Op het moment dat een nieuw geneesmiddel op. Anticiperen op bijwerkingen aripiprazol. Pro-actieve bewaking van geneesmiddelveiligheid.



Vergelijkbare documenten
VZA Psychiatrie Workshop DVZA Apr Siska Desplenter

Antipsychotica en monitoren van bijwerkingen

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Aripiprazol 1 mg, capsule

Flavoxaat G04BD02, december 2018

Het werkingsmechanisme van atypische antipsychotica

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Barnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie.

CAT VRAGEN OEFENEN Week 1. Cursus Psychisch Functioneren Mw. dr. U. Klumpers, psychiater/ cursuscoördinator Vrijdag 8 maart 2013

Antipsychotica en seksuele bijwerkingen: het afwegen van behandelingsstrategieën

Aripiprazol (Abilify ) is aan het EMEA ter

Antipsychotica en seksuele bijwerkingen: van farmacologische mechanismen tot de klinische praktijk

K november 2004

De toegevoegde waarde van antipsychotica bij de behandeling van een depressie. P. Moleman directeur Moleman Psychopharmacology

Medische Professionals

Risico minimalisatie materiaal betreffende Aripiprazol Sandoz (aripiprazol)

NEUROPSYCHIATRISCHE SYMPTOMEN BIJ M.PARKINSON

INFORMATIEBROCHURE VOOR PATIËNTEN / VERZORGERS

Psychofarmaca bij d e de ouderen Waarom slikken zij? A D. D Hooghe Hooghe

Een kwestie van maatwerk

Copyright 2016 M. de Ruijter & L..Tammenga. Bijwerkingen in de GGZ

Postdatum. Geachte Dokter,

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies

Parkinsonismen Vereniging. Parkinson en Psychose

Chapter 10: Nederlandse samenvatting

Chapter 10 Samenvatting

NOSCAPINE HCl TEVA 1 MG/ML stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 13 november : Productinformatie Bladzijde : 1

Bewegingsstoornissen bij jong volwassenen met schizofrenie. GROUP Symposium Ypsilon en Anoiksis 22 januari 2010 J. Koning, AIOS Symforagroep

Informatiebrochure voor patiënten/verzorgers

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers -- Commissie Analyse en Toxicologie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

ARIPIPRAZOLE TEVA JOUW HANDLEIDING INFORMATIEBROCHURE VOOR PATIËNTEN / VERZORGERS. (door de arts af te geven aan elke patiënt/verzorger)

ABILIFY (aripiprazol)

ARIPIPRAZOLE EG (aripiprazol)

Misselijkheid & Braken Jan de Heer Huisartsconsulent Palliatieve Zorg

Medicatie bij M. Parkinson

ARIPIPRAZOL SANDOZ VRAAG & ANTWOORD BROCHURE VOOR MEDISCHE ZORGVERLENERS

ARIPIPRAZOLE TEVA VRAAG & ANTWOORD BROCHURE VOOR MEDISCHE ZORGVERLENERS

Richtlijn Antipsychotica. Richtlijnenmiddag 2017

Parkinson en Psychoses

Samenvatting. Chapter 8

2 NL.MET NL.MET

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 196 patiënten, gemiddelde leeftijd 67 jaar.(4)

Bewegingsstoornissen in de acute psychiatrie. Prof dr. Peter N van Harten

Switching Antipsychotica (AP)

SAMENVATTING EN CONCLUSIES

Samenvatting. Antipsychotica en seksueel functioneren bij mensen met schizofrenie. Rikus Knegtering

University of Groningen. The medicinal chemistry of 2-aminotetralin-derived benzamides Homan, Evert Jan

Misbruik van quetiapine Twee verslaafde patiënten met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis

LONGIFENE 25 mg tabletten

Primperan injectie 10/2 ml, oplossing voor injectie 10 mg/2 ml. Per ampul oplossing voor injectie: 5 mg metoclopramidehydrochloride per ml.

5 mg: Orodispergeerbare tablet Gele, ronde, biconvexe tablet met een diameter van 6,0 mm ± 0,1 mm en een dikte van 2,6 mm ± 0,2 mm.

INFORMATIEBROCHURE VOOR PATIËNTEN / VERZORGERS

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

De toegevoegde waarde van antipsychotica bij de behandeling van een depressie. P. Moleman directeur Moleman Psychopharmacology

InFoP 2. Inhoud. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Behandeling van Psychose De rol van medicatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Indicatie Urgency-incontinentie en/of verhoogde mictiefrequentie.

Chapter 6 Samenvatting

ONDERSTEUNING VOOR HET KWETSBARE BREIN

Cannabis & psychosen: alleen risico s of ook kansen?

Ervaring: het in RCTs geïncludeerde aantal oude patiënten is met <50 zeer klein.

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Depressie op latere leeftijd, kenmerken van de hersenen en ECT respons.

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 26 oktober : Productinformatie Bladzijde : 1

Bewaking op bijwerkingen in de (ziekenhuis)apotheek. Jean Conemans

VERPLEEGKUNDIGE AANDACHTSPUNTEN BIJ HET GEBRUIK VAN PSYCHOFARMACA

PONV: The big little problem. Dr. Dewinter

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Clobazam 2 mg, capsule

Optimale farmaceutische zorg voor patienten met M.Parkinson. Wereld Parkinsondag 2015 Nieuwegein

Dosering: geen dosisaanpassing op basis van leeftijd. Een startdosering van 5 mg wordt geadviseerd.

Summary of product characteristics / 1 van 5

Verkorte SmPC februari 2015

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Lonsurf trifluridine/tipiracil

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 10 november : Productinformatie Bladzijde : 1

BEWEGINGSSTOORNISSEN IN DE PSYCHIATRIE Acute medicatie geïnduceerde bewegingsstoornissen. Prof. dr. Peter N van Harten.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Fesoterodine G04BD11, december 2017

MAPROTILINE HCl PCH tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 29 februari : Bijsluiter Bladzijde : 1

Volwassenen 1-2 tabletten per keer, maximaal 6 tabletten per dag.

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SIBELIUM 10 mg tabletten: 11.8 mg flunarizine hydrochloride gelijkwaardig aan 10 mg flunarizine

Elke tablet bevat 0,25 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat overeenkomt met 0,18 mg pramipexol.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Interacties met Psychofarmaca. Drs. G. Nap, Ziekenhuisapotheker MHA Apotheek Parnassia Groep 14 november 2016

Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Patiëntenfolder

Medicatiegebruik bij mensen met een verstandelijke beperking

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version 2017_12 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

SPC Semap / Therapeutische indicaties Onderhoudsbehandeling van chronische of recidiverende psychosen.

Cover Page. Author: Liem-Moolenaar, Marieke Title: Human pharmacology of current and new treatments for schizophrenia Issue Date:

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

METHADON ALS PIJNSTILLER IN DE PALLIATIEVE ZORG

RVG Version 2017_06 Page 1 of 5

Uw behandeling met YERVOY (ipilimumab)

BOOTS PHARMACEUTICALS PARACETAMOL 500 MG tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 2 juni : Productinformatie Bladzijde : 1

FIBORAN, capsules 50 mg

Medicatie bij dementie. Dr. L.K. Pul Huisarts Mw. L.A. Klarenbeek MSc Verpleegkundig specialist

De maximale aanbevolen dagelijkse dosis is 30 mg of 0,5 mg/kg lichaamsgewicht. De maximale aanbevolen behandelingsduur is 5 dagen.

STANDPUNTEN ANAKINRA (VOORLOPIGE BEHANDELRICHTLIJN) Oktober 2002

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is niet bekend.

SAMENVATTING. Inleiding. Black box? Signaalstoffen in de hersenen

Transcriptie:

Proactieve bewaking van geneesmiddelveiligheid Anticiperen op bijwerkingen aripiprazol Op farmacologische gronden moet het mogelijk zijn bijwerkingen van geneesmiddelen te voorspellen en een risicoprofiel te schetsen. Op deze manier is beter in te spelen op bijwerkingen die zich in de praktijk voordoen. Als voorbeeld wordt hier voor aripiprazol een dergelijk profiel opgesteld. J.J. de Langen Wouterse, apotheker, wetenschappelijk medewerker, Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, shertogenbosch A.C. van Grootheest, arts, directeur, Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, shertogenbosch E.P. van Puijenbroek, huisarts, hoofd afdeling Analyse, Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, shertogenbosch Het melden van bijwerkingen is een belangrijk hulpmiddel bij het opstellen van een risicoprofiel. Op het moment dat een nieuw geneesmiddel op de markt komt, is informatie over de ongewenste efecten ervan slechts beperkt [1]. Bijwerkingen uit preregistratiestudies komen door de beperkingen van deze studies niet altijd overeen met bijwerkingen die optreden in de dagelijkse praktijk [2]. Het is dus belangrijk nieuwe geneesmiddelen nauwlettend te volgen. Binnen de geneesmiddelenbewaking is een ontwikkeling gaande naar proactieve geneesmiddelenbewaking: niet passief afwachten welke meldingen van bijwerkingen er worden gedaan bij gebruik in de praktijk, maar reeds bij introductie van geneesmiddelen een veiligheidsprogel opstellen. De proactieve surveillance wordt ook wel aangeduid met de term risk management strategy [3, 4]. Zowel in de Verenigde Staten als in Europa zijn stappen gezet om te komen tot een concreet risk Kernpunten Aripiprazol, een nieuw atypisch antipsychoticum, is een partiële agonist van D 2 receptoren en 5HT 1a receptoren met antagonistische activiteit op de 5HT 2a receptoren. Bijwerkingen zullen een belangrijke rol spelen in de plaatsbepaling van aripiprazol in de therapie voor schizofrenie. Een theoretisch bijwerkingenprofiel kan als hulpmiddel dienen bij het actief bewaken van nieuwe geneesmiddelen. managementbeleid [3, 5]. De International Conference on Harmonization heeft plannen voor het ontwikkelen van een richtlijn voor prospective planning of pharmacovigilance [4]. Op dit moment is de registratiehouder echter nog niet verplicht een risicoprogel voor een geneesmiddel op te stellen en heeft het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb slechts de beschikking over de openbare gegevens uit preregistratiestudies. Het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb zoekt naar methoden om een proactieve bewaking van de veiligheid van geneesmiddelen te realiseren, zoals het opstellen van een theoretisch bijwerkingenprogel. Aripiprazol In dit artikel wordt voor aripiprazol een progel opgesteld van de theoretisch en farmacologisch te verwachten bijwerkingen, aan de hand van de beschikbare openbare gegevens uit preregistratiestudies, literatuur, farmacokinetische en farmacologische eigenschappen van aripiprazol en andere (gedeeltelijk) verwante geneesmiddelen en op basis van postmarketing ervaringen in het buitenland (Gguur 1). Het spreekt vanzelf dat de beschreven bijwerkingen zich in de praktijk niet hoeven voordoen. Bovendien kunnen niet in het progel beschreven bijwerkingen toch optreden. Maar het theoretische bijwerkingenprogel kan als hulpmiddel dienen bij het actief bewaken op [550] 16 april 2004 Jaargang 139 Nr. 16 Pharmaceutisch Weekblad

bijwerkingen van aripiprazol en zo bijdragen aan veilig gebruik ervan. Indicatie: schizofrenie Schizofrenie is een relatief frequent voorkomende aandoening. De prevalentie wordt geschat op ongeveer één per 1000 voor mannen en vrouwen [6]. De symptomen vallen grofweg uiteen in twee categorieën: de positieve en de negatieve symptomen. De positieve symptomen worden gekenmerkt door een verstoring van het denkvermogen (wanen) en de perceptie (hallucinaties), van de taal en de communicatie (spraakstoornissen) en van het gedrag (chaotisch gedrag en Vermindering van cognitieve functies wordt steeds meer beschouwd als een derde primair symptoom van schizofrenie catatonie) [7]. De negatieve symptomen kenmerken zich door beperking of verlies van emotionele vaardigheden, denk en spreekvaardigheden en gebrek aan initiatief [7]. Naast deze symptomen wordt vermindering van cognitieve functies steeds meer beschouwd als een derde primair symptoom van schizofrenie [8]. De pathofysiologie is nog niet opgehelderd [9]. Verondersteld wordt dat verstoring van de centrale dopaminerge activiteit een belangrijke rol speelt. Toegenomen dopaminerge activiteit in het mesolimbische gebied van de hersenen zou verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van de positieve symptomen, terwijl een verminderde dopaminerge activiteit in de prefrontale cortex zou bijdragen aan het ontstaan van de negatieve symptomen [10]. Klassieke antipsychotica zoals haloperidol verminderen door antagonisme van de receptor van dopamine 2 (D 2 ) de dopaminerge activiteit in het mesolimbische en mesocorticale gebied [8, 10]. Hierdoor zijn deze antipsychotica vooral efectief tegen de positieve symptomen van schizofrenie [8, 9] en minder tegen de negatieve symptomen [9]. Daarnaast is het antagonistische efect op de D 2 receptor ook verantwoordelijk voor ongewenste efecten, zoals extrapiramidale symptomen en hyperprolactinemie [9, 10]. De nieuwere atypische antipsychotica, zoals clozapine, antagoneren behalve de D 2 receptoren ook de receptoren van serotonine 2 a (5HT 2a ) [9] en zijn hierdoor efectief tegen de positieve, de negatieve én de cognitieve symptomen. Bovendien veroorzaken ze signigcant minder extrapiramidale symptomen [8, 9] en hyperprolactinemie [9]. Andere ongewenste efecten, zoals gewichtstoename en slaperigheid, dragen echter bij aan een verminderde therapietrouw met mogelijk een nieuwe verergering van de klachten ten gevolg [9]. Werkingsmechanisme Aripiprazol is een atypisch antipsychoticum met een nieuw werkingsmechanisme. Aripiprazol doorloopt op dit moment de Europese registratieprocedure, maar is sinds begin 2003 verkrijgbaar in de Verenigde Staten, Argentinië, Brazilië en Australië. Aripiprazol is een partiële agonist van D 2 receptoren en 5HT 1a receptoren. Door dit nieuwe werkingsmechanisme kan aripiprazol worden beschouwd als een vertegenwoordiger van een nieuwe generatie antipsychotica [8, 11]. Figuur 1 het gebruik van een theoretisch bijwerkingenprofiel als hulpmiddel bij postmarketing geneesmiddelbewaking premarketing studies officiële productinformatie theoretisch bijwerkingenprofiel spontane meldingen (gedeeltelijk) verwante verbindingen farmacologische en farmacokinetische eigenschappen actieve postmarketing geneesmiddelbewaking aan de hand van het theoretisch bijwerkingenprofiel literatuur preregistratie postregistratie tijd op de markt brengen van geneesmiddel 16 april 2004 Jaargang 139 Nr. 16 Pharmaceutisch Weekblad [551]

Farmacokinetiek absorptie en distributie Aripiprazol wordt na orale toediening goed geabsorbeerd en de biologische beschikbaarheid is circa 87% [8, 12]. De maximale plasmaconcentratie wordt na 35 uur bereikt [8, 12] en binnen 14 dagen worden steadystateconcentraties bereikt [8]. De farmacokinetiek is lineair bij een dosis van 230 mg [8] en in de steadystatesituatie evenredig aan de dosis [13]. Aripiprazol is een lipogele verbinding en het gemiddelde verdelingsvolume bedraagt 4,9 l/kg [8, 12]. Bij therapeutische doseringen is de plasma eiwitbinding groter dan 99% en vindt voornamelijk plaats aan albumine [8]. metabolisme en eliminatie De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van aripiprazol is 75 uur [8, 12]. Aripiprazol wordt voor een groot deel gemetaboliseerd door de isoenzymen CYP3A4 en CYP2D6. Interacties kunnen mogelijk Aripiprazol functioneert in gebieden van toegenomen dopaminerge activiteit als een D 2 antagonist optreden met andere geneesmiddelen die via deze route gemetaboliseerd worden [8, 12], zoals veel psychofarmaca. Dehydroaripiprazol is de belangrijkste actieve metaboliet [8, 12] en heeft een halfwaardetijd van circa 95 uur. Aripiprazol wordt voor circa 25% uitgescheiden via de urine en voor ongeveer 55% via de feces. Minder dan 1% wordt onveranderd via de urine uitgescheiden [12]. Therapeutische effecten Aripiprazol is geen volledige D 2 antagonist, maar een partiële D 2 agonist [8, 14, 15]. Dit betekent dat aripiprazol, evenals de andere antipsychotica, in gebieden van toegenomen dopaminerge activiteit functioneert als een D 2 antagonist. Hierdoor vermindert aripiprazol de positieve symptomen van schizofrenie. Maar een partiële D 2 agonist zoals aripiprazol functioneert, anders dan volledige D 2 antagonisten, in gebieden met afgenomen dopaminerge activiteit als een D 2 agonist. Dit draagt bij aan een vermindering van de negatieve symptomen van schizofrenie [14]. Verder heeft aripiprazol sterke ahniteit voor de D 3 receptor van en matige ahniteit voor de D 4 receptor [15]. Deze receptoren komen veel voor in gebieden van de hersenen die betrokken zijn bij de cognitieve en emotionele functies, zoals het limbische systeem en de cortex [16]. De ahniteit van aripiprazol voor de D 1 receptor en de D 5 receptor is verwaarloosbaar. Behalve efecten op het dopaminesysteem heeft aripiprazol ook efect op het serotoninesysteem [8]. Het heeft een antagonistisch efect op de 5HT 2a receptoren [8, 9, 14]. Antagonisme van deze receptoren in de prefrontale cortex zou mogelijk het positieve efect van 5HT 2a antagonisten op de negatieve symptomen van schizofrenie verklaren [10]. Antagonisme van de 5HT 2a receptor is bovendien geassocieerd met antidepressieve eigenschappen [15] en verkleint het risico op extrapiramidale verschijnselen [9, 14, 15] en tardieve dyskinesie [14]. Aripiprazol heeft ook partieel agonistische efecten op de 5HT 1a receptor [8, 9, 14, 15]. Partieel agonisme van de 5HT 1a receptor is geassocieerd met antidepressieve en anxiolytische efecten [9, 15] en voorkomt mogelijk insulineresistentie [14]. Verder vergroot partieel agonisme van de 5HT 1a receptor de corticale dopamineafgifte, wat mogelijk bijdraagt aan verbetering van de negatieve en de cognitieve symptomen van schizofrenie [9, 15]. Bovendien leidt stimulatie van 5HT 1a receptoren tot een toename van de dopaminerge transmissie in het nigrostriatale gebied. Dit indirecte efect op de dopaminerge transmissie verkleint mogelijk het risico op extrapiramidale symptomen [15]. Mogelijke bijwerkingen In placebogecontroleerde, kortdurende studies kwamen de volgende bijwerkingen bij meer dan 2% van de gebruikers voor: hoofdpijn, asthenie, koorts, misselijkheid en braken, obstipatie, angst, slapeloosheid, licht gevoel in het hoofd, slaperigheid, acathisie, tremor, rhinitis, hoest, huiduitslag en wazig zien [13]. In de literatuur zijn nog geen ernstige bijwerkingen van aripiprazol bij gebruik in de dagelijkse praktijk beschreven. Op grond van de beschikbare gegevens worden de theoretisch mogelijke bijwerkingen op receptorniveau van aripiprazol in kaart gebracht. dopaminereceptoren Behalve therapeutische efecten op D 2 receptoren in het mesolimbische gebied hebben antipsychotica ook efecten op D 2 receptoren in andere gebieden van de hersenen, die kunnen leiden tot ongewenste efecten. Blokkade van D 2 receptoren in het nigrostriatale gebied leidt tot extrapiramidale symptomen, zoals bekend een vaak voorkomende bijwerking van antipsychotica [12]. De atypische antipsychotica veroorzaken in het algemeen minder extrapiramidale klachten dan de klassieke antipsychotica, doordat deze antagonistische efecten op de D 2 receptor combineren met een antagonistisch efecten op de 5HT 2a receptor en antagonisme van deze receptoren draagt bij aan matiging van de extrapiramidale verschijnselen [10]. Dopamine serotoninestabilisatoren zoals aripiprazol zouden theoretisch weinig tot geen extrapiramidale verschijnselen veroorzaken [8, 11]. Het partieel agonistische efect op D 2 receptoren draagt bij aan stabilisatie van de hypodopaminerge activiteit in de gebieden in de hersenen die verantwoordelijk zijn voor de motorische functies, zoals het nigrostriatale systeem [11]. Blokkade van de D 2 receptor in het tuberofundibulaire gebied leidt tot hyperprolactinemie [14, 17], een potentieel ongewenst efect van bijna alle antipsychotica [14]. Hyperprolactinemie kan ook optreden tijdens gebruik aripiprazol, maar door het partiële D 2 agonistische efect van aripiprazol is theoretisch het risico hierop kleiner dan bij andere antipsychotica. [552] 16 april 2004 Jaargang 139 Nr. 16 Pharmaceutisch Weekblad

Het partiële agonistische efect van aripiprazol voorkomt namelijk de vrijzetting van prolactine [14]. Klinische efecten van hyperprolactinemie, zoals menstruatiestoornissen, gynaecomastie en verminderd libido zullen theoretisch dan ook minder frequent optreden tijdens het gebruik van aripiprazol dan tijdens het gebruik van andere antipsychotica. Hoewel op grond van studies en eigenschappen van aripiprazol naar verhouding een geringer aantal extrapiramidale bijwerkingen en hyperprolactinemie te verwachten zijn, zijn deze efecten op grond van werkingsmechanisme niet uit te sluiten. serotoninereceptoren De farmacologische efecten van aripiprazol op de 5HT 1a, 5HT 2a en 5HT 2c receptoren hebben behalve therapeutische efecten ook ongewenste efecten tot Tabel 1 theoretisch bijwerkingenprofiel aripiprazol per orgaansysteem Gastrointestinale effecten Weinig frequent*: droge mond, obstipatie door anticholinerge eigenschappen Cardiovasculaire effecten Minder frequent: orthostatische hypotensie, reflextacycardie, toegenomen bloedingsneiging Centrale effecten Sedatie, slaperigheid, duizeligheid, hypothermie, toegenomen eetlust, gewichtstoename Minder frequent: extrapiramidale stoornissen waaronder acute dystonieën, parkinsonisme, acathisie, het rabbitsyndroom, tardieve dyskinesie, tardieve dystonie Antagonisme van de serotonerge neurotransmissie kan obsessiefcompulsieve symptomen veroorzaken gevolg. De belangrijkste perifere bronnen van serotonine als neurotransmitter en lokaal hormoon liggen in het maagdarmkanaal. Ook is serotonine opgeslagen in de circulerende bloedplaatjes en het pulmonaire neuroepitheel en betrokken bij diverse fysiologische en pathofysiologische processen in het cardiovasculaire en renale systeem [18]. Antagonisme van de serotonerge neurotransmissie kan obsessiefcompulsieve symptomen veroorzaken [19]. Blokkade van de 5HT 2c receptoren in de hypothalamus door aripiprazol kan resulteren in toename van de eetlust en stijging van het lichaamsgewicht [20]. Agonisme van de 5HT 1a receptoren is behalve met antidepressieve en anxiolytische efecten [9, 15] ook met hypothermie geassocieerd [20]. Verder kan een verhoogde bloedingsneiging voorkomen door verminderde plaatjesaggregatie onder invloed van 5HT 2 antagonisme [18]. αadrenoceptors Aripiprazol heeft in vergelijking met atypische antipsychotica lage ahniteit voor de α1receptor [14]. SigniGcante blokkade van de α1receptor kan leiden tot Metabole en endocriene effecten Minder frequent: hyperprolactinemie, menstruatiestoornissen, gynaecomastie, galactorroe Psychiatrische effecten Onverschilligheid, obsessief compulsieve symptomen Effecten op urinewegen Weinig frequent: urineretentie Effecten op genitaliën Verminderd libido, ejaculatiestoornissen, priapisme Overige Nasale congestie Weinig frequent: mydriasis * in vergelijking met de andere (atypische) antipsychotica orthostatische hypotensie, duizeligheid, en rehextacycardie [10, 12]. De kans hierop is groter bij cardiovasculaire aandoeningen en bij ouderen [12]. Ook nasale congestie is een mogelijk ongewenst efect van α1receptorblokkade [10]. Ten gevolge van blokkade van α1receptoren kunnen ook onverschilligheid, ejaculatiestoornisen en priapisme optreden [12]. De lage ahniteit van aripiprazol voor de α1receptoren suggereert dat de genoemde ongewenste efecten bij gebruik van selectiemethode antibiotica Met een nieuwe selectiemethode kan beter worden bepaald welke patiënten met koorts veilig zonder antibiotica behandeld kunnen worden. Claudi Oude Nijhuis berekende dat deze methode kostenbesparend is, omdat de patiënten korter in het ziekenhuis hoeven te blijven. Kankerpatiënten die chemotherapie ondergaan, lopen een verhoogd risico op infecties door het afsterven van witte bloedcellen (neutropenie). Wanneer patiënten met neutropenie koorts hebben, wordt dat beschouwd als teken van een mogelijk ernstige bacteriële infectie. De patiënten krijgen onmiddellijk in het ziekenhuis een infuus met antibiotica. Volgens de promovendus wordt een aanzienlijk aantal patiënten met koorts en neutropenie overbehandeld. Bovendien kleeft aan overmatig gebruik van antibiotica het risico van resistentie. Claudi Oude Nijhuis promoveerde op 15 maart 2004 aan de faculteit medische wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. Haar proefschrift was getiteld Fever and neutropenia in cancer patiënts: a riskadapted approach. Haar promotoren waren prof. dr. W.A. Kamps en prof. dr. E. Vellenga. 16 april 2004 Jaargang 139 Nr. 16 Pharmaceutisch Weekblad [553]

aripiprazol minder frequent zullen optreden in vergelijking tot de andere atypische antipsychotica. H 1 receptoren Receptoren van histamine 1 (H 1 ) in de hersenen zijn betrokken bij de regulatie van de eetlust en de alertheid. Antagonisme van de centrale H 1 receptoren door antipsychotica kan leiden tot sedatie, slaperigheid, toegenomen eetlust en gewichtstoename [10]. Aripiprazol heeft in vergelijking tot andere atypische antipsychotica weinig ahniteit voor de H 1 receptor [14] De theoretische bijwerkingen kunnen in de praktijk uitblijven en niet genoemde bijwerkingen kunnen niet worden uitgesloten en zou hierdoor theoretisch minder sederende en eetlustopwekkende efecten hebben dan de andere atypische antipsychotica [14, 15]. Het eetlustopwekkende efect ten gevolge van blokkade van 5HT 2a receptoren maakt het echter moeilijk het uiteindelijke klinische efect op het gewicht te voorspellen. muscarinergereceptoren In de hersenen zijn de meeste acetylcholinereceptoren van het muscarinetype. Deze muscarinerge receptoren zijn vermoedelijk betrokken bij de geheugenfunctie en de bewegingsfunctie. Perifeer zijn muscarinereceptoren onder meer betrokken bij de gastrointestinale motiliteit en mictie [10]. Sommige (atypische) antipsychotica, zoals clozapine en olanzapine, hebben antimuscarinerge activiteit [10], maar de muscarinerge antagonistische efecten van aripiprazol zouden verwaarloosbaar zijn [15]. Dit betekent dat anticholinerge efecten zoals droge mond, mydriasis, obstipatie en urineretentie in vergelijking met de atypische antipsychotica theoretisch minder frequent zullen optreden bij gebruik van aripiprazol. Maar vanzelfsprekend kunnen deze efecten niet uitgesloten worden. Conclusie Op grond van de beschikbare gegevens is in het kader van proactieve geneesmiddelenbewaking een theoretisch bijwerkingenprogel opgesteld van aripiprazol (tabel 1). Verwacht kan worden dat de bijwerkingen een belangrijke rol zullen spelen in de plaatsbepaling van aripiprazol in de therapie voor schizofrenie. De beschreven bijwerkingen hoeven in de praktijk niet op te treden en bovendien kunnen bijwerkingen die niet in het progel voorkomen niet worden uitgesloten. Het theoretische bijwerkingenprogel van aripiprazol kan echter gebruikt worden als hulpmiddel om extra aandacht te geven aan de bijwerkingen die niet altijd in de ohciële productinformatie staan, maar op theoretische gronden wel mogelijk zijn. Het is van belang inzicht te krijgen welke bijwerkingen zich bij gebruik door grotere aantallen patiënten in de dagelijkse praktijk voordoen. Mochten arts en/of apotheker met deze bijwerkingen geconfronteerd worden, dan is extra alertheid geboden en dienen deze bijwerkingen gemeld te worden bij het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb Correspondentie kan worden gericht aan mevr. drs. J. de Langen Wouterse, Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, Goudsbloemvallei 9, 5237 MH shertogenbosch, email j.delangen@lareb.nl. literatuur 1 Van Puijenbroek EP, Diemont WL, Van Grootheest K. Application of quantitative signal detection in the Dutch spontaneous reporting system for adverse drug reactions. Drug Safety. 2003;26(5):293301. 2 Wieringa N. Connecting premarketing clinical research and medical practice. The case of the cardiovascular drugs (proefschrift). Groningen: Rijksuniversiteit Groningen; 2001. 3 Head of Agencies. Establishing a European risk management strategy. Report of the Head of Agencies ad hoc Working Group. 2003. http://heads.medagencies.org/heads/docs. 4 Barnes J. From E2B to E2E: new ICH topic on pharmacovigilance planning. Reactions. 2003;950(3):4. 5 Perfetto EM, Ellison R, Ackermann S, et al. Evidencebased risk management: how can we succeed? Deliberations from a risk Management Advisery Council. Drug Inf J. 2003;37(127):134. 6 Van de Lisdonk EH; Van den Bosch WJHM; Huygen FJA, et al. Ziekten in de huisartspraktijk. 3de ed. Maarssen: Elsevier/Bunge; 1999. 7 Diagnostic and statistical manual of mental disorders. 4de ed. Washington: American Psychiatric Association; 1994. 8 Bowles TM, Levin GM. Aripiprazole: a new atypical antipsychotic drug. Ann Pharmacother. 2003;37:68794. 9 Kane JM, Carson WH, Saha AR, et al. Efficacy and safety of aripiprazole and haloperidol versus placebo in patients with schizophrenia and schizoaffective disorder. J Clin Psychiatry. 2002;63(9):76371. 10 Richelson E. Receptor pharmacology of neuroleptics: relation to clinical effects. J Clin Psychiatry. 1999;60(suppl 10):514. 11 Stahl SM. Dopamine system stabilizers, aripiprazole, and the next generation of antipsychotics. Deel 2. J Clin Psychiatry. 2001;62(12):9234. 12 Informatorium Medicamentorum 2003. Den Haag: WINAp; 2003. 13 Productinformatie Abilify. 2002. www.fda.gov/cder/foi/label/2002/21436_abilify_lbl.pdf. 14 Goodnick PJ, Jerry JM. Aripiprazole: profile on efficacy and safety. Expert Opin Pharmacother. 2002;3(12):177381. 15 Keck PE, McElroy SL. Aripiprazole: a partial dopamine D2 receptor agonist antipsychotic. Expert Opin Invest Drugs. 2003;12(4): 65562. 16 Svensson KA, Franklin SR. Jenner P, et al. Dopamine receptor subtypes. Amsterdam: IOS Press; 1998. p. 14761. 17 Farrison PJH. Dopamine and schizofrenia. Proof at last? Lancet. 2000;356:9589. 18 Doggrell SA. The role of 5HT on the cardiovascular and renal systems and the clinical potential of 5HT modulation. Expert Opin Invest Drugs. 2003;12(5):80523. 19 Wood JJA. Schizophrenia. N Engl J Med. 2003;348(1738):1749. 20 Leonard BE. Serotonin receptors. Where are they going? Int Clin Psychopharmacol. 1994;9(suppl 1):717. [554] 16 april 2004 Jaargang 139 Nr. 16 Pharmaceutisch Weekblad