Richtlijnen milieueffectrapportage ADPO N.V.

administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, cel Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Richtlijnen milieueffectrapportage ADPO N.V. 23 juni 2003 PRMER-0005-RL

1 Inleiding ADPO N.V. (Antwerp Distribution and Product Operations) heeft het voornemen om de opslagcapaciteit voor chemicaliën uit te breiden. De voorziene uitbreiding zal in twee fasen gebeuren. In een eerste fase worden de tankenparken 17 en 21 gebouwd en in een tweede fase de tankenparken 23 t.e.m. 28. De eerste fase is in principe niet MER-plichtig. De tweede uitbreidingsfase zal de grens van 200.000 ton opslagcapaciteit van chemicaliën overschrijden waardoor de tweede fase MER-plichtig is volgens artikel 3, categorie 7 van het MER-besluit. Het project-mer zal beide fasen van de uitbreiding omvatten en tevens de overige activiteiten van het bedrijf meenemen in het onderzoek, met name de tankreiniging en de vatenvulling. Het kennisgevingsdossier is door de Cel Mer van de afdeling algemeen Milieu- en Natuurbeleid volledig verklaard op 18 april 2003. De ter inzage legging liep van 13 mei 2003 tot 11 juni 2003; parallel werden de adviezen bij de administraties en openbare besturen gevraagd. Deze richtlijnen zijn opgesteld door de Cel Mer en hebben betrekking op de inhoudsafbakening van het MER. Ontvangen inspraakreacties en adviezen worden hierin meegenomen (zie bijlagen). 2 Vorm en presentatie Met betrekking tot de vorm en presentatie vraagt de Cel Mer om: recent kaartmateriaal te gebruiken voorzien van een duidelijke bronvermelding, schaalaanduiding en legende een verklarende woordenlijst, afkortingenlijst en literatuurlijst bij het rapport op te nemen achtergrondinformatie in de bijlagen op te nemen 3 Doelstelling, verantwoording en besluitvorming Art. 4. 3. 7. 1, 1, a en b De verantwoording in de kennisgeving en verder toegelicht op de startvergadering geeft aan dat de voorgestelde activiteiten tegemoet willen komen enerzijds aan de huidige marktsituatie

-een toenemende vraag naar opslagruimte voor chemicaliën- en anderzijds pro-actief willen inspelen op de toekomstige marktsituatie om op deze manier flexibel te kunnen reageren op nieuwe aanvragen van klanten. De doelstelling en verantwoording dient een omschrijving te bevatten van de concrete werken en van de hiervoor nodige vergunningen. Daarnaast dient de doelstelling en verantwoording aan te geven hoe de gekozen ligging beantwoordt aan de doelstellingen van het milieuzoneringsplan als onderdeel van het strategisch plan Antwerpen Linkeroever (in uitvoering, in functie van de beschikbaarheid van deze informatie). 4 Voorgenomen projecten en alternatieven Art. 4. 3. 7. 1, 1, c, d en e Het voorgenomen project is de bouw van twee tankenparken tankenpark 17 en 21 en tankenpark 23 t.e.m. 28- voor de opslag van chemicaliën. Het project-mer dient de huidige ruimtelijke situatie, de ruimtelijke situatie na de eerste uitbreidingsfase (tankenpark 17 en 21) en deze na de tweede uitbreidingsfase (tankenpark 23 t.e.m. 28) te beschrijven en te illustreren. De huidige en toekomstige activiteiten zullen gesitueerd en besproken worden in het project-mer. De activiteiten en de locatie van de omliggende bedrijven ten opzichte van ADPO dient eveneens besproken en geïllustreerd te worden. Het voorstellen kan gebeuren aan de hand van foto s voorzien van een legende. Er dient ook onderzocht te worden of de huidige waterzuiveringsinstallatie nog zal voldoen na de uitbouw van het voorgenomen project. Er zijn geen doelstellingalternatieven te onderzoeken. Het MER dient opgave te doen van de locatie-alternatieven in andere vestigingen van ADPO N.V. en zal aangeven om welke redenen deze locaties niet werden verkozen. Daarnaast zal ook de invloed van het milieuzoneringsplan als onderdeel van het strategisch plan Antwerpen Linkeroever in ontwerp -in functie van de beschikbaarheid van deze informatie- op de locatie besproken worden. In het MER moeten ook de uitvoeringsalternatieven vermeld worden en bij de veiligheidsrapportage nagegaan worden of daaruit relevante uitvoeringsalternatieven over te nemen zijn.

5 Juridische en beleidsmatige context Art. 4. 3. 7. 1, 1, f De kennisgeving heeft opgave gedaan van het juridisch/ beleidsmatig kader dat voor dit MER van belang is. Het MER zal zorgvuldig nagaan waar de projectrelevantie zich situeert en met name ook aangeven of de voorwaarde onderzoeksturend kan zijn dan wel procedurebepalingen bevat of een combinatie van beide. Het is van belang om ook tijdens het opstellen van het MER de stand van zaken hiervan op te volgen. Met name kan reeds gewezen worden naar het decreet natuurbehoud met onder meer het wijzigingsdecreet van 19 juli 2002 (BS 31.08.2002), voor de vogelrichtlijn- en Ramsargebieden is het belangrijk om in het MER gebruik te maken van plan met de afstanden tot de relevante gebieden. Bijkomende informatie kan bekomen worden bij het Instituut voor Natuurbehoud. In het kader van dit project is het strategisch plan Antwerpen Linkeroever een belangrijke factor. Het is belangrijk dat in het MER-project van ADPO N.V., als opslag- en overslagbedrijf van chemicaliën, voldoende aandacht besteed wordt aan de te behalen emissieplafonds voor België die in het kader van het protocol van Göteborg/ Europese Richtlijn vastgelegd zijn en de hieruit volgende emissiereductiedoelstellingen voor Vlaanderen in het kader van bestrijding van fotochemische verontreiniging. 6 Bestaande toestanden en milieu-effecten 6.1 Bestaande toestand en ontwikkelingsscenario s Art. 4. 3. 7. 1, 1, g Als referentiesituatie dient de huidige situatie van het gebied -al dan niet beïnvloed door de huidige activiteiten van ADPO N.V.- met de omgeving te worden beschreven. De kennisgeving geeft een goede beschrijving per discipline van de wijze waarop de referentiesituatie zal worden beschreven en welke bestaande gegevens daarvoor zullen gebruikt worden en waar in het raam van het MER bijkomende inventaris noodzakelijk is. Aanvullend hierbij kan nog aangegeven worden dat met betrekking tot de discipline water: er zal een waterbalans worden opgesteld

de zuiveringsrendementen van de verschillende stappen van de waterzuiveringsinstallatie bepaald zullen worden de vuilvrachten voor het ontvangende oppervlaktewater (Zuidelijk insteekdok) berekend zullen worden er een evaluatie van de lozing zal gebeuren ten opzichte van de vooropgestelde kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater en een inschatting van de impact van het geloosde afvalwater van ADPO N.V. in vergelijking met andere lozingen die gebeuren in het Zuidelijk insteekdok. er een onderzoek lopende is naar hergebruik van hemelwater na omgekeerde osmose, waarvan de resultaten verwerkt zullen worden in het MER met betrekking tot discipline lucht inschatting van de geleide en niet-geleide emissies zal gebeuren op basis van literatuurgegevens en op basis van specifieke meetcampagnes. De meetcampagnes omvatten ondermeer metingen van de VOS-concentratie in de hal van de tankcleaning en op een afstand van ongeveer 10 à 15 m op het moment dat de tankwagens die vluchtige verbindingen bevat hebben gereinigd worden, de VOS-concentratie vlakbij en op ongeveer 10 m van de vatenvulinstallaties op het moment dat deze gevuld worden met vluchtige verbindingen bij de vatenvulinstallaties zonder scrubbersysteem en een 15tal immissiemetingen in de omgeving van het bedrijfsterrein er moet voldoende aandacht besteed worden aan het aspect geur. Evaluatie van de impact van de waterzuiveringsinstallatie op geurhinder, welke producten en situaties geven aanleiding geven tot geurhinder. met betrekking tot discipline bodem inschatting van de bodemverontreiniging zal gebeuren op basis van 2 oriënterende en 1 beschrijvend bodemonderzoek die in het verleden gebeurd zijn op het volledige terrein de afvalstromen zullen in kaart gebracht worden. Het is belangrijk om ook aandacht te besteden aan afvalstromen tijdens de uitvoering van het project en deze eventueel op te nemen in een afzonderlijk deel afval. inschatting van de tijdelijke impact van de constructie met betrekking tot discipline energie er een indicatieve balans opgesteld zal worden

met betrekking tot discipline geluid er 2 meetpunten gekozen zullen worden op 200 meter afstand van het bedrijfsterrein de stilte behoevende inrichtingen in de omgeving aangeduid zullen worden op een kaart met betrekking tot discipline mens vanuit bevraging in de omgeving (Kallo) zal nagegaan worden welke de ervaring is met milieuhinder vanuit de omwonenden Tijdens het opstellen van het MER dient gebruik gemaakt te worden van de disiciplinespecifieke delen van Richtlijnenboek m.e.r. meer bepaald de hoofdstukken met betrekking tot (bronnen van) Basisinformatie, (afbakening van het) Studiegebied en (analyse van de) Referentiesituatie. 6.2 Milieu-effecten en milderende maatregelen Art. 4. 3. 7. 1, 2, a, b, c De kennisgeving geeft een goede beschrijving per discipline van de wijze waarop de effecten zullen worden onderzocht en beoordeeld en geeft aan dat in functie van het effectenonderzoek milderende maatregelen zullen worden voorgesteld en uitgewerkt. Aanvullend kan hierbij aangegeven worden dat: met betrekking tot water: zal nagegaan worden of de huidige waterzuiveringsinstallatie na de uitbreiding nog zal voldoen met betrekking tot lucht: invloed emissie en immissie buiten de bedrijfsgrenzen onderzocht zal worden als problemen met geurhinder veroorzaakt door bepaald chemicaliën vastgesteld worden, zullen deze opgenomen worden op de zwarte lijst en niet langer voor opslag in aanmerking komen met betrekking tot mens: er een theoretische simulatie zal gebeuren in verband met emissie naar de atmosfeer als er zich een klein ongeval zou voordoen, de simulatie zal gebaseerd zijn op de toxiciteit van de stof

In dit hoofdstuk zal ook een beknopte samenvatting uit het veiligheidsrapport voorkomen en de eventuele milieu-effecten die hier uit volgen. 6.3 Vergelijking van de alternatieven Art. 4. 3. 7. 1, 2,e Er zijn geen reële alternatieven die in dit MER verder onderzocht zullen worden. 7 Leemten in de kennis Art. 4. 3. 7. 1, 4 Het MER dient opgave te doen van de leemten in kennis die tijdens het uitvoeren van het onderzoek werden vastgesteld. Deze leemten kunnen opgedeeld worden naar aard van de leemte waarbij dan onderscheid dient gemaakt te worden tussen leemten met betrekking tot het project, met betrekking tot de inventaris en aangaande methode en inzicht. Het MER zal eveneens aangeven hoe met deze leemten omgegaan is en hoe zij kunnen doorspelen naar de besluitvorming. 8 Monitoring en evaluatie Art. 4. 3. 7. 1, 2, d Er worden jaarlijks metingen van de VOS concentratie uitgevoerd op bepaalde plaatsen in het bedrijf. Het is belangrijk dat deze metingen in de toekomst verder uitgevoerd zullen worden. Het MER zal daarvoor een opvolgingsprogramma aangeven. In het kader van het project- MER zal analyse gebeuren van het rendement en efficiëntie van de verschillende stappen in de waterzuivering voor 3 verschillende weken. In het kader van monitoring en evaluatie is het belangrijk dat dit onderzoek in de toekomst nog herhaald wordt omdat op deze manier voor continuïteit gezorgd wordt. In het MER zal verder per discipline aangegeven worden of er eventueel opvolgingsmaatregelen voor te stellen zijn, bijvoorbeeld vanuit de milieuvergunningreglementering. In het kader van mogelijke effecten op mens en omgeving, is het belangrijk om algemene communicatie te verzorgen; de bestaande communicatie met her buurtcomité (Kallo) dient in het MER aan bod te komen om op basis van eventuele opmerkingen van het buurtcomité aanpassingen uit te voeren. Gedacht kan worden aan de

bestaande acties om in overleg met het buurtcomité bepaalde chemicaliën voor opslag te weigeren omdat deze in het verleden aanleiding hebben gegeven tot geurhinder. 9 Integratie en eindsynthese Art. 4. 3. 7. 1, 2, e In een afzonderlijk deel zal het rapport een discipline-overschrijdende, leesbare samenvatting geven over de verwachte gevolgen voor het milieu en hoe en in welke mate de voorgestelde maatregelen deze kunnen milderen. 10 Tewerkstelling, investering en gebruikte materialen Art. 4. 3. 7. 1, 3 In dit hoofdstuk geeft het rapport aan welke de verwachte tewerkstellings- en investeringseffecten zijn van de voorgenomen activiteiten. Daarnaast zal in dit hoofdstuk ook aangegeven worden welke materialen in de uitvoeringsfase van dit project gebruikt zullen worden. 11 Niet-technische samenvatting Art. 4. 3. 7. 1, 5 De niet-technische samenvatting vormt een afzonderlijk leesbaar deel van het rapport dat de essentie van de overige delen beknopt weergeeft. De tekst moet zodanig geschreven zijn dat zij begrijpelijk is voor de gemiddelde lezer. Figuren, kaarten of tekeningen dienen ter ondersteuning van de tekst in deze samenvatting opgenomen te worden.

Bijlagen Bijlage 1: Bekendmaking en ter inzage legging gemeente Bijlage 2: Lijst van inspraakreacties Geen Bijlage 3: Lijst van reacties administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen OVAM, Mechelen VMM, Erembodegem (Aalst) AMINAL, Afdeling Milieu en Natuurbeleid, Brussel College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Beveren De volgende instanties hebben laten weten geen opmerkingen te hebben op de inhoudsafbakening en methodologie: AMINAL, Afdeling Bos en Groen Gent AMINAL, Afdeling Milieuvergunningen Gent