzet en uitvoering van het onderzoek... 44 3.2.1. Onderzoeksvragen...44 3.2.2. Onderzoeksmethode...46 3.2.3. Selectie van de analyse-eenheden...49 3.2.4. Verwerking van de onderzoeksgegevens...50 3.2.5. Methodologische beperkingen...51 3.2.6. Onderzoeksresultaten Seksueel Risico(vol) gedrag bij adolescenten in relatie tot het opleidingstype in het secundair onderwijs....52 3.2.7. Synthese van de bevindingen...85 3.2.8. Besluit onderzoek...91 ALGEMEEN BESLUIT... 96 BIJLAGEN... 99 IX

INLEIDING Iedereen heeft ze wel gelezen, krantenknipsels met koppen als De eerste keer vrijt helft van meisjes onveilig 1 en Praten over anticonceptie is voor jongeren niet cool 2. Deze krantenknipsels sturen verontrustende berichten over het seksueel gedrag van adolescenten de wereld in. Adolescentie is een intensieve levensfase waarin de seksuele ontwikkeling een hoogtepunt kent. Het woord adolescentie betekent letterlijk: de groei naar volwassenheid. Tijdens die zoektocht naar de volwassenwording gaan jongeren experimenteren op diverse vlakken, waaronder op seksueel vlak. Er worden (on)bewust seksuele grenzen verkend. Deze aftasting van de grenzen kan risicogedrag met zich meebrengen en dat gedrag kan ernstige consequenties teweegbrengen. Maar niet elk seksueel gedrag dient geproblematiseerd te worden, aangezien de seksualiteitsbeleving van jongeren vaak probleemloos en zonder risico s verloopt. Toch is het duidelijk dat er een beperkte groep jongeren tijdens hun seksualiteitsbeleving heel wat risico s nemen Nieuwe globale maatschappelijke trends en de informatisering beïnvloeden de leefwereld van de adolescent. Men kan spreken van continue verandering en vernieuwing. De adolescent leeft in een dynamische wereld op vlak van seksualiteit. De mogelijkheden van de jongeren breiden zich uit. Het internet opende de laatste tien jaar steeds nieuwe deuren, dat ook voor jongeren tijdens de verkenning van hun seksualiteit nieuwe mogelijke risico s met zich kan brengen. Seksueel risicovol gedrag bij adolescenten is geen op zichzelf staand objectief fenomeen, maar vertrekt vanuit een bepaalde betekenisgeving. Dit hangt af van betekenissen die mensen geven aan een bepaalde situatie, die zij al dan niet als risicovol beschouwen. Men kan dus spreken van een sociale constructie. Deze is afhankelijk van de heersende waarden en normen over wat als normaal of abnormaal gedrag gedefinieerd wordt in onze hedendaagse maatschappij. 3 Deze waarden en normen en het onderscheid tussen normaliteit en abnormaliteit wordt ten eerste bepaald door het juridisch kader, namelijk de wet. De wetgeving biedt onze maatschappij een eerste aanknopingspunt in de bepaling welk gedrag risico s inhoudt en wanneer de jongere een bepaalde grens overschrijdt. Een tweede 1 COECKELBERGH, T., De eerste keer vrijt helft van meisjes onveilig, De Standaard, 23 mei 2007 2 X, Praten over anticonceptie is voor jongeren niet cool, Het Laatste Nieuws, 16 oktober 2009 3 BEYENS, K., GOETHALS, J, PONSAERS, P., VERVAEKE, G., Criminologie in actie, Brussel, Uitg. Politeia, 2002, p.50-52 1

aanknopingspunt zou een degelijke actuele en eenduidige definiëring zijn van wat het begrip seksueel risico(vol) gedrag juist inhoudt. Uit literatuuronderzoek werd duidelijk dat dit momenteel onbestaande is en dat er onmogelijk kan gesproken worden van een duidelijke afbakening van het begrip. Een uitgebreid literatuuronderzoek construeert de fundamenten van deze Masterproef. Daarnaast tracht ik via een explorerend onderzoek te achterhalen of onze hedendaagse jongeren seksueel risicovol gedrag stellen en of er een markant verschil tussen de opleidingstypes in het secundair onderwijs kan aanschouwd worden. Er wordt al te snel gesteld dat jongeren uit het Beroeps Secundair Onderwijs het hoogste risico vertonen op het stellen van dit gedrag en er wordt aangenomen dat leerlingen in het Algemeen Secundair Onderwijs dit gedrag minder vaak stellen. Maar is dit wel zo? Of kunnen we spreken van een vooroordeel? En zoals de Amerikaanse schrijver Thoreau verwoordt: It s never too late to give up your prejudices. No way of thinking or doing, however ancient, can be trusted without proof. 4 Deze studie wil een bijdrage leveren aan het onderzoeksdomein door te achterhalen hoe het gesteld is met het seksueel gedrag van adolescenten. Nemen zij risico s tijdens hun seksueel contact of tijdens hun seksuele uitingen? Maar voornamelijk, is er sprake van een onderscheid tussen verschillende opleidingstypes in het secundair onderwijs? Via het raadplegen van literaire bronnen en verklaringsmodellen van seksueel gedrag kwamen ook een aantal beïnvloedingsfactoren van het seksueel (risicovol) gedrag op de voorgrond. Hoe is het gesteld met deze beïnvloedingsfactoren? En daarbij aansluitend, is er ook bij deze factoren een verschil merkbaar naargelang het opleidingstype? Het onderzoeksthema van deze Masterproef wordt behandeld vanuit een criminologische context. Criminologie kan omschreven worden in een legistische definitie, namelijk de wetenschap van alle gedrag dat valt onder één van de delictsomschrijvingen in het Wetboek van Strafrecht en niet-commune strafwetten. Deze Masterproef vertrekt vanuit een bredere definiëring zoals vaak in de praktische toepassing van de criminologie. Hierbij sluit ik mij aan bij de definitie van Bijleveld. Zij definieert criminologie als een wetenschap van niet alleen gedrag dat strikt genomen onder de wettelijke grens van strafbaarstelling valt, maar ook het gedrag dat daar tegenaan leunt, dat als voorloper kan worden gezien, of dat gedrag dat materieel gezien crimineel gedrag benadert. 5 4 THOREAU, H.D.,Walden. Volume 1, Houghton, Mifflin, 1854, p.16 5 BIJLEVELD, C.C.J.H., Methoden en technieken van onderzoek in de criminologie, Den Haag, Boom Juridische Uitgevers, 2006,, p.3 2

Seksueel risico(vol) gedrag valt niet altijd onder één van de delictbeschrijvingen, maar het stellen van dit gedrag kan onmiddellijke consequenties hebben en schade toebrengen aan de jongere zelf of iemand anders. Ook blijkt uit literatuuronderzoek dat seksueel risico(vol) gedrag kan gezien worden als voorloper van hetgeen crimineel gedrag benadert of kan aansporen. Onderzoek toont aan dat seksueel risico(vol) gedrag kan opgemerkt worden door criminele profielen en hierdoor lopen seksueel risicovolle jongeren een hoger risico om in contact te komen met zedendelinquentie en pedofiele daders. 6 Dit verklaart waarom het uiterst belangrijk is dit gedrag aan wetenschappelijk onderzoek te onderwerpen. Grondig inzicht in de verschillende dimensies van seksueel risicovol gedrag en de beïnvloedingsfactoren van dit gedrag, kunnen ervoor zorgen dat de jongere beter beschermd wordt tegen nefaste gevolgen. Deze Masterproef wordt opgedeeld in twee delen. In het eerste deel laat ik u kennismaken met hetgeen reeds in de literatuur voorhanden is over adolescentie, de seksualiteitsbeleving van jongeren en het mogelijke seksueel risicovol gedrag dat door jongeren wordt gesteld Dit eerste deel wordt verder onderverdeeld in twee hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk bespreek ik de intense levensfase, namelijk de adolescentie en de seksuele leefwereld van de adolescent. Concreet ga ik in op wat typisch is aan de adolescentie en of is dit echt wel zo een moeilijke periode voor de adolescent, als vaak wordt weergegeven? Daarnaast wordt ook de seksuele leefwereld van de adolescent onder de loep genomen. Onderzoeksgegevens met betrekking tot o.a. de seksuele carrière, de eerste keer, de relaties en het aantal partners bij jongeren wordt bondig besproken. In hoofdstuk twee wordt er ingegaan op de term seksueel risico(vol) gedrag. Nadien zal er ook bondig ingegaan worden op het seksueel grensoverschrijdend gedrag, aangezien dit gedrag ook risico s inhoudt. Nadien zal er kort ingegaan worden op het juridisch kader inzake seksualiteit en de theoretische verklaringsmodellen met betrekking tot seksueel risico(vol) gedrag. Als laatste zullen de beïnvloedingsdeterminanten van dit gedrag besproken worden. Het tweede deel vormt het praktische onderdeel van dit werk en is integraal gewijd aan het exploratieve onderzoek van deze Masterproef. Dit onderzoek hanteert een kwantitatieve onderzoeksmethode, bestaande uit een schriftelijke enquête, die werd afgenomen bij Vlaamse 6 JACOBS, K. Over internetseks. Meegesleept door liefde en het virale spelgedrag, in Lief en Leed 4, Seks en relaties anders bekeken, CAERS, B., Antwerpen, 2009, p.145-150 3

jongeren die zich in het 4 de, 5 de en 6 de jaar binnen drie opleidingstypes van een secundaire school bevinden. In het derde hoofdstuk wordt het opzet en het verloop van het onderzoek aangegeven. Beginnend bij de verduidelijking van de onderzoeksvragen en de keuze van de onderzoeksmethode. Vervolgens wordt de selectie van de analyse-eenheden toegelicht en de wijze van verwerking omschreven. Afsluitend bij het opzet van dit onderzoek worden de methodologische beperkingen van dit onderzoek besproken. Daaropvolgend bespreek ik de onderzoeksresultaten die via het statisch programma SPSS werden verwerkt. De resultaten van deze analyse worden gepresenteerd in overzichtelijke tabellen. Hierbij aansluitend zullen de belangrijkste onderzoeksconclusies weergegeven worden in de bondig besluit. Als laatste onderdeel zal ik een vergelijking maken tussen de onderzoeksconclusies en de bevindingen uit de literatuurstudie. Op die manier tracht ik op een consistente manier de onderzoeksvragen te beantwoorden en te besluiten of er als dusdanig een verschil is in seksueel risicovol gedrag tussen de verschillende opleidingstypes in het secundair onderwijs. De synthese van deze bevindingen zullen weergegeven worden in het algemeen besluit. 4

DEEL 1: LITERATUURSTUDIE HOOFDSTUK 1: Adolescentie en seksualiteit onder de loep Adolescents are like butterflies. They go through a transition period that is full of potential, yet fragile. They need nurturing and care, and a safe and supportive environment to grow and develop. Like the colours of the butterfly s wings, adolescents too are colourful they have boundless energy, ideas, enthusiasm, ambition and potential. They are important assets and resources; they are our future. (Shigeru Omi, MD. Ph.D.,Regional Director WHO Western Pacific Region) 7 1. Inleiding 1.1. Adolescentie, een intense levensfase. De tienerjaren zijn doorgaans een prettige maar ook gelijktijdig een angstige tijd, aangezien de tiener zijn zoektocht begint naar een zelfbeeld en identiteit, het lichaam van de tiener enkele grote veranderingen doormaakt. Met het begrip tienerjaren wordt vaak verwezen naar de adolescentie. Maar wat houdt adolescentie nu juist in? 8 a. Adolescentie puberteit Een verschil in definiëring. Puberteit en adolescentie zijn twee begrippen die vaak door elkaar gehaspeld worden, omdat beide termen verwijzen naar dezelfde leeftijdscategorie. 9 Terwijl de puberteit vooral de biologische en seksuele ontwikkeling inhoudt, omvat het begrip adolescentie de hele jeugd. 10 7 WORLD HEALTH ORGANIZATION (2003) Value Adolescent, invest in the future: educational package facilitator's manual [WWW]. WORLD HEALTH ORGANIZATION: http://www.wpro.who.int/nr/rdonlyres/72721957-e2f6-4b94-8cc6-e6df782a4653/0/adh_manual.pdf [10.09.2009] 8 BEKAERT, S., Adolescents and sex, The handbook for professionals working with young people, Oxford, Radcliffe Publishing, 2005, p.3 9 ADRIAENSSENS, P., Van hieraf mag je gaan Over het opvoeden van tieners, Tielt, Lannoo Uitgeverij, 2000, p.9 10 MÖNKS, RR.F.J., KNOERS, A.M.P., Ontwikkelingspsychologie, inleiding tot de verschillende deelgebieden, Assen, Koninklijke Van Gorcum, 2003, p.222 5

De puberteit is de courante term voor de levensfase waarin kinderen geslachtsrijp worden. Het begrip slaat enkel op de lichamelijke veranderingen die nodig zijn voor de seksuele volwassenwording. 11 De puberteit wordt dus gezien als de geslachtrijping. 12 De puberteit vindt meestal plaats bij de jongere tussen de leeftijd van 9 tot 16jaar. 13 Bij meisjes start de puberteit gemiddeld tussen de 11 en 15 jaar, terwijl dit bij jongens later zal optreden, namelijk tussen de 12 en 16 jaar. 14 Adolescentie daarentegen verwijst naar het bereiken van psychologische maturiteit en sociale autonomie. 15 Wat in de adolescentie plaatsvindt, zal enerzijds invloed ondervinden van hetgeen in de kinderjaren is gebeurd en anderzijds wat voorgeschreven wordt in de volwassenheid. 16 Erikson presenteert de adolescentie als een psychosociaal moratorium. De omgeving biedt de adolescent uitstel om zich als volwassen te gedragen. 17 Men krijgt meer vrijheden, maar ondanks die vrijheden blijft men afhankelijk van die omgeving. In dit psychosociaal moratorium wordt hen de kans gegeven om grenzen af te tasten. Er is tijd en gelegenheid om verliefd te worden, na te denken over de eigen plaats in de relatie tot ouders en vrienden, kortom om zich in allerlei situaties en relaties te begeven. 18 En dit zonder dat dit onmiddellijk aanzien wordt als voor echt. 19 Volgens Erikson is het noodzakelijk dat de omgeving jongeren de ruimte en een kader biedt om hun proces van identiteitsvorming met succes te kunnen doorlopen. 20 b. Het begin en eindpunt van de adolescentie Het is onmogelijk om het begrip adolescentie exact te gaan begrenzen in de tijd, aangezien het vaak sterk fluctueert van individu tot individu. Kortom, het kan niet benoemd worden met een vrij duidelijke begin en eindleeftijd. 21 The World Health Organization definieert adolescentie als de periode tussen de leeftijd van 10 jaar tot 20 jaar. 11 LAURENT, A., Vrij vriendelijk, relationele vorming in het secundair onderwijs, Antwerpen, Garant, 2002, p.21 12 MÖNKS, RR.F.J., KNOERS, A.M.P., o.c., p.222 13 BEKAERT, S., Adolescents and sex. The handbook for professionals working with young people, Oxford, Radcliffe Publishing, 2005, p.4 14 MÖNKS, RR.F.J., KNOERS, A.M.P., o.c., p.222 15 ADRIAENSSENS, P., o.c.,, p.9 16 DE WIT, J., VAN DER VEER, G., Psychologie van de adolescentie, Nijkerk, Uitgeverij Intro, 1984, p.16 17 LAURENT, A., o.c., p.23 18 KOHNSTAMM, R., Kleine ontwikkelingspsychologie III, de adolescentie, Houten, Bohn Staflou Van Lohgum, 1997, p.59 19 PORTAEL, V., ANDRIES, C., PONJAERT-KRISTOFFERSEN, I., De kinderschoenen ontgroeid, Antwerpen, Garant, 2001, p.233 20 VERSCHELDEN, G., Opvattingen over welzijn en begeleiding, een sociaal-(ped)agogische analyse van leerlingenbegeleiding als exemplarisch thema in het jeugdbeleid, Gent, Academia Press, 2002, p.18 21 ADRIAENSSENS, P., o.c., p.9 6

Deze ontwikkelingsfase verwijst naar de gehele periode tussen de kindertijd en de jonge volwassenheid. Met de natuur als beginpunt verwijst men naar de puberteit met zijn bepaalde fysiologische karakteristieken. Bijvoorbeeld bij meisjes de eerste menstruatie, bij jongens de eerste zaadlozing. Het eindpunt van de adolescentie is moeilijker te bepalen. Hiervoor hanteert men als criterium de integratie van de adolescent in de volwassen maatschappij. Het is noodzakelijk om op te merken dat de criteria van deze maatschappelijke integratie moeilijk te bepalen zijn en dat het tijdstip van deze integratie individueel verschillend is. 22 c. Adolescentie als acceleratieverschijnsel Dit acceleratieverschijnsel verwijst naar een versnelde ontwikkeling van de hedendaagse adolescent in vergelijking met tieners van enkele generaties terug. 23 De adolescentie in onze hedendaagse maatschappij beslaat een veel langere periode dan in het begin van de twintigste eeuw. Hierop zijn twee factoren van toepassing. Als eerste is er sprake is van een steeds vroeger optredende puberteit. Een voorbeeld hiervan is het optreden van de menstruatie bij meisjes. Vandaag schommelt dit gemiddeld rond het 12 de levensjaar. Door een verbetering van de voeding en de optimalisatie van de gezondheidszorg is de hedendaagse adolescent eerder geslachtrijp. Een tweede belangrijke factor uit zich in een steeds langer durende adolescentieperiode. 24 De stijging van de welvaart geeft aan de jongeren meer tijd om volwassen te worden, bijvoorbeeld door eerst een opleiding te volgen alvorens te gaan werken. 25 Hieruit blijkt dat de adolescentie niet los kan gezien worden van een historische en culturele achtergrond. 26 d. Adolescentie, een moeilijke (leef)tijd? De adolescentie is een periode van overgang, waarin zich veranderingen manifesteren op verscheidene domeinen en dit over een korte tijdsspanne. De lichamelijke veranderingen tijdens de puberteit brengen een hoop psychische reacties mee. Voor de adolescent betekent dit nieuwe uitdagingen, wat soms kan leiden tot een verhoogde kwetsbaarheid en druk. 27 22 VERHOFDSTADT-DENÈVE, L., Adolescentenpsychologie, Antwerpen, Garant, 2005, p.10-11 23 STRUYVEN, K., SIERENS, E., DOCHY, F., JANSSENS, S., Groot worden: de ontwikkeling van baby tot adolescent : handboek voor (toekomstige) leerkrachten en opvoeders, Leuven, Lannoo Campus Uitgeverij, 2003, p.195 24 VERHULST, F.C., De ontwikkeling van het kind, Assen, Van Gorcum, 2005, p.137 25 LAURENT, A., o.c. p.22 26 VERHULST, F.C., o.c., p.137 27 STRUYVEN, K., SIERENS, E., DOCHY, F., JANSSENS, S., o.c., p.195 7

Tijdens de adolescentie is de kans op onenigheden en aanvaringen met de ouders het grootst,. Het is ook het niet uitgesloten dat er tijdens deze periode sprake is van extreme spanningen en een eventuele aantrekkingskracht tot het stellen van risicovol gedrag. 28 De terrible teens boezemen daarom bij vele ouders van jonge kinderen angst in. Het tot dan toe gehoorzaam kind begint te rebelleren tegen alle vormen van gezag. De adolescent begint te experimenteren met seks, alcohol, drugs en dit vaak onder druk van leeftijdsgenoten. 29 Stanley Hall (1904) omschreef dit als eerste met het concept Sturm und Drang of Storm and Stress. 30 Hiermee wou hij aanduiden dat de adolescent het risico loopt om in een reeks van hoogoplopende crisissen terecht te komen, waar ook de ouders machteloos tegenover staan. Maar voor vele jonge mensen verloopt de adolescentie helemaal niet zo conflictueus en ook de klassieke generatieconflicten, waarbij ouders en adolescenten regelrecht tegenover elkaar staan, blijken achteraf gezien niet zo problematisch te zijn. 31 Dat adolescentie een moeilijke tijd zou zijn, dient dus toch met een korrel zout genomen te worden. 32 Adolescenten ervaren uiteraard periodes van eenzaamheid en conflicten met familie en leerkrachten, maar voor de meeste adolescenten is dit geen periode van voortdurende moeilijkheden en obstakels. 33 Het concept Sturm and Drang mag dus niet veralgemeend worden. Men kan zich ook afvragen wat de invloed is van stereotype ideeën op de ontwikkeling van de adolescent. Het is niet onrealistisch te denken dat deze dergelijke stereotypen over de adolescentie ook feitelijk het gedrag van adolescenten kunnen beïnvloeden. James Anthony (1969) beschreef dit als een spiegel die door de samenleving aan de jongeren wordt voorgehouden en waarnaar ze hun gedrag gaan richten. Dit kan gemakkelijk leiden tot een vicieuze cirkelbeweging waarbij de ouder ervan overtuigd is dat de stereotypen waar zijn omdat de adolescent zich in overeenstemming met de verwachtingen gedraagt. De adolescent denkt dan dat hij eenvoudigweg doet wat iedereen van hem verwacht en de samenleving erkent een zware adolescentenproblematiek. 34 28 ZIMBARDO, P.G., WEBER, A.L., JOHNSON, R.L., BIRNIE, S., Psychologie: een inleiding, Amsterdam, Pearson Education, 2005, p.146 29 VERHULST, F.C., o.c., p.137 30 MUFSON, L., MOREAU, D., WEISSMAN, M.M., DORTA, K.P., Interpersonal Psychotherapy for Depressed Adolescents, New York, Guilford Press, 2004, p.3-4 31 PEETERS, J., Moeilijke adolescenten, Antwerpen, Garant, 1995, p.189 32 COMITÉ VOOR BIJZONDERE JEUGDZORG BRUGGE (red.), Probleemgedrag op school, Antwerpen, Garant, 2000, p.28-29 33 MUFSON, L., MOREAU, D., WEISSMAN, M.M., DORTA, K.P., Interpersonal Psychotherapy for Depressed Adolescents, New York, Guilford Press, 2004, p.3-4 34 DE WIT, J., VAN DER VEER, G., Psychologie van de adolescentie, Nijkerk, Uitgeverij Intro, 1984, p.16. 8

1.2. De seksuele leefwereld van de adolescent a. De seksuele moraal Uit onderzoek naar de seksuele moraliteit blijkt dat de seksuele moraal van generatie tot generatie fluctueert. Onze hedendaagse jongeren beschikken over andere opvattingen met betrekking tot seksualiteit dan hun ouders. De opvattingen van deze ouders verschillen op hun beurt ook van die van de grootouders. 35 Ondanks de grotere openheid met betrekking tot seksualiteit is een onbezorgd seksueel leven vandaag voor de jongeren onbestaande. Binnen de seksuele en relationele vorming worden de jongeren geconfronteerd met de risico s en consequenties van onveilig seksueel gedrag. Dit heeft als gevolg dat er een dualiteit ontstaat tussen het maatschappelijke waarden -en normenpatroon van alles kan en mag enerzijds en risico s van seksueel contact anderzijds. 36 b. De seksuele carrière en de eerste keer De eerste geslachtsgemeenschap van een jongere wordt niet aanzien als het startpunt van de seksuele carrière. Een seksuele carrière bestaat uit een opeenvolging van verschillende stappen met een verschillend tijdskader. Deze kunnen plaatsvinden in een verschillende volgorde. 37 Adolescenten doorlopen hun seksualiteit stapsgewijs. Geleidelijk aan gaan ze experimenteren en bouwen ze seksuele ervaring op. Het start met zoenen, strelen en wordt uiteindelijk gevolgd door geslachtsgemeenschap. 38 Deze seksuele carrière start gemiddeld rond de leeftijd van 12 jaar en heeft een verloop van 3 tot 4 jaar. Jongens beginnen vroeger aan dit traject dan meisjes, maar meisjes doorlopen het sneller. De seksuele carrière verloopt niet bij alle jongeren op dezelfde manier. Sommigen stellen hun geslachtgemeenschap lang uit en bij anderen verloopt hun seksuele carrière zeer snel. 39 Het onderzoek van Maes en Vereecken in 2000 toont aan dat de gemiddelde leeftijd 40 35 FRANS, E. (s.d.) Concepttekst goede minnaars [WWW]. SENSOA vzw: http://www.sensoa.be/downloadfiles_shop/concept_goede_minnaars.pdf [02.10.2002] 36 PORTAEL, V., ANDRIES, C., PONJAERT-KRISTOFFERSEN, I., De kinderschoenen ontgroeid, Antwerpen, Garant, 2001, p.233 37 DE GRAAF, H., MEIJER, S., POELMAN, J., VANWESENBEECK, I., Seks onder je 25 e, Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2005, Delft, Eburon, 2005, p.36 38 HEEMELEER, M., Seksualiteit, intimiteit en hulpverlening: informatie en communicatietraining voor sociaal-agogisch hulpverleners en verpleegkundigen, Houten, Bohn Stafleu Van Loghum, 2008, p.133 39 DE GRAAF H., MEIJER S., POELMAN J., VANWESENBEECK I., Seks onder je 25 e, Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2005, Delft, Eburon, 2005, p.36 40 Dit gemiddelde werd berekend op de seksueel actieve jongeren, met andere woorden, het is een gemiddelde van de eerste keer van alle jongeren die al ervaring hadden met geslachtsgemeenschap. 9

waarop adolescenten voor het eerst geslachtsgemeenschap hebben 15,5 jaar is. Jongens en meisjes verschillen niet in de gemiddelde leeftijd waarop ze het eerst geslachtsgemeenschap hebben. Wanneer er gekeken wordt naar diegene die onder het gemiddelde zitten, kan besloten worden dat dit voornamelijk jongens zijn. Onderzoek naar de seksuele carrière toont een duidelijke vervroeging aan. Adolescenten beginnen niet alleen met het stellen van geslachtsgemeenschap, maar ook gaan ze sneller over tot seksueel gedrag. De duidelijke vervroeging van hun seksueel gedrag is waarschijnlijk enerzijds te verklaren door een gegroeide maatschappelijke tolerantie ten opzichte van seksualiteit en anderzijds door een vervroegde lichamelijke rijpheid. 41 c. Relaties en het aantal partners Hedendaagse onderzoeken tonen aan dat de seksualiteitsbeleving van jongeren zelden door hen aanzien wordt als een avontuur. Vaak vindt seksuele intimiteit plaats binnen een relatie. In de literatuur verwijst men hiernaar met de term sequentiële monogamie 42 of seriële monogamie. Deze begrippen verwijzen naar het onderhouden van verschillende partners na elkaar. Wanneer de ene relatie beëindigd is, begint men pas aan de volgende. Met andere woorden gaat het hier over het aangaan van opeenvolgende exclusieve relaties. 43 De adolescentenperiode wordt dus minder gekenmerkt door vluchtige seksuele contacten. Relaties worden aangegaan met de verwachting dat de partner de ware is en de relatie zal blijven duren. In praktijk is het vooral zo dat de relatie afspringt en men een paar keer van partner verandert in zijn of haar leven. 44 De resultaten van het onderzoek van Maes en Vereecken tonen aan dat het aantal partners waarmee jongeren seksueel contact hebben beperkt blijft. Maar er is wel een groot verschil tussen jongens en meisjes (zie onderstaande tabel). Bij de meisjes heeft een meerderheid seksueel contact gehad met hoogstens één partner. Daarnaast zegt een zeer kleine minderheid van de ondervraagde meisjes seks te hebben ervaren met minstens vijf partners. Bij de jongens echter heeft één op drie jongens seks gehad met één partner. En ook iets meer dan één op vijf zegt vijf of meer verschillende partners te hebben gehad. 41 BRUGMAN E., GOEDHART H., VOGELS T., VAN ZESSEN G., Jeugd en seks 95, Resultaten van het nationale scholierenonderzoek, Utrecht, Uitgeverij SWP, 1995, p.27 42 DUMEZ, C., KESTERS, M., VAN HAM, P., Relatie(v)aardig: over kinderen en jongeren, relaties, seksualiteit en misbruik, preventie en hulpverlening, Leuven, Garant, 1998, p.29-30 43 DE BRUIN, J., De spanning van seksualiteit: plezier en gevaar in jongerenbladen, Amsterdam, Het Spinhuis, 1999, p.174 44 DUMEZ, C., KESTERS, M., VAN HAM, P., Relatie(v)aardig: over kinderen en jongeren, relaties, seksualiteit en misbruik, preventie en hulpverlening, Leuven, Garant, 1998, p.30 10

Tabel 1. Aantal partners 45 Meisjes Jongens Hoogstens 1 partner Minstens 5 partners Hoogstens 1 partner Minstens 5 partners 58% 5% 37% 22% BESLUIT Om inzicht te verkrijgen in het gedrag van de adolescenten, is het noodzakelijk om eerst vast te stellen wat adolescentie juist inhoudt. Vaak worden de termen puberteit en adolescentie door elkaar gehaspeld, aangezien ze verwijzen naar dezelfde leeftijdcategorie. 46 Doch mag men beide termen niet verwarren. Puberteit verwijst naar de lichamelijke veranderingen die nodig zijn voor de seksuele volwassenwording. Adolescentie behelst de psychologische processen, namelijk het bereiken van maturiteit en sociale autonomie. Het eindpunt van de adolescentie is moeilijk te bepalen in onze hedendaagse maatschappij omdat veel jongeren langere studies aanvatten en de adolescentieperiode als het ware verlengd wordt. Maar is de adolescentie wel degelijk zo een moeilijk periode als vaak wordt geopperd? Het staat vast dat het een intensieve levensfase is, waarbij nieuwe uitdagingen en verhoudingen centraal komen te staan. Dit vindt allemaal plaats op korte tijdspanne. Jongeren dienen een ik te vormen, nieuwe uitdagingen aan te gaan, waarbij druk en verhoogde kwetsbaarheid centraal staan. Men dient keuzes te maken; Wat wil ik worden? Wat zal ik gaan studeren? Uiteraard gaat men bij deze zoektocht naar volwassenheid grenzen verleggen en experimenteren met nieuwe dingen. Dit brengt af en toe aanvaringen teweeg met ouders of significant others. Ondanks de seksualisering van de maatschappij, is er over generaties heen vaak sprake van verschillen in opvatting met betrekking tot seksualiteit. En de beginnende seksualiteit is dan ook een logische bezorgdheid van iedereen die met adolescenten in contact komt. Zeker wanneer er geproclameerd wordt dat jongeren steeds vroeger seksueel contact hebben en ook de seksuele carrière van de adolescent vroeger plaatsvindt. Doch dient men in het achterhoofd te houden dat het merendeel van de jongeren hun seksuele carrière stapsgewijs doorloopt en zij sterk gebonden zijn aan de gevoelens voor die ene partner. 45 SENSOA (2005) Feiten en cijfers: Jongeren en seksualiteit [WWW]. SENSOA: http://www.sensoa.be/pdf/feiten_en_cijfers/jongeren_en_seksualiteit_2005.pdf (pdf-rapport) [20.10.2009] 46 ADRIAENSSENS, P., Van hieraf mag je gaan Over het opvoeden van tieners, Tielt, Lannoo Uitgeverij, 2000, p.9 11