KINDEREN DIE OPVALLEN Kinderen met autisme Ik ben niet anders Ik denk anders
De sterke kanten van kinderen met autisme: Ze kunnen zich heel goed verdiepen in een bepaald onderwerp. Ze weten daar dan alles van. Ze zijn vaak goed in het lezen van schematische weergaven. Ze hebben een meer dan uitstekend visueel (lange termijn) geheugen. Soms bijna fotografisch. Ze zijn goed in het reproduceren van feiten. Ze zijn goed in systematiseren.
De sterke kanten van kinderen met autisme: Ze merken veranderingen in de omgeving snel op. Ze zijn eerlijk. Ze doorzien sociale spelletjes niet, dus liegen doen ze (bijna) niet Bij hen is afspraak ook afspraak. Regels geven immers houvast? Ze kunnen prima alleen spelen of werken. Kunnen onverstoorbaar en nauwkeurig werken. Hebben een scherp oog voor detail.
Minder ontwikkelde kanten: Ze begrijpen dingen niet, die de meeste mensen als vanzelf begrijpen. Moeite met beurtverdeling in gesprekken. Bv een groepsgesprek Hebben moeite om visuele informatie van het gelaat als context te gebruiken. Ze hebben dus moeite met gezichtsuitdrukkingen en met het lezen van ogen. Geen interesse wat anderen denken of doen. Vindt het moeilijk om een gesprek te beginnen Ze kunnen zich moeilijk inleven in de emoties van anderen.
Minder ontwikkelde kanten: Ze houden niet van (onverwachte) veranderingen. Deze kinderen hebben vaak moeite met oogcontact omdat dit teveel prikkels geeft
Laat merken dat je vertrouwen hebt in het kind. Kinderen met autisme kunnen slecht tegen correctie en kritiek. Ze zien die namelijk niet aankomen, omdat ze de link tussen het gemaakte werk en jouw kritiek niet kunnen leggen. Bovendien zeg je met negatieve kritiek niet wat ze dan wèl moeten doen. Boos worden zorgt voor een stortvloed aan extra prikkels. Dit geeft chaos in het hoofd van het kind. Als je de boodschap nòg een keer geeft, gebruik dan dezelfde woorden, (dus niet parafraseren). Houd het direct, simpel en kort. Gebruik concrete, ondubbelzinnige positieve bewoording. Deze kinderen begrijpen figuurlijk taalgebruik niet. Ik kan je wel achter het behang Plakken!
Op een vraag als Waarom doe je dat?, kan het kind geen antwoord geven. Of ruim je kamer op! Het kind heeft vaak geen idee welke informatie je van hem verlangt. Vraag liever Wat er gebeurde, Wie er bij betrokken waren en Wanneer het gebeurde. Vermijd woorden als: zo meteen, straks, misschien, ongeveer, enz. Op een vraag als Werd je gepest? antwoordde het kind met nee (want ze werd niet de hele dag door gepest). De vraag Word je wel eens gepest? beantwoordde ze ook met nee (want hoeveel is wel eens ). Op de vraag Ben je vandaag door iemand gepest?, werd het een heel verhaal.
Wees je ervan bewust dat een gezichtsuitdrukking (fronsende wenkbrauwen of boos kijken bijvoorbeeld) door het kind niet begrepen worden Verwacht niet dat het kind om hulp komt vragen, het heeft waarschijnlijk geen idee hoe dat moet. Let op signalen die uitgezonden worden en leer die interpreteren. Omdat deze kinderen dus heftiger reageren op mensen in hun persoonlijke ruimte, kun je bij het handen geven vooraf benoemen wat je gaat doen: Ik ga jou een hand geven..
KINDEREN DIE OPVALLEN