Antwoorden Wiskunderoute Museum Boerhaave. 01A) 14 kerktorens 01B)



Vergelijkbare documenten
Voor kinderen van 8 t/m 12 jaar. Vergeet je koffer niet. Veel plezier!

WISKUNDEroute! Welkom in Museum. echte MUSEUM I BOERHAAVE. BEgane grond. kladpapier nodig? Op de achterkant!

8.1 Inhoud prisma en cilinder [1]

deel B Vergroten en oppervlakte

Oefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen

Vraag Antwoord Scores. 1 maximumscore 2 De staplengte is 1600 : De staplengte is 0,580 meter, dit is 58 (cm) (of 0,58 meter) 1

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

WISKUNDEroute! Welkom in Museum. echte MUSEUM I BOERHAAVE. BEgane grond. kladpapier nodig? Op de achterkant!

Vraag Antwoord Scores. 1 maximumscore 2 0, = 1 Dus in 2006 totaal biljetten van 50 1

Oefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen

Vraag Antwoord Scores. 0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 L (in meters)

REKENTECHNIEKEN - OPLOSSINGEN

E = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc²

Vraag Antwoord Scores. 0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 L (in meters)

Oefenopgaven vergroten en verkleinen

KENMERKENDE CIJFERS EN BENADERINGSREGELS

percent = procent per cent betekent per 100.

0,6 = 6 / 10 0,36 = 36 / 100 0,05 = 5 /100 2,02 = 2 gehelen en 2 / 100

Docentenhandleiding Wiskunde A, B of C?

Vraag Antwoord Scores

li d a l n s V a l GEMEENTE MAARTENSDIJK r Nbo bestemmingsplan buitengebied g g Nbo Nbo Schaal 1:5000 plankaart noord

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1

Kangoeroewedstrijd editie Wallabie: jaargang 2012, probleem 1. c Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw

Deze stelling zegt dat je iedere rechthoekige driehoek kunt maken door drie vierkanten met de hoeken tegen elkaar aan te leggen.

Taak na blok 5 les 1 TAAK 33

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12

1. Het getal = 1800 is even. De andere antwoorden zijn oneven: 2009, = 11, = 191, = 209.

Vraag Antwoord Scores. 1 maximumscore 3 Er zijn 7 gouden medailles in Dit is 44(%) (of 43,8(%) of 43,75(%)) 1

1. REGELS VAN DEELBAARHEID.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Toetswijzer examen Cool 2.1

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Taak na blok 1 startles 8

5 keer beoordeeld 4 maart Wiskunde H6, H7, H8 Samenvatting

TVE TIEN VRAGEN EXTENSIE LVS - VCLB WISKUNDE Midden 1ste leerjaar INSTRUCTIE BIJ VRAGEN Wiskunde Midden 1 ste leerjaar

Docentenhandleiding Wiskunde A, B of C?

Eindexamen vmbo gl/tl wiskunde I

Onthoudboekje rekenen

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 maandag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Foutenberekeningen. Inhoudsopgave

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

Hoofdstuk 6 Inhoud uitwerkingen

Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A

1. A De derde donderdag is veertien dagen na de eerste., dus de derde donderdag is op zijn vroegst op 15 maart.

Handig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde

2002 tijdvak 1 antwoorden Schaatsen voor water

wiskunde B havo 2016-I

11 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Vraag Antwoord Scores

Overzicht rekenstrategieën

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

wizprof maart 2013 Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 75 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 maandag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Aan alle Wallabies, en aan hun leerkrachten, veel succes en, nog belangrijker, veel plezier!

Teken een diagonaalvlak naar keuze in de originele kubus. Teken dit diagonaalvlak plat op je blad op ware grootte.

44 De stelling van Pythagoras

Antwoorden Vorm en Ruimte herhaling. Verhoudingen

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

x = 12 of x = -12 x = 5 of x = -5 x = 5 of x = -7 x = 7 of x = x = 2 15 a x(x + 10) = 600 b x = 20 meter 16 x(x + 5) = 24, dus x = 3

Wiskunde Uitwerkingen Leerjaar 1 - Periode 3 Meetkunde 3D Hoofdstuk 4 t/m 7

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl II OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Overstapprogramma 6-7

wiskunde CSE GL en TL

Opdracht 2.1 a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde grootte te krijgen.

Ook de volledige spiraal van de stroken van lengte 1, 3, 5,, 99 past precies in een rechthoek.

wiskunde CSE GL en TL

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

WISKUNDE-ESTAFETTE KUN 2001 Uitwerkingen. d = d 10 1,

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade: eerste ronde

12 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste ronde.

wizbrain 2015 Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 75 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan

handleiding pagina s 434 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 12: bladzijde Werkboek

Wiskunde Leerjaar 2 - Periode 1 Meetkunde

DE basis WISKUNDE VOOR DE LAGERE SCHOOL

1 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Oefening: Markeer de getallen die een priemgetal zijn.

Doorsnede inhoud vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Uitwerking toets rekenvaardigheid. Opgave 1 a. 7125, ,99 = Tip: Bij kommagetallen is het eenvoudiger om aan geld te denken.

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Toets gecijferdheid maart 2004

ANTWOORDEN blz. 1. d = 1013; = ; = ; =

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen

WISKUNDE-ESTAFETTE RU Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500

Domein A: Inzicht en handelen

met tijdseenheden overig niet-metrisch moeten zelf bedacht of opgezocht worden a geheeltallig en < 10

Luc Gheysens - Extremumvraagstukken p.1

wiskunde CSE GL en TL

x x x

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Vraag Antwoord Scores

Lineair verband vmbo-kgt34

PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE. a) Begrippen uit de getallenleer ...

Russisch diagram, bewerkt en beschreven door Annie Germeraad voor Annyone s Shawls Groep


Transcriptie:

Antwoorden Wiskunderoute Museum Boerhaave 01A) 14 kerktorens 01B) 1+) Wassenaar en Noordwijk aan Zee 250 cm is, Voorhout en Wassenaar ongeveer 262 cm is, Noordwijk aan Zee en Voorhout 80 cm is, Voorhout en Leiden 260 cm is. Afgerond op hele kilometers is de afstand tussen Wassenaar en Noordwijk aan Zee gelijk aan 15 km. De afstand tussen Noordwijk aan Zee en Voorhout is 5 km. 2C) Met factor 2. Je kunt de vergrotingsfactor aflezen op de latjes van de tekenaap. Doordat wij het potlood (B) en de volgstift (C) hebben verwisseld, maakt de tekenaap een verkleining in plaats van een vergroting. Vergroten met factor 2 komt dus overeen met verkleinen met factor 2 (ofwel vergroten met factor 0,5). 2+A) Met factor!!. 2+B) Als je de tekenaap zo instelt dat alles met factor 2 wordt verkleind, dan wordt de oppervlakte met factor 2! = 4 verkleind.

D E 2+C) Bekijk bovenstaande afbeelding.!abe "!ACD!A(in!ABE) =!A(in!ACD)!E(in!ABE) =!D(in!ACD)(F! hoeken) Dus de twee driehoeken zijn gelijkvormig. Daardoor zijn de originele afbeelding en de vergroting/verkleining in verhouding precies hetzelfde. 2+D) Je zou denken dat als je de zijden van het vierkant twee keer zo groot maakt, de oppervlakte ook twee keer zo groot wordt. Dit is niet waar de oppervlakte wordt dan veel groter. Met zijde 10 is de oppervlakte = 10 10 = 100. En dat is vier keer zo groot als de oorspronkelijke oppervlakte. Als we de oppervlakte ongeveer willen verdubbelen moeten we de zijden ongeveer vermenigvuldigen met 2 1,4142. De nieuwe zijden hebben dus lengte 5 2 7,071. En inderdaad 7,071 7,071 50.

2+E) potlood (B) volgstift (C) vaste punt (A) 3B) 3C) 14 mijl 1 cm 11,2 cm 1 mijl 11,2 cm 5500 m 61600 m 4400 m 61600 m 62 km 31 km 2 uur 2 uur 1 uur

3D) 3E) Beide zeilwagens rijden de verkeerde kant op, van Petten naar Scheveningen i.p.v. van Scheveningen naar Petten. 3F) Van de eerste tekening is een ets gemaakt. Een ets kun je vergelijken met een stempel. Een stempel moet je in spiegelbeeld laten maken anders is de tekst niet goed te lezen. Bij het maken van deze ets is geen rekening gehouden dat de prent gespiegeld moest worden. Veel later tijdens het inkleuren van de prent is deze fout ontdekt en verbeterd. 3+1) (1) De blokart komt eerder aan dan de zeilwagen. Over de 80 km doet de blokart 1 uur en 20 minuten. Daarbij komen nog 10 minuten voor de oversteek bij het Noordzeekanaal. In totaal duurt de rit 1 uur en 30 minuten. De blokart is een half uur eerder in Petten. 4A) De vier verschillende gezichten worden in de piramidespiegel gecombineerd tot één gezicht. 4B) Vrij in te vullen. 4C) Wat is het anamorfose 1? Een everzwijn verdedigt zijn jong tegen een hond. Wat is het anamorfose 2? Een mannetje met een rode jas. Wat is het anamorfose 3? Een geleerde man die een hoed draagt. Wat is het anamorfose 4? Een zittende ram (met horens). Wat is het anamorfose 5? Een stoel. 4D) De rechte lijnen van de stoel worden in de anamorfose krom.

5B) De diagonale lijnen van een stokje scheiden de eenheden van de tientallen. Als je meerdere stokjes naast elkaar legt, scheiden de diagonalen de eenheden, tientallen, honderdtallen en ga zo maar door. Hierbij is het wel belangrijk dat je binnen een rij blijft kijken. 5C) 1728 5D) 5 32 = 160 40 32 = 1280 som - > 1440 5E) uitkomst: 185678 5F) 700 263 = 184100 0 263 = 0 6 263 = 1578 som - > 185678 5+A) uitkomst: 629156 5+B) 800 724 = 579200 60 724 = 43440 9 724 = 6516 som - > 629156 6B) De Franse voet is 32,4 cm. De Vlaamse voet is 27,43 cm. Het verschil tussen jouw voet en deze twee voeten hangt af van je voetlengte. 6C) Hangt af van de lengte van je duim. De duim- maat is meestal bepaalt door de duim van een volwassen man. 6C) De afmetingen van zaal 5 zijn: lengte = 12,6 meter 38 Franse voeten en 11 Franse duimen breedte = 7 meter 25 Vlaamse voeten en 5 Vlaamse duimen

6+A) Voor het gemak stellen we dat de Franse voet gelijk aan 34 cm en de Vlaamse voet aan 27 cm. We zoeken nu naar het kleinste gemene veelvoud. Om deze te vinden, schrijven we eerst van beide getallen de priemfactorontbinding op: 34 = 2 17 27 = 3! Nu we de priemfactorontbinding van beide getallen hebben opgeschreven, zien we dat ze geen priemfactoren gemeenschappelijk hebben. Het kleinste gemene veelvoud is dus 34 27 = 918. Als ze beide 9,18 m hebben afgelegd komen ze elkaar tegen. 7B) kegel cilinder bol 7C) Alle modellen zijn in het echt groter dan op de tekening. de bol lijkt niet rond de kegel lijkt De cilinder lijkt geen rond grond- hoger dan in het De bol lijkt minder oppervlak te echt diep dan in hebben werkelijkheid 7+A)!!!!"#!"#"$%&' =! 2,5! 5 = 31!!!!!!!"#!"#"$ = 1 3! 2,5! 5 = 10 5 12!!!!!"#!"# = 4 3! 2,5! = 20 5 6! 7+B)!!!!"#!"#"$ +!!!!"#!"# = 10!! + 20!! = 31!! =!!"!!!!!"#!"#. Het lijkt erop dat de inhoud van de bol samen met de inhoud van de kegel gelijk is aan de inhoud van de cilinder.

Bonusbuiten opdracht h 60 45 x 20 voet tan 45 = h x + 20, (1) h = (x + 20)! tan 45. tan 60 = h x, (2) h = x! tan 60. We hebben nu twee vergelijkingen die beide dezelfde hoogte uitdrukken. We stellen deze twee vergelijkingen daarom aan elkaar gelijk en lossen. (x + 20)! tan 45 = x! tan 60, x! tan 45 + 20! tan 45 = x! tan 60, x! tan 45 " x! tan 60 = "20! tan 45, x!(tan 45 " tan 60 ) = "20! tan 45, "20! tan45 x = # 27 Franse voeten. tan45 " tan60 Nu weten we wat x is en kunnen we met vergelijking (2) de hoogte van het museum uitrekenen. tan 60 = h 27, 27! tan 60 = h " 47 Franse voeten De hoogte van het museum is ongeveer 47 Franse voeten wat overeenkomt met ongeveer 15 meter.