ALGEMEEN. Doel & inhoud. Evaluatie



Vergelijkbare documenten
Masterexamen Nederlands

Aanpak van een cursus

Bachelorexamen Nederlands

Voorwoord. Veel succes met de schrijftraining! Amsterdam, februari Freek Bakker Joke Olie. 6 Voorwoord

Wat is een sectorwerkstuk?

Het schrijven van stukken. Een introductie

2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot.

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

project: Introductie Helpende Zorg & Welzijn

Inhoud. Voorwoord 6. Inleiding 7

structureren onderzoeksverslag terugkombijeenkomst

3.3 Schrijfdoel en publiek bepalen In deze paragraaf oefen je met de schrijfstrategieën schrijfdoel en publiek bepalen.

Werkwijzer Verslagkring:

EEN BRIEF NAAR DE DOCENT

NI02_03 Nizozemská literatura 20. a 21. století I jaro 2012 Afspraken i.v.m. individueel traject Marianna Bartková (učo )

Je oefent deze vaardigheid in het praktijklokaal aan de hand van het handelingsformulier Voorlichting geven.

EEN ZAKELIJKE BRIEF SCHRIJVEN NEDERLANDS

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Sectorwerkstuk

TOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL 1

Een bespreking voorbereiden, notuleren en voorzitten

Sectorwerkstuk

In groep 8 gaan we een aantal dingen door het jaar heen doen, namelijk het maken van een:

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

twee initiatieven Academisch Nederlands

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Tuesday, February 8, Opleiding Interactieve Media

De volgende onderdelen moeten in het verslag worden verwerkt:

Voorlichtingstijdschrift maken over leefstijl Preventie en Gezondheidsvoorlichting

ATTENTIE: Lees vanaf pagina 4 van dit document zorgvuldig de uitgebreide tekst door over het doel van de eindscriptie en de aanbevolen werkwijze.

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Een voorlopige balans (Periode 1)

Uitleg boekverslag en boekbespreking

TOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES

Academiejaar Programmagids. Master in de meertalige communicatie. Master Meertalige Communicatie

Het Sectorwerkstuk

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

TEKST VAARDIG. Marie-Anne Baert Arnout De Witte

RUSSISCHE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

TOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN...

Profiel Professionele Taalvaardigheid

Schrijven van studiemateriaal

INtheMC. Niveau (NQF) Startdatum: Einddatum: Aanvinken v=voldoende a = aanpassen 2=2e gelegenheid

SECTORWERKSTUK

Studiehandleiding. Engels voor gevorderden

Schrijven van studiemateriaal

SECTORWERKSTUK 4VMBO - T

CV en motivatiebrief. 1. Kop Curriculum Vitae, eventueel je naam

Al doende leren Een module voor trainers

ARABISCHE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

6 7 NORM= het niveau waarop het vak volgens de doelstelling van het onderwijsprogramma wordt afgesloten 8 9 Excellent

Programmering Leerstof & Toetsing VWO

Nederlands. complete methode. Lesstof overzicht. vmbo. Mondelinge taalvaardigheid

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 3.6 Evalueert de geboden ondersteuning

Opdracht Weg met seksuele uitbuiting van kinderen in toerisme

TRAJECT WELZIJN_METHODIEK VAN BEGELEIDEN_ _INHOUD_KORT

Mediacollege Amsterdam

Wetenschapscommunicatie Informatica: doelstelling, opdrachten, proces, beoordeling en deadlines.

Spoor je leerlingen dus aan om een verzorgde taal te hanteren tijdens en buiten de lessen. Je maakt hen enkel sterker!

TOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING

Wat is een sectorwerkstuk?

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) HAVO

Solliciteren (2) Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? De sollicitatiebrief

Juf Sabine en juf Maaike

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

Van woord tot tekst. Antwoordformulier bij het onderdeel Van bouwplan naar teksteenheden en inleiding

CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

EEN MEERKEUZEVRAGEN MAKEN MET HOT POTATOES IN 13 STAPPEN

HAVO 4 presenteren + debat + betoog periode

Thema 1: Reflectie op Schrijfvaardigheid Sessie 1.1 Hoe denk ik over schrijfvaardigheid? Sessie 1.2 Wat weet ik over schrijfvaardigheid?

Beroepenwerkstuk 3 havo / 3 vwo

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

ZAKELIJKE COMMUNICATIE. Schriftelijk. Handleiding competentiegerichte assessments. Diddo van Zand

TOETSTAAK 30: LILLALAND

DEEL A COMPETENTIEOPDRACHT ALA 2

De kunst van wetenschappelijk schrijven

Tips Examen Nederlands

Informatieboekje. Spreekbeurt, leeskring en nieuwskring / 2016 groep 8

Lesstof overzicht Station complete methode Nederlands vmbo

Sectorwerkstuk. Theoretische Leerweg. Klas 4 TL/M

Utrecht, 27 juni Caleidoscoop 2. Gerard Sleijpen Department of Mathematics. sleij101/

HANDLEIDING SECTORWERKSTUK. Naam: Klas: Begeleider: Sectorwerkstuk Pagina 1 1

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

tieve En Ect Educa traj

ARABISCHE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) VWO

Week 1 twee weken voorafgaand aan het Voorleesontbijt. Bijeenkomst 1. Materiaal

Dienstenbeschrijving communicatieve vaardigheden

Procedure Contact:

NAAM: GROEP: SCHOOL:

hoge stroming Fase Ontdek en onderzoek

Ontwikkelen/schrijiven methodiek Nederlands (geschreven door Jalal Al Baz) Kennis voor een gevulde winkelwagen / 2004/EQC/0021

Hoofdstuk 7 Evaluatieformulier

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk

[DIA MET TITEL+COVER HIER]

Transcriptie:

NI04_02 Komunikace v obchodním styku a v zaměstnání Sofie Royeaerd Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky Arna Nováka 1 602 00 Brno CZ sofie.royeaerd@gmail.com ALGEMEEN Doel & inhoud In deze cursus krijgen gevorderde studenten Nederlands een inleiding in zakelijk Nederlands. Aan het einde van de cursus moeten de studenten in staat zijn te corresponderen, zakelijke gesprekken te voeren, te vergaderen, notuleren, onderhandelen rapporteren en te presenteren in het Nederlands. Leidraad is het handboek (+ de cdrom) Taal in zaken. Zakelijk Nederlands voor anderstaligen (2003) van Christine van Baalen. Zowel mondelinge als schriftelijke vaardigheden worden geoefend. Daarnaast doen de studenten kennis op over zakelijke communicatie in de context van de Lage Landen. Ze worden aangemoedigd bepaalde conventies te vergelijken met die in Centraal-Europa in het algemeen en Tsjechië in het bijzonder. Evaluatie We werken met het boek Taal in zaken. Zakelijk Nederlands voor anderstaligen van Christine van Baalen en met extra oefeningen (vooral uit het handboek Ter zake van Lyan Bekkers en Susan Mennen). Je kennis en vaardigheden worden getest aan de hand van: - Korte schriftelijke opdrachten i.v.m. corresponderen - Mondelinge opdrachten tijdens de colleges - Een presentatie (mondeling) - Een rapport (schriftelijk) Wanneer krijg je een zápočet? Je hebt alle opdrachten op tijd ingediend. Je hebt de onderdelen in het boek telkens grondig gelezen. De schrijfopdrachten zijn formeel en talig verzorgd. Je bent in staat de mondelinge opdrachten tijdens de colleges goed uit te voeren. Je presentatie is inhoudelijk en formeel goed opgebouwd (= beantwoordt aan de eisen die in het desbetreffende hoofdstuk worden beschreven) en is talig verzorgd. De eerste versie van je rapport is formeel in orde (= beantwoordt aan de eisen die in het desbetreffende hoofdstuk worden beschreven) en is talig verzorgd. In de tweede versie van het rapport heb je de opmerkingen van de docent verwerkt.

Overzicht colleges en opdrachten College 19 februari Inleiding Bespreking doelstellingen, opdrachten etc. Lezen corresponderen, deel 1, boek p. 19 33. College 26 februari Opbouw brieven Bespreking deel 1 hoofdstuk Corresponderen Vergelijking briefconventies NL BE CZ volgende college Lezen corresponderen, deel 2, boek p. 33 41 Oef. 6 (p. 63): schrijf de brief (de vragen hoef je niet te beantwoorden) Oef.7 (p. 63) : schrijf de brief Oef. 11 (p. 65): schrijf de brief College 5 maart Informerende brieven en verzoekbrieven Bespreking Corresponderen, deel 2 Bespreking schrijfopdrachten : Lezen corresponderen, deel 3: boek p. 43 48 + p. 58 61 Oef. 12 (p. 65): schrijf de brief Oef. 13 (p. 65): schrijf de brief Oef. 14 (p. 65): schrijf de brief College 12 maart Klachtenbrieven, slecht-nieuwsbrieven, memo fax en e-mail Bespreking deel 3 hoofdstuk Corresponderen Bespreking schrijfopdrachten Lezen corresponderen deel 4 p. 49 57 + paragraaf over sollicitatiegesprekken p. 89 90 Oef. 20: schrijf de brief en de c.v. College 19 maart Sollicitatiebrieven en sollicitatiegesprekken Bespreking onderdelen boek over sollicitatiebrieven en gesprekken Bespreking schrijfopdracht + oef. 19 Oefening sollicitatiegesprek Lezen hoofdstuk Gesprekken voeren, deel 1: p. 69-90

College 26 maart Gesprekken voeren Bespreking Gesprekken voeren, deel 1 Lezen deel 2 Gesprekken voeren: p. 90 93 Goed bestuderen: taalchecklist telefoneren, syllabus p. 17-18 College 2 april Telefoongesprekken Bespreking onderdeel boek + taalchecklist Lezen hoofdstuk Presenteren, zie boek p. 217-240 College 9 april Presenteren Bespreking hoofdstuk presenteren Bespreking thema presentatie (en rapport) Lezen hoofdstuk vergaderen boek p. 99-124 College 16 april Vergaderen Bespreking hoofdstuk vergaderen Lezen hoofdstuk Notuleren boek p. 129 148 College 23 april Notuleren / onderhandelen Bespreking hoofdstuk Notuleren onderhandelen Presentatie!!! (cf. richtlijnen) College 30 april Presentatie!!! + extra oefeningen onderhandelen College 7 mei - inhaalcollege College 14 mei geen college Eindopdracht: rapport Zelf het desbetreffende hoofdstuk grondig lezen Eventuele vragen: persoonlijke consultatie Deadline eerste versie = 27 mei Deadline tweede versie: 18 juni

Instructies opdracht RAPPORTEREN 1. Deadlines Voorstel: 9 april Eerste versie: 27 mei Tweede versie: 18 juni 2. Bestudeer hoofdstuk Rapporteren in Taal in zaken (p. 183-216) + het bijhorende materiaal op de cd-rom. 3. Voorstel rapport Een rapport is een verslag van onderzoek. Het onderwerp van je rapport mag je kiezen. Kies gerust een onderwerp dat in de lijn ligt van je Bachelorscriptie (of van de Masterscriptie die je gaat schrijven), of van de map land en volk of taalkunde die je voor het Bachelorexamen hebt voorbereid. Wie in een bedrijf werkt, mag natuurlijk ook een zakelijk onderwerp aan de orde stellen. In het kader van het vak Zakelijk Nederlands staat niet zozeer het onderzoek centraal, maar de manier waarop je verslag doet van dat onderzoek welk onderzoek dan ook. Let wel: een rapport moet overzichtelijk en gestructureerd zijn en het taalgebruik is zakelijk en precies. Het is uiteraard niet de bedoeling dat je zomaar onderdelen uit je scriptie plukt. Wel kan je gebruik maken van het onderzoek dat vooraf ging aan je scriptie. Het rapport heeft andere formele eisen dan een scriptie en moet (in dit geval) kort en bondig zijn. Je zal dus je vraagstelling moeten aanpassen. Ook de doelgroep van een rapport verschilt. In het voorstel van je rapport vermeld je de volgende zaken: De doelstelling van je rapport. Formuleer een duidelijke doelstelling en vermeld eventueel op welk(e) aspect(en) je de nadruk zal leggen. De doelgroep van je rapport. Die doelgroep mag je verzinnen. Het is echter wel van belang die doelgroep voor ogen te houden: een rapport voor leken ziet er anders uit dan een rapport voor specialisten. De aard van je rapport. Is je rapport diagnostisch, evaluerend of adviserend? (in het boek worden deze termen uitgelegd) 4. Het rapport Je schrijft een (mini)rapport van ongeveer 2000 woorden. De hoofdtekst van je rapport telt minstens 4 à 5 bladzijden. Vormelijk moet je rapport aan alle eisen beantwoorden. Dat wil zeggen dat je rapport moet bestaan uit de onderdelen die in het boek worden opgesomd (zie p. 197): omslag, titel, voorwoord, etc. In het totaal bestaat het rapport dus uit meer dan 5 bladzijden. Maak vooraleer je begint te schrijven een bouwplan. Denk na over welke deelvragen je in welk(e) hoofdstukje/paragraaf beantwoordt, en over hoe je je bevindingen of argumenten zal structureren in alinea s. Zet alles in puntjes op papier. Op basis van dit bouwplan schrijf je het rapport. Het bouwplan geef je samen met de eerste versie van je rapport af.

Instructies opdracht PRESENTEREN 1. Deadlines Voorstel: 22 april Presentatie: in juni of september 2. Je leest hoofdstuk Presenteren in Taal in zaken (p.217-243). We bespreken dit tijdens één van de colleges, en maken extra oefeningen. 3. Voorstel presentatie Het onderwerp van je presentatie mag je kiezen. Net zoals bij het rapport ligt de nadruk niet zozeer op het onderzoek zelf, maar op de manier waarop je het onderzoek (of bijvoorbeeld een product) presenteert. Het onderwerp mag in de lijn liggen van het rapport, je scriptie, een map land en volk of taalkunde, je werk, etc. Let op: een presentatie heeft specifieke kenmerken! Je kan dus niet zomaar de vraagstelling overnemen van je rapport of scriptie: je zal op een bepaald aspect moeten focussen. Ook het taalgebruik is uiteraard helemaal anders. Je medestudenten (universitaire studenten Nederlands als vreemde taal) zijn het doelpubliek. Je moet je presentatie dus op hen afstemmen. Je geeft op voorhand de volgende zaken door: De centrale vraagstelling (+ eventuele deelvragen) De aard van je presentatie: wil je informeren of bijdragen tot een bepaalde meningsvorming? (deze termen komen in het hoofdstuk ter sprake) 4. De presentatie De presentatie duurt tussen de 15 en de 20 minuten. Daarna volgt een vragenronde of een korte discussie (ongeveer 10 minuten). In het hoofdstuk wordt aangeraden gebruik te maken van visuele hulpmiddelen. Zorg dus voor hand-outs en/of een PowerPointpresentatie. De presentatie hoef je niet helemaal uit te schrijven. Maar het is ook niet de bedoeling dat je rond het onderwerp improviseert. Je maakt een bouwplan : daarin zet je op een gestructureerde manier een aantal kernwoorden. Ook moet je je talig voorbereiden: de taalkaders in het boek kunnen je helpen. Zoek daarnaast woorden op en schrijf enkele zinnen of zinsdelen op die je tijdens je presentatie zal gebruiken. Zorg ervoor dat je bijv. het woordgeslacht kent van woorden die in je presentatie vaak aan bod komen! Hetzelfde geldt natuurlijk voor werkwoordstijden, etc. Na de presentatie volgt een vragenronde en/of korte discussie. Elke student stelt minstens één vraag. Probeer je op deze vragenronde voor te bereiden door op voorhand een aantal vragen te bedenken. Het bouwplan met kernwoorden, de talige voorbereiding en de voorbereiding op de vragenronde geef je na je presentatie af.