Epileptische aanvallen in het kraambed bij een patiënte met idiopathische gegeneraliseerde epilepsie



Vergelijkbare documenten
Kinderneurologie.eu. Epilepsie met voornamelijk tonisch clonische aanvallen

Lokale handreiking epilepsie voor de specialist ouderengeneeskunde regio Arnhem-Nijmegen

Zes - Traps Raket. Epidemiologie. Classificatie van aanvallen en epilepsiesyndromen. Epidemiologie. Epilepsie ja/nee

classificatie van epilepsieën Floor Jansen

Benigne infantiele focale epilepsie met piekgolven in de midline gedurende de slaap

12 Langdurige epileptische aanvallen

Opbouw presentatie. Korte kennisquiz. Kinder epilepsie syndromen. Korte kennisquiz 4 Casussen. Hebje vragen, stelzegerust!

Myoclonische absence epilepsie

Epilepsie bij kinderen Voorstellen kind met aanvallen volgens de nieuwe classificatie en 1e stap in de behandeling. Symposium 2 juni 2018 sessie 1

Persbericht. Brussel, België, 23 november :00 am CET: UCB kondigde vandaag aan

Kinder epilepsie syndromen. Mieke Daamen Verpleegkundig specialist Kempenhaeghe

Epilepsie in cijfers.

CONVULSIES BIJ KINDEREN: EEN GEWONE KOORTSSTUIP?

Koortsconvulsies: hoe zat het ook al weer? Oebo Brouwer, kinderneuroloog UMCG

Een verkeerde diagnose met vreselijke gevolgen. Marc Engelen (Kinder)neuroloog AMC

Concentratiestoornis of epilepsie?

Epilepsie in het verpleeghuis, een handreiking

Kan de nieuwe classificatie de definitie van epilepsie verbeteren? D. Velis

Internationaal nieuws

Kinderepilepsie in beeld. Nynke Doornebal Kinderarts - kinderneuroloog

Epilepsie op de SEH. P. van Vliet Fellow IC Lid werkgroep richtlijn Epilepsie. Source:

Kinderneurologie.eu. GEFS+ Syndroom

Kinderneurologie.eu. De ziekte van Unverricht Lundborg

Ellen Peeters MANP Karin schlepers Stichting Epilepsie Instellingen Nederland

Eline. Interactieve casus. Zelfstandig leven met epilepsie: Een kwestie van vallen en opstaan?

Paroxysmale kinesiogene chorea en paroxysmale kinesiogene dystonie zijn dus vormen van een paroxysmale kinesiogene dyskinesie.

Een kind met een insult De stuipen op het lijf! Jolanda Schieving, kinderneuroloog Ties Eikendal, SEH arts

Epileptische aanvallen op de PICU

To stuip or not to stuip Neurologisch maar toch Praktisch

Diagnostiek Epilepsie ja / nee Beschrijving aanvallen Classificatie aanval Classificatie epilepsie syndroom Classificatie etiologie

Chapter Protocollen voor de behandeling van supraventriculaire tachycardieën bij de foetus

Aanvalsvrijheid vergelijkbaar met carbamazepine CR

Alles over epilepsie. Epileptische aanval. Aanvallen: fokaal of gegeneraliseerd. Piekgolfcomplex. Rol van EEG

Patiëntgerichte Zorg voor Epilepsie. 23 oktober 2012 Willem-Jan Hardon, Neuroloog

Epilepsie heeft gevolgen, voor het kind en gezin


Behandeling van oudere patiënt met epilepsie. C.L.P. Deckers SEIN Zwolle

Syndroom van Lennox-Gastaut

Eerste Hulp Bij Aanvallen

E-learningcursus Omgaan met epileptische aanvallen

Hoe vaak komen koortsstuipen voor bij kinderen? Eén op de twintig tot vijftig kinderen maakt ooit één of meerdere koortsstuipen door.

Consultatiedocument Farmacotherapeutisch Kompas voor registratiehouders

Epilepsie van aanval tot zorg

Kinderneurologie.eu. Maligne migrerende partiële epilepsie op de kinderleeftijd.

Epilepsie en levensfases. Hilde Braakman, kinderneuroloog Willeke van Blarikom, GZ- psycholoog

Epilepsie. Richtlijnen voor diagnostiek en behandeling

Postanoxische myoclonieën

PRES Posterieur Reversibel Encephalopathie Syndroom

NVOG Voorlichtingsbrochure BENZODIAZEPINEN BIJ DE ZWANGERSCHAP EN IN HET KRAAMBED

Epilepsie komt bij kinderen veel voor. Voor

Kinderneurologie.eu. Lichtflitsgevoelige epilepsie

bij welk gedrag denken aan epilepsie?

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Hyperekplexia. Kinderneurologie.eu.

Beoordelingsrapport Sultiam (Ospolot ) bij de indicatie cryptogene epilepsie binnen het maligne rolandische spectrum

EPILEPSIE EN THERAPEUTIC DRUG MONITORING. A.CP. Mathot. In de meeste laboratoria van ziekenhuisapotheken. hebben of in een diepe slaap geraken.

Status epilepticus bij kinderen 1 juni 2018

Wanneer is het epilepsie?

Beoordelingsrapport Sultiam (Ospolot ) bij de indicatie cryptogene epilepsie binnen het maligne rolandische spectrum

Psychiatrie rond zwangerschap. Corné van Lieshout, psychiater

7. Wat is de hoogste opleiding die de vader van uw kind heeft afgerond?

Status epilepticus bij verstandelijk beperkten 1 juni 2018

Kinderneurologie.eu. Hoofdbonken.

Epilepsie. Dr Tom J Snijders Neuroloog, UMC Utrecht Voorzitter redactieraad Hersentumor.nl

12. PERINATAAL BELEID BIJ VERHOOGD RISICO OP AGS

Toediening Midazolam neusspray

Electro Convulsie Therapie (ECT)

Medicalisering van de partus:

Epilepsie. ManaMa Jeugdgezondheidszorg : Maturatie & Milieu Prof. Dr. An Jansen, Maatschappelijke Gezondheidszorg

Epilepsie. bij 60-plussers

Kinderneurologie.eu. GABRG2-syndroom.

Epilepsie. bij vrouwen

Verstandelijke beperking Epilepsie. Verstandelijke beperking + epilepsie

Epilepsie, zwangerschap en borstvoeding

L-OT-genotendag 16 mei Orthostatische tremor. Fleur van Rootselaar Arthur Buijink. Neurologie AMC, Amsterdam. Wie zijn wij?

Epilepsie. bij adolescenten

Een verhit postoperatief beloop

7 Epilepsie. 1 Inleiding. In dit thema komen aan de orde: 2 Wat is epilepsie? 3 Leven met epilepsie. 4 Epilepsie-aanvallen. SAW DC 7 Epilepsie

Kinderneurologie.eu. SUDEP

GLUT1 deficientie syndroom. Drs. Willemijn Leen, neuroloog i.o. Prof. dr. Michèl Willemsen, kinderneuroloog

Resultaten van de enquête LEEF met Epilepsie om te delen met de deelnemers van LEEF met Epilepsie

Globaal gezien zijn er twee vormen van epilepsie; primaire en secundaire epilepsie:

Koortsstuipen bij kinderen

Update : Epilepsie bij kinderen

PRIMAIRE ORTHOSTATISCHE TREMOR. Diepe hersenstimulatie? Fleur van Rootselaar, neuroloog AMC 12 mei 2017

NASCHOLING EPILEPSIE INHOUD AANVALLEN HERKENNEN, REGISTREREN,TIPS EN TRUCS

DE WEGRAKING en alles wat daar op lijkt

huisartsennascholing 10 sept 2013

Serotiniteit BEHANDELING

KOORTSSTUIP BIJ KINDEREN FRANCISCUS VLIETLAND

Koortsstuipen Informatie voor ouders en verzorgers

Het zieke brein. Het epileptische brein & PNEA

Kinderneurologie.eu. KCNMA1-syndroom.

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

prof.dr. E. Achten, MD, PhD, afdeling Neuroradiologie, Universiteit van Gent

Wat is slaapwandelen? Slaapwandelen is een slaapprobleem waarbij kinderen tijdens hun slaap uit bed komen en al slapend door het huis heen lopen.

Aanvallen bij kinderen

1. Wat is epilepsie Oorzaak 5 Uitlokkende factoren 5 Erfelijkheid 6

Anesthesie. Diepe sedatie (en pijnstilling) buiten de operatiekamer

Epilepsie en het SCN1A-gen

Transcriptie:

casuïstische mededelingen Epileptische aanvallen in het kraambed bij een patiënte met idiopathische gegeneraliseerde epilepsie N.C.Voermans, M.J.Zwarts, W.O.Renier en B.R.Bloem Bij een 37-jarige primigravida met idiopathische gegeneraliseerde epilepsie, die goed onder controle was met lamotrigine, ontstond een reeks epileptische insulten in het kraambed na een electieve sectio caesarea. De aanvallen werden gecoupeerd met diazepam. De volgende dag kreeg zij een status epilepticus, bevestigd door middel van EEG, waarvoor intraveneus midazolam werd toegediend. Nadien bleef zij aanvalsvrij; zij kon samen met haar gezonde zoon in goede conditie uit het ziekenhuis worden ont slagen. Patiënte bleef ingesteld op lamotrigine. Aan het eind van de tweede zwangerschap kreeg zij opnieuw tonisch-klonische insulten. De lamotriginedosering werd verhoogd en patiënte kreeg clonazepam intraveneus, maar al snel deed zich een nieuwe aanval voor. Na een spoedsectio met midazolam werd een gezonde dochter geboren. Verdere aanvallen bleven uit. Deze ziektegeschiedenis illustreert het vóórkomen van idiopathische gegeneraliseerde epilepsie op volwassen en in het bijzonder de problemen die kunnen ontstaan aan het einde van de zwangerschap en in het kraambed. Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1406-11 Idiopathische gegeneraliseerde epilepsie (IGE) is de meest voorkomende primaire vorm van epilepsie op jongvolwassen. Aanvallen bij IGE kunnen bestaan uit absences, myoklonieën en primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen (tabel 1). 1 Deze beginnen meestal op de kinder of tijdens de adolescentie. Afhankelijk van de waarop de ziekte begint en van het type aanvallen kan een onderverdeling gemaakt worden in verschillende epilepsiesyndromen, waaronder juveniele absence-epilepsie, juveniele myoclonusepilepsie en gegeneraliseerde tonisch-klonische epilepsie bij het ontwaken (tabel 2). 2-4 Bij sommige patiënten komen meerdere typen aanvallen voor. Elektro-encefalografie (EEG) en vooral EEG tijdens een aanval, zogenaamde ictale EEG helpt de arts om primaire epilepsie te onderscheiden van symptomatische, en lokalisatiegebonden epilepsie van gegeneraliseerde. Bovendien kan EEG een rol spelen in de bewaking van het therapieeffect. Wij beschrijven een patiënte met een goed instelbare IGE, die op de kinder absences en sporadische myoklonieën kreeg, vanaf de adolescentie enkele malen gegeneraliseerde tonisch-klonische insulten doormaakte, en telkens acute recidiefaanvallen kreeg aan het einde van de zwangerschap of in het kraambed. Universitair Medisch Centrum St Radboud, afd. Neurologie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen. Mw.N.C.Voermans, assistent-geneeskundige; hr.prof.dr.m.j.zwarts, klinisch neurofysioloog; hr.prof.dr.w.o.renier en hr.dr.b.r.bloem, neurologen. Correspondentieadres: hr.dr.b.r.bloem (b.bloem@neuro.umcn.nl). ziektegeschiedenis Patiënt A, een 37-jarige primigravida, was opgenomen op de afdeling Verloskunde voor een electieve sectio caesarea. Zij was namelijk vanaf 10-jarige bekend wegens IGE; de aandoening uitte zich vooral in absences en sporadisch in myoklonieën en tonisch-klonische aanvallen, meestal vroeg in de ochtend en vaak uitgelokt door slaapdeprivatie. Zij had in de loop van de tijd meerdere antiepileptica gebruikt; de medicatie had meestal een goed resultaat, maar werd gewijzigd vanwege de bijwerkingen: hyperactiviteit bij fenobarbital, obesitas bij valproïnezuur, moeheid bij carbamazepine. De laatste jaren was zij aanvalsvrij en voelde zij zich goed met lamotrigine 200 mg 2 dd. De zwangerschap was tot de opname ongecompliceerd verlopen. Patiënte kwam uit een gezin met 3 kinderen. Haar broer was licht verstandelijk gehandicapt ten gevolge van perinatale asfyxie en had gedurende meerdere jaren eveneens gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen gehad, welke werden toe geschreven aan de perinatale beschadiging. Patiënte had gedurende de graviditeit een bloeddruk van 120/75 mmhg, en bij herhaalde controles was er geen oedeem of albuminurie. Na een electieve sectio onder spinale locoregionale anesthesie met bupivacaïne werd een gezonde zoon geboren. De nacht volgend op de sectio kreeg patiënte tweemaal een gegeneraliseerd tonisch-klonisch insult. Beide insulten werden gecoupeerd met diazepam 10 mg rectaal. Aansluitend kreeg patiënte frequente absences (gemiddeld 3/min), waarbij zij gedurende enkele seconden niet reageerde op aanspreken en de ogen naar boven wegdraaide. Tussen deze absences door reageerde zij beperkt 1406 Ned Tijdschr Geneeskd 2005 18 juni;149(25)

op aanspreken en was zij gedesoriënteerd in de tijd. Er werden geen myoklonieën gezien. Daar deze absences in de loop van de volgende dag niet verminderden, werd EEG verricht; er werd gedacht aan een niet-convulsieve status epilepticus. Net vóór de EEG-registratie had patiënte opnieuw een gegeneraliseerd tonischklonisch insult, gevolgd door postictale verwardheid. Hierna traden weer frequente, kortdurende absences op. Het EEG toonde gelijktijdig met deze klinische manifestaties bilateraal synchrone polypiekgolven in opbouwende reeksen, met een frontotemporaal maximum (figuur 1), hetgeen kenmerkend is voor IGE en past bij een status epilepticus. Tussen de wegrakingen door liet het EEG een matig gedifferentieerd achtergrondpatroon zien zonder reactiviteit bij openen en sluiten van de ogen. Aan het einde van de EEGregistratie kreeg patiënte wederom een gegeneraliseerd tonisch-klonisch insult, waarna begonnen werd met midazolam intraveneus: eenmalig 12 mg, gevolgd door een onderhoudsdosering van 6,5 mg/h. Hierop normaliseerde het klinische beeld en op het EEG verdween de epileptiforme activiteit. Het EEG liet nu laaggevolteerde, ritmische alfaactiviteit gesuperponeerd op een traag achtergrondpatroon zien, passend bij het effect van midazolam en de postictale fase (figuur 2). CT-angiografie van de hersenen, verricht om een sinustrombose als oorzaak van de aanhoudende epileptabel 1. Idiopathische gegeneraliseerde epilepsie: aanvalstypen 1 aanvalstype absences myoklonieën gegeneraliseerde tonisch-klonische insulten* * Grand mal -insulten. kenmerken aanvallen van korte duur (3-15 s) met bewustzijnsverlies en oponthoud van alle motorische activiteit, met behoud van tonus; abrupt begin en einde korte (minder dan 1 s durende), niet-ritmische, bilaterale en vaak symmetrische synchrone spiercontracties van vooral schouders en armen, maar niet van het gezicht; treden soms in reeksen op aanvallen beginnend met bewustzijns- en tonusverlies, soms met een schreeuw, gevolgd door kortdurende flexie; daarna een tonische fase met rigiditeit en axiale extensie; na 10-30 s volgt een klonische fase met trekkingen van ledematen, kaak en gelaat, vaak gepaard gaande met een tongbeet, met een totale duur van enkele minuten 1 s Fp2-F8 Fp2-F8 F8-T4 T4-T6 T6-O2 Fp1-F7 F7-T3 T3-T5 T5-O1 Fp2-F4 F4-C4 C4-P4 P4-O2 Fp1-F3 F3-C3 C3-P3 P3-O1 Fz-Cz Cz-Pz polypieken trage golf na polypieken epileptische activiteit postictale uitdoving epileptische activiteit figuur 1. EEG-afleidingen tijdens klinisch waarneembare wegrakingen van patiënt A: bilateraal synchrone polypiekgolven met een frontotemporaal maximum. De aanduidingen links van de verschillende afleidingen staan uitgelegd in figuur 3. Ned Tijdschr Geneeskd 2005 18 juni;149(25) 1407

1 s Fp2-F8 F8-T4 T4-T6 T6-O2 Fp1-F7 F7-T3 T3-T5 T5-O1 Fp2-F4 F4-C4 C4-P4 P4-O2 Fp1-F3 F3-C3 C3-P3 P3-O1 Fz-Oz Cz-Pz figuur 2. EEG van patiënt A, na toediening van midazolam, in postictale fase: alfa-activiteit (8-9 Hz) gesuperponeerd op een traag achtergrondpatroon. De aanduidingen links van de verschillende afleidingen staan uitgelegd in figuur 3. tische aanvallen uit te sluiten, toonde geen afwijkingen. Patiënte bleef nadien aanvalsvrij. De behandeling met midazolam werd na enkele uren afgebouwd en de toediening van lamotrigine werd gecontinueerd in de oorspronkelijke dosering. Na 24 h waren de lichte bewustzijnsdaling als gevolg van de medicatie en de vele aanvallen voorbij. Patiënte werd enkele dagen later, tegelijk met haar gezonde zoon, in goede conditie uit het ziekenhuis ontslagen. Anderhalf jaar later was patiënte opnieuw zwanger. Al die tijd had zij lamotrigine in ongewijzigde dosering gebruikt en geen aanvallen gehad. Bij deze tweede zwangerschap waren er evenmin aanwijzingen voor preëclampsie. Bij een termijn van 38 weken presenteerde zij zich met een reeks gegeneraliseerde tonisch-klonische insulten. Ondanks verhoging van de dosering lamotrigine naar 200 mg 3 dd en toevoeging van clonazepam 0,5 mg 3 dd intraveneus trad al na enkele uren opnieuw een aanval op. Hierbij werd een passagère foetale bradycardie vastgesteld, waarna de geplande sectio vervroegd en onder algehele anesthesie met midazolam plaatsvond. Er werd een dochter geboren, die vanwege een irregulaire ademhaling ten gevolge van de maternale medicatie korte tijd op de afdeling Neonatologie bewaakt moest worden. De ademhaling herstelde zich spontaan. Bij patiënte traden geen nieuwe insulten meer op. Zij kon met haar gezonde dochter 5 dagen later het ziekenhuis in goede conditie verlaten. De onderhoudsbehandeling met lamotrigine werd niet gewijzigd. tabel 2. Idiopathische gegeneraliseerde epilepsie: syndromen 3 4 syndroom benigne neonatale convulsies: familiair en niet-familiair* benigne myoklonische epilepsie van de jonge kinder absence-epilepsie van de kinder juveniele absence-epilepsie juveniele myoclonusepilepsie gegeneraliseerde tonisch-klonische epilepsie bij het ontwaken andere gegeneraliseerde idiopathische epilepsieën epilepsieën met aanvallen die op specifieke wijze worden geprovoceerd, bijvoorbeeld fotosensibele epilepsie 1-7 dagen; piek: 4-6 dagen 4 maanden-3 jaar 3-12 jaar; piek: 6-8 jaar 7-16 jaar; piek: 10-12 jaar 8-26 jaar; piek: 12-19 jaar adolescente-volwassen adolescente-volwassen adolescente-volwassen *Synoniem: fifth day fits. Synoniem: pyknolepsie, petit mal. Synoniem: syndroom van Herpin-Janz; impulsive petit mal. Synoniem: Aufwach-Epilepsie. 1408 Ned Tijdschr Geneeskd 2005 18 juni;149(25)

beschouwing Deze ziektegeschiedenis vormt een illustratie van enkele klinisch relevante aspecten van epilepsie: het persisteren van idiopathische gegeneraliseerde epilepsie op volwassen, de problemen van epilepsie aan het einde van de zwangerschap en in het kraambed en de rol van EEG-registratie bij het diagnosticeren en behandelen van een status epilepticus. IGE is de meest voorkomende primaire vorm van epilepsie op jongvolwassen. IGE blijft in de literatuur relatief onderbelicht, mogelijk doordat idiopathische epilepsie op volwassen minder vaak voorkomt dan symptomatische en beter te behandelen is. 1 De incidentie wordt geschat op eenderde van alle gevallen van epilepsie. 5 IGE wordt ingedeeld in een aantal epilepsiesyndromen (zie tabel 2). Lange tijd werd er belang gehecht aan de nauwkeurige klinische beschrijving van de diverse syndromen. 6 7 Geleidelijk aan worden de diverse syndromen beschouwd als sgebonden entiteiten binnen een continuüm met variabele expressie en genetische oorzaken. 1 8-10 In de praktijk is het soms moeilijk om een strikte indeling te handhaven, daar bij een deel van de patiënten in de loop van het leven meerdere typen aanvallen voorkomen. Kliniek. De verschillende IGE-syndromen hebben een aantal gemeenschappelijke kenmerken. De aanvallen kunnen bestaan uit absences, myoklonieën of gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen (zie tabel 1). De laatstgenoemde aanvallen treden vooral op tijdens of net na de slaap en bij vermoeidheid; de myoklonieën doen zich vooral in de ochtend voor. IGE-syndromen beginnen vaak op de kinderof adolescenten. Er zijn geen structurele cerebrale afwijkingen en de intelligentie wordt niet aangetast. De familieanamnese is bij veel patiënten positief voor epilepsie. Koppelingsstudies bij families met juveniele myoclonusepilepsie hebben een samenhang aangetoond met chromosoom 6 (6p21.2-p11). 11 Het EEG bij IGE laat, bij een normaal achtergrondpatroon, gegeneraliseerde piekgolfof polypiekgolfcomplexen zien, welke uitgelokt worden met lichtflitsen of hyperventilatie. Deze epileptiforme afwijkingen treden tegelijk over de verschillende afleidingen van het EEG op (figuur 3). Behandeling. IGE-syndromen vertonen veelal een goede respons op anti-epileptica. Valproïnezuur is nog steeds het middel van eerste keus voor primair gegeneraliseerde aanvallen, maar kan bij vrouwen in de vruchtbare het risico verhogen op afwijkingen van de neurale buis bij de foetus. Bij lamotrigine lijkt dat risico, voorzover thans bekend, kleiner. 12 Sommige middelen die gebruikt worden voor partiële epilepsie kunnen myoklonieën oproepen. Voor epileptische myoklonieën zijn valproïnezuur, benzodiazepinen en levetiracetam eerste- respectievelijk tweedekeuzemiddelen. 1 Bij onze patiënte reageerde de niet-convulsieve absencestatus goed op intraveneuze benzodiazepinen. Omdat IGE meestal op de kinder begint, wordt de aandoening vaak beschouwd als een kindergeneeskundig of kinderneurologisch probleem. Echter, een niet onaanzienlijk deel van de patiënten met IGE op de kinder houdt aanvallen op volwassen en blijft langdurig afhankelijk van medicatie. 1 Daarnaast is er een niet te verwaarlozen groep patiënten bij wie IGE zich pas op jongvolwassen manifesteert. 8 13 Recidieven uitsluitend tijdens het kraambed zijn zelden beschreven. Status epilepticus. Bij de beschreven patiënte was er na de eerste sectio een ernstig aanvalsbeloop, waarvoor uiteindelijk een opname op de intensivecareafdeling geïndiceerd was: zij onderging een opeenvolging van absences en gegeneraliseerde tonisch-klonische insulten zonder volledig herstel van bewustzijn tussen de aanvallen door, met een totale duur van meer dan 30 min. Daarmee voldeed deze reeks aanvallen aan de diagnose status epilepticus. De EEG-registratie bevestigde de klinische diagnose: het uitblijven van een gebruikelijk achtergrondpatroon tussen de bilateraal synchrone polypiekgolfcomplexen past bij een status epilepticus. Daar patiënte in het verleden goed was ingesteld op lamotrigine werd besloten om geen tweede anti-epilepticum toe te voegen, maar om haar onder bewaking van de vitale functies te behandelen met midazolam intraveneus. Dit had direct een goed klinisch effect, dat op het EEG werd bevestigd. Het EEG, en vooral het ictale EEG, is een nuttig hulpmiddel bij het diagnosticeren van epilepsie en bij het beoordelen van het effect van medicatie, met name bij patiënten met non-convulsieve aanvallen, zoals onze patiënte. Zwangerschap. Ondanks de goede aanvalscontrole met lamotrigine, ook tijdens de zwangerschap, kreeg patiënte toch nog aanvallen rondom de partus. Het is bekend dat de lamotriginespiegel tijdens de zwangerschap behoorlijk kan dalen, maar een duidelijk verband met recidiefaanvallen is niet aangetoond. 14 Waarschijnlijk lokte de combinatie van slaapdeprivatie, lage lamotriginespiegels, hormonale veranderingen en onttrekking van anaesthetica na de eerste sectio de reeks aanvallen uit. Aan het einde van de tweede zwangerschap speelden waarschijnlijk deels dezelfde uitlokkende factoren een rol. Zwangerschap heeft een variabel effect op epilepsie: bij eenderde van de patiënten neemt de aanvalsfrequentie af, bij eenderde blijft deze stabiel en bij eenderde neemt ze toe. Toename komt vaker voor bij vrouwen die vóór de zwangerschap een hoge aanvalsfrequentie hebben. Waarschijnlijk spelen meerdere factoren mee bij de verandering van de aanvalsfrequentie: hormonale factoren, vermindering van therapietrouw of verlaging van de dosering van medicijnen, veranderde farmacokinetiek, vochtretentie, braken, stress en slaapdeprivatie. 15 16 Gegeneraliseerde tonisch-klonische Ned Tijdschr Geneeskd 2005 18 juni;149(25) 1409

Fp1 Fp2 9 13 5 1 F7 10 F3 14 Fz F4 6 F8 2 T3 11 T5 C3 15 Cz C4 7 T4 3 T6 12 P3 16 Pz P4 8 4 O1 O2 Fp2 F4 C4 P4 O2 Fp1 F3 C3 P3 O1 figuur 3. Schematische weergave van de verschillende afleidingen bij EEG-registratie volgens de dubbele banaan : het signaal voor een bepaalde afleiding is het potentiaalverschil tussen de twee genoemde elektroden van die afleiding. Aangegeven zijn de plaatsing op de schedel en de naamgeving van de verschillende elektroden, alsmede het niet-afwijkende EEG-patroon van een volwassene in waaktoestand: alfaritme van 12-13 Hz van de posterieure tot de centrale gebieden. aanvallen tijdens de partus komen sporadisch voor (1-2%) en ze kunnen ernstige foetale bradycardieën veroorzaken. Een convulsieve status epilepticus tijdens de zwangerschap is zeldzaam en resulteert in ernstige maternale en foetale morbiditeit. Dit kan reden zijn om met spoed een sectio te verrichten. Epilepsie vormt daarom een indicatie voor een klinische bevalling. Deze casus geeft opnieuw aan dat bij de controle van een zwangere met epilepsie een goede samenwerking van belang is tussen de gynaecoloog, de neuroloog, de neurofysioloog en rondom de partus de kinderarts. Patiënte deed zinvolle suggesties voor publicatie van haar ziektegeschiedenis. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Aanvaard op 22 februari 2005 Literatuur 1 Mattson RH. Overview: idiopathic generalized epilepsies. Epilepsia 2003;44(Suppl 2):2-6. 1410 Ned Tijdschr Geneeskd 2005 18 juni;149(25)

2 Sullivan JE, Dlugos DL. Idiopathic generalized epilepsy. Curr Treat Options Neurol 2004;6:231-42. 3 Roger J, Dravet C, Bureau M, Dreifuss FE, Wolfs P, editors. Epileptic syndromes in infancy, childhood and adolescence. 2nd ed. Londen: Libbey; 1992. 4 Meinardi H, Deckers CLP, Hekster YA, Keyser A, Renier WO. Praktische keuzecriteria voor anti-epileptica. Alphen aan den Rijn: Van Zuiden Communications; 1999. 5 Sander JW, Shorvon SD. Epidemiology of the epilepsies. J Neurol Neurosurg Psychiatry 1996;61:433-43. 6 Commission on Classification and Terminology of the International League Against Epilepsy. Proposal for revised classification of epilepsies and epileptic seizures. Epilepsia 1989;30:389-99. 7 Engel JA. Proposed diagnostic scheme for people with epileptic seizures and epilepsy: report of the ILAE Task Force on classification and terminology. Epilepsia 2001;42:1-8. 8 Marini C, King MA, Archer JS, Newton MR, Berkovic SF. Idiopathic generalised epilepsy of adult onset: clinical syndromes and genetics. J Neurol Neurosurg Psychiatry 2003;74:192-6. 9 Reutens DC, Berkovic SF. Idiopathic generalized epilepsy of adolescence: are the syndromes clinically distinct? Neurology 1995;45: 1469-76. 10 Andermann F, Berkovic SF. Idiopathic generalized epilepsy with generalized and other seizures in adolescence. Epilepsia 2001;42: 317-20. 11 Liu AW, Delgado-Escueta AV, Serratosa JM, Alonso ME, Medina MT, Gee MN, et al. Juvenile myoclonic epilepsy locus in chromosome 6p21.2-p11: linkage to convulsions and electroencephalography trait. Am J Hum Genet 1995;57:368-81. 12 Tomson T, Perucca E, Battino D. Navigating toward fetal and maternal health: the challenge of treating epilepsy in pregnancy. Epilepsia 2004;45:1171-5. 13 Sander JW. Idiopathic generalised epilepsies: not only for the paediatrician. J Neurol Neurosurg Psychiatry 2003;74:147. 14 Haan GJ de, Edelbroek P, Segers J, Engelsman M, Lindhout D, Devile- Notschaele M, et al. Gestation-induced changes in lamotrigine pharmacokinetics: a monotherapy study. Neurology 2004;63:571-3. 15 Oppen AC van, Schobben AF, Oosterwijk JC, Elderson A, Keirse MJ. Epilepsie en zwangerschap. Ned Tijdschr Geneeskd 1992;136:1290-4. 16 Nederlandse Vereniging voor Neurologie, commissie Kwaliteitsbevordering, werkgroep Richtlijnen Epilepsie. Richtlijnen diagnostiek en behandeling van epilepsie. Versie 2001. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Neurologie; 2001. Abstract Epileptic seizures during childbirth in a patient with idiopathic generalised epilepsy. During her first pregnancy, a 37-year-old woman with idiopathic generalised epilepsy that was adequately controlled with lamotrigine experienced a series of epileptic seizures following an elective caesarean section. The attacks were terminated with diazepam. The following day, she developed EEG-confirmed status epilepticus, for which midazolam was administered intravenously. No further attacks were observed and the patient was later discharged in good condition with a healthy newborn son. She remained on lamotrigine therapy. At the end of her second pregnancy, the patient again experienced tonic-clonic seizures. The dosage of lamotrigine was increased and the patient received clonazepam intravenously, but a new seizure quickly occurred. Following an emergency caesarean section with midazolam treatment, a healthy daughter was born. No further attacks were observed. This case history illustrates the occurrence of adult idiopathic generalised epilepsy and highlights the problems that can arise late in pregnancy and during childbirth. Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1406-11 Ned Tijdschr Geneeskd 2005 18 juni;149(25) 1411