Verslag leerdoel stage Zorg bieden volgens dagstructuur & EVVschap



Vergelijkbare documenten
Verslag leerdoel stage Verpleegplan opstellen

Take-home toets klinisch redeneren 2

Nikki van der Meer. Stage eindverslag. Stage Cordaan Thuiszorg.

Klinisch redeneren Take-home toets

PALLIATIEVE ZORG. Take Home Toets

Patiëntencasus. Indeling functionele gezondheidspatronen. Verpleegplan

Eindverslag SLB module 12

Anamneseformulieren op basis van de gezondheidspatronen van Gordon

Gedwongen opname met een IBS of RM *

Plannen van verpleegkundige zorg

Eindopdracht Cova 2 Stage

Palliatieve zorg. Onderdeel: Palliatieve verpleegkunde. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: Klas: 2B2

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

STARTDOCUMENT STAGE JAAR 1 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

Doen bij Depressie. Module 1 Fase 4 - Behandelen. Dagprogramma en Plezierige-Activiteiten-Plan

# #$%#&#' ( &&)*++, (

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 3

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Vragenlijst multiproblematiek I

Het voeren van een evaluatiegesprek

Klinisch redeneren BBL/BBL-i/ BOL/Vakbekwaam/HBOV Opdracht: Start klinisch redeneren: - observeren van een patiënt.

Begeleiden van een groep zorgvragers bij vrijetijdsbesteding

ThiemeMeulenhoff Zorg Niveau Begeleiden op sociaal/maatschappelijk gebied Antwoordmodellen

Stageopdracht: plannen van zorg. Geschreven door Sanne Terpstra.

Aan de slag met de Werk Ster!

Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden

Kliniek Nijmegen. Informatie voor patiënten

Het organiseren van een activiteit

Reflectiegesprekken met kinderen

Organiseren van zorg Niveau 3

DAGPROGRAMMA EN PLEZIERIGE ACTIVITEITEN PLAN

Alvast bedankt voor het invullen!

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp

Naam. Datum. Noteer het aantal GFI punten op dit onderdeel Nadere omschrijving problematiek

Een anamnesegesprek voeren

H Zorg voor kwetsbare ouderen

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Uitgave van Stichting Be Aware Januari 2015 WIL JE MINDER GAMEN?

Welkom bij Centrum Jeugd. Informatie voor kinderen, jongeren en hun familieleden

Stap 6. Stap 6: Deel 1. Changes only take place through action Dalai Lama. Wat ga je doen?

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

: Astrid Groeneveld-Oosterwaal. BPV-periode : September 2008 t/m December 2008

UMCG Centrum voor Revalidatie locatie Beatrixoord Pijnrevalidatie voor kinderen en jongeren

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

34Vraaggericht werken

Vraagstelling: Welke verpleegkundige interventies worden ingezet bij depressie, binnen afdeling De Schans.

De muur. Maar nu, ik wil uitbreken. Ik kom in het nauw en wil d r uit. Het lukt echter niet. De muur is te hoog. De muur is te dik.

Onderwerp: Acute verwardheid of delier

Stageopdracht Plannen van zorg

De eigen grenzen bewaken

Palliatieve zorg: Ethiek

Signaleringsinstrument voor minimale kwaliteit van zorg door het team van verpleegkundigen op een geriatrische afdeling in het algemeen ziekenhuis

GGzE centrum psychotische stoornissen. Act. Zorg bij de eerste psychose. Informatie voor cliënten >>

boek mantelzorg In geval van nood Belangrijke informatie voor de vervangende (mantel)zorger

Terugvalpreventieplan

Groepsactiviteit organiseren en uitvoeren

Inge Test

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Iedereen heeft een verhaal

Zorgprogramma. Emergis, kinder- en jeugdpsychiatrie. Amares

Hoe Yulius jongeren met autisme kan helpen

Kiezen voor een verpleeg- of verzorgingshuis

Blok 1 - Introductie

Werkboek Het is mijn leven

Tijd voor de dood. Stilstaan bij en tijd nemen voor de dood Oprecht en stap voor stap afscheid nemen. Beleidsnotitie Palliatieve Zorg

Wanneer je goed voorbereid bent, zul je merken dat je tijdens het gesprek minder gespannen bent.

Behandeling bij psychose

Praktijkinstructie Bedrijfsoriëntatie 1 (CAL01.1/CREBO:50240)

De competenties zijn opgedeeld in 3 hoofdcompetenties, die verder zijn opgedeeld in beroepstaken.

centrum voor verstandelijke beperking en psychiatrie MET ELKAAR VOOR ELKAAR

Hoe werk je met een zorgleefplan?

Woord vooraf 2 e druk

Samen werken aan het behandelplan Werkboekje behandelplan

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

3 Hoogbegaafdheid op school

Interviews: - interview: vragen gast - vragen pleeggezin - vragen aan begeleider van Open Thuis - Interview met de dienst VMG :

Omgaan met gedrag op Basisschool De Bareel

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Huiselijk geweld. Casus 1:

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

In de war? Op de Intensive Care

WIJNBERG& WIJNBERG voorbeeld REflEctIEvERslaG

Wat kan de orthopedagoog of psycholoog voor jou doen?

In 7 stappen naar een opgeruimd huis Hoe je op een makkelijke manier je opruimachterstanden inloopt

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

Je voert een gesprek met een zorgvrager waarin jij hem adviseert over aanpassingen in zijn leefwijze.

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven

Begeleide interne stage

Zorgplan van een chronische zieke, een lichamelijk gehandicapte of revaliderende zorgvrager bespreken en vervolgens bijstellen

Transcriptie:

Verslag leerdoel stage Zorg bieden volgens dagstructuur & EVVschap Door: Nikita van Gilst (500636371) Klas: 2a2 Stage: Rembrandthof, kliniek A Stagebegeleiders: Willemiek Buitink & Harald Oole Docentbegeleider: Margriet Dijkmans van Gunst

Inhoudsopgave * Inleiding Blz. 3&4 * De zorgketen Blz. 5 t/m 7 * Activiteiten als EVV-er Blz. 8 t/m10 * Activiteiten omtrent zorg bieden volgens algemeen dagprogramma Blz. 11&12 * Reflectie leerdoel Blz. 13&14 * Gebruikte literatuur Blz. 15 * Bijlage Blz. 16 t/m 86 2

Inleiding Dit verslag bevat alle taken die ik heb uitgevoerd omtrent het volgende leerdoel: Ik kan na 12 weken zorg verlenen volgens het algemene dagprogramma en kan de persoonlijk begeleider zijn van één van de patiënten op de afdeling. In dit leerdoel heb ik de volgende stagedoelen verwerkt: - Gaat een professionele samenwerkingsrelatie met de zorgvrager en met medewerkers aan, onderhoudt deze en sluit deze af. - Verleent verpleegkundige zorg binnen de kaders van de instelling. - Verleent verpleegkundige zorg en preventie toepassen ten aanzien van zorgvragers uit één van de volgende zorgcategorieën: chronisch zieken, lichamelijk gehandicapten en revaliderenden, zorgvragers voor en na chirurgische ingreep, voor en na onderzoek of behandeling, geriatrische zorgvragers, verstandelijk gehandicapten, zorgvrager met psychiatrische ziekte. - Coördineert verpleegkundige zorg. - Levert een bijdrage aan het functioneren van het team. Ook hoorde bij dit leerdoel de volgende competenties: - De hbo-verpleegkundige verleent preventieve zorg aan individuen en groepen. - De hbo-verpleegkundige geeft informatie, voorlichting en advies aan individuen en groepen. - De hbo-verpleegkundige coördineert zorgverlening. Ten slotte hoorde bij dit leerdoel de volgende stageopdracht: - Coördinatie en continuïteit van zorg Ik heb aan het begin van mijn stage, dit leerdoel gelijk kenbaar gemaakt aan mijn stagebegeleiders en hebben zo gezamenlijk gekozen voor een patiënt die ik voor langere tijd kon gaan begeleiden. Omdat ik stage loop op een gesloten crisis afdeling is er veel roulatie van patiënten. Hierdoor was het nog knap lastig een patiënt te vinden die ik voor langere tijd kon gaan begeleiden. Uiteindelijk is dit gelukt en is deze patiënt inmiddels nog steeds op de kliniek aanwezig. Hierdoor heb ik deze patiënt mijn gehele stage kunnen begeleiden. Wel heb ik niet geheel aan de stageopdracht kunnen voldoen bij deze zorgvrager, ik heb namelijk geen voor- en nazorg kunnen bieden bij deze patiënt. Dit vanwege het feit dat mijn patiënt al geruime tijd op de kliniek aanwezig was toen ik begon met mijn stage op de kliniek en nog steeds op de kliniek aanwezig is nu ik mijn twintig weken stage erop heb zitten. Het is prettig dat we net voor de juiste zorgvrager gekozen hadden, die ik dus tijdens mijn hele stage heb kunnen begeleiden. Hierdoor heb ik bijvoorbeeld de stageopdracht Plannen van verpleegkundige zorg, bij deze patiënt uit kunnen voeren en ik heb dus een uitgebreid verpleegplan voor deze patiënt gemaakt. Ik zal door middel van deze opdracht, mijn geboden zorg in kaart brengen door allereerst een zorgketen in dit verslag naar voren te brengen. In deze zorgketen laat ik alle activiteiten zien die ik als EVV-er bij mijn patiënt heb kunnen uitvoeren. 3

Als EVV-er ben je als verpleegkundige verantwoordelijk voor alles wat er omtrent de zorg van de patiënt geregeld moet worden (1). Hierbij is zowel de kwaliteit, als de kwantiteit van belang. De uitvoering van de uitkomsten van bijv. een behandelplanoverleg moeten dan ook gewaarborgd worden (1). Dit kan alleen gerealiseerd worden als er een goede samenwerking plaatsvindt tussen de verschillende disciplines en de behoefte van de patiënt voorop blijft staan (1). Als EVV-er moet je dus veel met anderen samenwerken. Goede informatieoverdracht en afstemming tussen disciplines is voor de cliënt van belang. De patiënt moet er vanuit kunnen gaan dat relevante informatie bij alle zorgverleners bekend is (1). De EVV-er van een patiënt is dus de schakelaar tussen alle verschillende disciplines, deze moet er voor zorgen dat elke samenwerking in goed banen geleidt wordt. In dit verslag zullen alle taken die ik uitgevoerd heb als EVV-er aan bod komen. Hierop zal ik in een reflectie, reflecteren Naast het EVV-schap wilde ik bij dit leerdoel zorg verlenen volgens de dagstructuur van de afdeling. Ik zal door een opsomming te geven van alle dingen die ik omtrent de dagstructuur gedaan heb, in dit verslag laten zien dat ik dit gedeelte van dit leerdoel behaald heb. Hierop volgend zal ik, een reflectie schrijven waarin ik terugblik op dit leerdoel. Hierin zal ik dus reflecteren op het EVV-schap en het bieden van zorg omtrent de dagstructuur. Tenslotte bevat dit document alle documenten ter bewijs dat ik dit leerdoel volledig heb uitgevoerd. Deze zullen te vinden zijn onder het kopje, bijlage. 4

De zorgketen Simpel gezegd bestaat een zorgketen uit schakels, die weer bestaan uit verschillende modules. Het beloop van de ziekte kan voor een gedeelte worden beïnvloed door een module. Wanneer je kijkt naar mijn patiënt met schizofrenie, zijn er een aantal zorginstanties te bedenken die betrokken zijn bij de zorg voor de patiënt. Hieronder vallen bijvoorbeeld: de kliniek, de ambulante behandelaars, de huisarts (1,2). Elke patiënt heeft weer zijn eigen behoefte en hierop moet de zorg van deze instanties aangepast worden. De instanties zijn de schakels van de zorgketen, de zorg die elke instantie biedt is de module van de zorgketen (1,2). Allereerst is het bij mijn zorgketen van belang, met welke casuïstiek ik te maken heb. Ik heb al laten weten dat mijn patiënt schizofreen is maar verdere informatie over deze patiënt ontbreekt nog. Casus patiënt Dhr van der Linden is een 37-jarige man redelijk verzorgde man gediagnosticeerd met schizofrenie, paranoïde type. Ook is er bij dhr zwakbegaafdheid vastgesteld, waarbij dhr een IQ zou hebben tussen de 66-74. Dhr is meermalen opgenomen geweest door een psychotisch toestandsbeeld. Dhr is bekent met middelengebruik en het staken van zijn medicatie, hierop is dhr al een aantal keer gedecompenseerd. Dhr woonde voor opname op zichzelf met zijn eg. Eg is ook gediagnosticeerd met schizofrenie, dhr heeft eg ontmoet in de kliniek. Dhr werd voor opname nog wel met enige regelmaat door zijn ambulant behandelaar gezien. Dhr werkte voor opname bij een schoonmaak bedrijf en regelde zelf zijn financiën. Dhr is opgenomen doordat dhr zijn CV-ketel onklaar had gemaakt en erg psychotisch was. Dhr heeft allerlei paranoïde wanen omtrent zijn (stief)vader, die hem bijv. zou bespieden met camera s. Ook bestaat het vermoeden dat dhr wanen heeft omtrent de bijwerkingen van zijn medicatie. Dhr heeft weinig contact met zijn familie, zijn opa en oma komen heel af en toe op bezoek. Ook zijn eg bezoekt dhr dagelijks. Vrienden heeft dhr vooral in de kliniek, dhr geeft in gesprekken aan hier veel steun aan te hebben, net als de steun die dhr krijgt van eg. Dhr is nu twee en een halve maand opgenomen. Er is net naar voren gekomen dat dhr veel schulden heeft. Dit komt doordat dhr zijn financiën niet meer kon regelen tijdens opname. Een sociaal raadsvrouw van de Rembrandthof bemoeit zich hiermee. Dhr heeft veel stress van de schulden en dit werkt niet mee in dhr zijn herstel. Betrekt daarnaast de schulden in zijn psychose. Wilt het liefst ook geen hulp bij het oplossen van zijn schulden, dhr heeft het gevoel dat de sociaal raadsvrouw niet te vertrouwen is. Dhr is nauwelijks te stimuleren tot het deelnemen aan activiteiten op de kliniek, dhr geeft hier als reden voor dat de activiteiten niks voor hem zijn en hij weinig energie heeft. Wel neemt dhr zijn medicatie vrijwel altijd in. Dhr geeft in gesprekken aan, de ene keer te weten dat dhr schizofreen is en het volgende moment is er niks aan de hand, zou dhr hoogbegaafd zijn en hoort dhr geen stemmen meer. Zoals uit de casus blijkt is deze patiënt schizofreen in de vorm van het paranoïde type. Mijn patiënt is dan ook moeilijk te sturen door behandelaars, omdat dhr continue het idee heeft dat er iets achter zit. Hierdoor is mij patiënt ook in de schulden gekomen. 5

Aan het begin van de opname van mijn patiënt, is mijn patiënt in een zorgketen terecht gekomen op de kliniek waar ik stage loop. Deze zorgketen wijkt af van de eerdere zorgketen waartoe mijn patiënt eerst behoorde. Mijn patiënt woonde toen nog thuis en werd zo nu en dan gezien door zijn sturend behandelaar. Dit is nu, in de toestand waarin de patiënt nu verkeerd, niet meer mogelijk. De disciplines die nu te maken hebben met de behandeling van mijn patiënt zijn: Psychiater kliniek A: Mijn patiënt is opgenomen met schizofrenie, paranoïde type. De psychiater beoordeeld de patiënt bij opname, stelt een diagnose en beslist de mate van behandeling. De psychiater is uiteindelijk de eindverantwoordelijke voor de behandeling van de patiënt. De psychiater heeft minstens 1x per week een contactmoment met de patiënt, dit samen met behandelend arts of alleen. Behandelend arts kliniek A: De behandelend arts die mijn patiënt toegewezen heeft gekregen heeft een aantal contactmomenten er week met de patiënt. De behandelend arts maakt besluiten over de medicatie en beoordeeld voortgang van behandeling. De beslissingen die de behandelend arts maakt, worden vaak overlegd met de psychiater van kliniek A. Huisarts van de klinieken: Mijn patiënt heeft een tijd last gehad van obstipatie. Waar deze klachten vandaan kwamen was niet geheel duidelijk. Hierdoor werd de patiënt gezien door de huisarts van de klinieken die hiervoor iets heeft voorgeschreven. Activiteitenbegeleider: Er zijn verschillende activiteiten waaraan de patiënten getracht worde mee te doen. Zo is er muziek, creatief en dans, wat door verschillende vaste SPH ers gegeven wordt. Mijn patiënt is vaak moeilijk te motiveren voor activiteiten, vooral creatief vindt mijn patiënt maar niks. Toch lukt het mijn patiënt soms om mee te doen. Sportbegeleider: Naast de activiteiten hierboven genoemd is er ook een sportbegeleider die een aantal keer per week met de patiënten gaat sporten. Mijn patiënt is hier soms moeilijk voor te motiveren, maar gaat af en toe wel mee. Verpleegkundigen: De verpleegkundigen zorgen ervoor dat de zorg goed wordt uitgevoerd. Ze bewaren de dagstructuur van de patiënten, zorgen ervoor dat de medicatie wordt ingenomen, observeren en voeren gesprekken met de patiënten en voeren zelf ook activiteiten uit in het dagprogramma zoals de dagopening. Sociaal raadsvrouw: Omdat mijn patiënt hoge schulden heeft, is het van belang dat hierin duidelijkheid komt. Hierdoor is de sociaal raadsvrouw ingeschakeld, die zich bezig houdt met alle financiële problemen behorende bij mijn patiënt. Ambulant behandelaar (ook psychiater): Er zijn zo nu en dan contact momenten met de ambulant behandelaar van mijn patiënt. Deze behandelaar kent mijn patiënt goed en kan dus voor informatie zorgen. Ook is het prettig dat er contact gehouden wordt met de ambulant behandelaar omdat er zo steeds ingeschat kan worden wat er moet gebeuren dat mijn patiënt weer naar huis kan. Maatschappelijk werker: Omdat mijn patiënt officieel nog in loondienst is van het schoonmaakbedrijf waar mijn patiënt werkte, is het van belang dat het contact tussen de werkgever en mijn patiënt goed blijft, zodat mijn patiënt wanneer het beter met hem gaat, weer kan gaan werken. 6

Hierbij kan de maatschappelijk werker te hulp schieten. De maatschappelijk werker kan door de verpleegkundigen en andere behandelaars aangesproken worden zodat de patiënt een afspraak kan gaan maken. Het is lastig een voorbeeld te vinden van een zorgketen op internet. Ook de verpleegkundigen op de afdeling konden mij hier niet heel erg mee helpen. Uiteindelijk ben ik zelf maar wat gaan puzzelen en ben tot de volgende zorgketen bij mijn patiënt gekomen. Psychische zorg Basiszorg - Ambulant Behandelaar - Huisarts - Psychiater - Behandelend arts - Verpleegkundige Verpleegkundige specialistische zorg - Praatsessies Begeleiding en ondersteuning Medisch specialistische zorg - Maatschappelijk werk - Psychiater - Sociaal Raadsvrouw - Behandelend Arts - Activiteitenbegeleider - Huisarts - Sportbegeleider - Verpleegkundige Patiënt (1,2) 7

Activiteiten als EVV-er Hieronder heb ik al de activiteiten die uitgevoerd moeten worden als EVV-er beschreven. Daarnaast leg ik per activiteit uit, wat er precies gedaan moet worden als verpleegkundige bij de activiteit: Opnamen voorbereiden: dit heb ik helaas niet bij mijn eigen patiënt kunnen doen omdat mijn patiënt al opgenomen was toen ik stage kwam lopen. Ik heb dit wel bij anderen patiënten kunnen doen. Dit hield in dat ik van te voren de checklist afliep voor het opnemen van een patiënt. Hieronder vielen bijvoorbeeld: het in orde maken van de kamer, het inlezen (indien mogelijk) over de patiënt, arts inschakelen dat er een opname komt, tijden afspreken met arts en psychiater hoe laat opnamegesprek plaats kan vinden, patiënt ontvangen en rondleiden op de afdeling (laten voorstellen aan andere patiënten). Opnamegesprek bijwonen: hierbij ben je als verpleegkundige aanwezig samen met patiënt, psychiater en behandelend arts. Ik ben tijdens deze gesprekken steeds samen met een verpleegkundige geweest zodat deze mij later feedback kon geven op de dingen die ik bijv. inbracht tijdens een opnamegesprek. In dit opnamegesprek is het doel het probleem van de patiënt naar voren halen. Het gesprek wordt geleid door de psychiater die de vragen stelt. De verpleegkundige heeft als taak in dit gesprek naar voren te halen welke afspraken er omtrent vrijheden gemaakt kunnen worden. Ook kan de verpleegkundige inhaken op vragen van psychiater om het beeld te verduidelijken. Ten slotte is het van belang de patiënt tijdens dit gesprek te wijzen op de huisregels (zoals: telefoonbeleid, corveetaken etc.), de patiënt uit te leggen wat de gang van zaken is op de afdeling (zoals therapieën e.d.), erachter te komen wie de patiënt als contactpersoon wilt en de contactpersonenbegeleiding te introduceren. Handelingen na opnamegesprek: Na opnamegesprek evalueer je na met behandelend arts en psychiater. Hierin bespreek je het verdere plan door en wissel je observaties uit. Na zo n evaluatie schrijf je een opnameverslag (met alle afspraken die gemaakt zijn) in het patiëntendossier, ook vul je het nummer van contactpersoon in. Daarnaast maak je een verpleegplan en stel je de contactpersoon op de hoogte van opname. Ook zorg je ervoor dat de informatie overgebracht wordt op je collega s. Je zoekt de patiënt daarnaast op om te vragen hoe de patiënt zich voelt en of er nog wat voor de patiënt gedaan kan worden. Je controleert de spullen van de patiënt op contrabande en geeft de spullen daarna terug aan de patiënt. Je zorgt ervoor dat de medicatie die de patiënt toegewezen heeft gekregen wordt uitgezet en de patiënt een eigen medicatiebakje krijgt. Ook geef je de opname door aan de patiëntenregistratie en zorg je ervoor dat de patiënt is ingevuld in het ochtendoverleg/planbord. Verpleegkundige anamnese: Deze heb ik alsnog bij mijn eigen patiënt af kunnen nemen. Dit was nog niet gebeurd en zo kon ik ook een echt verpleegplan maken aan de hand van de verpleegkundige anamnese. De verpleegkundige anamnese bestaat uit allerlei soorten vragen die te maken hebben met de 11 functionele gezondheidspatronen. 8

Verpleegplan gemaakt: Ik heb zelf een verpleegplan gemaakt aan de hand van de verpleegkundige anamnese die ik afgenomen heb. Deze heb ik zo gemaakt dat het verpleegplan ook echt uitgevoerd kon worden op de kliniek. Patiënt zo veel als mogelijk begeleiden: bij het begeleiden van een patiënt voer je gesprekken met deze patiënt en observeer je de patiënt. Ook ben je aanwezig bij gesprekken met de arts en waarborg je de afspraken en de therapiemomenten van de patiënt. Bij afspraken buiten de kliniek zorg je ervoor dat jij als verpleegkundige of een ander persoon mee kan met deze patiënt (wanneer deze nog geen vrijheden heeft). Je zorgt ervoor dat je bevindingen worden overgedragen. Bij dit punt ben ik erg betrokken geweest bij mijn patiënt. Ik ben mee geweest met gesprekken met de sociaal raadsvrouw. Mijn patiënt vertrouwde de sociaal raadsvrouw niet en hierdoor vond mijn patiënt het prettig dat ik steeds mee ging. Ik heb hierbij een rol gespeeld als bemiddelaar en heb mijn patiënt geholpen met het betalen van een aantal rekeningen. Ook heb ik mijn patiënt in het proces begeleid (door veel over de kwestie te praten) in het verwerken van de financiële problemen. Dagprogramma maken met de patiënt: Omdat het op een crisisafdeling niet echt mogelijk is een weekprogramma te maken (omdat je nooit weet hoe het op deze afdeling loopt) kun je wel een planning maken met de patiënt, wat er die dag gedaan kan worden. Je bespreekt bijvoorbeeld of de patiënt nog wilt wandelen en met welke activiteiten de patiënt mee kan doen. Dit doe je altijd aan het begin van de dag. Controles uitvoeren: Je voert dagelijks lichamelijke controles uit bij de patiënt. In het algemeen gaat dit om de bloeddruk of pols. Wanneer er andere controles uitgevoerd moeten worden, is dit in opdracht van de arts. Wanneer de controles te hoog of te laag uitgevallen zijn, zorg je ervoor dat de arts hiervan op de hoogte is. Het dossier van de patiënt bijhouden: Hierin houd je alles bij wat je observeert. Ook de afspraken die gemaakt zijn leg je hierin vast. Daarnaast houd je hierin de controles die uitgevoerd zijn bij en controleer je steeds het verpleegplan op recentheid. Bevindingen overdragen (verpleegkundige overdracht): Je draagt de patiënt waar jij persoonlijk begeleider van bent over, aan je collega s tijdens de overdracht. Je overlegt met arts over jou patiënt (overdracht naar arts): Wanneer je dingen ziet die beter kunnen in de behandeling van de patiënt of wanneer er iets noodzakelijks geregeld moet worden schakel je de arts in. Hiermee bespreek je je bevindingen. Contactpersoon patiënt te woord staan: Je onderhoudt de band met de contactpersoon als verpleegkundige. Ook sta je deze te woord wanneer deze informatie wilt hebben over de patiënt. Deelnemen aan het systeemgesprek: Er wordt eens in de zoveel tijd een systeemgesprek gepland met de contactpersoon, de behandelend arts en de psychiater van de patiënt. Hierbij zijn de verpleegkundige en de patiënt ook aanwezig. De verpleegkundige kan in dit gesprek inhaken op vragen over hoe het nu met de patiënt gaat. De arts en psychiater bespreken dan de verder voortgang van behandeling met de contactpersoon. 9

Zorg medicatie patiënt: Je zorgt ervoor dat je collega s of jij als persoonlijk begeleider dat de patiënt zijn medicatie inneemt. Wanneer er veranderingen zijn in de medicatie geef je deze door aan je collega s. Wanneer ik alle bovenstaande activiteiten juist heb uitgevoerd volgens mijn stagebegeleiders heb ik mijn stageopdracht omtrent het EVV-schap behaald. Het is lastig een tijdsplanning te maken op mijn afdeling omdat ik op een crisisafdeling stage loop. Daarom hebben wij gezamenlijk besloten (mijn stagebegeleiders en ik) dat ik zorg dat ik de activiteiten uitvoer en dit ook terug te lezen is. De tijdsplanning is hierbij niet van belang. Wel moet ik elke dag aangeven welke doelen/activiteiten ik heb omtrent het begeleiden van mijn patiënt. Zo is voor mijn collega s duidelijk waarop ze mij kunnen beoordelen. (1) 10

Activiteiten omtrent zorg bieden volgens algemeen dagprogramma Hieronder beschrijf ik de activiteiten die uitgevoerd moeten worde, wanneer je als verpleegkundige de zorg wilt bieden volgens het algemeen dagprogramma: Wekrondes/roeprondes lopen: Bij het zorg bieden volgens het algemeen dagprogramma is het van belang dat de patiënt geroepen wordt voor therapie/groepsmomenten. Dit is om de structuur van de patiënt te waarborgen. Zorgdragen voor ontbijt/lunch/avondeten: Zorgen dat alles in gereedheid is voor de gezamenlijke eetmomenten. Waarborgen corveetaken patiënten: Elke dag hebben er een aantal patiënten corvee. Het is de taak van de verpleegkundige deze corvee taken te waarborgen. Motiveren deelnemen dagprogramma: Het is de taak van de verpleegkundige om de activiteiten tijdens het dagprogramma te waarborgen. Hierbij moeten de patiënten gemotiveerd worden mee te doen aan deze activiteiten. Lijden dagopening/dagsluiting: Dit is een onderdeel in het dagprogramma. Hierin wordt er in en groepsgesprek gevraagd naar wensen/hoe iemand zich voelt/wat de plannen zijn voor vandaag etc. Hier begint de eerste verpleegkundige observatie ook, hoe zit iemand erbij? Medicatie controleren/medicatierondes lopen: Het controleren van de medicatie en het uitvoeren van de medicatierondes. Hierbij is het van belang dat de patiënt de juiste medicatie krijgt en deze ook daadwerkelijk inneemt. Lijden psycho-educatie: Dit is een onderdeel in het dagprogramma van de dinsdag. Hierin verteld een verpleegkundige over een bepaald onderwerp om zo eventueel te zorgen voor besef of verandering van zaken.dit kunnen allerlei onderwerpen zijn, zoals: medicatie, voeding en hygiëne. Lijden schoonmaakochtend: Onderdeel van het dagprogramma op de woensdag. Hierbij is het van belang dat iedere patiënt een taak uitvoert en dat dit goed wordt uitgevoerd. Hierbij is een sfeer creëren erg belangrijk. Waarborgen therapieën: Motivatie is hierbij erg van belang. Ook wanneer er geen therapie is, moet hiervoor een passende andere activiteit voor in de plaats komen. Zo voorkom je dat de patiënten niets te doen hebben. Per dag twee/drie patiënten begeleiden als EVV-er: Hierbij komen alle activiteiten genoemd bij EVV-schap kijken. Deelnemen aan overleggen: Hieronder vallen de volgende overleggen: verpleegkundige overleg (evalueren hoe het in het team gaat), ochtendoverleg (overleg tussen arts psychiater en verpleegkundige over de gang van zaken of de afdeling en de planning van bijv. gesprekken of de wijzigingen in behandeling bespreken), behandelplanoverleg (lange bespreking waarin wekelijks de gang van zaken omtrent patiënt wordt besproken met verpleegkundige, sociaal raadsvrouw, arts en psychiater, hierin brengt de verpleegkundige een korte samenvatting in over hoe het in een week tijd gegaan is met de patiënt, hier worden de grote lijnen van de 11

behandeling vatgesteld), werkoverleg (hierin wordt alles omtrent het werk en de gang van zaken hierin besproken). Veel op de groep aanwezig zijn en hierbij structuur bieden: Veel gesprekken voeren met de patiënten, en gezellige sfeer creëren en het bieden van een structuur is erg belangrijk. Separeerverpleging: Patiënten in de separeer samen met een andere verpleegkundige zorg bieden. (dit kon ik niet uitvoeren omdat ik hiervoor nog niet voldoende geschoold ben) Alle bovenstaande activiteiten zijn van belang bij het zorg bieden op de afdeling volgens het algemeen dagprogramma. Als ik deze activiteiten voldoende heb uitgevoerd volgens mijn stagebegeleiders dan heb ik de zorg volgens het algemeen dagprogramma juist uitgevoerd en dus dit gedeelte van dit leerdoel behaald. (1,3) 12

Reflectie leerdoel Fase 1: Handelen Voor mijn stage in de rembrandthof moest ik een aantal competenties, stagedoelen en stageopdrachten behalen. Een leerdoel wat ik o.a. wilde bereiken met behulp van de competenties, stagedoelen en stageopdrachten was het volgende leerdoel: Ik kan na 12 weken zorg verlenen volgens het algemene dagprogramma en kan de persoonlijk begeleider zijn van één van de patiënten op de afdeling. Ik had mij bij dit leerdoel voorgenomen de volgende activiteiten uit te voeren om dit - Ik vraag aan mijn stagebegeleiders wat het dagprogramma op mijn afdeling inhoud. - Ik loop de eerste 3 weken van mijn stageperiode mee met verschillende verpleegkundigen zodat ik een goed beeld krijg van de zorg die nodig is tijdens het dagprogramma. - Ik ga vanaf week 4 zelf de touwtjes in handen nemen en probeer langzaam aan zorg te bieden volgens het dagprogramma. - Ik vraag wekelijks feedback aan de collega s op mijn afdeling en doe wat met deze feedback. - Ik vraag aan mijn stagebegeleiders wat het zijn van een persoonlijk begeleider voor één van de patiënten op de afdeling inhoud. - Ik vraag aan mijn stagebegeleiders welke patiënt ik het beste persoonlijk kan begeleiden. - Ik verdiep mij in het dossier van mijn toegewezen patiënt. - Ik lees mij in over het ziektebeeld van mijn patiënt. - Ik lees mij in over de medicatie die mijn patiënt voorgeschreven heeft gekregen. - Ik lees mij in over hoe ik het beste voorlichting, advies en informatie kan geven. - Ik maak contact met mijn patiënt door verschillende gesprekken met mijn patiënt te voeren. - Ik observeer mijn patiënt en rapporteer deze dagelijks. - Ik woon de gesprekken tussen de patiënt en de arts/psychiater bij. - Ik overleg met de arts/psychiater over de toestand van mijn patiënt. - Ik overleg met de verpleegkundigen over de toestand van mijn patiënt. - Ik bied zorg volgens het opgestelde verpleegplan van mijn patiënt. Hierbij wilde ik de beschreven activiteiten in dit verslag bij EVV-schap en bij het zorg bieden volgens het algemene dagprogramma allen goed doorlopen. Fase 2: Terugblikken op het handelen Ik wilde het leerdoel naar behoren bereiken door alle activiteiten uit te voeren die ik van te voren vastgesteld had in mijn swp en in mijn plan van aanpak bij dit leerdoel. Ik wilde hierbij vooral letten op of ik met mijn zorg wel echt bereikte wat er te bereiken viel. Ik wilde mij steeds laten observeren door verpleegkundigen op hoe ik de zorg bood, zodat ik van de feedback kon leren. Ik heb geprobeerd mijn activiteiten en taken als EVV-er en stagiaire op de afdeling zo goed als mogelijk uit te voeren. Ik heb hierbij soms wat te weinig feedback gevraagd omdat ik dit lastig vond. Ik ging hierin soms te veel mijn eigen gang waardoor veel verpleegkundigen niet echt van mij konden zien welke zorg ik bood. 13

Uiteindelijk kreeg ik wanneer ik feedback kreeg doordat ik deze vroeg vaak goed feedback op wat ik deed. Ik groeide in het voeren van gesprekken met patiënten en in het leiden van bijvoorbeeld het groepsgesprek. Ook op mijn taak als EVV-er zelf kreeg ik vaak goede feedback, er werd echt gezien dat ik hierin vooruit ging. Ik voelde mij tijdens het EVV-schap aan het begin soms wat onzeker, ik vroeg mij steeds af of ik wel het juiste deed en wel genoeg kennis had om bepaalde activiteiten uit te voeren. Wanneer ik goede feedback kreeg merkte ik dat ik wat zekerder werd over de zaak. Ik voelde mij bij de patiënten erg op mijn gemak. Ik voelde mij bij mijn collega s soms wat minder op mijn gemak, door de mondigheid van de collega s. Ik merkte dat dit mij soms wat belemmerde. Ik dacht steeds aan welke activiteiten ik nog moest uitvoeren om mijn doel compleet te halen. Dit overzicht was soms lastig. Ik liet bij mijn EVV-schap zelf niet echt dingen vallen. Ik heb dan ook wel alle activiteiten uitgevoerd maar had dit sneller kunnen doen door meer te durven wat van mezelf te laten zien. Fase 3: Bewustwording (eventueel formulering) van essentiële aspecten Ik vond het belangrijk dat ik bij dit leerdoel, goede zorg zou leveren. Daarnaast vond ik het hierbij erg belangrijk dat ik feedback zou vragen aan mijn collega s zodat ik meer uit mijn EVV-schap en zorg kon halen. Ik heb tijdens het uitvoeren van dit leerdoel, goede zorg geleverd. Ik heb uiteindelijk alle activiteiten uit kunnen voeren, al was dit soms wat later dan ik gewild had. Dit is vooral te wijzen op het feit dat ik vaak te onzeker ben geweest vragen te stellen of feedback te vragen. Hierdoor heb ik in de zorg die ik bood een tijdje stil gestaan, dit had niet gehoeven. Uiteindelijk heb ik in mijn eindsprint laten zien dat ik het kan. Het feedback vragen en het stellen van vragen blijft een aandachtspunt, al is die onzekerheid in de loop van de stage wel wat minder geworden. Fase 4: Alternatieven ontwikkelen Ik had als leerdoel: Ik kan na 12 weken zorg verlenen volgens het algemene dagprogramma en kan de persoonlijk begeleider zijn van één van de patiënten op de afdeling. Ik heb dit leerdoel wel behaald alleen had hier meer uit kunnen halen wanneer ik meer had durven vragen. Hierdoor lijkt mij, het volgende leerdoel, een mooi persoonlijk leerdoel om naar de volgende stages mee te nemen: Ik stel vragen wanneer ik iets wil weten en vraag om feedback, hierbij zet ik mijn onzekerheid opzij. Ik denk dat dit een mooi leerdoel is om naar de volgende stage mee te nemen omdat ik zo minder belemmerd word in het geen wat ik wil doen. Dit is in sommige gevallen, in deze stageperiode, wel zo geweest. Daarom wil ik hier in het vervolg aan gaan werken. 14

Gebruikte literatuur De volgende literatuur heb ik gebruikt om alle activiteiten om dit leerdoel te kunnen behalen: 1. Draaiboek kliniek A 2. http://www.transmuraalnetwerk.nl/zorgketens/default.aspx 3. Dagprogramma kliniek A 4. Farmacotherapeutisch kompas: http://www.fk.cvz.nl/ 5. Toegepaste geneesmiddelenkennis 6. Protocol medicatie 7. Medicatiemap 8. Medicijnleer 9. Butterhoff JJF, van Osdorp FAC. Geneesmiddeleninformatie. Amsterdam: Elsevier; 2008. 10. Jochems AAF, Joosten FWMG. Zakwoordenboek der geneeskunde. Doetischem: Elsevier; 2009. 11. Wiel van de HBM, Wouda J, Versteegen GJ. Voorlichting en begeleiding. Assen: van Gorcum; 2009. 12. Map psycho-educatie Kliniek A 13. http://www.preventievegezondheidszorg.com/hygiene.php 14. Carpenito-Moyet LJ. Zakboek verpleegkundige diagnosen. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers; 2008. 15. Bulechek GM, Butcher HK, McCloskey Dochterman J. Verpleegkundige Interventies. Amsterdam: Elzevier; 2010. 16. Hesselink J. Zo maak je een verpleegplan. Groningen/houten: Noordhoff Uitgevers: 2010. 17. Verpleegplannenmap kliniek A 18. Patiëntendossier kliniek A (EZIS) 15

Bijlage Deze bijlage bevat al het bewijsmateriaal ter bewijs van het behalen van dit leerdoel. Deze bewijsstukken vind u op de hierop volgende pagina s: - Verpleegplan - Reflectie op uitwerking behandeloverleg - Verdieping in ziektebeelden - Verdieping medicatie - Uitwerking psycho-educatie 16

Verslag leerdoel stage Verpleegplan opstellen Door: Nikita van Gilst (500636371) Klas: 2a2 Stage: Rembrandthof, kliniek A Stagebegeleiders: Willemiek Buitink & Harald Oole Docentbegeleider: Margriet Dijkmans van Gunst 17

Inhoudsopgave *Inleiding Blz. 3 *Verpleegplan toegewezen patiënt Blz. 4 t/m 16 *Verpleegplan na opnamegesprek Blz. 17,18 *Gebruikte literatuur Blz. 19 18

Inleiding Voor mijn stage in leerjaar 2 heb ik gekozen voor een leerdoel gerelateerd aan het schrijven van een verpleegplan. Ik heb hierbij de verplichte stagedoelen, competenties en stageopdrachten betrokken. Ik ben tijdens het opstellen van mijn stagewerkplan gekomen tot het volgende leerdoel gerelateerd aan het schrijven van een verpleegplan: Ik kan na 8 weken een verpleegplan opstellen voor één van mijn patiënten op mijn afdeling. Tijdens mijn stage heb ik verschillende verpleegplannen geschreven. Ik heb allereerst besproken met één van mijn stagebegeleiders, voor welke patiënt ik het beste een verpleegplan kon schrijven en hoe ik dit vorm zou geven. Uiteindelijk hebben we gezamenlijk voor één van de patiënten gekozen, waar ik tevens persoonlijk begeleider van werd. We hebben er gezamenlijk voor gekozen dat ik allereerst een uitgebreid verpleegplan zou schrijven aan de hand van deze patiënt, zoals geleerd op school. Deze is in dit verslag allereerst te vinden. Hierin heb ik interventies verwerkt zoals deze op de afdeling gehanteerd zouden kunnen worden Ik heb het verpleegplan van deze patiënt opgesteld aan de hand van een anamnese gesprek met deze patiënt. Daarnaast heb ik wat informatie uit het dossier van de patiënt opgezocht om een zo uitgebreid en zo duidelijk mogelijk verpleegplan op te stellen, die tevens recent is en dus gebruikt zou kunnen worden op de afdeling. Naast het beschreven verpleegplan bevat dit verslag ook een verpleegplan, die ik door middel van een opnamegesprek, opgesteld heb. Dit verpleegplan is kort beschreven zoals dit op mijn stageplek zou gebeuren. 19

Verpleegplan toegewezen patiënt Het uitgebreide verpleegplan Uitwerking, hoe schrijf ik een verpleegplan? Tijdens de lessen klinisch redeneren in jaar 1 en vanuit het boek: Hesselink J. Zo maak je een verpleegplan. Groningen/houten: Noordhoff Uitgevers: 2010. Heb ik een bepaalde structuur aangeleerd gekregen, over hoe ik een verpleegplan maak. De structuur houdt in het kort als volgt in dat ik de volgende stappen maak bij het opstellen van een verpleegplan: - Tijdens een anamnese gesprek en door middel van achtergrond informatie win ik informatie, die ik indeel in de 11 functionele gezondheidspatronen. - Ik haal de belangrijkste informatie uit de functionele gezondheidspatronen en deel deze in, onder 3 clusters (deze clusters kunnen vallen onder: psychische problemen, lichamelijke problemen of sociale problemen). - Onder de 3 cluster formuleer ik aan de hand van de gevonden informatie, 6 verschillende hypothetische PES en (met behulp van NANDA =carpenito). - Ik toets de 6 verschillende PES en en kom tot de 2 beste hypothetische PES en. - Uit de PES en kies ik de PES die het belangrijkste is voor dat moment en kom zo tot een definitieve verpleegkundige diagnose. - Ik bekijk de prognostische variabelen (ziekte, leefstijl/motivatie, omgeving en hulpmiddelen) - Ik geef aan tot welke resultaatsklasse ik mijn doel laat behoren. - Ik formuleer een beoogd resultaat oftewel een doel, die ik stel aan de hand van mijn PES en. Mijn beoogd resultaat is RUMBA geformuleerd. Ook neem ik de prognostische variabelen en de resultaatsklasse in mijn beoogd resultaat mee. - Aan de hand van mijn beoogde resultaat zoek ik drie hypothetische interventies (via NIC). - Ik kies mijn definitieve interventie en ik formuleer hierbij de activiteiten die uitgevoerd moeten worden (NOC). 20