BASISVAARDIGHEDEN REKENEN (PO)

Vergelijkbare documenten
analyse van de opbrengsten.

Opbrengstgericht werken (OGW)

Opbrengstgericht werken (OGW)

Samenvatting. Totalen

Samen. stevige. ambities. werken aan.

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Onderwijskundig jaarplan GBS Het Talent 1

Doorgaande leerlijn voor begaafde en excellerende leerlingen van po naar vo

CHECKLIST PASSEND ONDERWIJS EN OMGAAN MET VERSCHILLEN IN DE OVERGANG VAN PO NAAR VO

Onderwijskundig jaarplan GBS Het Talent 1

Hoe volgt en begeleidt Montessori-Zuid de leerlingen?

Jaarplan Jaar Datum 15 juni 2016

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG FINLANDIA

KWALITEITSKAART. 1-Zorgroute. Opbrengstgericht werken

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP CHRISTELIJKE BASISSCHOOL DE POORT

Opbrengstgericht werken (OGW)

Jaarplan Hellevoetsluis. Datum: 14 november

Arjan Clijsen, Noëlle Pameijer & Ad Kappen

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

INDICATOREN BASISONDERSTEUNING

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

Locatie Sprang-Capelle Rembrandtlaan ES Sprang-Capelle T Locatie Landgoed Driessen Burgemeester van Casterenstraat GA

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. : Kallenkote

Werken met groepsplannen in het VO Naar handelingsgericht werken. Schoolpsychologencongres maart 2013 Arjan Clijsen

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL DEN DIJK

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR Basisschool De Arnhorst. Velp

Schoolondersteuningsprofiel. 11BF00 De Mienskip

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP O.B.S. DE BONGERD

Schoolondersteuningsprofiel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. R.K. basisschool De Talenten

Met de referentieniveaus naar schoolsucces

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD'

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'DE TOUWLADDER'

Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs. Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013

Schoolondersteuningsprofiel. 14GF00 De Zeester

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Uw schoolondersteuningsprofiel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. rkbs St. Jozef

Schoolondersteuningsprofiel. 15QG00 Horizon

Schoolondersteuningsprofiel. 11KM00 Basissch Insp J. Cryns

Samenvatting schoolondersteuningsprofiel Jenaplanschool Hanevoet

Evaluatie plan van aanpak cbs de Wâlikker schooljaar EVALUATIE. plan van aanpak schooljaar team Wâlikker Pagina 1

Schoolondersteuningsprofiel. 27XE00 OBS Het Woudhuis

Opbrengstgericht werken (OGW)

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel. 08PJ00 J.J. Anspachschool

Opbrengsten maak er werk van!

Bijlage 2. Basisondersteuning binnen SWV Groningen Ommelanden

Uw producten en diensten in de etalage!

SOK-studiedag Effectief onderwijs: de leraar doet er toe! 7 december 2012 Affligem, België

Bijeenkomst 1 Maatwerktraject onderwijskundig begeleider

Schooljaarplan (SJP)

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR IKC Het Sterrenbos

CHECKLIST VO VOOR OVERGANG VAN PO NAAR VO

Schoolondersteuningsprofiel

De rode draad BPS-PO 2014 Een zelfbeoordelingsinstrument om na te gaan in hoeverre de school het keurmerk BPS benadert

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Tweemaster

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD

Schoolondersteuningsprofiel. 10GE00 Bs De Vier Heemskinderen

Referentieniveaus en VVE: wat moet je ermee?

Schoolondersteuningsprofiel. 04TL00 Chr Basissch It Twaspan

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS OVER DE SLINGE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. Basisschool De Wadden, locatie Molenwijk

Schoolondersteuningsprofiel. 26 Ibs 'T Pompebled

De Vogelveste. speciale school voor basisonderwijs

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL 'T MÊÊTJE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek Primair Onderwijs bij. Kolegio Kristu Bon Wardador

Van ontwikkelingsperspectief naar groepsplan

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL DE HAREN. : basisschool de Haren : 's-hertogenbosch BRIN-nummer : 12TH Onderzoeksnummer : 95042

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN. KWALITEITSONDERZOEK BIJ O.B.S. 't JOK. : Terschelling Hoorn

WIJ LEREN MET JOU. WIJ WIJ LEREN WIJ LEREN MET MET JOU LEREN WIJ t RENDAL

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP PANTA RHEI. Onderzoeksnummer :

Schoolondersteuningsprofiel SWV Friesland 2018

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL BISSCHOP ERNST

Schoolondersteuningsprofiel. 11RU00 Obs De Lijster

Doelstellingen professionaliseringstraject Het SWV heeft als doelstellingen voor het professionaliseringstraject geformuleerd:

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. rkbs Spoorbuurt. : Anna Paulowna

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Cosmicus

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR Basisschool Pius X

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL ALBERT SCHWEITZER

Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij. Christelijke Speciale basisschool De Branding

Samen opbrengstgericht werken = vakmanschap versterken!

4?^ ' \/ Lr- Ö RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL BERG EN BOS. Basisschool Berg en Bos Apeldoorn 17NG 94718

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE DIJSSELBLOEM

Schoolondersteuningsprofiel. 00CV00 School Matthijsje

1.3. Leerkrachten kennen de 7 uitgangspunten en passen enkele uitgangspunten bewust en systematisch toe.

Schoolondersteuningsprofiel. 11WU00 Mariaschool

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ BASISSCHOOL DE RIJNSCHANS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. r.k.b.s. Sint Jozef

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE SCHOOL M/D BIJBEL NEDERWOUD

Op weg naar betekenisvol onderwijs en onderzoekend en actief leren.

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

Vormgeven aan passend onderwijs binnen De Wheemschool

Schoolondersteuningsprofiel. 12ZQ00 De Bongerd

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. De Aquarel

Uitkomsten kwaliteitsonderzoek pilot toezicht 2020

Schoolondersteuningsprofiel. 09AY00 Rooms Katholieke Basisschool De Brembocht

Onderwijskundig Jaarplan ( OKJP) OnderwijsKundig JaarVerslag ( OKJV)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek Primair Onderwijs bij. Kolegio Papa Cornes

Transcriptie:

BASISVAARDIGHEDEN REKENEN (PO) Goed kunnen lezen en rekenen bepaalt in sterke mate het succes op school en dus ook het succes in de latere loopbaan van onze leerlingen. Een juiste focus op deze basisvaardigheden binnen de school vergroot de kansen voor elke leerling. Dit thema gaat over goed onderwijs, het belang van de keten, doelgroepen, methoden en instrumenten. Observatie-instrumenten Toetsing en examens Methoden en instrumenten Bijna alle scholen gebruiken lesmethoden voor het taal-, lees- en rekenonderwijs. Het is belangrijk dat deze methoden aansluiten bij de onderwijskundige visie van de school en dat leraren er goed mee kunnen werken. Scholen zijn vanaf augustus 2014 verplicht te werken met een leerlingvolgsysteem waarin de vorderingen van leerlingen systematisch worden bijgehouden. Een centrale eindtoets voor het basisonderwijs zal vermoedelijk zijn intrede doen in het schooljaar 2015/2016. Voor jonge (risico)kinderen gebruiken scholen de toetsen vaak in samenhang met een observatie-instrument. Leerlingvolgsystemen Analyses methoden Methode-invoering Aanbod leeromgeving Klassenmanagement Goed onderwijs Goed onderwijs is onderwijs dat leerlingen maximaal de kans biedt om te leren. De Inspectie van het Onderwijs beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op de volgende aspecten: de opbrengsten van een school, het leerstofaanbod, de leertijd, het pedagogisch klimaat, het schoolklimaat, het didactisch handelen van de leraren, de leerlingenzorg en de gebruikte toetsen, tests, opdrachten of examens. Goed onderwijs hangt in hoge mate samen met de deskundigheid van de leerkracht en de opbrengstgerichte cultuur van een school. Differentiatie en groepsplannen Aanpak Zwakke Scholen Instructie Pedagogisch klimaat Coördinator Beleid coördinatie OGW Cyclus In een effectieve schoolorganisatie hebben de verschillende teamleden hun eigen verantwoordelijkheden. De schoolleider, de taal- of rekencoördinator en de intern begeleider hebben welomschreven rollen in het bepalen en uitvoeren van schoolbeleid. Daarnaast zijn ouders een belangrijke factor. Het beleid wordt uitgevoerd in een opbrengstgericht werken-cyclus, een variant van de PDCA-cyclus (Plan-Do-Check-Act). Intern begeleider Schoolleider Methoden en instrumenten Beleid coördinatie Domeinen Goed onderwijs Keten netwerk PO - VO Keten netwerk Leerlingen die instromen in scholen voor primair onderwijs hebben VVE - PO vaak deelgenomen aan een voorschoolse voorziening. Tijdens de basisschoolperiode stroomt de leerling door van de onderbouw naar de middenbouw en vervolgens de bovenbouw. Na de basisschool volgt het voortgezet onderwijs. Afstemming is daarom noodzakelijk. Daarnaast maken scholen steeds vaker deel uit van een netwerk dat is georganiseerd rond leerlingen of zijn scholen onderdeel van een (integraal) kindcentrum. OB - MB - BB R: Meten en meetkunde R: Verbanden T: Schrijven T: Begrippenlijst Taalverzorging R: Getallen Domeinen De referentieniveaus voor taal en rekenen beschrijven wat een leerling op een bepaald moment in de schoolloopbaan moet kennen en kunnen op vier domeinen of hoofdonderwerpen. Voor rekenen zijn dit de domeinen getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, en verbanden. De vier hoofdonderwerpen van taal zijn mondelinge taalvaardigheid, leesvaardigheid, schrijfvaardigheid en begrippenlijst en taalverzorging. T: Lezen R: Verhoudingen T: Mondelinge taalvaardigheid Vind praktijkvoorbeeld, kennis en instrumenten rondom Basisvaardigheden Rekenen op http://bit.ly/pqzogy Snel naar de website! Begaafde leerlingen Kleuters Zwakke leerlingen De school moet weten welke kenmerken de leerlingen hebben om vast te kunnen stellen wat de consequenties zijn voor het onderwijs dat de school (de leraar) geeft. Kenmerken zijn bijvoorbeeld het leerlinggewicht (afhankelijk van de opleiding van de ouders) en kenmerken die bijzondere aandacht kunnen vragen. Speerpunten voor onderwijs in de basisvaardigheden zijn het ontwikkelen van de vernieuwingsscholen en het omgaan met ouders, begaafde leerlingen en kleuters. Aanpak vernieuwingsscholen

1. Waar staan wij nu? Wat hebben wij al bereikt aan resultaten: - hoe zijn onze opbrengsten rekenen voor de jaargroepen de afgelopen jaren? - zijn wij een rekenzwakke, gemiddelde of rekensterke school? - wat zijn onze sterke kanten en goede praktijken? Over welke deskundigheid (kennis en vaardigheden) beschikken wij: - over welke rekencompetenties beschikken leraren? - welke rekenspecialismen hebben wij in de school? - welke kennis hebben wij van normen en goede praktijken? - welke kennis hebben wij van effectief rekenonderwijs? Over welke ondersteuning beschikken wij: - hoe geschikt is onze rekenmethode? - hebben wij voldoende materiaal voor zwakke rekenaars? - hebben wij voldoende materiaal voor excellente rekenaars? - hoe worden leraren die dat nodig hebben bij ons ondersteund? - welke scholingen heeft het team gevolgd voor rekenen? Welke knelpunten doen zich voor op het gebied van het rekenonderwijs? PLAN 2 bereiken? Wat willen wij DO 4. Wat is daarvoor nodig? Wat moeten wij weten en kunnen: - van onze normen en de landelijke normen? - van de doelen en inhoud van rekenen in het voorgaande en opvolgende leerjaar? - van de kenmerken van rekensterke scholen? - van de kenmerken van effectief rekenonderwijs? - om resultaten te analyseren en te interpreteren? - om groepsplannen en individuele leerlijnen op te stellen? Wat is nodig voor de invoering of verbetering op onze school? - welke scholingen hebben wij nodig? - welke materialen zijn nodig voor zwakke en excellente rekenaars? - welke expertise en ondersteuning moeten wij organiseren? - hoe blijven wij op de hoogte van de ontwikkelingen via deelname aan netwerken? Welke rol heeft de schoolleider bij het invoerings- of verbeteringsproces? Welke rol heeft de IB-er? Welke ondersteuning is hierbij nodig van het bestuur? Hoe wordt het leren binnen het team gestimuleerd om opbrengstgericht te werken (opbrengstgerichte cultuur): - directe feedback en reflectie (coaching, intervisie, teambesprekingen)? - resultaatgerichte gesprekken met leraren over de voortgang en de resultaten? 2. Wat willen wij bereiken? Hoe hoog zijn onze verwachtingen van onze leerlingen? Wat zijn onze ambities voor rekenen? Wat zijn onze doelen: - aan het einde van de basisschool? - voor zwakke en excellente rekenaars? - doelen per jaargroep? - zijn onze doelen helder en haalbaar? - zijn onze doelen ambitieus? Welke normen gebruiken wij? 1 Waar staan wij nu? Basisvaardigheden Rekenen 3 Wat gaan wij doen? 5. Hoe volgen wij de resultaten? Voldoen onze rekentoetsen: - voldoen de toetsen aan de landelijke eisen? - worden de toetsen volgens afspraken en voorschriften afgenomen? - worden de toetsen volgens de toetskalender afgenomen? Hoe en hoe vaak analyseren wij de rekenresultaten: - gebeurt dit tenminste twee keer per jaar? - doen wij dit op school-, groeps- en individueel niveau? - worden er trendanalyses gemaakt? Hoe zorgen wij voor tijdige signalering van rekenproblemen vanaf groep 1? Hoe en hoe vaak bespreken wij in het team de voortgang van het beleid? 3. Wat gaan wij doen? Welke schoolbrede afspraken maken wij: - hoeveel onderwijstijd plannen wij voor taal/lezen per groep? - hoeveel onderwijstijd plannen wij voor rekenen per groep? - hoe zorgen wij voor de aansluiting van het rekenaanbod van groep 1/2 met groep 3? - welke afspraken maken wij over groepsplannen voor rekenen? - welke afspraken maken wij over ontwikkelingsperspectieven voor zwakke rekenaars? - hoe plannen wij leerlijnen voor excellente rekenaars? - welke aandacht geven wij aan automatisering en onderhoud basisvaardigheden? - hoe organiseren wij de differentiatie? Hoe richten wij de klassenorganisatie in? Hoe gaan wij de instructievaardigheden van leraren versterken (coaching, intervisie, klassenbezoeken)? Welke prioriteiten stellen wij ons de komende periode? Hoe realiseren wij een doorgaande lijn van groep 1 t/m 8? Hoe leggen wij onze activiteiten vast in een rekenbeleidsplan? Hoe zorgen wij voor een breed draagvlak (bestuur, team, ouders, leerlingen) voor onze plannen? Hoe betrekken en informeren wij hen? Hoe borgen 6en verbeteren wij? ACT 5 de Hoe volgen wij resultaten? 4 Wat is daarvoor nodig? CHECK STUDY 6. Hoe borgen en verbeteren wij? Evalueren wij (tenminste jaarlijks) de opbrengsten van ons rekenbeleid: - welke leerlingresultaten zijn bereikt en hoe tevreden zijn wij daarover? - is de geplande tijd aan rekenen besteed? - hebben zwakke rekenaars voldoende extra tijd gekregen? Hebben sterke rekenaars voldoende verrijkingsstof gekregen? - zijn de groepsplannen en de ontwikkelingsperspectieven uitgevoerd volgens plan? - is differentiatie systematisch toegepast? Welke verklaringen/oorzaken zijn er voor de bereikte resultaten: - te hoge/te lage doelen gesteld? - deugdelijkheid aanbod en materialen? - benutte onderwijstijd voor rekenen en extra tijd voor zwakke en excellente rekenaars? - klassenorganisatie en differentiatie? - inzet leraren en ondersteuning? - bijzondere omstandigheden? Wat betekenen de resultaten en onze verklaringen voor de komende periode: - aanpassing doelen? - aanpassing aanbod? - aanpassing tijd voor rekenen of aanpassing extra tijd zwakke of excellente rekenaars? - aanpassing groepsplannen en ontwikkelingsperspectieven? - aanpassing ondersteuning en/of scholing? Welke aanpassingen gaan wij aanbrengen in ons rekenbeleidsplan? Hoe informeren wij betrokkenen hierover (ouders, team, bestuur, leerlingen)? Hoe verantwoorden wij ons over de afgelopen periode? oktober 2012

WETENSCHAP TECHNIEK (PO) Activiteiten met wetenschap en techniek op school maken kinderen nieuwsgierig en geven hun een beter beeld van deze thema s. Nieuwsgierigheid en positieve ervaringen zijn de basis voor interesse en talentontwikkeling. Als Nederland ook over 5, 10 of 20 jaar voldoende mensen wil hebben om onze kenniseconomie te onderhouden, dan zouden tenminste 4 op de 10 jongeren voor een bètatechnische opleiding moeten kiezen. De weg daar naartoe begint al in het basisonderwijs. Binnen School aan Zet wordt binnen dit thema gewerkt aan een doorgaande leerlijn voor wetenschaps- en techniekonderwijs. Techniekambassadeur/coach Bedrijfsleven Waarom wetenschap en techniek? Wat kunt u ermee? Dit zijn vragen die het best beantwoord kunnen worden door mensen die in de bètatechnieksector werken. Samenwerking met het bedrijfsleven is daarom een belangrijk onderdeel van een aanpak die gericht is op wetenschap en techniek. Bedrijven laten leerlingen en leraren zien wat wetenschap en techniek is en wat zij ermee kunnen. Dit helpt bij de beeldvorming en verbetert de attitude. Ondernemerschap Samenwerking bedrijven KWT-scholen Profilering Scholen en besturen die gericht met wetenschap en techniek aan de slag gaan doen er verstandig aan deze thema s ook in hun schoolprofiel op te nemen. Door de buitenwereld te laten zien dat de focus op wetenschap en techniek een speerpunt van de school is, profileert de school zich bij ouders, collega s en andere betrokkenen. Scholen kunnen ook gebruikmaken van faciliteiten, Techkidz meedoen aan activiteiten en de resultaten hiervan zichtbaar maken. Talentenkracht Vindplaatsscholen Profilering Bedrijfsleven Attitude, oriëntatie en keuze Aantrekkelijk onderwijs Keten netwerk Doorlopende leerlijn WT Onderzoekend Ontwerpend leren Aantrekkelijk onderwijs Om meer leerlingen te interesseren voor bètatechnisch onderwijs is het natuurlijk belangrijk dat deze vakken aantrekkelijk worden gemaakt. Technologische ontwikkelingen gaan razendsnel. Het is belangrijk dat het onderwijsaanbod hier op blijft aansluiten. De thema s in wetenschap en techniek zijn vaak vakoverstijgend en zijn bijvoorbeeld goed te koppelen aan taal en/of rekenonderwijs. Regionale netwerken Keten netwerk Leren van elkaar is cruciaal bij nieuwe onderwijsbenaderingen. Om het onderwijsaanbod van wetenschap en techniek goed af te stemmen binnen de keten, is nauw contact met andere primair onderwijs-scholen en voortgezet onderwijs-scholen noodzakelijk. Kennis delen binnen een netwerk van meer instellingen die met bèta-, wetenschaps- en techniekonderwijs werken, draagt bij aan een gerichte aanpak. Contact met voortgezet onderwijs-scholen over wetenschap en techniek bevordert bovendien de doorlopende leerlijn. Wetenschapsknooppunten ICT Project/thematisch onderwijs PO - VO Domeinbeschrijving WT Praktijk oriëntatie Attitude, oriëntatie en keuze De Nederlandse Kenniseconomie heeft behoefte aan meer opgeleide bètatechnici. Op dit moment kiezen onvoldoende leerlingen voor een bètatechniek profiel of vervolgopleiding. Dit heeft mede te maken met de affiniteit met en attitude ten opzichte van wetenschap en techniek. Hier kunnen leraren al in het primair onderwijs op inspelen; het bevorderen van een onderzoekende houding begint al bij het jonge kind. Attitude meting Wetenschapsknooppunten Vind praktijkvoorbeeld, kennis en instrumenten rondom Wetenschap Techniek op http://bit.ly/sxk5v8 Snel naar de website! Excellente leerlingen Iedere leerling is anders en kan zich op een andere manier door iets aangesproken voelen. Om meer leerlingen te interesseren voor wetenschap en techniek is het belangrijk om oog te hebben voor verschillende doelgroepen en de manieren waarop u verschillende leerlingen kunt aanspreken. Vermijd stereotype benaderingen en richt u actief op groepen van leerlingen die niet vanzelfsprekend voor wetenschap en techniek kiezen. Meisjes

1. Waar staan wij nu? Wat hebben wij al bereikt met wetenschap techniek: - welke activiteiten worden nu al uitgevoerd? - in welke groepen? - over welke thema s? Over welke deskundigheid (kennis en vaardigheden) beschikken wij: - over welke competenties beschikken leraren? - welke specialismen hebben wij op het terrein van wetenschap techniek? - hoe staan teamleden t.o.v. het belang van wetenschap techniek voor diverse leerlingengroepen (jongens, meisjes, allochtone leerlingen)? Over welke ondersteuning beschikken wij: - wat bieden onze huidige methoden aan mogelijkheden voor wetenschap techniek? - over welke middelen en materialen beschikken wij al en wat is daarvan de kwaliteit? - in hoeverre worden (beroepen en kennis van) ouders ingezet op school bij wetenschap techniek? - in hoeverre wordt met bedrijven, instellingen, universiteiten en/of scholen voor VO samengewerkt op het terrein van wetenschap techniek? - in welke mate krijgt wetenschap techniek gecoördineerd aandacht in de school (management, wetenschap techniek coördinator, op de agenda vergadering e.d.)? Welke knelpunten doen zich voor die van belang zijn voor de ontwikkeling en verbetering van wetenschap techniek? 1 PLAN Waar staan wij nu? 2 bereiken? Wat willen wij DO 3 Wat gaan wij doen? 4. Wat is daarvoor nodig? Wat moeten wij weten en kunnen: - van het vakgebied? - van de kerndoelen wetenschap techniek? - van goede praktijkvoorbeelden? - hoe zijn onze vaardigheden op het vakgebied? Wat is nodig voor de invoering of verbetering op onze school: - in welke bouw, met welke leraren verwachten wij snel te kunnen starten om succes te boeken en te leren van elkaar? Welke ruimte is er voor het uitproberen van thema s? - met welke begeleidende instantie kunnen we afspraken maken over coaching en begeleiding? - welke scholingen wetenschap techniek hebben wij nodig? - hoe moet onze attitude zijn t.o.v. techniek aan jongens, meisjes, allochtone leerlingen? - welke materialen zijn nodig voor invoering? Welke zijn snel beschikbaar? - welke expertise en ondersteuning moeten wij organiseren in de school? - hoe blijven wij op de hoogte van de ontwikkelingen via netwerken? Met wie en hoe gaan wij samenwerken bij het vormgeven van wetenschap techniek: - met ouders? - met bedrijven en instellingen? - met het voortgezet onderwijs? Welke rol heeft de schoolleider bij het invoerings- of verbeteringsproces? Welke de wetenschap techniek coördinator? Welke ondersteuning is hierbij nodig van het bestuur? Hoe wordt samenwerking binnen het team gestimuleerd en vormgegeven om opbrengstgericht te werken (opbrengstgerichte cultuur)? - directe feedback en reflectie (coaching, intervisie, teambesprekingen)? - resultaatgerichte gesprekken met leraren over de voortgang en de resultaten? 2. Wat willen wij bereiken? Wat zijn onze ambities voor wetenschap techniek: - waarom willen wij met techniek aan de slag? - wie willen dat; leerlingen, ouders, team, directie, bestuur? - wat is onze visie op wetenschap techniek? - wat zijn onze ambities de komende jaren? Wat zijn onze doelen: - aan het einde van de basisschool? - doelen per jaargroep? - zijn onze doelen helder en haalbaar? - zijn onze doelen ambitieus? Welke normen gaan wij gebruiken? Wetenschap Techniek 5. Hoe volgen wij de resultaten? Hoe evalueren wij de voortgang van de ontwikkeling van leerlingen: - hoe gaan wij de resultaten toetsen? Hoe vaak en met welke instrumenten? - hoe gaan we de ontwikkeling van een onderzoekende houding na? - hoe gaan wij de tevredenheid en motivatie bij leerlingen na? Hoe en hoe vaak gaan wij de voortgang van de invoering/verbetering van wetenschap techniek na? - hoe gaan wij de tevredenheid en motivatie leraren en samenwerkende partners na? - hoe gaan wij de ontwikkeling van de competenties van leraren na? - hoe vaak staat wetenschap techniek op de agenda van de teamvergaderingen? 3. Wat gaan wij doen? Welke schoolbrede afspraken maken wij over: - hoeveel onderwijstijd plannen wij voor wetenschap techniek per groep? - welke thema s en activiteiten kiezen wij in de jaargroepen? - hoe sluiten wij aan bij bestaande activiteiten en onze methoden? - hoe willen wij wetenschap techniek organiseren (afzonderlijk gebied, integraal in andere gebieden, projectmatig)? - hoe zorgen wij voor transfer naar andere leer- en vormingsgebieden? - hoe gaan wij continue werken aan de ontwikkeling van een onderzoekende houding bij leerlingen? Welke prioriteiten stellen wij ons de komende periode? Hoe zorgen wij voor een doorlopende wetenschap techniek lijn? Hoe leggen wij onze activiteiten vast in een wetenschap techniek plan? Hoe zorgen wij voor een breed draagvlak (bestuur, team, ouders, leerlingen) voor onze plannen? Hoe betrekken en informeren wij hen? Hoe zorgen wij ervoor dat onze aandacht voor wetenschap techniek zichtbaar wordt in ons schoolprofiel (communicatie, schoolgids e.d.)? Hoe borgen 6en verbeteren wij? ACT 5 de Hoe volgen wij resultaten? 4 Wat is daarvoor nodig? CHECK STUDY 6. Hoe borgen en verbeteren wij? Evalueren wij (tenminste jaarlijks) de opbrengsten van ons wetenschap techniek beleid: - welke leerlingresultaten zijn bereikt en hoe tevreden zijn wij daarover? - zijn de activiteiten volgens plan uitgevoerd en hoe tevreden zijn wij daarover? Welke verklaringen/oorzaken zijn er voor de gerealiseerde opbrengsten: - te hoge/te lage doelen gesteld? - deugdelijkheid aanbod en materialen? - benutte onderwijstijd? - organisatie van wetenschap techniek en/of de coördinatie? - competenties en/of inzet van leraren? - ondersteuning en/of samenwerking met partners? - bijzondere omstandigheden? Wat betekenen de resultaten en onze verklaringen voor de komende periode, wat betreft: - aanpassing doelen? - aanpassing thema s en activiteiten? - aanpassing tijd? - transfer andere leer- en vormingsgebieden? - ondersteuning leraren en scholing? Welke wijzigingen gaan wij aanbrengen in ons wetenschap techniek plan? Hoe informeren wij betrokkenen hierover (ouders, team, bestuur, leerlingen)? Hoe verantwoorden wij ons over de afgelopen periode? oktober 2012

OMGAAN MET VERSCHILLEN (PO) Dit thema gaat over het versterken van het reguliere primair onderwijs op het gebied van omgaan met verschillen tussen leerlingen. Dit is noodzakelijk voor het welslagen van het passend onderwijsbeleid. Door beter te leren omgaan met verschillen zijn leraren en reguliere scholen in staat betere schoolprestaties te realiseren. Zo kunnen zij voorkomen dat steeds meer leerlingen verwezen worden naar speciaal onderwijs of aangewezen zijn op aanvullende bekostiging in de vorm van het rugzakje. Omgaan met verschillen is de crux van het beleid. Uit onderzoek van de inspectie en uit internationaal onderzoek blijkt dat juist het omgaan met verschillen tussen leerlingen het moeilijkste aspect van het vak van leraar is. Onder dit thema vindt u bijvoorbeeld informatie over het schoolondersteuningsprofiel, samenwerking in de onderwijsketen, instrumenten en aandacht voor doelgroepen. Soc. Emotioneel instrumentarium Instrumenten Scholen hebben de beschikking over een groot aantal instrumenten en methodieken om leerlingen met extra onderwijsbehoeften in beeld te krijgen en om een passend onderwijsprogramma vorm en inhoud te geven. Belangrijke bouwstenen daarvoor zijn: leerlingvolgsystemen, remediërende instrumenten en instrumenten op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling. Leerlingvolgsystemen Remediëring Instrumenten Passend onderwijs Schoolondersteuningsprofiel Maatwerk en differentiatie Passend onderwijs Passend onderwijs is erop gericht om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben beter te helpen, opdat zij een optimale (school-)ontwikkeling doorlopen. Scholen zijn vanaf 1 augustus 2014 verplicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die dit nodig hebben. Ontwikkelingsperspectief Leerproblemen Omgaan met specifieke onderwijsbehoeften In het kader van Passend Onderwijs zullen scholen voor regulier onderwijs meer en meer moeten leren omgaan met verschillen tussen leerlingen en met verschillen in specifieke onderwijsbehoeften. Enerzijds gebeurt dit op schoolniveau, bijvoorbeeld door het versterken van expertise of door de organisatie van de zorg. Anderzijds gebeurt dit in samenwerking met andere scholen en organisaties binnen het samenwerkingsverband. Sociaal-emotionele problemen Omgaan met specifieke onderwijsbehoeften Attitude en gedrag Keten netwerk PO - VO Keten netwerk Het primair onderwijs staat aan de basis van de onderwijsketen. Omgaan met verschillen tussen leerlingen kan als consequentie hebben dat scholen hun onderwijs en aanpak moeten afstemmen met of overdragen aan anderen. Dit is belangrijk/noodzakelijk voor continuïteit van (school-)ontwikkeling. Scholen fungeren steeds meer in een netwerk dat is georganiseerd rond de leerling met extra onderwijsbehoeften. Er wordt specifiek ingegaan op de afstemming tussen Vroeg- en voorschoolse educatie (VVE) en primair onderwijs en tussen primair onderwijs (PO) en voortgezet onderwijs. VVE - PO Attitude en gedrag Wanneer scholen aan de slag gaan met een thema als Omgaan met Verschillen focussen ze vaak op het omgaan met leervermogen of ontwikkelingsniveau. Maar omgaan met verschillen is veel meer dan dat. Het is het uitgangspunt van goed onderwijs. Eigenlijk zou dus gesproken moeten worden van 'uitgaan van verschillen'. Het draait dan ook om verschillen in attitude en gedrag. Dit geldt op het niveau van leerlingen, leraren en ouders. Leraren Vind praktijkvoorbeeld, kennis en instrumenten rondom Omgaan met Verschillen op http://bit.ly/sxlu4p Snel naar de website! Zwakke leerlingen Binnen het thema omgaan met verschillen wordt ingegaan op enkele specifieke doelgroepen, namelijk jonge risicokinderen, meer- en hoogbegaafde leerlingen en leerlingen met extra onderwijsbehoeften. Meer en hoogbegaafden Jonge risicokind

1. Waar staan wij nu? Wat hebben wij al bereikt aan resultaten: - hoe zijn de opbrengsten voor de basisvaardigheden voor de jaargroepen? hoe groot zijn de verschillen binnen jaargroepen? - hoe houden wij bij de basisvaardigheden rekening met verschillen? - welke differentiatiemodellen gebruiken wij (intern/extern, convergent/divergent, niveau, tempo, verdieping, belangstelling, leerstijl)? - wat zijn onze sterke kanten en goede praktijken? Over welke deskundigheid (kennis en vaardigheden) beschikken wij: - welke competenties hebben leraren op het terrein van het maken en uitvoeren van groepsplannen, arrangementen en ontwikkelingsperspectieven? - welke specialismen hebben wij in school om leerlingen extra te ondersteunen? - welke kennis hebben wij van normen en goede praktijken? - welke kennis hebben wij van effectief onderwijs? Over welke ondersteuning beschikken wij: - welke mogelijkheden tot differentiatie bieden de methoden? - welke materialen zijn er voor zwakke en excellente leerlingen? - hoe worden leraren die dat nodig hebben bij ons ondersteund? - welke scholingen heeft het team gevolgd op het terrein van differentiëren in de groep? Welke knelpunten doen zich voor op het gebied van differentiëren? 2. Wat willen wij bereiken? Wat zijn onze ambities om maximaal rekening te houden met verschillen? Wat zijn onze doelen: - resultaten leerlingen aan het einde van de basisschool en de jaargroepen? - resultaten van excellente en zwakke leerlingen? - realiseren van goede kwaliteit van de zorgstructuur, op alle lagen van onderwijs? - organisatie van de differentiatie in de diverse groepen? - zijn onze doelen helder en haalbaar? - zijn onze doelen ambitieus? Welke normen gebruiken wij? 3. Wat gaan wij doen? Welke schoolbrede afspraken maken wij: - hoe organiseren wij extra tijd voor instructie aan leerlingen die daaraan behoefte hebben? - welk differentiatiemodel gaan wij hanteren (intern/extern, convergent/divergent, niveau, tempo, verdieping, belangstelling, leerstijl)? voor welke leer- en vormingsgebieden? - welke afspraken maken wij over groepsplannen en ontwikkelingsperspectieven? - welke didactische maatregelen treffen wij in de groepen: convergent differentiëren, verlengde instructie, zelfstandig werken/uitgestelde aandacht, taakwerk, samenwerken/tutoring/duo-leren, zelfcorrectie? - welke organisatorische maatregelen treffen wij in de groepen: organisatie instructiegevoelig aanbod naast minder instructiegevoelig aanbod, verbinden vakken, klassenorganisatie in hoeken, instructietafel? Welke maatregelen treffen wij voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften (gedragsproblematische leerlingen, autisme e.d.) Hoe gaan wij de differentiatievaardigheden van leraren versterken (coaching, intervisie, klassenbezoeken)? Welke prioriteiten stellen wij ons de komende periode? Hoe realiseren wij een doorgaande lijn van groep 1 t/m 8? Hoe leggen wij onze activiteiten vast in een beleidsplan? Hoe zorgen wij voor een breed draagvlak (bestuur, team, ouders, leerlingen) voor onze plannen? Hoe betrekken en informeren wij hen? 1 PLAN Waar staan wij nu? Hoe borgen 6en verbeteren wij? ACT 2 bereiken? 5 de Wat willen wij Omgaan met verschillen in de klas Hoe volgen wij resultaten? DO 3 Wat gaan wij doen? 4 Wat is daarvoor nodig? CHECK STUDY 4. Wat is daarvoor nodig? Wat moeten wij weten en kunnen: - van doelen basisvaardigheden en doorgaande lijnen? - van ontwikkelingsproblemen (waar onder dyslexie, dyscalculie en gedragsproblemen)? - van de doelen en inhoud van de basisvaardigheden in het voorgaande en opvolgende leerjaar? - van de methoden en extra en remediërende materialen? - van de kenmerken van effectieve differentiatiemodellen? - om resultaten te analyseren en te interpreteren? - om groepsplannen en individuele leerlijnen op te stellen? Wat is nodig voor de invoering of verbetering op onze school: - welke materialen zijn nodig voor zwakke en excellente leerlingen? - hoe benutten wij ICT? - welke scholingen hebben wij nodig? - welke expertise en ondersteuning moeten wij organiseren? - hoe blijven wij op de hoogte van de ontwikkelingen via deelname aan netwerken? Welke rol heeft de schoolleider bij het invoerings- of verbeteringsproces? Welke rol heeft de IB-er? Welke ondersteuning is hierbij nodig van het bestuur? Hoe wordt het leren binnen het team gestimuleerd om opbrengstgericht te werken (opbrengstgerichte cultuur): - directe feedback en reflectie (coaching, intervisie, teambesprekingen)? - resultaatgerichte gesprekken met leraren over de voortgang en de resultaten? 5. Hoe volgen wij de resultaten? Hoe en hoe vaak analyseren wij de resultaten op het terrein van de basisvaardigheden: - met welke toetsen en observatie instrumenten doen wij dat? - gebeurt dit tenminste twee keer per jaar? - doen wij dit op school-, groeps- en individueel niveau? - worden er trendanalyses gemaakt? - worden er inhoudelijke analyses gemaakt en een datamuur en groepsplan opgesteld, rekening houdend met de behoefte aan instructie: instructiegevoelig, instructie-afhankelijk, instructie-onafhankelijk? - worden er arrangementen toegekend/vastgesteld: intensivering (extra instructie en tijd), dispensatie (selectie leerstof), talentontwikkeling (minder instructie, verrijking)? - hoe en hoe vaak wordt de tevredenheid van leerlingen, ouders en personeel nagegaan? Hoe zorgen wij voor tijdige signalering van problemen vanaf groep 1? Hoe en hoe vaak bespreken wij in het team de voortgang van het beleid? 6. Hoe borgen en verbeteren wij? Evalueren wij (tenminste jaarlijks) de opbrengsten van ons beleid: - welke leerlingresultaten zijn bereikt en hoe tevreden zijn wij daarover? - hebben zwakke leerlingen voldoende extra tijd gekregen? Hebben sterke leerlingen voldoende verrijkingsstof gekregen? - zijn de groepsplannen en de ontwikkelingsperspectieven uitgevoerd volgens plan? - zijn de gekozen differentiatievormen systematisch toegepast? Wat vinden wij daarvan? Welke verklaringen/oorzaken zijn er voor de bereikte resultaten: - te hoge/te lage doelen gesteld? - deugdelijkheid aanbod en materialen? - benutte extra tijd voor zwakke en excellente leerlingen? - klassenorganisatie en differentiatie? - inzet leraren en ondersteuning? - bijzondere omstandigheden? Wat betekenen de resultaten en onze verklaringen voor de komende periode: - aanpassing doelen? - aanpassing aanbod? - aanpassing extra tijd zwakke of excellente leerlingen? - aanpassing groepsplannen en ontwikkelingsperspectieven? - aanpassing ondersteuning en/of scholing? Welke aanpassingen gaan wij aanbrengen in ons beleidsplan? Hoe informeren wij betrokkenen hierover (ouders, team, bestuur, leerlingen)? Hoe verantwoorden wij ons over de afgelopen periode? oktober 2012

OPBRENGSTGERICHT WERKEN (PO) Het verbeteren van de prestaties van leerlingen is een belangrijk onderwerp op de beleidsagenda van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Die leerresultaten verbeteren als scholen daadwerkelijk opbrengstgericht gaan werken. Doelen stellen, zicht hebben op leerresultaten en planmatig en resultaatgericht werken zijn essentieel voor het bereiken van zo hoog mogelijke opbrengsten voor alle leerlingen. Als een school systematisch en doelgericht werkt aan het maximaliseren van de prestaties van haar leerlingen, is zij actief bezig met opbrengstgericht werken. Scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs moeten daarom een omslag maken van 'zorg' naar 'onderwijs'. Schoolplan In het schoolplan beschrijft de school het onderwijskundig beleid en het personeelsbeleid, en de manier waarop de kwaliteit van het onderwijs wordt bewaakt. Onderwerpen zijn onder meer de levensbeschouwelijke visie, de pedagogische en onderwijskundige visie, methoden voor toetsen en/of beoordelen van leerlingen, taakbelasting, en vervanging van leraren en de klachtenregeling. In het schoolplan legt de school ook verantwoording af aan de Inspectie van het Onderwijs over het schoolbeleid. De ouders in de medezeggenschapsraad moeten het schoolplan goedkeuren. Iedere vier jaar wordt het schoolplan opgesteld en door het schoolbestuur vastgesteld. Gebruik data Om onderwijs te verbeteren is het nodig dat leraren en schoolleiders de aanwezige Schoolplan PDCA-cyclus De PDCA-cyclus of kwaliteitscirkel van Deming is een creatief hulpmiddel voor (proces)besturing, ontwikkeld door de Amerikaanse statisticus William Edward Deming. De cirkel bestaat uit de vier stappen: Plan, Do, Check en Act. informatie over leerprestaties in de school benutten. Die informatie is te vinden in toetsgegevens van individuele leerlingen, uitkomsten van het leerlingvolgsysteem en de opbrengsten van de groep, van de school en of van een scholengemeenschap. Scholen gebruiken deze gegevens om de instructie beter te kunnen afstemmen op de onderwijsbehoefte van leerlingen en leraren verder te professionaliseren. Onderling kunnen scholen gegevens met elkaar vergelijken en zo nagaan op welke gebieden ze van elkaar kunnen leren. Gebruik data OGW Lerende cultuur PDCAcyclus PLAN: Kijk naar de huidige situatie en ontwerp een plan voor verbetering. Stel voor deze verbetering doelstellingen vast; DO: Voer de geplande verbetering uit; CHECK: Meet het resultaat van de verbetering, vergelijk deze met de oorspronkelijke situatie en toets deze aan de vastgestelde doelstellingen; ACT: Stel het plan bij aan de hand van de resultaten die naar voren komen bij CHECK. Lerende cultuur De meeste leraren in het primair onderwijs beschikken over voldoende basisvaardigheden om goed les te kunnen geven, maar slechts de helft beschikt ook over complexe vaardigheden. Hiervoor is onder andere een lerende cultuur binnen de school nodig. Een lerende cultuur is gebaseerd op vertrouwen en biedt ruimte voor professionele ontwikkeling, zodat de leraren zich verder kunnen ontwikkelen en van elkaar leren. Vind praktijkvoorbeeld, kennis en instrumenten rondom Opbrengstgericht Werken op http://bit.ly/oyfph5 Snel naar de website!

1. Waar staan wij nu? 4. Wat is daarvoor nodig? Wat hebben wij al bereikt? - Welke resultaten hebben wij geboekt? Wat vinden wij daarvan? - Wat zijn onze sterke kanten? - Wat zijn onze goede praktijken? - Wat hebben wij al vastgelegd in onze beleidsdocumenten? Wat vinden wij daarvan? Welke knelpunten en belemmeringen doen zich op dit moment voor wat betreft: - duidelijkheid van beleid - organisatie - leren van elkaar en verzorgen van feedback Over welke deskundigheid (kennis en vaardigheden) beschikken wij en wat is de kwaliteit ervan, wat betreft: - benodigde competenties - benodigde specifieke deskundigheden - referentieniveaus taal en rekenen (bijna alle leerlingen niveau 1F en zoveel mogelijk leerlingen 1S) - normen en goede praktijken van anderen - eisen en normen van de inspectie Over welke ondersteuning beschikken wij en wat is de kwaliteit ervan, wat betreft: - coaching en inzet expertise - middelen en materialen - deskundigheidsbevordering Welke andere knelpunten doen zich voor die de ontwikkeling kunnen belemmeren? 2. Wat willen wij bereiken? Hebben we hoge verwachtingen. Waarom vinden wij dat? Welke ambities hebben wij? Wat is onze visie? Welke resultaten willen wij uiteindelijk bereiken? Welke einddoelen stellen wij ons? Welke tussendoelen stellen wij ons? Zijn onze doelen helder en realistisch? Hoe maken wij onze doelen bekend bij ouders en leraren? Welke normen gaan wij hanteren? Wanneer denken wij onze ambities en doelen te hebben gerealiseerd? 3. Wat gaan wij doen? Bij welke bestaande goede praktijken sluiten wij aan? Welke kartrekkers benutten wij daarbij? Op welke plek binnen onze organisatie kunnen wij snel starten? Welke prioriteiten stellen wij ons de komende periode? Wat wordt de relatie met andere inhouden, thema s of leer-en vormingsgebieden? Hoe realiseren wij een doorgaande lijn van groep 1 t/m 8? Hoe leggen wij onze activiteiten vast in een plan (beleidsplan, plan van aanpak, activiteitenplan? Hoe concreet (smart) is dit plan? Hoe zorgen wij voor een breed draagvlak (bestuur, team, ouders, leerlingen) voor onze plannen? Hoe betrekken en informeren wij hen? Met welke activiteiten gaan wij (snel) starten? Welke ruimte bieden wij in de beginfase voor uitproberen (experiment, project, try out)? 1 PLAN Waar staan wij nu? Hoe borgen 6en verbeteren wij? ACT 2 bereiken? Wat willen wij Resultaatgericht aan aan de de slag slag 5 Hoe volgen wij de resultaten? DO 3 Wat gaan wij doen? 4 Wat is daarvoor nodig? CHECK STUDY Wat is nodig voor de invoering of verbetering op onze school, wat betreft: - deskundigheid (scholing en/of begeleiding) op het terrein van kennis van het vakgebied - idem gewenste vaardigheden - tijd - materialen en middelen - vormgeving organisatie - expertise en ondersteuning - contacten met externe partijen - deelname aan netwerken Welke rol heeft de schoolleider bij het invoerings- of verbeteringsproces? Welke ondersteuning biedt het bestuur hierbij? Hoe wordt samenwerking tussen direct betrokkenen gestimuleerd en vormgegeven? 5. Hoe volgen wij de resultaten? Hoe stimuleren wij directe feedback en reflectie tijdens de uitvoering? Hoe zorgen wij voor tijdige signalering van problemen vanaf groep 1? Hoe en hoe vaak bespreken wij de voortgang van het proces? Hoe en hoe vaak gaan wij de resultaten na? Met welke middelen en instrumenten doen wij dat? Welke data worden hierbij verzameld? Welke analyses worden van de data gemaakt? Hoe betrekken wij de leraren bij deze analyses? Hoe worden de uitkomsten van de analyses teruggekoppeld? Vinden er resultaatgerichte gesprekken plaats met de direct uitvoerenden? Worden op basis van deze gesprekken nadere afspraken gemaakt over ondersteuning en bijstelling van de plannen? Hoe worden betrokkenen (ouders, leerlingen, bestuur) tussentijds geïnformeerd over de voortgang? 6. Hoe borgen en verbeteren wij? Evalueren wij (tenminste jaarlijks) de resultaten? Gaan wij (jaarlijks) na welke resultaten zijn bereikt? Vergelijken wij de bereikte resultaten met onze gestelde doelen en normen? Welke verklaringen en oorzaken zijn er voor de bereikte resultaten: - te hoge/te lage doelen gesteld - deugdelijkheid middelen en materialen - beschikbare tijd - deskundigheid en professionalisering - organisatie Wat betekenen de resultaten en onze verklaringen voor de komende periode, wat betreft: - doelen - inhoud en activiteiten - tijd - ondersteuning - scholing - afstemming andere inhouden/thema s Welke wijzigingen gaan wij aanbrengen in ons eerdere plan? Hoe informeren wij betrokkenen hierover (ouders, team, bestuur, leerlingen)? Hoe verantwoorden wij ons over de afgelopen periode? oktober 2012

HRM/LERENDE ORGANISATIE (PO) De basis van goed onderwijs is een goede leraar. Daarom verdient een gerichte aanpak van professionalisering een structurele plaats binnen het onderwijs. Bij een lerende organisatie gaat het om goed personeelsbeleid, professionele ruimte voor leraren, ruime carrièremogelijkheden en scholing. Professionalisering Professionalisering betekent meer dan het volgen van individuele of teamgerichte nascholing alleen. Een lerende organisatie met een duurzame verbetercultuur ontstaat als iedereen dezelfde ontwikkeling nastreeft. Professionaliseringsactiviteiten zijn effectief als leraren samen leren en zich samen verantwoordelijk voelen. Bovendien moet professionalisering samenhangen met breder schoolbeleid of landelijk onderwijsbeleid. Een professionele houding impliceert het vermogen en de wil om steeds te reflecteren op eigen kennis en vaardigheden, op effectiviteit van kennisoverdracht en op zelfontwikkeling. Professionalisering van leraren gaat in het primair- en voortgezet onderwijs ook om opbrengstgericht werken, onderwijs afstemmen op onderwijsbehoeften van leerlingen en focussen op de kernvakken. Dit leidt tot effectieve kennisoverdracht. Schoolleiders in het primair onderwijs moeten er door middel van bijscholing voor zorgen dat hun medewerkers aan de beroepsstandaard van de sector voldoen. In het voortgezet onderwijs inventariseert de VO-raad scholingsbehoeften en aanbod, en bekwaamheidsprofielen voor schoolleiders. Ook bij scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs ligt de nadruk op opbrengstgericht werken. Zij moeten de balans vinden tussen de pedagogische (zorg)opdracht en het streven naar zo veel mogelijk leerresultaat, onder meer bij rekenen en taal. Schoolontwikkeling Professionele ontwikkeling en schoolontwikkeling van leraren zijn met elkaar verbonden. Schoolontwikkeling schept de niet-vrijblijvende context voor de professionele ontwikkeling van de individuele leraar. Professionalisering HRM/LERENDE ORGANISATIE Gesprekkencyclus Schoolontwikkeling Bekwaamheidsdossier Bekwaamheidsdossier Elke school moet volgens de Wet BIO van iedere leraar een bekwaamheidsdossier bijhouden. Het ministerie van OCW heeft de inhoud van zo n dossier opengelaten, zodat scholen dit zelf in kunnen vullen. Het dossier bevat documenten als getuigschriften, diploma s, verslagen van functioneringsgesprekken en ontwikkelingsdoelen. Werken met bekwaamheidsdossiers maakt nog geen deel uit van personeelsbeleid en de professionele cultuur op school. Hierdoor ontbreekt goed inzicht in de kwaliteit en de ontwikkeling van leraren. Bovendien ontbreekt een goed beeld van het gebrek aan kennis en de overlap van kennis binnen het team. Bewust werken aan het bekwaamheidsdossier biedt mogelijkheden om de carrièreontwikkeling van leraren te ondersteunen. Gesprekkencyclus Volgens CAO-afspraken moet een leraar ten minste eens in de vier jaar de gesprekkencyclus doorlopen. Dit gebeurt aan de hand van een gewenst en vastgesteld competentieprofiel van een leraar. De gesprekkencyclus omvat een aantal functioneringsgesprekken en een beoordelingsgesprek. De omslag naar een opbrengstgerichte werksituatie vraagt om een sterk HRM-beleid op school. Het is daarvoor noodzakelijk dat een school de gesprekkencyclus en de bekwaamheidsdossiers op orde heeft. Vind praktijkvoorbeeld, kennis en instrumenten rondom HRM/Lerende Organisatie op http://bit.ly/sx3l22 Snel naar de website!

1. Waar staan wij nu? Wat hebben wij al bereikt aan betrokkenheid van leraren: - hoe zijn leraren betrokken bij de keuze van verbeteractiviteiten in de school? - hoe hoog is de motivatie van leraren om mee te werken aan verbeteractiviteiten? - hoe groot is de bereidheid van leraren om te werken aan professionele ontwikkeling? Welke soort professionaliseringsactiviteiten zijn bij ons gebruikelijk: - individueel volgen van cursussen, netwerken, conferenties (individueel of als team) - leren van elkaar en in de eigen praktijk: co-teaching, intervisie, supervisie, collegiale consultatie, coaching, feedback vragen en krijgen Op welke terreinen heeft het team zich de afgelopen jaren geprofessionaliseerd: - opbrengstgericht werken? - omgaan met verschillen in de klas? - handelingsgericht werken? - excellentie en hoogbegaafdheid? - wetenschap en techniek? - ander onderwerp? Op welke terreinen heeft de schoolleider zich geprofessionaliseerd? Hoe werken wij aan een lerende cultuur: - hoe wordt het leren van en met elkaar gestimuleerd? - hoe werken wij aan reflectie en dialoog? Hoe zorgen wij voor samenwerking? - hoe werken wij aan een aanspreekcultuur en voorkomen wij een afrekencultuur? Hoe zorgen wij voor een zorgvuldig personeelsbeheer? - hoe functioneert de gesprekscyclus in praktijk (regelmaat, inhoud)? - hoe werken teamleden aan de bekwaamheid en hoe wordt dit verankerd in bekwaamheidsdossier en register? - hoe hebben wij een loopbaanbeleid ingericht (beginnende leraren, senioren)? Welke knelpunten doen zich voor op het gebied van professionalisering en een opbrengstgerichte en lerende cultuur in de school? 2. Wat willen wij bereiken? Wat is onze visie en wat zijn onze ambities de komende periode: - om te komen tot een opbrengstgerichte en lerende organisatie? - op het terrein van professionalisering? - wat betreft de begeleiding van beginnende leraren en stagiaires/lio s? - hoe zorgen wij ervoor dat leraren voldoende professionele autonomie krijgen? Welke doelen stellen wij ons de komende periode: - zijn onze doelen relevant? - zijn onze doelen helder en haalbaar? - zijn onze doelen ambitieus? Welke normen gebruiken wij om na te gaan of wij de doelen hebben bereikt? 3. Wat gaan wij doen? Welke afspraken maken wij over opbrengstgericht werken: - welke opbrengsten wij nastreven, rekening houdend met onze doelgroep? - aan welke kwaliteitsstandaarden moeten lessen voldoen? - welk model voor klassenorganisatie wij hanteren? - welk differentiatiemodel wij als uitgangspunt nemen? - hoe gaan wij de instructievaardigheden van leraren versterken (training, intervisie e.d.)? Welke activiteiten gaan wij plannen: - om samen te leren in de school (experimenten, ontwerpen, onderzoek, co-teaching, interne studiedagen, lesbezoeken bij elkaar e.d.) - om inspiratie en input van buitenaf te krijgen (conferenties, workshops, netwerken, bezoeken scholen, contacten opleidingsinstituten, deelname kennisbanken en kennisnetwerken e.d.) Hoe leggen wij onze activiteiten vast in een personeelsbeleidsplan? Hoe zorgen wij ervoor dat onze leraren gaan voldoen aan de bekwaamheidseisen voor het lerarenregister? Hoe combineren wij deze eisen met onze visie en onze onderwijskundige prioriteiten? Hoe zorgen wij voor een breed draagvlak (bestuur, team, ouders) voor onze plannen? Hoe betrekken en informeren wij hen bij onze plannen? 1 PLAN Waar staan wij nu? Hoe borgen 6en verbeteren wij? ACT 2 bereiken? 5 de Wat willen wij HR-beleid en lerende organisatie Hoe volgen wij resultaten? DO 3 Wat gaan wij doen? 4 Wat is daarvoor nodig? CHECK STUDY 4. Wat is daarvoor nodig? Welke organisatorische voorwaarden zijn nodig: - hoeveel gelegenheid is er om te leren van elkaar? - hoeveel gelegenheid is er om teamgericht te werken? - hoe garanderen wij dat het geleerde kan worden toegepast (experimenten, ontwerpen e.d.)? - welke ondersteunende materialen zijn nodig (kijkwijzers, instructiewijzers? - welke overige faciliteiten zijn nodig? Wat is nodig voor de invoering of verbetering op onze school? - welke trainingen hebben wij nodig? - hoe differentiëren wij tussen teamleden in ons aanbod aan trainingen? - hoe organiseren wij reflectie en feedback? - welke expertise en ondersteuning moeten wij organiseren? Welke rol heeft de schoolleider bij het invoerings- of verbeteringsproces wat betreft: - helderheid van kaders en het vertonen van voorbeeldgedrag? - het stimuleren en ondersteunen van leraren in hun ontwikkeling? - het met leraren delen van verantwoordelijkheid? - het ruimte geven voor eigen initiatief, creativiteit, flexibiliteit en visieontwikkeling? - het benutten van kwaliteiten en talenten in het team? - het wegnemen van leerblokkades bij leraren of team? Welke ondersteuning is hierbij nodig van het bestuur? 5. Hoe volgen wij de resultaten? Hoe en hoe vaak wordt de kwaliteit van de lessen nagegaan door observatie? - door wie (schoolleiding, IB-er, collega, extern onderzoeker)? - hoe vaak? - met welk instrument? - hoe wordt er feedback gegeven naar aanleiding van de observatie? Hoe geven wij vorm aan resultaatgerichte gesprekken plaats met de leraren over de voortgang en de bereikte resultaten? Hoe vertalen wij dit in de gesprekscyclus (beoordeling en functioneren) en in de pop s? Hoe betrekken wij de volgende aspecten hierbij: - leerresultaten van leerlingen? - beoordeelde leskwaliteit? - leerlingtevredenheid? - de ontwikkeling van de leraar in de school? Hoe en hoe vaak wordt de tevredenheid van leraren onderzocht? Hoe en hoe vaak bespreken wij in het team de voortgang van het personeelsbeleid? Hoe zorgen wij voor tijdige signalering van knelpunten en problemen? 6. Hoe borgen en verbeteren wij? Evalueren wij (tenminste jaarlijks) het personeelsbeleid wat betreft: - de resultaten die zijn bereikt met leerlingen? - de kwaliteit van de lessen op schoolniveau? - de effecten van professionaliseringsactiviteiten? Welke verklaringen/oorzaken zijn er voor de bereikte resultaten: - de hoogte van de gestelde doelen? - realisatie voorwaarden in de organisatie? - kwaliteit handelen van de leraren? - mate en wijze van sturing? - schoolklimaat / de cultuur? - bijzondere omstandigheden Wat betekenen de resultaten en onze verklaringen voor de komende periode: - aanpassing ambities en doelen? - aanpassing invoeringstempo? - sturing en ondersteuning? - professionaliseringsactiviteiten? Welke wijzigingen gaan wij aanbrengen in ons personeelsbeleidsplan? Hoe borgen wij transfer binnen de school van de opbrengsten van professionalisering? Hoe informeren wij betrokkenen hierover (ouders, team, bestuur)? Hoe verantwoorden wij ons over de afgelopen periode? oktober 2012

EXCELLENTIE HOOGBEGAAFDHEID (PO) Als Nederland bij de internationale top wil blijven horen, zullen we ook alles uit de béste leerlingen moeten halen. Het is essentieel dat uw school de begaafde leerling kan herkennen, ook wanneer deze onderpresteert. Het scheppen van een sfeer op school waarin uitblinken mag, draagt daaraan bij. In 2015 hebben alle participerende scholen in het primair en voortgezet onderwijs hun excellente leerlingen (top 20%) in beeld (signalering). Bovendien hebben zij een gerichte aanpak ontwikkeld voor deze groep leerlingen (maatwerk) en weten zij wat de zichtbare effecten van deze aanpak zijn (OGW). Het gaat hierbij om de in potentie excellente en hoogbegaafde leerlingen. Bestuurlijke samenwerking Profilering Scholen die een specifiek aanbod hebben voor excellente en hoogbegaafde leerlingen kiezen daarbij vaak een bepaald profiel. Door de buitenwereld te laten zien dat de focus op excellentie en hoogbegaafdheid een speerpunt van de school is, profileert de school zich bij ouders, collega s en andere betrokkenen. Excellentieprofiel Excellente scholen Community Ambitieuze schoolcultuur Naast het hanteren van een aanpak om meer uit de leerlingen te halen, kunnen scholen vaak ook zelf ambitieuzer zijn, bijvoorbeeld naar de eigen medewerkers, naar de omgeving en op die manier uiteindelijk ook naar de leerlingen. Hoe creëert u een ambitieuze schoolcultuur met excellente schoolprestaties, excellente leraren en excellente leerlingen? Waardering en Beloning Profilering Ambitieuze schoolcultuur Signaleren en (h)erkennen Excellent onderwijs Keten netwerk Compacten en verrijken Excellent Onderwijs Hoe gaat u in de klas aan de slag met de in potentie excellente leerling? Wat kunt u de leerlingen bieden en wat hebt u als leraar nodig om deze doelgroep goed te bedienen? Zijn daarvoor op school de juiste tools beschikbaar en zo ja, hoe zet u deze dan in? Professionalisering PO - VO Pedagogisch-didactische aanpak Keten netwerk Als kinderen instromen in het primair onderwijs, hebben ze al een ECHA-netwerk ontwikkeling doorgemaakt. Ook bij de overstap naar het voortgezet onderwijs ontstaan per leerling grote verschillen. Dit geldt ook voor de excellente en hoogbegaafde leerlingen. Hoe kan een school erachter komen of leerlingen die net instromen hoogbegaafd of in potentie excellent zijn? En is eigenlijk wel te merken of een leerling hoogbegaafdheid is? Zo ja, hoe draagt u deze leerlingen over naar het vo? Wetenschapsknooppunten Plusklas VVE - PO Aanpak Instrumenten Signaleren en (h)erkennen Om hoogbegaafde en in potentie excellente leerlingen een passend lesaanbod te kunnen aanbieden, moet bekend zijn om welke leerlingen het gaat en welke kenmerken deze leerlingen hebben. Er zijn verschillende manieren om deze groep in beeld te krijgen. Selectie Vind praktijkvoorbeeld, kennis en instrumenten rondom Excellentie Hoogbegaafdheid op http://bit.ly/stofyo Snel naar de website! Hoogbegaafden Bepaalde doelgroepen van leerlingen vragen een gerichte aanpak, ook wanneer het gaat om de groep excellente leerlingen. Onderpresteerders Jongens - Meisjes