Gemeente Gorinchem Projectbesluit: Parallelweg nabij 51, kadastraal bekend sectie H, nummer 156

Vergelijkbare documenten
V A L K E N S WA A R. D

Parapluherziening De Puurveense Molen ontwerp

Vaststelling bestemmingsplan Agter de Hoven ong. Wanssum (NL.IMRO.0984.BP va01)

Gemeente Delft. 19 april 2011 ««.JUU Pieter Guldemond Friso Vossen 2112 vaststelling bestemmingsplan ^ GR I

BESLUIT OP BEZWAAR tegen het verlenen van een reguliere bouwvergunning voor het bouwen van 10 woningen aan de Kooweide (Schollenkamp) in Borculo.

ONTWERPBESLUIT. aan de aanvraag planologische medewerking kan worden verleend middels het nemen van een projectbesluit;

gemeente Eindhoven Doelstelling Door de bestemmingsplanherziening wordt de legale en bestaande situatie planologisch juist opgenomen.

Raadsvoorstel tot (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingsplan "Landhof, fase 3"

Raadsvoorstel. Voorstel: Burgemeester en wethouders. Kerngegevens. Jaargang : 2014 Registratienummer : 2014/46767 Datum : 14 oktober 2014

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie.

GEMEENTE BARNEVELD. Dossiernummer: 8798 Omgevingsloketnummer: Kenmerk: - O M G E V I N G S V E R G U N N I N G

: Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan "Katwijk aan den Rijn 2012

Ruimtelijke onderbouwing

K E N N I S G E V I N G

Voorstel aan de gemeenteraad

Vaststelling bestemmingsplan Oirloseheide 2 Oirlo (NL.IMRO.0984.BP17009-va01)

EERSTE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN STEDELIJKE BEDRIJVENTERREINEN VLISSINGEN

Ruimtelijke onderbouwing Projectbesluit Parallelweg nabij 51, kadastraal bekend sectie H, nummer 156

Omgevingsvergunning. Bijgevoegde documenten De volgende bij het besluit behorende gewaarmerkte documenten worden digitaal nagezonden:

Memo. Inleiding. Locatie. Molenbiotoop

Kern Klundert 1 e herziening. identificatiecode: datum: status:

Omgevingsvergunning 1 e fase

INHOUDELIJKE TOELICHTING (waaronder beoogde doelen en/of maatschappelijke effecten)

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

(ontwerp) Projectbesluit Hogeweg 30 Zuidlaren

2010/ Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Beverwijk,

Gemeente Delft. Raadsvoorstel

Ontwerpbouwvergunning 1 e fase (08-149) tevens projectbesluit NL.IMRO.0852.PBKMONoord41010

gemeente eijsdervmargraten

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ;

De raad van de gemeente Lansingerland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 augustus 2013 en 15 oktober 2013

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad,

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten planologische afwijking van het bestemmingsplan en bouwen

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde

Ambtelijke bijstand: Janke Bolt 1

OMGEVINGSVERGUNNING (Nummer: W12/003578

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom

't, RAADsvooRSTEL EN ontwerpbeslutr

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen

Onderwerp: Verklaring van geen bedenkingen voor woningbouw Wilhelminaplantsoen 1

1. het bouwplan bouwvergunningplichtig is als bedoeld in artikel 40 van de Woningwet;

Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan "Heerde-Dorp, 5 e herziening (Haneweg 4 te Heerde)".

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

Zienswijzenverslag Bestemmingsplan plattelandswoningen, Locatie Heikomstraat 16

Raadsvoorstel. Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Ronde Akkers. Aan de gemeenteraad,

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

Raadsvoorstel ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Dorpstraat 59"(Riel)

ONDERWERP Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan "Centrum en omgeving" t.b.v. nieuwbouw Vomar

Nieuwbouw Sportzaal Kikkerpolder, Groene Maredijk 1A, sectie P3173, Leiden.

REGULIERE BOUWVERGUNNING EN VRIJSTELLING EX ARTIKEL WRO

C. Evers 3678

Zaaknummer: Vergunninghouder: Projectomschrijving: Overwegingen Activiteit: Bouwen

1 INLEIDING. 1.1 Aanleiding

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 24 januari 2018

Voorstel aan raad. Geadviseerd besluit. Samenvatting ROM. H.J. Weeda. 14 mei 2013 vaststellen bestemmingsplan Hof van Lebret 2013

Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

Raadsvoorstel Weigeren verklaring van geen bedenkingen voor het bouwen van een woning aan de Nieuwe Achtse Heide 70

NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST

Leges: bouwactiviteiten : 6.291,00 buitenplanse afwijking (bouw/aanleg) Wabo art 2.12 lid 1 onder a 3o : 4.917,00

ONTWERP. OMGEVINGSVERGUNNING Dorpsstraat 20 in Lattrop-Breklenkamp

E. van den Boom raad00684

T oelichting. Hoofdstuk 1 Inleiding. Afstemming op SVBP2012

OMGEVINGSVERGUNNING (definitief besluit) Nummer: W12/003358

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad,

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Scan nummer 2 van 2 - Scanpagina 1 van 5

Gelet op hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn wij bevoegd om op deze aanvraag te beslissen.

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 14 september 2016

Op onderstaande luchtfoto is de locatie aangeduid met een rode omcirkeling.

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Bestemmingsplan Symfonia fase 2. Gevraagde Beslissing:

Voorstel raad en raadsbesluit

Nuon Windpark Wieringermeer B.V. Mevrouw M.S. Deimel Hoekenrode BR AMSTERDAM. Geachte mevrouw Deimel,

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

B en W Adviesnota ADVIES. ontwerpbestemmingsplan Janslust 5 Heide.

ONTWERP Omgevingsvergunning UV

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Raadsvoorstel nr Portefeuillehouder wethouder drs. G. van der Hoeven

* *

OMGEVINGSVERGUNNING Nummer: W14/008143

~ W'~I /t ".. di t R t I k B h

memo Berekening bouwhoogte met molenbiotoopformule, molen De Fortuin te Hattem

Ontwerp Omgevingsvergunning HZ gezien de op 19 juli 2013 ingediende aanvraag om omgevingsvergunning van:

Pagina 1/6 T

Ontwerp Raadsbesluit Ontwerp Verklaring van geen bedenkingen

Artikel 19, lid 2 WRO procedure bouw serre Golden Tulip BESLUITEN

GEMEENTE OLDEBROEK. Samenvatting

Pagina 1/5 T

gemeente Eindhoven OplegvelRaadsvoorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan II Buitengebied (Hotel Van der Valk) rma/lg

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G

OMGEVINGSVERGUNNING (Nummer: W14/008605)

Raadsvoorstel. Bouwplan Stationsstraat 6b te Oostzaan. Leefomgeving. Beleid en regie E. Bressers C. Stevens

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

De Minister van Economische. Zaken en. De Minister van Infrastructuur en Milieu. Overwegende dat:

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 25 oktober 2017

Tijdelijke ontheffing en tijdelijke bouwvergunning

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Vaststelling veeg-bestemmingsplannen Kortland, Langeland en Lansingh-Zuid

ONTWERPOMGEVINGSVERGUNNING EERSTE FASE ERF KORTLAND 42

Transcriptie:

Gemeente Gorinchem Projectbesluit: Parallelweg nabij 51, kadastraal bekend sectie H, nummer 156 Nota van zienswijzen - onderdeel beantwoording; - onderdeel wijzigingen. Juli 2010

Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Algemeen 3 1.2 Wijze van behandeling 3 1.3 Overzicht zienswijzen overleginstanties 3 1.4 Overzicht zienswijzen burgers 3 2. Nota van zienswijzen onderdeel beantwoording 4 2.1 Zienswijzen overleginstanties 4 2.1 Zienswijzen burgers 4 3. Nota zienswijzen onderdeel wijzigingen 5 3.1 Verbeelding 5 3.2 Regels 5 3.3 Ruimtelijke onderbouwing 5 2

1. Inleiding 1.1 Algemeen Het ontwerp projectbesluit Parallelweg nabij 51, kadastraal bekend sectie H, nummer 156 heeft op grond van artikel 3.11 Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) met ingang van 17 maart 2010 gedurende zes weken voor eenieder ter inzage gelegen in de informatiehoek van het Stadhuis, Stadhuisplein 1 te Gorinchem. Het projectbesluit was digitaal raadpleegbaar op de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Op de gemeentelijke website stond een link naar deze landelijke voorziening. 1.2 Wijze van behandeling In de Nota van zienswijzen onderdeel beantwoording is een overzicht opgenomen van de ingekomen zienswijzen. Er is in totaal één zienswijze ingediend. Voor deze ingekomen zienswijze is de volgende informatie opgenomen: - naam en adres van de indiener; - datum van indiening van de zienswijze; - een samenvatting van de zienswijze; - een reactie van de gemeente van de zienswijze; - een overzicht of de reactie aanleiding geeft tot wijziging van het projectbesluit. De zienswijze is ontvankelijk verklaard. De zienswijze is namelijk ingediend gedurende de termijn van terinzagelegging van het projectbesluit. Het ontvankelijk verklaren houdt niet per definitie in dat de onderdelen van de zienswijzen gegrond zijn. De zienswijze heeft op bepaalde onderdelen aanleiding gegeven tot wijziging van het projectbesluit. 1.3 Overzicht zienswijzen overleginstanties Op grond van artikel 5.1.1 Besluit ruimtelijke ordening heeft overleg plaatsgevonden met de Provincie, het Waterschap Rivierenland, Rijkswaterstaat, de VROM-Inspectie en Prorail. De overleginstanties hebben geen zienswijzen ingediend. 1.4 Overzicht zienswijzen burgers Er is één zienswijze ingediend door de Stichting vrienden voor de Gurcumse molens, Postbus 539, 4200 AM Gorinchem. Deze zienswijze is van 19 april 2010 en ontvangen op 22 april 2020 met kenmerk: REO: In10-02331, zaak 242. 3

2. Nota van zienswijzen onderdeel beantwoording 2.1 Overzicht zienswijzen overleginstanties De overleginstanties hebben geen zienswijzen ingediend. 2.2 Overzicht zienswijzen burgers Er is één zienswijze ingediend door de Stichting vrienden voor de Gurcumse molens, Postbus 539, 4200 AM Gorinchem. Deze zienswijze is van 19 april 2010 en ontvangen op 22 april 2020 met kenmerk: REO In10-02331. In eigen bewoordingen is allereerst de reactie van de zienswijze weergegeven gevolgd door een reactie van gemeentewege. Hierbij is tevens aangegeven of het onderdeel aanleiding geeft tot aanpassing van het plan. Zienswijze Stichting vrienden voor de Gorcumse molens Verkorte weergave 1. Reclamant stelt dat het voor onderhavig project beter is een actualisatie van het bestemmingsplan af te wachten aangezien het vigerende bestemmingsplan Molenvliet niet voorziet in regels met betrekking tot de molenbiotopen West en Oostmolen en dit als zodanig geregeld kan worden in het bestemmingsplan. 2. Reclamant stelt dat het besluit onzorgvuldig is aangezien het individuele belang prevaleert boven het molenbelang nu een concrete bouwaanvraag uitgangspunt is voor het projectbesluit. 3.1 De genoemde bedrijfshallen in het rapport van Pouderoyen van september 2009 zijn niet bekend en de genoemde kantines in de ruimtelijke onderbouwing staan niet vermeld in het rapport. Het rapport is derhalve onvolledig. 3.2 In het rapport van Pouderoyen van september 2009 staat aangegeven dat de spoorlijn een windbelemmering zou geven onduidelijk is waaruit deze windbelemmering bestaat. 3.3 De kantines zijn aanzienlijk lager dan het voorgestelde bouwplan en een hogere bouwhoogte van de nieuwbouw betekend een verslechtering van de molenbiotoop en strijdigheid met het beleid van de provincie. Reactie van gemeentewege 1. Het bouwplan is ingediend en aangezien er sprake is van strijdigheid met het bestemmingsplan dient de bouwvergunning tevens te worden aangemerkt als verzoek om een projectbesluit. Op grond van artikel 46 lid 3 sub b van de Woningwet dient op zo n aanvraag beslist te worden en is het niet mogelijk te wachten op een herziening van het vigerende bestemmingsplan gepland 2011. Dit onderdeel geeft geen aanleiding tot aanpassing van het plan. 2. De bouwaanvraag wordt getoetst aan en is in overeenstemming met gemeentelijk-, rijks-, en provinciaal beleid. Er is geen sprake van strijdigheid met de criteria uit van de molenbiotoop. Dit onderdeel geeft geen aanleiding tot aanpassing van het plan. 3.1 De gemeente zal het onderzoeksrapport hieromtrent laten aanpassing. De kantines worden opgenomen in het rapport en de ruimtelijke onderbouwing. 3.2 De gemeente zal het onderzoeksrapport hieromtrent laten aanpassen. Dit onderdeel wordt uit het rapport gehaald. 3.3 Er is hier geen sprake van een verslechtering van de molenbiotoop. De nieuwbouw is conform provinciaal beleid en betekend dan ook geen verslechtering van de molenbiotoop. Dit onderdeel geeft geen aanleiding tot aanpassing van het plan. 4

4.1 Beplanting geldt als belangrijke motivatie om de bouwhoogte van het plan en overige nieuwbouwplannen te rechtvaardigen hetgeen in strijd is met het beleid van de provincie. 4.2 Reclamant stelt dat de in eigendom van de gemeente zijnde bomen bij het sportcomplex Molenvliet door de gemeente gebruikt wordt als motivatie om onderhavig bouwplan mogelijk te maken. Aan de huidige windbelemmering door de bomen kan een einde gemaakt worden door het kappen van deze bomen. 4.3 Reclamant merkt op dat op het naastgelegen perceel (oostzijde) er recent nieuwe bomen gepland zijn en een hier een repeterend karakter ontstaat indien de bomen inwisselbaar zijn voor bebouwing. 5. In de regels is geen aanlegvergunningstelsel voor beplanting opgenomen hetgeen in strijd is het met provinciaal beleid. 6. Het zicht op de molen verslechterd vanaf de Nieuwe Wolpherensedijk door onderhavig bouwplan. Op grond van het rapport van Pouderoyen van september 2009 kan bestaande beplanting ingewisseld worden voor bebouwing. 7. In het rapport van Pouderoyen en de ruimtelijke onderbouwing wordt de huidige biotoop onterecht als slecht getypeerd. De verstening rond de molen valt mee. 8.1 In het rapport wordt uitgegaan van een onjuiste afstand van 255 meter. De kortste afstand gemeten vanuit het hart van de molen en het perceel is 239 meter. 8.2 Onduidelijk is wat de hoogte is van het bouwplan en het perceel ten opzicht van de onderkant van de wiek. Er is geen meting verricht volgens het Normaal Amsterdams Peil (NAP) 8.3 De toegepaste molenbiotoopformule is in 4.1 Deze constatering van reclamant is niet hetgeen de gemeente beoogd heeft met het projectbesluit en het rapport van Pouderoyen van september 2009 is hieromtrent verduidelijkt evenals de ruimtelijke onderbouwing. 4.2 Deze constatering van reclamant is niet hetgeen de gemeente beoogd heeft met het projectbesluit en het rapport van Pouderoyen van september 2009 is hieromtrent aangepast evenals de ruimtelijke onderbouwing. Het kappen van de bomen bij het sportcomplex Molenvliet betreft een onderdeel dat buiten het kader van dit plan gaat en deze opmerking is voor kennisgeving aangenomen. 4.3 Dit onderdeel gaat buiten het kader van dit plan en deze opmerking is voor kennisgeving aangenomen. 5 Op grond van de wetgeving is het niet mogelijk om in een projectbesluit ontheffingsbepalingen en een aanlegvergunningstelsel op te nemen. De Wet ruimtelijke ordening biedt namelijk geen expliciete grondslag hiervoor. Ondanks dit hecht de gemeente veel waarde aan de molenbiotoop en wordt een regeling ter bescherming van de molenbiotoop opgenomen in de regels en verbeelding. In de regels wordt een nieuw artikel 6 toegevoegd ten behoeve van de vrijwaringszone molenbiotoop conform provinciaal beleid. 6. Deze constatering van reclamant is niet hetgeen de gemeente beoogd heeft met het projectbesluit en het rapport van Pouderoyen van september 2009 is hieromtrent ter verduidelijking aangepast evenals de ruimtelijke onderbouwing. 7. Dit onderdeel is verwijderd uit het rapport van Pouderoyen en de ruimtelijke onderbouwing. 8.1 De afstand is berekend tussen het middelpunt van de molen en de te realiseren woning. Deze afstand bedraagt circa 258 meter en het rapport van Pouderoyen en de ruimtelijke onderbouwing zijn hieromtrent verduidelijkt en aangepast. 8.2 Het rapport is naar aanleiding van deze opmerking verduidelijkt en aangepast evenals de ruimtelijke onderbouwing. Er is een meting verricht volgens het NAP en de hoogte van de onderstaande verticale wiek bedraagt 0,3 meter. 8.3 Het rapport is naar aanleiding van deze 5

strijd met het beleid van de provincie en daarmee niet rechtsgeldig. 8.4 Bij de molenbiotoopberekening, conform het beleid van de provincie, is uitgegaan van een onjuiste afstand van 255 meter. 9. Het bouwplan dient te voldoen aan de criteria van de molenbiotoop van de Westmolen. Op grond van het bouwbesluit is een bouthoogte van de woning inclusief eerste verdieping mogelijk tot 5,5 meter. Aan een eventueel negatief welstandsadvies kan voorbij gegaan worden in het provinciale molenbelang. 10. In de regels is een hoogte van 9 meter toegestaan en is in strijd met het provinciaal beleid. 11. Reclamant verwacht precedentwerking voor onderhavig bouwplan nu deze in strijd is met de molenbiotoop. 12. De onafhankelijkheid van het onderzoek is in geding indien het bedrijf Pouderoyen aantoont dat de woning passend is binnen de molenbiotoop. 13. Het projectbesluit dient binnen een jaar ingepast te worden in het bestemmingsplan. Aangegeven is dat de herziening van het bestemmingsplan gepland staat voor 2011, maar tevens een verlengingsbesluit van 2 jaar genomen wordt waarbinnen het projectbesluit moet zijn ingepast in het bestemmingsplan. opmerking verduidelijkt en aangepast evenals de ruimtelijke onderbouwing. Het beleid van de provincie is toegepast bij bepaling van de toegestane maximale bouwhoogte binnen de molenbiotoop. 8.4 Berekening heeft plaatsgevonden conform het beleid van de provincie, gemeten vanaf het middelpunt van de molen tot de bebouwing. Deze afstand is herberekend en er is een afstand van circa 258 meter berekend. Het rapport en de ruimtelijke onderbouwing zijn op dit onderdeel aangepast. 9. Het bouwplan is conform het provinciaal beleid met betrekking tot de molenbiotoop. Dit onderdeel geeft geen aanleiding tot aanpassing van het plan. 10. Op grond van het aangepaste rapport van Pouderoyen van juli 2010 blijkt dat het plan conform provinciaal beleid is. Dit onderdeel geeft geen aanleiding tot aanpassing van het plan. 11. Het bouwplan is conform het beleid van de provincie en niet strijdig met de molenbiotoop. Op grond van een vermeende strijdigheid met de molenbiotoop is hier geen sprake van precedentwerking. Dit onderdeel geeft geen aanleiding tot aanpassing van het plan. 12. Het rapport van Pouderoyen is aangepast. Het aangepaste rapport van Pouderoyen van juli 2010 is ter toetsing voorgelegd aan de provincie. In het kader van de procedure tot gewijzigde vaststelling van het projectbesluit wordt het gewijzigd vastgestelde projectbesluit toegezonden aan de Vrom-Inspectie en provincie. 13. Op 31 maart 2010 is de Crisis- en herstelwet inwerking getreden waarbij enkele wijzigingen in diverse wetten, waaronder de Wet ruimtelijk ordening, zijn doorgevoerd. Artikel 3.13 Wro is zodanig gewijzigd dat de verplichting om binnen een jaar na het onherroepelijk worden van een projectbesluit een bestemmingsplan in ontwerp ter inzage te leggen, met de bijbehorende legessanctie, is komen te vervallen. Dit onderdeel geeft aanleiding tot aanpassing van de ruimtelijke onderbouwing. 6

3. Nota van zienswijzen onderdeel wijzigingen De opgenomen wijzigingen in het projectbesluit Parallelweg nabij 51, kadastraal bekend sectie H, nummer 156 betreffen wijzigingen ten aanzien van de verbeelding, regels en toelichting. 3.1 Verbeelding Op de verbeelding is de aanduiding vrijwaringszone molenbiotoop opgenomen voor het gehele projectgebied. 3.2 Regels In de regels is een nieuw artikel 6 Algemene aanduidingsregels opgenomen ten behoeve van de vrijwaringszone molenbiotoop. Artikel 6 is als volgt opgenomen in de regels: Artikel 6 Algemene aanduidingsregels 6.1 aanduidingsomschrijving De gronden ter plaatse van de aanduiding vrijwaringszone molenbiotoop zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element. 6.2 bouwregels In afwijking van het bepaalde bij de in artikel 3 bedoelde bestemming mag niet hoger worden gebouwd dan: a. binnen een afstand van 100 m van de molen: de bouwhoogte gelijk is aan de hoogte van de onderste punt van de verticaal staande molenwiek; b. binnen een afstand va 100 m tot 400 m van de molen: de bouwhoogte 1/30 van de afstand tussen het nieuw op te richten bouwwerk en de hoogte van de onderste punt van de verticaal staande molenwiek. 6.3 gebruiksregels 6.3.1 Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding vrijwaringszone molenbiotoop de volgende werken, geen gebouwen zijnde of werkzaamheden uit te voeren: a. het ophogen van gronden; b. het aanleggen van bovengrondse constructies, installaties en apparatuur met een hoogte die hoger is dan op grond van het bepaalde in artikel 4.2 is toegestaan voor bouwwerken; c. het aanplanten van bomen en/of houtgewas en het aanbrengen van beplanting met groeihoogte in volwassen staat van meer dan op grond van het bepaalde in artikel 4.2 is toegestaan voor bouwwerken. 6.3.2 Het verbod als bedoeld in 4.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. betrekking hebben op normaal onderhoud, beheer en gebruik van de gronden; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning ten tijde van het van kracht worden van het plan. In de regels zijn de ontheffingsbepalingen komen te vervallen. De Wet ruimtelijke ordening biedt namelijk geen expliciete grondslag voor het opnemen van ontheffingsbepalingen in een projectbesluit. De volgende artikelen zijn komen te vervallen: - artikel 3.3 ontheffing van de bouwregels; - artikel 3.4 ontheffing van de gebruiksregels; - artikel 6 Algemene ontheffingsregels; - artikel 7 Overgangsrecht. 7

3.3 Toelichting In de ruimtelijke onderbouwing zijn enkele tekstpassages gewijzigd. 1. Op pagina 3 is het gedeelte tekst onder punt 1.5 Toepassing procedure projectbesluit, als volgt gewijzigd: De aanvrager heeft een bouwvergunning tevens zijnde verzoek om projectbesluit ingediend ter realisatie van de woning. Het gaat hier om een particulier initiatief van beperkte omvang en wachten op de herziening van het bestemmingsplan Molenvliet, gepland in 2011, is voor de aanvrager niet wenselijk. Vooruitlopend op de herziening van het bestemmingsplan Molenvliet kan nu door middel van een projectbesluit ex artikel 3.10 Wro medewerking worden verleend ter realisatie van het project. Er wordt een verbeelding met bijbehorende regels opgesteld. Op 31 maart 2010 is de Crisis- en herstelwet inwerking getreden waarbij enkele wijzigingen in diverse wetten, waaronder de Wet ruimtelijk ordening, zijn doorgevoerd. Artikel 3.13 Wro is zodanig gewijzigd dat de verplichting om binnen een jaar na het onherroepelijk worden van een projectbesluit een bestemmingsplan in ontwerp ter inzage te leggen, met de bijbehorende legessanctie, is komen te vervallen. Nu geldt de verplichting om een projectbesluit langs elektronische weg via een landelijke voorziening (ruimtelijkeplannen.nl) beschikbaar te stellen om de bijbehorende leges te kunnen heffen. Het projectbesluit zal conform artikel 1.2.1 en 1.2.2 van het Bro elektronisch beschikbaar worden gesteld. Tevens zal het plan analoog beschikbaar worden gesteld. Indien de inhoud van het langs elektronische weg vastgestelde projectbesluit en die van de verbeelding daarvan op papier tot een verschillende uitleg aanleiding geeft dat is de inhoud van het projectbesluit langs elektronische weg beslissend, aldus artikel 1.2.3 lid 2 Bro. De vaststelling van het projectbesluit ex artikel 3.10 Wro is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Bij besluit d.d. 26 juni 2008 is de bevoegdheid tot het nemen van een projectbesluit gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders. Tevens is bij besluit d.d. 26 juni 2008 de bevoegdheid tot vaststelling van een exploitatieplan gedelegeerd aan het college indien het bijbehorende en gelijktijdig te nemen planologische besluit een projectbesluit betreft. Het delegatiebesluit is in werking getreden op 1 juli 2008. Om een projectbesluit te nemen dient het project voorzien te zijn van een goede ruimtelijke onderbouwing ex artikel 5.1.3 lid 1 Bro. 2. Op pagina 10 is het gedeelte tekst onder punt 3.8 Cultuurhistorische aspecten, kopje molenbiotoop, als volgt gewijzigd: In de nabijheid van de projectlocatie bevindt zich een tweetal molens, de Oostmolen gelegen aan de Grote Schelluinsekade 2 en de Westmolen gelegen aan de Grote Schelluinsekade 18. De locatie van de molens is toentertijd zo gekozen dat de molens optimaal kunnen functioneren. De omgeving waarmee een molen in relatie staat, noemen we de molenbiotoop. Een goede molenbiotoop is van fundamenteel belang voor de vrije windvang en het zicht op de molens. Door Pouderoyen Compagnons is in september 2009, gewijzigd juli 2010 onderzoek verricht naar de molenbiotoop van de molens in relatie tot de nieuw te bouwen woning aan de Parallelweg nabij 51. Zowel de Oostmolen als de Westmolen en de molenbeschermingszones bevinden zich in stedelijk gebied. De maximale hoogte van bebouwing/beplanting mag dan niet hoger zijn dan 1/30 van de afstand tussen de woning/beplanting en het middelpunt van de molen gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticale wiek. De Oostmolen is gelegen op een afstand van circa 425 meter van de te realiseren woning. De te realiseren woning ligt buiten de 400 meter cirkel (molenbeschermingszone) van deze molen en een nadere toets met betrekking tot de molenbiotoop hoeft ten aanzien van deze molen niet plaats te vinden. De Westmolen daarentegen ligt op een afstand van circa 258 meter en dus binnen de 400 meter cirkel. Bij een afstand van circa 258 meter op basis van de 1/30 regeling een maximale toegestane hoogte van 9,3 meter berekend. Hierbij is tevens het verschil in maaiveldhoogte van de molen en woning meegenomen evenals de hoogte van de onderste punt van de verticaal staande wiek. 8

De hoogte van de te realiseren woning bedraagt 8,5 meter en voldoet daarmee aan het beleid met betrekking tot de molen zoals beschreven in de Nota Regels voor Ruimte van de provincie Zuid- Holland. In de regels is een bepaling opgenomen ter bescherming van de molens. 3. Op pagina 10 is het gedeelte tekst onder punt 3.10 Economische uitvoerbaarheid, als volgt gewijzigd: Het betreft hier een particulier bouwplan. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor de economische uitvoerbaarheid van het plan. Aangezien het hier gaat om een bouwplan in de zin van artikel 6.12 lid 1 Wro in samenhang met artikel 6.2.1 Bro is er sprake van verplicht kostenverhaal en er is op 13 juli 2010 een anterieure (privaatrechtelijke) overeenkomst gesloten ten behoeve van het kostenverhaal en planschadeverhaal. 4. Op pagina 11 is punt 4.4 herziening geldend bestemmingsplan komen te vervallen. 5. Op pagina 14 is het gedeelte tekst onder punt 6 Conclusie, als volgt gewijzigd: De aanvraag waarvoor deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld, betreft het geheel oprichten van een vrijstaande woning aan de Parallelweg nabij 51, kadastraal bekend als sectie H, nummer 156. Het plan is in strijd met de primaire bestemming agrarische doeleinden klasse C op grond van het geldende bestemmingsplan Molenvliet. Er zijn geen belemmeringen en argumenten om de projectbesluitprocedure niet op te starten. De kosten van het bouwplan komen voor rekening van de aanvrager. Met de aanvrager is een anterieure overeenkomst gesloten ten aanzien van de aspecten verplicht kostenverhaal en planschadeverhaal. De (bouw)leges voor het nemen van het projectbesluit zijn tevens voor rekening van de aanvrager. Gelet op de aard en omvang van het bouwplan, de geconstateerde afwijking van het bestemmingsplan en het gestelde in de ruimtelijke onderbouwing zijn wij bereid medewerking te verlenen aan het bouwplan, door toepassing van een projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 Wet ruimtelijke ordening. Met inachtneming van het bovenstaande hebben wij ingestemd met deze ruimtelijke onderbouwing en besloten een projectbesluitprocedure op grond van artikel 3.10 Wet ruimtelijke ordening op te starten. Het gewijzigd vastgestelde projectbesluit met bijbehorende stukken zal gedurende zes weken ter inzage worden gelegd en bekendgemaakt op de landelijke voorziening ro-online (www.ruimtelijkeplannen.nl). De terinzagelegging zal bekend gemaakt worden in het huis-aan-huisblad De Stad Gorinchem, op de website van de Staatscourant (www.officielebekendmakingen.nl) en op de website van de gemeente Gorinchem (www.gorinchem.nl) zal een link naar deze landelijke voorziening worden geplaatst. De analoge versie wordt ter inzage gelegd in de informatiehoek van het Stadhuis, Stadhuisplein 1 te Gorinchem. Bij eventuele verschillen tussen de analoge en digitale versie is het digitale plan maatgevend. 6. Er is een hoofdstuk 6 Zienswijzen toegevoegd: 6.1 Algemeen Het ontwerp projectbesluit Parallelweg nabij 51, kadastraal bekend sectie H, nummer 156 heeft op grond van artikel 3.11 Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) met ingang van 17 maart 2010 gedurende zes weken voor eenieder ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn van terinzagelegging was het voor iedereen mogelijk om een zienswijze in te dienen. 9

6.2 Ingediende zienswijzen De overleginstanties hebben geen zienswijzen ingediend. Er is één zienswijze ingediend door de Stichting vrienden voor de Gurcumse molens, Postbus 539, 4200 AM Gorinchem. Deze zienswijze is van 19 april 2010 en ontvangen op 22 april 2020 met kenmerk: REO In10-02331. De zienswijze is ontvankelijk aangezien de zienswijze is ingediend gedurende de termijn van terinzagelegging van het projectbesluit. Het ontvankelijk verklaren houdt niet per definitie in dat de onderdelen van de zienswijzen gegrond zijn. De zienswijze heeft op bepaalde onderdelen aanleiding gegeven tot wijziging van het projectbesluit. In de bijbehorende Nota van zienswijzen is in eigen bewoordingen allereerst de reactie van de zienswijze weergegeven gevolgd door een reactie van gemeentewege. Hierbij is tevens aangegeven of het onderdeel aanleiding geeft tot aanpassing van het plan. De zienswijze heeft op bepaalde onderdelen aanleiding gegeven tot aanpassing van het plan. Het projectbesluit is in overeenstemming met het beleid van de Provincie terzake van bescherming van de molenbiotoop. Aangezien ten aanzien van beplanting niets geregeld was in het projectbesluit is er een regeling opgenomen in het projectbesluit ter bescherming van de molenbiotoop. 10