STUDIEGIDSS. Campus Markgrave. 2018 Antwerpen



Vergelijkbare documenten
Instroombeleid banaba s lerarenopleiding. BNB zorgverbreding & remediërend leren BNB buitengewoon onderwijs

KAREL DE GROTE-HOGESCHOOL DEPARTEMENT LERARENOPLEIDING VOORTRAJECT DIDACTIEK BACHELOR ZORGVERBREDING EN REMEDIËREND LEREN STUDIEGIDS

Bijlage 1/5 Competentiematrix

banaba-opleidingen BuO en Zorg, postgraduaat ICO

KAREL DE GROTE-HOGESCHOOL STUDIEGEBIED ONDERWIJS BACHELOR ZORGVERBREDING EN REMEDIËREND LEREN. Voltijdse opleiding STUDIEGIDS ACADEMIEJAAR

KAREL DE GROTE-HOGESCHOOL STUDIEGEBIED ONDERWIJS BACHELOR BUITENGEWOON ONDERWIJS. Deeltijdse opleiding Tweede jaar STUDIEGIDS ACADEMIEJAAR

Competentiematrix. Bachelor na bachelor. Buitengewoon onderwijs

G.V.Basisschool Hamont-Lo

BACHELOR NA BACHELOR IN HET ONDERWIJS BRUGGE

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

zorgvisie Heilige familie Lagere school

bachelor-na-bachelor buitengewoon onderwijs campus Kortrijk

Gids voor de praktijkschool (GPS) schoolversie Bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs Bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en

bachelor-na-bachelor buitengewoon onderwijs campus Tielt

Mentorenvorming D1. Sessie 2. Elisa Vandenbussche

De specifieke lerarenopleiding

THEMA 1 PREVENTIE EN REMEDIËRING VAN ONTWIKKELINGS- EN LEERACHTERSTANDEN *

De HGW-bril toegepast in de cel leerlingenbegeleiding

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

BaCHeLor Na BaCHeLor in HeT onderwijs BUiTeNgeWooN onderwijs

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

ECTS- FICHE. L.Fret, H. Hicketick, S. Van Schoubroeck

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

HANDELINGSGERICHT WERKEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN. Onderwijsbehoeften van de leerling 11/09/2013

De cursist moet geen opleidingsonderdelen afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen.

Kinderen met specifieke onderwijsbehoeften Ontwikkelingsgericht werken

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

GEBOEID DOOR ZORG? Departement Lerarenopleiding Campus Hemelrijk Hemelrijk 25, 3500 Hasselt T F

Functiebeschrijving mentor

Academiejaar 2013/2014. navorming. Mentor Klinisch Onderwijs. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel: Gretel Van Heukelom

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van School met de Bijbel Mijn Oogappel te MARKE

ZORGBELEID. De zorgcoördinator wordt steeds gesteund en bijgestaan door het zorgteam.

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

1. Functionele gehelen

Zorgvuldig communiceren: het belang van een samenwerkingsmodel Dr. Inge Van Trimpont

Ronde van Vlaanderen Omgaan met Diversiteit

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

Een kleurrijke spiegel van de diversiteit op school

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Specifieke lerarenopleiding Maatschappelijk en beroepsgericht handelen in de onderwijspraktijk

Competentiegroeiverslag

Info praktijk 2 BaLO Academiejaar

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel: Gretel Van Heukelom. De cursist moet de volgende opleidingsonderdelen afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen:

Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Opleiding Module Didactische competentie stage 3

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel

Mentor als medeopleider Verdieping Sessie 2 13/12/2016

HET ZORGBELEID VBS BIEST-JAGER

Onze visie op zorg. Een geïntegreerd zorgbeleid wordt gedragen door een gedeelde visie op zorg.

Visie op het basisaanbod

GROEIDOSSIER Praktijk SOV

Omgaan met diversiteit als sleutelcompetentie Omgaan met diversiteit als leerkrachtencompetentie Omgaan met diversiteit als doelstelling van een

FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN LERAAR

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

1. Zorgvisie: elk kind telt op t Veld.

Klasmanagement (KLM) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4

1. Onze visie op zorg

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Uitdagingen voor de professionalisering en de loopbaan van leerkrachten. Geert Devos.

Betreft: Praktijk 3 de jaar Bachelor Lager Onderwijs. Beste mentor

MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten.

VSLW Themaprofielen. Thema s. Omgaan met verschillen, Pesten, Opbrengstgericht werken en Ouderbetrokkenheid

Begeleiding (BEG) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4

Samen maken we BUITENGEWOON onderwijs!

Onderwijs en Maatschappij (OMA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X

Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

De verhouding tussen de basiscompetenties, de Dublindescriptoren en de domeinspecifieke leerresultaten

Klaar voor redelijke aanpassingen

ECTS-fiche. Graduaat orthopedagogie Gesuperviseerde praktijk

Uitwisseling zal steeds gebeuren na overleg tussen docenten, stagebegeleiders, verantwoordelijken SLO van de instellingen.

Klasmanagement (KLM) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK

ONDERWIJS EN INNOVATIE OP DE LINDERTE

Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches. ECTS-Fiche Vakdidactische oefeningen 1 Code: Academiejaar: Aantal studiepunten: 6

ECTS- FICHE. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

dialooghouding We stellen u onze visie even voor.

Pedagogisch Project van het Stedelijk Onderwijs

De competenties die prioritair aan bod komen tijdens dit opleidingsonderdeel zijn:

Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

20 oktober 2010 School of Education. Handelingsgericht. Samen Werken in BuSO

opdrachtsverklaring centrum voor volwassen personen met handicap MOZAÏEK

Kwaliteitsvolle vraagverduidelijking

Vrije Kleuterschool De Link Patronaatstraat 28 Jan Verbertlei Edegem

Gedifferentieerde leertrajecten

Mentorenvorming 2 BaKO 22 oktober 2018

Overzicht van de trajecten

elk kind een plaats... 1

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk oriëntatie

LEIDEN DE BANABAOPLEIDINGEN OP TOT LEERKRACHTEN IN EEN

Optimale integratie van kinderen met een chronische aandoening op school: een gedeelde zorg

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

Wij gaan met plezier naar school.

Een leerling heeft niet langer een probleem, wel een oplossing Een eerste kennismaking voor CLB-medewerkers en leerlingenbegeleiders

HET ZORGBELEID OP ONZE SCHOOL

Transcriptie:

KAREL DE GROTE-HOGESCHOOL DEPARTEMENT LERARENOPLEIDING VOORTRAJECT DIDACTIEK BACHELOR BUITENGEWOON ONDERWIJS STUDIEGIDSS ACADEMIEJAAR 2011-2012 Campus Markgrave Van Schoonbekestraat 143 2018 Antwerpen

DEEL 1 1. Inleiding 2. Onze krachtlijnenn 3. Voortraject Didactiek 4. Werkervaring / Stage tijdens de opleiding 5. Aanwezigheden 6. Informatiebronnen 7. Ondersteuning en begeleidingg tijdens de opleiding 8. Toelichting bij de opbouw van de studiegids DEEL 2 Eigenlijke studiegids BIJLAGE Competentiematrix Buitengewoonn Onderwijs

1. INLEIDING Welkom in de opleiding Bachelor Buitengewoon Onderwijs aan Karel de Grote Hogeschool. We vormen mensen opdat ze kinderen of jongeren met specifieke nodenn en mogelijkheden gewoon zouden (leren) liefhebben. Dit (leren) liefhebben vormt immers de fun of het fun -dament van onze opleiding. Samen met een adviserende stuurgroep, de lesgevers, de scholen en de studenten proberen we die opdracht vorm én inhoud te geven in een buitengewoon en zorgverbredend opleidingsprogramma. De professionele ontwikkeling van de leerkracht en de ontwikkeling van het team en de school tot een boeiend leer en leefklimaat staan daarbij centraal. De uitwerking ervan vind je verder in deze studiegids. Onze visie mikt tijdens het hele traject op de persoonlijke ontwikkeling van elke mens. Zo spreken we niet langer over kinderen en jongeren met een handicap, maar hebben we het over kinderen en jongeren met specifieke noden én mogelijkheden. Als gewone medemensen kunnenn en wensen ook zij iets betekenisvols aan onze samenleving bij te dragen. Wij vinden dan ook dat deze kinderen en jongeren, waar ze zich nu ook bevinden, in het gewoon of in het buitengewoon onderwijs, die aandacht en vorming verdienen. Dat maakt onze opleiding in de ware zin van het woord inclusief. Om dit mogelijk te maken, willen wij alle leerkrachten uitnodigen, vormen en stimuleren opdat ze de groei in henzelf ook bij hun leerlingen zouden helpen realiseren. Binnen de opleidingsonderdelen persoonlijk ontwikkelingsplan en communicatie wordt daar zelfs expliciet aandacht aan besteed. Wij hopen uiteindelijk dat leerkrachten, middels diepgaande én geduldigee processen van onderwijzen en opvoeden, vele gelukkige talenten mogen helpen zichtbaar maken. Het studiecontract van de hogeschool bestaat uit 3 elementen : - het Hogeschool Onderwijs en Examenreglement (HOE), dat geldt voor alle departementen - het Departementale Onderwijs en Examenreglement ( DOE) met bepalingen per departement, - en de Studiegids In deze studiegids proberen we je wegwijs te maken doorheen het voorprogramma didactiek. We wensen je heel veel succes! Het team

2. ONZE KRACHTLIJNEN Met onze opleidingen willen wij: - een gespecialiseerde opleiding bieden aan volwassenen - die bijdragen tot een deskundige en toekomstgerichte pedagogisch didactische vorming en begeleiding - van kinderen/jongerenn met specifieke noden en mogelijkheden in het buitengewoon en gewoon onderwijs - en dit in samenwerking met alle betrokken partijen. Een gespecialiseerdee opleiding aan volwassenen Het leerproces van deze opleiding is vrij specifiek. Het gaat om een opleiding van mensen die reeds een behoorlijke vooropleiding in het hoger onderwijs kregen of instappen met een brede beroepservaring. Daarom is de opleiding gebaseerd op de principes van de volwassenvorming. Wij wensen leerkrachten op te leiden tot personenn die zelfstandig problemen kunnen oplossen in hun praktijk/werksituatie. Een leerproces kan immers niet anders zijn dan een constructieve ontmoeting tussen theorie en praktijk, met wederzijds respect en waardering. Wij verwachten de bereidheid om praktische ervaringen en problemen uit de praktijk/werksituatie in te brengen en uit te wisselen, om van elkaar te leren. Volwassenen leren op een eigen specifieke wijze. Wij willen tegemoet komen met onze opleiding aan de verwachtingen van onze leraar/studenten. De opleidingsdoelstellingen kaderen dan ook in een onderwijsvisie aangepast aan de lerende volwassene: 1. Begeleidingsmodel 2. Duale visie op leren: theorie en praktijkk staan in een voortdurendee wisselwerking. 3. Delen van expertise: dit verwijst zowel naar het netwerk van lesgevers (specialisten en ervaringsdeskundigen) als naar de verplichte aanwezigheid van de studenten in de lessen. 4. Zelfstandigheid en zelfsturing: dit geldt zowel voor de samenstelling van het keuzetraject, de keuze in het werkplekleren als voor de verwerking van bepaaldee opleidingsonderdelen. Deskundige en toekomstgerichte pedagogische didactische vorming en begeleidingg De bedoeling van de opleiding is dat de student in de praktijk kinderen/jongeren met specifieke noden en mogelijkheden pedagogische en didactische ondersteuning kan bieden. De specialisten die deze kennis en vaardigheden bezitten, zijn enerzijds de praktijkmensenn die dagelijks met deze kinderen/jongerenn werken en anderzijds experten die zeer betrokken zijn op de praktijk vanuit hun specifiekee deskundigheid, al dan niet in een schoolcontext. Zodoende maakt de student kennis met de knowhow die in het werkveld ontwikkeld is. Op die manier willen we een samenwerking bevorderen tussen alle actoren die bij het onderwijsgebeuren betrokken zijn. Uitwisselingen met het buitenland maken het mogelijk dat docenten én studentenn hun visie en hun praktijk kunnen toetsen aan internationale ontwikkelingen Kinderen/jongeren met specifieke noden en mogelijkheden in het gewoon of buitengewoon onderwijs Kinderen/ /jongeren met specifieke noden en mogelijkheden worden in Vlaanderen in het gewoon of in het buitengewoon onderwijs begeleid. Wij streven ernaar de opleiding vanuit het kind of jongere te bekijken, waar of in welke onderwijscontext hij zich ook bevindt. De leraar buitengewoon onderwijs, de klasleraar, de GON- begeleider, de zorgcoördinator, de interne zorgbegeleider, werken in hoofdzaak met dezelfde problematieken. Daarom vinden we het noodzakelijk dat leraren vanuit verschillende achtergronden met elkaar ervaringen uitwisselen en zo een eigen visie uitbouwen. Dezee visie moet zowel uitgaan van de behoeften als van de begaafdheden van het kind en de jongere. Op die manier wensen wij bij te dragen aan de uitbouw van meer inclusief onderwijs. In samenwerking met de betrokken partijen Omwille van de maatschappelijke evolutie in de school- en onderwijscultuur, waar dialoog en overleg meer en meer centraal komen te staan en omwille van de toenemende (wetenschapp elijke) kennis, zijn communicatie en samenwerking essentiële voorwaarden voor de optimale ondersteuning van kinderen en jongeren.

3. VOORTRAJECT DIDACTIEK In de te verwerven competenties voor de Banaba opleiding onderscheiden n we 5 functionele gehelen: De afgestudeerde student is in staatt om 1. planmatig te handelen ten aanzien van specifieke onderwijsbehoeften op individueel, groeps- en schoolniveau, in duurzame interactie met alle betrokkenen, en daarbij zorgvragen te formuleren en permanent bij te stellen met nadruk op observatie, assessment en handelingsgerichte diagnostiek. 2. positief en deskundig om te gaan met elke vorm van diversiteit door het onderwijsaanbod, de leerlijnen en de inhouden uit de diverse leerdomeinen functioneel af te stemmen op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen 3. vanuit een gedeelde zorg constructief en emancipatorisch samen te werken met de leerlingen, de ouders / gezinnen en met alle betrokkenen in het team / de omgeving van de leerling met specifieke onderwijsbehoeften. 4. het proces van handelingsplanning te implementeren door collegialee consultatie, coaching van collega s, beleidsondersteuning en coördinatie op schoolniveau 5. gestructureerd te leren uit eigen en andermans ervaringen via het cyclisch proces en het eigen handelen dynamisch en creatief bij te sturen. Het voortraject didactiek is verplicht te volgen door studenten die, voorafgaand aan dezee bachelor, geen professionele bachelor lerarenopleiding volgden of geen anderee specifieke erarenopleiding. De student moet zich hiervoor in zijn eerste opleidingsjaar inschrijven en het moet afgerond zijn vooraleer de student credits kan verwerven voor de opleidingsonderdelen van de Bachelor Buitengewoon Onderwijs of Bachelor Zorgverbreding en Remediërend leren. We werken aan de basiscompetenties didactiek waardoor de student de startcompetenties verwerft die noodzakelijk zijn voor de specifiekee (ortho)didactische competenties op integratie- en evt. expertniveau van de opleiding. (cfr. compentiematrix in bijlage) 4. WERKERVARING / STAGE TIJDENS DE OPLEIDING De student die de voltijdse opleiding Bachelor Buitengewoon Onderwijs of Bachelor Zorgverbreding en Remediërend leren volgt, doet vier dagdelen stage per week. De student die binnen deze opleiding de deeltijdsee opleiding volgt, doet 2 halve dagen stage per week Deze werkervaring geldt eveneens als praktijkervaring voor dit opleidingsond derdeel. Voor de studenten voltijdse opleiding zijn er 2 periodes werkervaring voorzien: - 3 oktober 2011 tot 23 december 2011-9 januari 2012 tot 31 mei 2012 De student mag tijdens zijn opleiding ook officieel werken. Dit kan echter maximaal halftijds en op lesvrije dagdelen ; de lessen moeten immers gevolgd kunnen worden Indien de student meer dan halftijds werkt schakelt hij automatisch over naar de deeltijdse opleiding. Voor de student deeltijdse opleiding geldt zijn werk als praktijkervaring. De student deeltijdse opleiding die niet werkt in onderwijscontext loopt stage in onderwijscontext. De student doet werkervaring op in een school voor buitengewoon onderwijs of in een school voor gewoon onderwijs waar expliciet voor inclusief onderwijs gekozen is vanuit het pedagogisch project. Hij werkt dan in die school met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden. Indien de student officieel werkt geeft hij een attest hiervan aan de opleidingscoördinatorr Voor verdere informatie in verband met de werkervaring verwijzen we naar het vademecum werkervaring Voor juridische regelingg in verband met de stage verwijzen we naar het DOE.

5. AANWEZIGHEDEN Voor het verwerven van de theoretische inzichtenn en praktische vaardigheden is de regelmatige aanwezigheid van de student in de lessen vereist. De opleiding wil ook zoveel mogelijk praktisch zijn, wat impliceert dat de student aan de gevarieerde activiteiten, dikwijls in groepsverband (discussie, voorbereiding, opdrachten, ), deelneemt. Om dit alles vlot en zinvol te kunnen organiseren, is het noodzakelijk dat de student regelmatig aanwezig is in de lessen. Indien je niet aanwezig kan zijn op een geplande cursus dien je zo snel mogelijk het secretariaat (Griet Van Dun) te verwittigen en breng je een gewettigd attest binnen. LET OP: indien de cursus op verplaatsing wordt georganiseerd dien je ook de school/organisatie te verwittigen van je afwezigheid We verwijzen naar het DOE voor de concrete afspraken resp. sancties naar aanleiding van afwezigheden. 6. INFORMATIEBRONNEN Het is verplicht om regelmatig je KdG-mail en blackboard te raadplegen. Op blackboard http://bb.kdg.be (voor nieuwe studenten vanaf 27/7/2011) wordt via de mededelingen belangrijke informatie weergegeven als wijzigingen, annulaties (door ziektee lesgever bv), data voor afspraken, Op blackboard vind je ook de evaluatiewijzer, informatie omtrent internationalisering, het Doe en het Hoe, Het is ook langs deze weg dat lesgevers hun cursussen, interessante achtergrondinformatie, een voortaak opgeven. Het is dus een belangrijk communicatie-instrumenvia http://roosters.kdg.be vanaf 14/9/20111 Op http:// /e-studentservice.kdg.be kan je terecht voor persoonlijke gegevens, je inschrijvingsprogramma, - dat je tijdens lesweken regelmatig moet raadplegen. Je lessenrooster kan je raadplegen attesten, en later ook voorlopige punten en definitief rapport.

7. ONDERSTEUNING EN BEGELEIDING TIJDENS DE OPLEIDING - Mentorschap In je school waar je werkervaring opdoet, is een mentor aanwezig voor aanvangsbegeleiding. Hij is de persoon waarbij je steeds terecht kan met taak- of persoonsgerichtee vragen. Deze mentor is niet noodzakelijk de klasleerkracht waarbij je werkt. - Leertrajectbegeleider Tijdens je opleiding krijg je een leertrajectbegeleider toegewezen. Hij is de persoon die je begeleidt tijdens je leerproces. Hij geeft de POP sessiess en hij ondersteunt je bij het uitwerken van je portfolio. -Het team De inhoudelijke planning en organisatie van het vormingspakket wordt opgemaakt door het team. De studenten kunnen bij hen steeds terecht met suggesties en / of vragen in verband met de opleiding. Het Banaba-team De inhoudelijke planning en organisatie van het vormingspakket wordt opgemaakt door het team. De studenten kunnen bij hen steeds terecht met suggesties en / of vragen in verband met de opleiding. Leen Stoffels Griet Van Balen Heidi Lagast opleidingscoördinator verantwoordelijke internationalisering stagecoördinatie studieloopbaancoördinator ombuds leen.stoffels@kdg. be 03/613 14 60 griet.vanbalen@kdg.be heidi. lagast@kdg.be Administratieve medewerkers Griet Van Dun Tamara Deroover 03/ 613 14 25 03/ 613 14 39 griet.vandun@kdg..be tamara.deroover@ @kdg.be

8. TOELICHTING BIJ DE OPBOUW VAN DE STUDIEGIDS In deze studiegids vind je de nodige informatie over het opleidingsonderdeel didactiek. Je vindt : - of het een enkelvoudig of samengesteld onderdeel is - het aantal studiepunten (SP) waarvoor het opleidingsonderdeel staat. 1 SP (studiepunt) staat voor 25 uur studielast. De studielast is het aantal uren dat je in normale omstandigheden in de loop van het academiejaar moet werken om voor dat opleidingsonderdeel te kunnen slagen. Het gaat daarbij niet alleen om de contacturen, maar ook om je stage-uren, de uren die je thuis werkt voor je opleiding, de tijd dat je werkt aan taken - de wegingscoëfficiënt die aangeeft voor welk aandeel het opleidingsonderdeel in rekening wordt gebracht - in welke periode het opleidingsonderdeel loopt Verder wordt voor het opleidingsonderdeel aangegeven : - de begin- of toelatingsvoorwaarde - wat de doelstellingen zijn - de inhoud - hoe en wanneer geëvalueerd wordt ; ook voor de tweede zitperiode - de studiematerialen

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw Studiegids Academiejaar 2011-12 Studiegebied Opleiding Traject Onderwijs Voorbereidingsprogramma BO VZ-BO 1 (Voltijds modeltraject) Soort opleiding Diplomatitel Toelatingsvoorwaarden Studieomvang Onderwijstaal Voorbereidingsprogramma xxx Geen 0 studiepunten (ECTS) Nederlands Begindatum 18-9-2011 Einddatum 17-9-2012 Vakantie Herfstvakantie van 31-10-2011 tot 6-11-2011 Kerstvakantie van 26-12-2011 tot 8-1-2012 Krokusvakantie van 20-02-2012 tot 26-02-2012 Paasvakantie van 2-4-2012 tot 15-4-2012 Zomervakantie van 1-7-2012 tot 31-8-2012 Aansluit- en vervolgopleidingen Pagina 1 van 8 - versie: 2011.6.22

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw Opleidingsprofiel Pagina 2 van 8 - versie: 2011.6.22

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw Eindcompetenties Zie competentiematrix in bijlage. Pagina 3 van 8 - versie: 2011.6.22

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw Modeltrajecten Modeltraject VZ-BO - deeltraject VZ-BO 1 Pagina 4 van 8 - versie: 2011.6.22

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw Opleidingsprogramma VZ-BO 1 (Voltijds modeltraject) studiepunten tijdsorganisatie DLO/11-12/VB-BO/1.001 Didactiek 5 Periode 1+2+3 Pagina 5 van 8 - versie: 2011.6.22

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw Studiegebied Opleiding Onderwijs Voorbereidingsprogramma BO Voorbereidingsprogramma Tijdsorganisatie: Periode 1+2+3 Docent(en): Vinck Wendy Opleidingsonderdeel DLO/11-12/VB-BO/1.001 - Didactiek Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student is verbonden aan het onderwijs door werk of stage en werkt er met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden. De student heeft geen pedagogisch didactisch bekwaamheidsbewijs. Wegingsfactor: 5 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar Studiebelasting: 125u Contacturen per jaar: 30u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel Trajectschijf: 1 Soort contract: DIP, CRD, EXD, EXC Onderwijstaal: Nederlands Leerinhoud Tijdens deze sessies wordt ingegaan op de verschillende componenten van het didactisch proces. Daarnaast wordt ingezoemd op basisdidactiek van rekenen en taal en dit op verschillende niveaus (GO, BuBoa, Buso) Volgende thema s komen aan bod ; 1. Doelen 2. Opbouw van een lesactiviteit 3. Klasklimaat klasmanagement 4. Sticordi-maatregelen, organisatievormen, observatie en evaluatie 5. Basisdidactiek rekenen 6. Basisdidactiek taal 7. Projectwerking, thematisch werken 8. SEO en filosoferen, de kracht van het vragen stellen Doelstellingen De student - begrijpt het nut en de nood van ontwikkelingsdoelen, leerplandoelen en eindtermen - kan soorten doelen interpreteren, selecteren en formuleren binnen concrete klassituaties. - verkent aspecten van een goed opgebouwde activiteit - voelt via ervaringsgerichte activiteiten de verschillende kenmerken van een les aan, en kan deze binnen andere contexten benoemen - heeft inzicht in de wezenlijke componenten van een handleiding, een activiteit - kan lesvoorbereidingen kritisch analyseren - kan factoren die een klasklimaat bepalen en begrijpen - kan de effectiviteit van een leerinhoud optimaliseren door gepaste werkvormen te kiezen. - kan bewust een bepaalde klasorganisatie inzetten om de leerwinst bij kinderen te verhogen. - kan een didactische aanpak bepalen waardoor kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes gerealiseerd worden. - kan zorgverbredende maatregelen juist benoemen vanuit de verschillende sticordi-maatregelen (stimuleren, compenseren, remediëren, dispenseren). - kan de functie van heterogene/homogene klasgroepen bespreken. - kan interventies bepalen om de klasorganisatie te optimaliseren vanuit verschillende werkvormen. - kan differentiëren ruim bekijken. - kan evalueren bekijken in een breder kader van procesgericht werken. - past kenmerken van evalueren toe in concrete klassituaties. - kan kwaliteitsvol onderwijzen evalueren op leerkrachtniveau, taakkenmerken, leerlingniveau. - ziet het uiteindelijke doel in van wiskunde-onderwijs. - kan de verschillende leerdomeinen van rekenen inhoud geven. - kan de belangrijkste didactische principes van rekenen ontdekken via interactieve rekenopdrachten. - kan rekenmateriaal bekijken m.b.t. de leerdomeinen, didactische principes en accenten en in functie van deze kaders de sterktes en zwaktes bepalen. - ziet wat het uiteindelijke doel, de intentie is van taal-onderwijs. - kan taal integreren als een communicatief gebeuren. - kan de verschillende leerdomeinen van taal inhoud geven. - ervaart de verschillende verwerkingsniveaus en aspecten van taal. - verwerft inzicht bij de kerngedachten van taalvaardigheid in het buitengewoon onderwijs en de zorg - kan vanuit kaders de sterktes en zwaktes van taalmateriaal bepalen m.b.t. de leerdomeinen, verwerkingsniveaus en aspecten. - ziet de verschillen tussen een projectwerking en thematisch werken in, kan deze opsommen en bewust inzetten. - kan invulling geven aan een project vanuit verschillende leerdomeinen. - is in staat taakgerichte activiteiten kiezen bij een project/thema. - beleeft filosoferen om te ontdekken hoe inzichten, vaardigheden en attitudes tot ontplooiing kunnen komen. - ervaart de kracht van het vragen stellen vanuit een startvraag bij een verhaal. Werkvormen Werkvorm Spreiding Startmoment(en) Contacturen (30u) 3 periodes periode 1 Zelfstudie (persoonlijke verwerking en stage) (95u) 3 periodes periode 1 Pagina 6 van 8 - versie: 2011.6.22

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw Evaluatie Ex. Moment Vorm Gewicht Herhaalbaar? Toelichting kans 1 van september tot en met juni opdracht 100% Ja Schriftelijke opdracht 2 augustusseptember opdracht 100% NVT Schriftelijke opdracht Voorwaarde om te slagen is dat de student deelnam aan de lessen Eerste zittijd Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van een schriftelijke opdracht. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer; "Schriftelijke opdrachten". Tweede zittijd Schriftelijke opdracht opgegeven door de lesgever. Studiematerialen (onder voorbehoud) Medium Studiemateriaal Auteur Uitgever ISBN BNB Syllabus: wordt tijdens de lessen zelf gegeven BNB Evaluatiewijzer Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1, 2 Pagina 7 van 8 - versie: 2011.6.22

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw Globaal overzicht studiematerialen (herhaling) Medium Studiemateriaal en auteur Uitgever en ISBN Code opl.onderdeel BNB Evaluatiewijzer DLO/11-12/VB-BO/1.001 BNB Syllabus: wordt tijdens de lessen zelf gegeven DLO/11-12/VB-BO/1.001 Pagina 8 van 8 - versie: 2011.6.22

BIJLAGE Competentiematrix Buitengewoon onderwijs 1. Planmatig begeleider van leerlingen met specifieke onderwijsnoden Kerncompetenties Startniveau Integratieniveau Expertniveau 1.1. Een positieve grondhouding bezitten met betrekking tot de mogelijkheden en toekomstkansen van de leerlingen Op zoek gaan naar kennis en advies omtrent de ontwikkelingsmogelijkheden van kwetsbare leerlingen Geloof tonen in de mogelijkheden tot ontwikkeling van iedere leerling, hoe beperkt of verstoord de ontwikkeling ook mag zijn Verdedigen van het recht op persoonlijke ontwikkeling en de ontplooiingskansen van ieder kind Actief op zoek gaan naar ontwikkelingsmogelijkheden via observatie, interactie en via gebruik van beschikbare hulpmiddelen Het recht op communicatie en sociaal contact erkennen als fundamentele behoefte en als voorwaarde tot leren Zich actief inzetten tegen elke vorm van achterstelling van elke leerling Getuigen van een doordacht en volgehouden engagement t.a.v. elke leerling in alle omstandigheden 1.2. Gegevens verzamelen, selecteren en ethisch correct hanteren als basis voor een goede beeldvorming van de leerling en herkenning van zijn noden Signalen zien van problemen bij leerlingen Herkennen en benoemen van signalen van leer-, gedrags- of ontwikkelingsproblemen bij de leerling Actief op zoek gaan naar informatie om zich een totaalbeeld te kunnen vormen van een leerling met een specifieke ondersteuningsvraag Leerlingen kritisch en gedetailleerd observeren over een langere periode De observaties correct interpreteren vanuit meerdere referentiekaders in overleg met het team Beluisteren van het beeld dat CLB, collega s en ouders geven van een leerling met speciale noden Bevragen van collega s omtrent diagnostische gegevens, schoolloopbaan en andere relevante informatie betreffende de leerlingen Zich bewust zijn van de vereiste om deontologisch om te gaan met gegevens van leerlingen Kennis bezitten van handelingsgerichte diagnostiek, diagnostische instrumenten en hun toepassingen Gebruik maken van diagnostische gegevens, observaties en informatie uit de brede context (schoolloopbaan, gezin, ruime omgeving) Gebruik maken van kennis van specifieke ondersteuningsvragen als duiding en als achtergrondinformatie Een uitgebreider en geïntegreerde beeldvorming van de leerling weergeven op basis van observaties in de dagelijkse schoolcontext en nieuwe informatie uit de omgeving

In alle omstandigheden deontologisch correct omgaan met de gegevens van individuele leerlingen en hun omgeving Selecteren van de meest relevante gegevens als basis voor een voorlopige beeldvorming van de leerling Een hypothese kunnen formuleren omtrent de oorzaken en de aard van grote leer-, gedrags- of ontwikkelingsverschillen bij individuele leerlingen, rekening houdend met alle beschikbare gegevens Uit de beeldvorming verschillende mogelijke ondersteuningsvragen afleiden en beoordelen vanuit verschillende referentiekaders De ondersteuningsvraag steeds verder verfijnen, rekening houdend met het kind in zijn context, incl. beperkende en beschermende factoren Een essentiële ondersteuningsvraag afleiden uit de beeldvorming 1.3. Individuele doelen formuleren en gebruiken als basis voor de planning, uitvoering en opvolging van de begeleiding en het onderwijs van de leerling met speciale noden Bereid zijn doelen aan te passen aan de individuele noden van leerlingen De nood erkennen aan systematische begeleiding van individuele leerlingen Op zoek gaan naar voorschriften en tips omtrent de aanpak van leerlingen met speciale noden Bereid zijn tot intensieve en individueel aangepaste evaluatie van leerlingen Op basis van de ondersteuningsvraag relevante doelen selecteren uit ondermeer de eindtermen en de ontwikkelingsdoelen, rekening houdend met een breed toekomstperspectief van de leerling en met de gegeven context Vanuit de geselecteerde doelen prioritaire doelen koppelen aan de ondersteuningsvraag, op individueel en op groepsniveau Steeds creatief op zoek gaan naar nieuwe stappen, hoe klein ook, in de ontwikkeling die de toekomstkansen zinvol verruimen Het ondersteuningsplan dynamisch en creatief bijsturen 1.4. Coördineren van het planmatig handelen ten aanzien van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Zich verantwoordelijk voelen voor een systematische opvolging van leerlingen met speciale noden De betrokken partijen aanspreken en uitnodigen voor overleg De verschillende fasen uit het proces van handelingsplanning kennen en hanteren met een voortdurende bijsturing en verfijning van elk van de stappen (beeldvorming, prioritaire doelen bepalen, uitvoering en evaluatie). Heldere en inzichtelijke afspraken maken met meerdere partijen die betrokken zijn bij de opvolging van de leerling Op systematische wijze de afspraken uitvoeren en evalueren Erop toezien dat afspraken die rond een leerling gemaakt werden in het team worden nageleefd binnen een

Op klassenraden en bij informeel overleg een correcte en gepaste formulering weergeven van de specifieke onderwijsnoden, de mogelijkheden en beperkingen van de leerlingen en de afspraken rond de aanpak en de opvolging hiervan redelijke termijn Met het oog op een lange termijn planning afspraken evalueren en bijsturen De voorbereiding van een leerlingbespreking op zich nemen Het planmatig werken verantwoorden in een dossier, dat de beeldvorming, de doelen, de aanpak en de opvolging weergeeft Het verslag van een leerlingbespreking schrijven De functie van gespreksleider opnemen in een multidisciplinair overleg (MDO) of klassenraad Toezien op de coherentie en continuïteit van het handelingsplan

2. Vertaler van het onderwijsaanbod, de leerlijnen en inhouden uit diverse leerdomeinen, rekening houdend met de specifieke onderwijsnoden van de leerlingen Kerncompetenties Startniveau Integratieniveau Expertniveau 2.1. Waarderen van de diversiteit in de klasgroep, als uitdaging voor het zoeken naar aanpassingen en als meerwaarde voor het leerproces van iedere leerling Iedere individuele leerling in de groep erkennen en betrekken bij de activiteiten Een leerbevorderende, responsieve onderwijs- en begeleidingsstijl hanteren t.a.v. individuele leerlingen Model staan voor onderwijs- en begeleidingsstijlen die de diversiteit van leerlingen benutten bv coteaching Op zoek gaan naar het kind achter het label Spontaan in interactie gaan met alle leerlingen, hoe verschillend zij ook zijn Het recht erkennen op individualisering van de aanpak bij leer-, gedrags- en ontwikkelingsverschillen in de klasgroep De groepsdynamiek gebruiken en versterken als leerbevorderende factor voor alle leerlingen Coöperatief leren gevarieerd en doelgericht inzetten als middel tot interactie en samenwerking 2.2. Differentiëren van het aanbod en de aanpak, op basis van de leer-, gedrags- en ontwikkelingsverschillen in de groep Herkennen van grote verschillen tussen kinderen Zich bewust zijn van de nood aan aanpassingen bij grote verschillen tussen leerlingen Een brede waaier aan differentiatievaardigheden hanteren en gevarieerd en doelgericht inzetten Soepel omgaan met differentiatiemaatregelen (incl. preteaching, tutoring...) Flexibel ondersteunen van de Klaspraktijk Vorming bieden over differentiatievromen, aanpassingen ed Lezen van de ondersteuningsvragen als indicaties voor aanpassingen van het klasaanbod Differentiëren in instructie en verwerking in functie van de noden van de leerlingen Moeilijk gedrag begrijpen in een gegeven context De eigen begeleidingsstijl aanpassen aan grote verschillen in gedrag Duidelijk en helder rapporteren en evalueren op een manier die recht doet aan het individuele leertraject van elke leerling Handleidingen maken in verband met de specifieke leertrajecten an leerlingen Tips verzamelen van collega s Nascholingsbeleid van de school onderzoeken in functie van het zorgaanbod en zorgbeleid en beter klasmanagement. Nascholingsbeleid helpen uitvoeren

2.3. Actief op zoek gaan naar hulpmiddelen en ondersteuning die de communicatie- en interactiemogelijkheden van de leerling bevorderen Het belang kennen van communicatie en interactie voor de sociale en cognitieve ontwikkeling Geen pestgedrag tolereren in de klasof schoolgroep Werk maken van verbondenheid in de klas Waarderen van spontane interacties en open communicatie tussen leerlingen Bevragen van de ouders en ondersteuners naar verbetering van de communicatiemogelijkheden De communicatiemogelijkheden van de leerlingen kennen Actief op zoek gaan naar aangepaste communicatiemiddelen en ondersteuning voor leerlingen met communicatieve beperkingen Het eigen aandeel erkennen in het ontwikkelen van de communicatievaardigheid van de leerlingen Actief gevarieerde sociale contacten en interacties tussen de leerlingen en met bredere netwerken bevorderen Specifieke communicatiemiddelen kennen De communicatiemogelijkheden van de leerlingen uitbreiden via een doelgerichte en consequente aanpak Gebruik maken van een interactiestijl en beschikbare middelen die de communicatie bevorderen van leerlingen met communicatieve beperkingen 2.4. Een deskundige en evenwichtige afstemming bieden van het onderwijsaanbod incl. de leerlijnen - op de specifieke onderwijsnoden van de leerlingen, rekening houdend met een breed toekomstperspectief, maatschappelijke participatie en alle leerdomeinen Bereid zijn het tempo, het aanbod en de instructie aan te passen aan de individuele verwerkingsmogelijkheden van de leerling met speciale noden Verkennen en toetsen van kleine aanpassingen van het programma aan de noden van de leerling De verschillende niveaus van planmatig handelen benoemen en gebruiken (individueel, groeps- en schoolniveau) Vanuit de verschillende ondersteuningsvragen doelen selecteren voor het groepswerkplan De beschikbare leerlijnen kritisch benaderen, aanvullen en wijzigen Zich bewust zijn van de nood aan afstemming van een geïndividualiseerd aanbod op het groepsprogramma, met het oog op aansluiting bij de klasgroep Blijvende op zoek gaan naar maximale participatiekansen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, in de huidige context en in de toekomst Individualiseren en aanpassen van het onderwijsaanbod, rekening houdend met het kind in zijn context

Leerlijnen aanpassen voor de individuele afstemming van het onderwijsaanbod Het geïndividualiseerd aanbod weer afstemmen op de groepsaanpak met het oog op maximale participatie Leeftijdsadequaat handelen ten aanzien van leerlingen met specifieke onderwijsnoden Het eigen didactisch handelen ten aanzien van de individuele leerling en de groep creatief en dynamisch bijsturen

3. Partner van ouders, leerlingen en een ruim team van betrokkenen uit de omgeving van de leerling met specifieke onderwijsnoden, vanuit een maatschappelijke verbondenheid Kerncompetenties Startniveau Integratieniveau Expertniveau 3.1. In de samenwerking model staan voor een toekomstgerichte en emancipatorische begeleiding Opkomen voor kwetsbare leerlingen Dromen en toekomstplannen beluisteren die ouders voor hun kinderen koesteren Bevragen van collega s naar procedures voor samenwerking Herkennen van problematische opvoedingssituaties Openstaan voor vragen en bekommernissen van alle partijen rond leerlingen met specifieke onderwijsnoden Erkennen en waarderen van het geloof dat ouders tonen in de mogelijkheden van hun kind Een positieve kijk hebben op de eigen inbreng van ouders en leerlingen In het schoolteam opkomen voor de mening van de ouders en de leerling Op de hoogte zijn van de maatschappelijke structuren van achterstelling De kansen om ouders en leerlingen weerbaar te maken tegen achterstelling, zien en benutten Een brede kijk hebben op factoren kennen die tot problematische opvoedingssituaties kunnen leiden Informatie kennen en ter beschikking stellen omtrent schooleigen procedures, netwerken en samenwerkingsverbanden rond het omgaan met problematische opvoedingssituaties Met het team actief naar hulp zoeken voor kinderen en gezinnen in een problematische opvoedingssituatie Actief op zoek gaan naar alle partijen die een rol kunnen spelen in de begeleiding op langere termijn 3.2 Planmatig werken aan ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie Uitbouwen van informele contacten met alle ouders Ouders betrekken bij de klaswerking Toegankelijk maken van mondelinge en schriftelijke informatie Diversiteit van de ouders benutten Uitwisselen van ervaringen onder ouders (opvoedingsondersteuning)

3.3. Een duurzame en gelijkwaardige interactie voeren met alle betrokken partijen bij de begeleiding van leerlingen met speciale noden De betrokken partijen kennen Begrijpen van de kwetsbaarheid van ouders van leerlingen met speciale noden en hun nood aan overleg Doelgericht informele en formele contacten onderhouden met alle betrokken partijen 1 De principes van open communicatie kennen 2 Communicatievaardigheden bezitten die een constructieve samenwerking ondersteunen Op betrokken en actieve wijze de leerling, de ouders en het team bevragen met betrekking tot een wenselijke en mogelijke aanpak Met alle betrokken partijen een voortdurende dialoog aangaan rond de handelingsplanning en de dagelijkse begeleiding van de leerlingen De principes van open communicatie toepassen bij de meeste oudercontacten en contacten met andere partijen 3.4. Constructief samenwerken met het begeleidingsteam of met meerdere begeleidingsteams Zich informeren over betekenisvolle relaties voor de leerling Bereid zijn tot langdurige samenwerking Zich informeren over de rol van paramedici, vakcollega s, ondersteuners en andere professionelen in de begeleiding van leerlingen met speciale noden Initiatief nemen in de samenwerking met ouders van leerlingen met speciale noden Een netwerk van betrokken partijen opzoeken, uitnodigen of samenstellen, rekening houdend met betekenisvolle relaties voor de leerling Planmatig samenwerken aan een duurzame interactie met de buurt en de schoolomgeving In oudercontacten de behoeften van ouders en omgeving achterhalen en integreren in de aanpak Actief streven naar een transdisciplinaire aanpak in de samenwerking Oog hebben voor de aanvaardings- en verwerkingsprocessen bij leerlingen, ouders en familie Erkennen van ieders rol en bijdrage in het team Het gelijkgericht denken in een groep die handelt vanuit verschillende referentiekaders bevorderen Leerlingen, ouders en familie ruimte en tijd geven om constructief om te gaan met aanvaarding en verwerking van de functiebeperking 1 Zou naar startniveau moeten maar is voor jonge mensen niet evident 2 idem

De inbreng van de teamleden (paramedici, vakcollega s, ondersteuners en anderen) beluisteren en integreren in de afspraken en aanpak Een gesprek en een groep leiden bij overleg (klassenraden, multidisciplinair overleg, informele contacten)

4. Coach van collega s en coördinator van beleidsondersteunende maatregelen bij de implementatie van het planmatig handelen op klas- en schoolniveau Kerncompetenties Startniveau Integratieniveau Expertniveau 4.1. Ruime coachingvaardigheden ontwikkelen en collegiale ondersteuning bieden De onderwijspraktijk observeren in meerdere scholen De kenmerken erkennen van een eigen schoolcultuur Conflicthantering bij verschillende meningen van de diverse betrokkenen Informatieve vragen stellen over de onderwijspraktijk en ervaringen van anderen Zelf openstaan voor en aanvaarden van collegiale ondersteuning De expertise van anderen erkennen De expertise van anderen integreren in het eigen functioneren Kennis hebben van meerdere referentiekaders rond de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Aansluiten bij de opvattingen, ervaringen, kennis en vaardigheden van de betrokken scholen, leerkrachten en andere partijen Bewust en kritisch kijken naar het eigen referentiekader omtrent de begeleiding van leerlingen met speciale noden In overleg zinvolle taken afspreken voor de leerling Delen van ervaringen uit de eigen onderwijspraktijk Zicht hebben op de krachten en weerstanden bij veranderingsprocessen in een schoolteam Eigen expertise effectief inzetten en delen met collega s en teamleden Gepast inspelen op krachten en weerstanden bij veranderingsprocessen in meerdere schoolteams 4.2. Beleidsondersteuning bieden met betrekking tot onderwijsvernieuwing, projecten en schoolvisie Een ondersteunende rol opnemen in schoolprojecten die onderwijsvernieuwing en visieontwikkeling nastreven Initiatieven nemen in het vormgeven van aangepaste leerlijnen voor groepswerkplanning in het team Deelnemen aan werkgroepen die de visie van de school bevragen en bijsturen Initiatieven nemen in onderwijsvernieuwingsprojecten op school ten aanzien van leerlingen met speciale noden of diversiteit Een constructieve bijdrage leveren in het (her)formuleren van schoolvisie en onderwijsvernieuwingsprojecten Een constructieve bijdrage leveren in het vormgeven van schooleigen leerlijnen Een nascholingsplan vanuit de noden van het schoolteam uitstippelen In het team een wezenlijke bijdrage leveren tot het tot standkomen, bijsturen en actualiseren van het schoolwerkplan Met collega s in team werken aan schoolklimaat waarin verdraagzaamheid, communicatie, conflicthantering, openheid en respect tav diversiteit belangrijke waarden zijn

5. Zichzelf sturende en geëngageerde persoon die voortdurend leert uit eigen en andermans ervaringen en uit meerdere bronnen. Kerncompetenties Startniveau Integratieniveau Expertniveau 5.1. Bereid zijn zich voortdurend te informeren en bij te scholen met betrekking tot de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsnoden Zich aangesproken en betrokken voelen wanneer informatie over leerlingen met speciale noden, hun onderwijs, begeleiding en maatschappelijke positie in de actualiteit is Actief op zoek gaan naar actuele informatie over leerlingen met specifieke onderwijsnoden via literatuur en bijscholing Zich actief inzetten om de kennis over leerlingen met specifieke onderwijsnoden te verspreiden door deelname aan werkgroepen e.d. 5.2. Bevragen, overleggen en voortdurend bijsturen van het eigen handelen De noodzaak erkennen van open communicatie rond het eigen handelen als middel tot leren in de praktijk Zich bewust zijn van zijn handelingsverlegenheid t.a.v. leerlingen bij wie het toekomstperspectief bedreigd is Geloven in het eigen aandeel in de ontwikkeling van leerlingen met speciale noden Voortdurend bevragen van het eigen handelen t.a.v. leerlingen met speciale noden via mentoring en intervisie Het eigen aandeel zien in het tot standkomen van moeilijk of positief gedrag van de leerlingen Handelen in voortdurend overleg, open voor tips en kritische bemerkingen van andere partijen Het eigen handelen bijsturen vanuit een reflectie over het eigen aandeel in het gedrag van leerlingen Bewust en kritisch kijken naar de eigen begeleidingsstijl.