Aan de leden van Provinciale Staten, aan de colleges van burgemeester en wethouders van de 25 gemeenten in de provincie Groningen, en de dagelijkse besturen van de waterschappen, met werkgebied in de provincie Groningen Datum : 21 februari 2007 Briefnummer : 2007-03887, CK Behandeld door : Veen, van der, J.H. Telefoonnummer : (050) 316 4370 Antwoord op : Bijlage : 1 Onderwerp : bekendmaking rapport overstromingsberekeningen dijkring nr. 6 Geachte dames en heren, In het landelijke project Veiligheid Nederland in Kaart (VNK) 1 wordt gewerkt aan het inzichtelijk maken van de landsdekkende overstromingskansen en het berekenen van de gevolgen van overstromingen, om aan de hand van deze twee factoren het overstromingsrisico per dijkring te berekenen. Bij dit project speelt derhalve herkenbaar de formule risico = kans x effect de sleutelrol. In het kader van dit VNK is de provincies gevraagd om tezamen met de waterschappen en overstromingsmodel op te stellen en overstromingsberekeningen uit te voeren. In Noord-Nederland is die opdracht verleend én uitgevoerd door de provincies Fryslân en Groningen en de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân. Met behulp van dit ontwikkelde model worden de effecten (en dus niet de kansen!) in kaart gebracht van ongewenste openingen in de dijkringgebied 6 (Waddenzeedijk van Fryslân en Groningen), ofwel de primaire waterkering. Met de berekeningen is gepoogd een beeld te geven van het verloop van dergelijke overstromingen als gevolg van een doorbraak in deze kering. Omdat in theorie op elke plek in de primaire waterkering een ongewenste opening kan ontstaan, is het model uitgewerkt ten aanzien van 9 scenario s in Groningen. De keuze van deze locaties en scenario s is niet dekkend voor alles wat mogelijk is, maar geven wel een goed doorsnee-beeld. Uitkomsten onderzoek Onderstaande tabel geeft de berekende gevolgen per scenario. Bij de uitkomsten zoals gemeld in de tabel moet opgemerkt worden dat niet zijn verdisconteerd eventuele te nemen maatregelen ter voorkoning van slachtoffers, zoals bijvoorbeeld een tijdige evacuatie. De economische schade is berekend aan de hand van gebiedseigenschappen, onderverdeeld in industrie, bedrijven, landbouw, bewoond gebied. De soorten bedrijven/woningen (is herstart mogelijk?) en zelfs de werkeloosheid als gevolg van sluiting dienen meegerekend te worden. 1 Opdrachtgever van VNK zijn het IPO, de Unie van Waterschappen en het Rijk.
Locatie Scenario Schade (miljoen ) Getroffenen (personen) Slachtoffers (personen) Lauwersoog falen van de 182 1905 4 spuisluis Warffum bres in dijk 84 2194 5 (coupures open) Warffum bres in dijk 67 235 1 (coupures dicht) Westelijk van bres in dijk 100 433 1 Eemshaven (coupures open) Westelijk van bres in dijk 99 422 1 Eemshaven (coupures dicht) Holwierde bres in dijk 1203 52105 101 Delfzijl falen van de 120 2826 7 sluis Borgsweer bres in dijk 447 5321 12 Coenraadpolder bres in dijk 372 4447 18 Van de overstromingsberekeningen zoals in bovenstaande tabel aangegeven zijn simulatiefilmpjes gemaakt die inzicht geven in het (tijds)verloop van de overstromingen. Binnenkort zal het overleg gestart worden met de andere partners van Crisismanagement om ook hen deelgenoot te laten worden van de simulatiefilmpjes die betrekking hebben op dijkring 6 en de inzichten die hiermee verkregen kunnen worden in de meest kwetsbare gebieden en de tijd die gemoeid is met een onverhoopte overstroming als gevolg van een falen van de primaire waterkering. Voorlopige conclusies op basis van onderzoek Ten aanzien van de effecten die optreden bij het falen van de primaire waterkering kunnen op grond van de berekeningen de volgende - voorlopige - conclusies worden getrokken: De gevolgen van een overstroming lijken in het oostelijke kustgebied (tussen de Eemshaven en de Duitse grens) ernstiger dan in het noordelijk kustgebied (tussen Eemshaven en de Friese grens). Tussen de Eemshaven en de Punt van Reide ontbreken voormalige slaperdijken die in het noordelijk kustgebied voor compartimentering zorgen. Vanuit het oostelijke kustgebied kan het water snel de laagste delen van de provincie bereiken waardoor zowel het overstroomde gebied als de waterdiepte groot is. Door bresgroei bij een bres in de dijk zal er bij zo'n scenario meer water binnen komen dan bij het falen van een sluis. Er is geen rekening gehouden met evacuaties en noodmaatregelen om bres/ sluis te dichten (worst-case). Effecten bekend; nu verder onderzoek naar kansen Zoals hierboven al aangegeven, geeft het onderzoek toch nu toe uitsluitend zicht op de effecten, maar nog niet op de kans dat dit onheil zich voltrekt. De primaire waterkeringen worden eens in de vijf jaar getoetst aan normen die gebaseerd zijn op een overschrijdingsfrequentie van 1:4000. Als bij een toetsing aan de norm wordt voldaan, mag er van worden uitgegaan dat de primaire waterkering bestand is tegen deze 1:4000-situatie. Dit impliceert dat de primaire water- 2
kering een waterstand, inclusief golfoploop, moet kunnen keren die éénmaal per 4000 jaar voorkomt. Eind 2005 is het Kabinet gestart met de verkenning Waterveiligheid 21 e eeuw. In deze verkenning wordt gekeken naar de vraag of het huidige beschermingsbeleid tegen overstromingen nog actueel is. In de Beleidsnota Waterveiligheid die naar verwachting in 2008 gereed zal komen, zal in lijn met de voorstellen in het advies van de Adviescommissie Water onder meer het volgende aan de orde komen: 1. actualisatie van het preventiebeleid (beperken van de kans dat een overstroming zich voordoet); 2. vergroten van de aandacht voor het beperken van gevolgen van overstromingen; 3. vergroten van het waterveiligheids-bewustzijn. Als vervolg op de eerste fase van VNK waarin de effecten in kaart zijn gebracht van het falen van de primaire waterkering zal naar verwachting in 2008 en nieuwe methodiek zijn ontwikkeld om de kans van het falen te berekenen. Omdat dan in de formule risico = kans x effect de twee laatste onbekenden kunnen worden berekend, kan vervolgens ook het risico worden berekend. Hoe om te gaan met de tussentijdse uitkomsten van het onderzoek? In ons land wonen ruim 9 miljoen Nederlanders onder NAP en wordt ruim 65% van ons BNP beneden de zeespiegel verdiend. Waterveiligheidsbeleid is daarom essentieel. Het huidige hoogwaterbeleid richt zich vooral op het voorkomen van overstromingen. De meeste aandacht is tot nu toe dus uitgegaan naar het overstromingspreventiebeleid. Een overstroming is echter nooit uit te sluiten. We zullen dus ook moeten leren leven met water. Burgers zullen zich dit (nog meer) bewust moeten worden. Ook al zijn nu slechts de effecten bekend en nog niet de kans: verondersteld mag worden dat bij het bekend worden van de tussentijdse resultaten de meest prangende vragen van de burger zullen zijn: 1. wat doet de overheid om een dijkdoorbraak te voorkomen? 2. wat doet de overheid in het geval van een dijkdoorbraak om de schade (slachtoffers en materiele schade) te beperken? 3. wat kan ik zelf doen om niet tot de slachtoffers te behoren? ad. 1 Wat doet de overheid om een dijkdoorbraak te voorkomen? De primaire waterkeringen zijn in beheer en onderhoud bij de waterschappen. De waterschappen inspecteren de primaire waterkeringen regelmatig en voeren onderhoudswerkzaamheden uit daar waar het nodig is (inspectie en onderhoud). Eénmaal per vijf jaar toetsen de waterschappen de primaire waterkeringen aan de wettelijk vastgelegde veiligheidsnorm. De waterschappen rapporteren over de vijfjaarlijkse toetsing aan het College van GS, die over de rapportage verslag uitbrengt aan de minister van Verkeer en Waterstaat. De Inspectie Verkeer en Waterstaat toetst tenslotte nog of aan de wettelijk voorgeschreven voorwaarden voor de toetsing is voldaan. Als uit de toetsing blijkt dat bepaalde dijkgedeelten niet aan de norm voldoen, worden door de waterschappen verbeteringsplannen opgesteld. Deze verbeteringswerken worden door het ministerie van Verkeer en Waterstaat op het Hoogwaterbeschermingsprogramma gezet, waardoor deze werken voor 100% financiering door het Rijk in aanmerking komen. ad. 2 Wat doet de overheid in geval van een dijkdoorbraak om de schade te beperken? De overheid bereid zich voor op dit soort situaties door het opstellen van gemeentelijke rampenplannen, calamiteitenplannen van de waterschappen en door de samenwerking en afspraken tussen alle partijen in Crisismanagement Groningen in 3
tijden van crises. De overheid en de parate diensten oefenen deze plannen regelmatig samen en zijn zodoende goed voorbereid op een crisis zoals een overstroming. Evenwel: in de ketenbenadering van risico s gaat aan repressie preventie vooraf; in dit kader zou het kunnen zijn dat als niet alleen de effecten maar ook de kansen bekend zijn, het te overwegen is om ook in gezamenlijkheid met andere overheden preventief te kijken naar mogelijkheden om de schade te beperken, mocht zich het falen voordoen. Om een voorbeeld van preventieve maatregelen te geven: herstel in oude functie van de slaperdijken en het gebruiken van taluds van nieuwe wegen als barrière. Om een impuls te geven aan organisatorische maatregelen die kunnen worden genomen om een overstromingsramp te voorkomen en om schade en slachtoffers bij een eventuele overstroming te beperken, is de Taskforce Management Overstromingen ingesteld (TMO). De TMO moet de regie gaan voeren op de uitvoering van een verbeterprogramma om op het organisatorische vlak beter voorbereid te zijn op een overstroming. Daarnaast wil het ministerie van Verkeer en Waterstaat samen met de betrokken overheden de komende twee jaar onderzoeken welke infrastructurele maatregelen nodig zijn om de gevolgen van een overstroming te kunnen beperken. ad. 3. Wat is de zelfredzaamheid van de burger in het geval van overstroming? De risicokaart laat iedere Nederlander zien welke risico s er zijn in zijn/haar omgeving. De overstromingsrisico s op deze kaart beperken zich tot nu toe tot overstromingen van rivieren en boezem- en bergingsgebieden. Het is de bedoeling de gegevens van voorliggende overstromingsberekeningen ook op de kaart te zetten (vanaf medio 2007). Burgers informeren over de risico's alleen is niet voldoende. Op www.ahn.nl kan door opgave van de postcode van het woonadres door elke burger exact gezien worden hoe hoog zijn/ haar woning ten opzicht van NAP gelegen is. Vanzelfsprekend kan desgewenst op dezelfde wijze ook gezocht worden naar hoger gelegen gebieden. Daarnaast wordt op www.crisis.nl naast informatie over de risico's ook een zgn. handelingsperspectief geboden, ofwel wat te doen in geval van een overstroming. Omdat deze informatie globaal is en vooralsnog door de meeste gemeenten nog niet lokaal specifiek is ingekleurd, wil de vakgroep risicocommunicatie hier samen met Groninger burgerpanels mee aan de slag. De resultaten zijn uiteindelijk bedoeld om aan te bieden aan de gemeenten die uiteindelijk wettelijk verantwoordelijk zijn voor de risicocommunicatie naar burgers. Vervolg Zoals eerder geschetst zal in de komende periode naast de nu bekende effecten, aandacht besteed gaan worden aan de kansen van een falen van de primaire zeewering. De eerste actie daarvoor ligt bij VNK die de kansberekeningsmethodiek gaat herijken, vervolgens en mogelijk deels in tijd overlappend zal het ministerie van V&W samen met de betrokken overheden in de komende twee jaar onderzoeken welke infrastructurele maatregelen nodig zijn om de gevolgen van een overstroming te kunnen beperken. Ondertussen kunnen gemeenten in hun risicocommunicatie naar hun bevolking gericht aandacht besteden aan de effecten van een eventuele overstroming en - via gemeentelijke website en/of andere media - de bevolking een handelingsperspectief bieden. 4
Wij vertrouwen erop u hiermee geïnformeerd te hebben. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen:, voorzitter., secretaris. 5