VERGADERING VAN 26 MEI 2003



Vergelijkbare documenten
VERGADERING VAN 2 FEBRUARI 2005

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

Interne memo. De nadruk ligt dus op de behandeling van de perspectiefnota.

p e r s b e r i c h t

19 mei 2015 Corr.nr , FC Nummer 36/2015 Zaaknr

29 juni aanvang 9.30 uur

PS-besluitenlijst d.d. 25 en 26 juni 2008

* * Statenvoorstel. 1. Beslispunten. In de begroting 2012 en volgende jaren:

Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad

VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005

Raadsvergadering : 12 april 2016 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR Status verslag Concept. de heer Romijn

Handleiding vergadering Provinciale Staten van Overijssel. Woensdag 27 juni 2007

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium

Notitie raadsvragen in soorten en maten

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

Haarlem, 23 augustus Onderwerp: Begroting Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Ad Jongenelen, Carola van t Schip en Frank Reiber

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur

Registratienummer: GF Datum: 17 september 2013 Agendapunt: 20

Raadsvoorstel. agendapunt. Bestuur

Provinciale Staten van Noord-Holland

GEMEbNIt RENSWOUDE INGEKOMEN 10 APR.» NR. Geachte mevrouw, mijnheer,

PS-besluitenlijst nr. Groningen, 5 juli Besluiten Provinciale Staten 4 juli 2012

Beoordeling. h2>klacht

Vergadering Provinciale Staten van Overijssel op woensdag 24 mei 2017

Farid Chikar / juni 2017

*ONDER EMBARGO TOT DONDERDAG 19 MEI 2011, UUR*

18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater)

Bijlagen -Bijlage 1 -Jaarstukken Verslag van bevindingen

Onderwerp : Voorstel tot het verstrekken van een krediet ten behoeve van de uitvoering van een plan van aanpak ten behoeve van de organisatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Besluiten Provinciale Staten 24 juni 2015 Algemene Beschouwingen bij de Voorjaarsnota 2015

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 20 december 2007 over het wapenexportbeleid.

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 30 juni 2015 in de raadzaal

Oostzaan Buiten gewoon

Rapport bij de jaarstukken 2007 provincies Noord-Brabant en Limburg

Raadsvoorstel (gewijzigd) 26 september 2013 AB RV

VERGADERING VAN 6 OKTOBER 2003

In D&H: Steller: E. Lodder BMZ Telefoonnummer: 5881 SKK Afdeling: Management ondersteuning In AB: Portefeuillehouder: Kromwijk

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel

1. Inleiding. 27 april 2004 Nr , FC-X Nummer 15/2004

1. Opening. 3. Aanwijzing primus voor de hoofdelijke stemming. 4. Vaststelling agenda.

1. Notulen van de vergaderingen van Provinciale Staten van 14 en 15 maart

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 2 juli 2015 in de raadzaal

Bijlage: 3 Portefeuillehouder: H.J. van Schaik

BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING d.d

Doel van de activiteit Bespreken van het raadsvoorstel en bepalen of het raadsvoorstel besluitrijp is t.b.v. de raadsvergadering van 16 januari 2014

De raadsvergadering is openbaar en wordt gehouden in het raadhuis in Schaijk (Pastoor van Winkelstraat 5).

Nr. 7. Vergadering: 9 juli 2019 Onderwerp: Besluitenlijst raadsvergadering 24 september 2019

BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD

Raadsvoorstel Registratienr: [ 38024] Onderwerp Conceptbegroting Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant

Adviezen commissie Algemene Bestuurlijke Zaken d.d. 30 augustus 2004 van uur tot uur.

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Onderwerp: Raadsmededeling over: Voorlopig saldo Jaarrekening Besluitvormend

Inwonerszaken 1511 BE Oostzaan

Vragen en antwoorden over de motiemarkt. Praktische zaken

* IJsselstein. Besluitenijst

Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 10 november 2015 in de raadzaal

Voorstel tot invoering van een nieuw instrument van de raad tijdens raadsvergaderingen.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

De heer J. Franx, wethouder Programmabegroting

Onderwerp: Vaststellen definitieve tegemoetkoming fractieondersteuning Nummer 2013/8469 Versie 1 Thema. Bestuurszaken en regionale samenwerking

Vergadering d.d.: 14 mei 2009 agendapunt: 9. Onderwerp: Vaststelling jaarverslag/jaarrekening 2008

Notitie functioneringsgesprekken

Concept-Besluitenlijst raad 5 maart 2015

Raadsstuk. Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2015/98823

Wie bestuurt de provincie?

Praktische zaken. Waar wordt de ideeënmarkt gehouden? De ideeënmarkt wordt gehouden in de hal van het gemeentehuis.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Dhr. S. Nieuwkoop (gemeentesecretaris) wethouders drs. P.W.J. Hoek, F.J.A. Hommel, mr. G.J. Harmsen, Wethouder C.L. van Dis MBA

Tweede Kamer, 57e vergadering, donderdag 23 februari 2017

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Nr Vergadering: 24 mei 2016 Onderwerp: Besluitenlijst raadsvergadering 21 juni 2016

Hoeveel bewegings ruimte gunt het kabinet het po?

Beantwoording Art. 61 vragen CDA fractie n.a.v. goedkeuring begroting door de provincie.

Raadsvoorstel. 2.Wat willen we bereiken?

Technische briefing Jaarstukken 2016

Reglement van orde voor de vergaderingen van burgemeester en wethouders van Voorst.

M.b.t. agendapunt 12, Groot Bijstervelt, wordt gebruik gemaakt van het inspreekrecht door:

Provinciale Staten van Noord-Holland

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301

Rekenkamerbrief betreffende vertaling coalitieakkoord Vertrouwen verbinden versnellen in programmabegroting 2008

College. Verhinderd. Onderwerp. Agendapunt. 1. Opening De voorzitter opent om uur de vergadering.

Wie bewaakt mijn geld? Financiële controle en risicobeheersing binnen de gemeente Nuth

Besluitenlijst van de commissievergadering Ruimtelijke Zaken van 8 december 2011

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning provincie Overijssel 2009

Pagina 1 van 6. Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 12 november 2015 in de raadzaal

advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed

VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN GRONINGEN D.D. 29 MEI 2007

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 22 mei 2013 over arbeidsmarktbeleid.

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 25 september 2012 in de raadzaal

Onderbesteding in de provincie Noord-Brabant; deelonderzoek bij de jaarstukken 2008

Er zijn bij de raadsgriffie vragen binnengekomen van de VVD inzake de Boulevard. Woordvoerder is de heer B. van Bijsteren.

constaterende dat de Wet passend onderwijs scholen per 1 augustus 2014 een zorgplicht voor elke leerling oplegt;

Voorzitter: mr. drs. G.A.A. Verkerk Secretaris: de heer R. van Nood. Aanwezig zijn de leden: Delft J. Vreugdenhil, G.A.A. Verkerk, M.A.

raadsvoorstel voorstel B&W stelt de raad voor het volgende te besluiten:

Transcriptie:

PUNTEN VAN BEHANDELING...BLZ. 01 Verkiezing leden Eerste Kamer der Staten-Generaal...1 02 Notulen van de vergadering van 23 april 2003...2 03 Ingekomen stukken...3 04 Regeling van werkzaamheden...4 05 Toepassing fauna-passeerstrook...5 08 Provinciale rekening 2002...5 09 Mondelinge vragen...39 Regeerakkoord, de heer Moorlag (PvdA) 06 Financiële stand van zaken Noord-Nederlands Bureau voor Toerisme...44 07 RTV Noord...64 1

Verkiezing leden Eerste Kamer

Verkiezing leden Eerste Kamer Voorzitter: de heer J.G.M. Alders, Commissaris der Koningin Griffier: de heer drs. P. Norder, waarnemend statengriffier Aanwezig zijn 52 leden, te weten: H. Bleker (CDA), H.H.J. Boer (PvdA), J.R.A. Boertjens (VVD), mevrouw J.W.F. Boon-Themmen (VVD), mevrouw A.F. Bos (GroenLinks), P.M. de Bruyne (PvdA), mevrouw I.S. Bulk (SP), M.A.E. Calon (PvdA), A.A. van Dam (CDA), L.A. Dieters (PvdA), J.J. Dijkstra (PvdA), mevrouw J.M. Drees (PvdA), mevrouw M.J. Edzes-Posthumus (D66), mevrouw A.M.K.D. Folkerts (GroenLinks), J.C. Gerritsen (PvdA), mevrouw F.Q. Gräper-van Koolwijk (D66), W. Haasken (VVD), K.J. Havinga (PvdA), H. Hemmes (SP), J. Hilverts (ChristenUnie), mevrouw D.J. Hoekzema-Buist (PvhN), D.A. Hollenga (CDA), M.J. Jager (CDA), F.C.A. Jaspers (PvdA), mevrouw A.G. van Kleef-Schrör (CDA), J.W. Kok (PvdA), J.L.H. Köller (PvdA), mevrouw C.A. de Lange (PvdA), E.J. Luitjens (VVD), A. Maarsingh (CDA), mevrouw W.J. Mansveld (PvdA), L.A. Meijndert (CDA), H.C. Moll (GroenLinks), W.J. Moorlag (PvdA), mevrouw I.P.A. Mortiers (PvdA), mevrouw C.A.M. Mulder (PvdA), T.A. Musschenga (CDA), H. Nijboer (PvdA), T.W. Oterdoom (VVD), mevrouw G.R. Peetoom (CDA), W. van der Ploeg (GroenLinks), R.D. Rijploeg (PvdA), J. Roggema (ChristenUnie), mevrouw M.J. Schouwenaar (PvdA), R.A.C. Slager (ChristenUnie), mevrouw L.K. Smit (PvdA), F.J. van der Span (CDA), H. Staghouwer (ChristenUnie), C. Swagerman (SP), N.R. Werkman (CDA), mevrouw A.C.M. de Winter-Wijffels (CDA), T.J. Zanen (PvhN), E.A. van Zuijlen (GroenLinks). Afwezig met kennisgeving: de leden J.G. Abbes (CDA), M. Boumans (VVD) en A. Engelsman (VVD). De VOORZITTER: Ik open de vergadering van Provinciale Staten van Groningen en heet u van harte welkom. Als punt 1 staat vandaag op de agenda de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Op drie personen na heeft iedereen de presentielijst getekend. Ik heb gezien dat rekening is gehouden met het feit dat de leden Engelsman, Bouman en Abbes nog niet aanwezig zijn. Mij hebben inmiddels volmachten bereikt, zodat de stemming wel volledig kan plaatsvinden. Dat zijn de enige mededelingen die mij op dit punt hebben bereikt. 1. Verkiezing leden Eerste Kamer der Staten-Generaal De VOORZITTER: Voordat ik toekom aan de rest van agenda van vandaag, richt ik mij op de verkiezing voor de leden van de Eerste Kamer. Dat is namelijk het eerste wat moet gebeuren. Die stemming is betrekkelijk overzichtelijk. Ik moet u zo meteen tonen dat hier een lege bus staat. Ik zal deze dan ook omhoog houden, zodat u dat daadwerkelijk kunt zien. Daarmee is de eerste daad verricht, want als dat het geval is, kunnen wij gezamenlijk tot stemming overgaan. Vervolgens wordt u een stembiljet uitgereikt dat bestaat uit een aantal lijsten. Daarop staan de lijsten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8 en 10 met daarbij de partijen. Het werkt hetzelfde als in het stembureau. U zoekt de partij en vervolgens degene op wie u wenst te stemmen. Als deze biljetten zijn uitgedeeld, is het niet de bedoeling dat u meteen begint met het uitbrengen van uw stem. Het is namelijk van belang dat dit precies op het goede moment gebeurt. Ik geef dus aan wanneer de stemming een aanvang neemt. Om de stemming ordentelijk te laten verlopen, noem ik uw naam. Dan komt u naar voren en deponeert u uw stembiljet in de stembus. Het aantal uitgebrachte stemmen wordt bijgehouden, zodat wij na het openen van de stembus kunnen nagaan of het aantal stembiljetten 1

Verkiezing leden Eerste Kamer Notulen van de vergadering van Provinciale Staten van 23 april 2003 correspondeert met de registratie. Ik laat mij in het stembureau bijstaan door mevrouw Peetoom, de heer De Bruijne en de heer Luitjens. Wij hebben de dankbare taak dat te doen. Ieder stembiljet zal worden voorgelezen en geregistreerd. Het is ietwat ingewikkelder dan normaal, want de registratie gebeurt op partij en naam. Uiteindelijk moet de stemming worden vastgesteld. Nadat dit is gebeurd, volgt de opmaak van het proces-verbaal. Nog vandaag worden de stukken naar Den Haag gebracht, zodat de stemming voor de Eerste Kamer daar vandaag in volle omvang kan plaatsvinden. Ik verzoek de stembiljetten uit te delen. Ik verzoek de commissie van stemopneming, bestaande uit mevrouw Peetoom, de heer De Bruyne en Luitjens, haar werkzaamheden aan te vangen. De voorzitter telt de stembiljetten. De VOORZITTER: Er zijn 55 stembiljetten binnengekomen. De voorzitter leest de ingevulde stembiljetten voor. De VOORZITTER: Wij hebben vastgesteld dat 55 stemmen zijn uitgebracht en dat 55 stembiljetten zijn ingekomen. De uitslag is als volgt. Op lijst 1 zijn 12 stemmen uitgebracht, alle op nummer 1 van de lijst, mevrouw Timmerman-Buck. Op lijst 2 zijn 7 stemmen uitgebracht op nummer 1 van de lijst, mevrouw Van den Broek-Laman Trip. Op lijst 3 zijn 20 stemmen uitgebracht, te weten 15 stemmen op nummer 1 van de lijst, de heer Stekelenburg, en 5 stemmen op nummer 2 van de lijst, mevrouw Tan. Op lijst 4 zijn 5 stemmen uitgebracht, alle op nummer 1 van de lijst, mevrouw De Wolff. Op lijst 5 zijn 2 stemmen uitgebracht, te weten 1 stem op de heer Kohnstamm en 1 stem op de heer Schouw. Op lijst 6 zijn 3 stemmen uitgebracht, alle op nummer 4 van de lijst, mevrouw Slagter-Roukema. Op lijst 8 zijn 2 stemmen uitgebracht, beide op nummer 2 van de lijst, de heer Ten Hoeve. Op lijst 10 zijn 4 stemmen uitgebracht, te weten 1 stem op nummer 1 van de lijst, de heer Schuurman, 3 stemmen op nummer 2 van de lijst, de heer Van Middelkoop. Inmiddels heb ik het proces-verbaal ingevuld om dit te bekrachtigen verzoek ik de leden van het stembureau naar voren te komen om hun handtekening te zetten De leden van het stembureau ondertekenen het proces-verbaal ten geleide van de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. De VOORZITTER: Hiernaast wordt alles ingepakt en verzegeld. Ik kan u meedelen dat de lak inmiddels op de enveloppe is aangebracht, evenals de zegel. Over tien minuten vertrekt de koerier met de enveloppe naar Den Haag. Daarmee hebben wij ons werk gedaan. Ik complimenteer u daarmee. 2. Notulen van de vergadering van Provinciale Staten van 23 april 2003 Zonder beraadslaging of stemming worden de notulen goedgekeurd. 2

Ingekomen stukken 3. Ingekomen stukken a. Brief en bijlage van de Nederlandse Vereniging tot bescherming van dieren van 4 april 2003 betreffende rapportage Een jaar flora- en faunawet, onder de mededeling dat de stukken t.z.t. worden betrokken bij de evaluatie; b. Brief van Gedeputeerde Staten van 27 maart 2003, nr. 2003-04716/13/A.30, ABJ, betreffende Jaarprogramma 2003 Kompas voor het Noorden (gedrukte versie); c. Brief van Gedeputeerde Staten van 3 april 2003, nr. 2003-04728/14/A.22, ABJ, betreffende aanbod van de provincies aan het nieuwe kabinet; d. Brief van Gedeputeerde Staten van 17 april 200, nr. 2003-06884b/16/A.1, GMO, betreffende taak- en functieverdeling College van Gedeputeerde Staten en vervanging van de CdK; e. Brief van Gedeputeerde Staten van 10 april 2003 nr. 2003-04145/15/A.23, W, betreffende motie van GroenLinks n.a.v. de vaststelling van het Plan Jeugdhulpverlening 2003; Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. f. Brief van Burgemeester en wethouders van Leek van 11 april 200, betreffende retentiegebied De Dijken; De heer MOLL: Mijn fractie stelt voor deze brief mede in handen van de commissie te stellen en daarbij de concept-antwoordbrief van het College te voegen, zodat wij ons kunnen beraden op de vraag wat wij op die brief zullen antwoorden. De VOORZITTER: Is dat ook de bedoeling van de heren Havinga, Luitjens en Meijndert? De heer HAVINGA: Ja. De heer LUITJENS: Ja. De heer MEIJNDERT: Ik sluit mij graag daarbij aan. De VOORZITTER: Het presidium zal daarover een formeel besluit nemen, maar wij kunnen dus zeggen dat de behandeling van dit stuk is toegevoegd aan de agenda van de commissie. Deze brief wordt behandeld in de Commissie Landschap, Water en Milieu. g. Brief van de VCP-fractie Scheemda van 10 april 2003, betreffende de democratie in relatie tot samenwerkingsverbanden; h. Brief van de Provinciale Stuurgroep Vrijwillige Thuishulp en Mantelzorgondersteuning van februari 2003 betreffende het werkplan 2003, met verzoek om reacties/suggesties; i. Brief van J.C. van den Berg te Groningen van 2 mei 2003 betreffende handhaving CNN op de kabel. 3

Ingekomen stukken Regeling van werkzaamheden Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. j. Brief van de Bewoners Hamdijk Nieuweschans van 14 april 2003 betreffende partiële herziening bestemmingsplan Buitengebied Nieuweschans; k. Brief van de heer Joh. Mesken te Groningen van 21 april 2003 betreffende belastingen op watergebruik; l. Brief van Vogelopvangcentrum "de Fûgelpits te Anjum van 17 maart 2003 betreffende aanvraag bijdrage t.b.v. de doorstart van de Fûgelpits. De VOORZITTER: Die brieven hebben de Staten bereikt. Deze groep schrijft ook regelmatig brieven aan de commissaris over het verloop in de gemeente. Het is een langdurige briefwisseling. Ik heb u de brief uitgedeeld die ik als antwoord heb gestuurd. In de betreffende brieven wordt namelijk niet alleen over de inhoud gesproken, maar worden ook ambtenaren met naam en toenaam genoemd. De afgelopen tijd ben ik natuurlijk nagegaan of ik aanknopingspunten kon vinden die eventueel aanleiding gaven tot het maken van dergelijke opmerkingen. Die heb ik echter niet gevonden. Vandaar dat ik in de antwoordbrief niet alleen inga op de inhoud, maar ook bijzondere aandacht besteed aan het feit dat ambtenaren hiermee naar mijn idee ten onrechte in een kwaad daglicht worden gesteld. Deze stukken worden in handen gesteld van het College ter afdoening. De VOORZITTER: U heeft een reactie ontvangen van het NNBT op de conceptrapportage van de Accountantsdienst Fryslân (IAD). Die brief heeft mij hedenochtend bereikt. Deze wordt aan de ingekomen stukken toegevoegd en betrokken bij het betreffende agendapunt. m. Brief van het Noord-Nederlands Bureau voor Toerisme van 25 mei 2003 betreffende reactie van het NNBT op de conceptrapportage van de IAD. Deze brief wordt aan de agenda toegevoegd als punt m. van de ingekomen stukken en betrokken bij de behandeling van agendapunt 6 inzake het NNBT. 4. Regeling van werkzaamheden a. Behandelvoorstellen Presidium b. Vaststelling B-lijst De VOORZITTER: Mij hebben vragen bereikt van de heer Moorlag. Deze zijn deels bedoeld voor het College en deels voor andere fracties. Het artikel in het reglement van orde geeft aan dat beide mogelijkheden zich kunnen voordoen. Ik stel voor dat wij die vragen direct na de middagpauze aan de orde stellen. Zijn er nog andere voorstellen met betrekking tot de Regeling van werkzaamheden? De heer HOLLENGA: Ik vraag de Staten namens de fractie van het CDA of het mogelijk is de commissievergadering een week te verzetten. Op de agenda voor 4 en 11 juni a.s. staat namelijk onder andere de beleidsrijke Voorjaarsnota en onze fractie is van mening dat er voldoende tijd moet zijn om die in fractieverband voor te bereiden. Het is mogelijk daaraan tegemoet te komen als wij de commissievergadering een week opschuiven. Wij stellen dus voor de vergadering van 4 juni naar 18 juni a.s. te verplaatsen. Wel realiseren wij ons dat er 4

Regeling van werkzaamheden Toepassing fauna-passeerstrook De provinciale rekening dan weinig tijd is tussen de commissievergadering van 4 juni a.s. en de Statenvergadering. Onzes inziens weegt dat echter op tegen de voordelen van een goede voorbehandeling. De VOORZITTER: Ik stel u voor daarover in een schorsing met het presidium van gedachten te wisselen. Zodoende is het mogelijk na te gaan wat de agendatechnische implicaties zijn. Daarnaast is het van belang na te gaan wat dat voor de collegeleden betekent. Naar mijn idee moeten wij dat daarbij betrekken. Dit voorstel kan later in deze vergadering opnieuw aan de orde komen. De heer JAGER: Namens mijn fractie stel ik voor het punt met betrekking tot het NNBT aan de agenda van de Commissie Ondernemend en Bereikbaar Groningen toe te voegen, zodat dit punt daar tijdens de eerstvolgende vergadering aan de orde komt. Ondanks de discussie die wij vandaag zullen voeren, zijn er ontwikkelingen te verwachten. Het lijkt mij derhalve goed dat wij dit punt tijdens de eerstvolgende commissievergadering bespreken. De VOORZITTER: Ik kijk naar de lengte van die lijst en constateer dat daarop steeds minder punten staan nu het dualisme van toepassing is. Dat geldt zeker voor deze commissie, maar het is aan haar. Ik neem aan dat niemand er bezwaar tegen maakt dat er wat continuïteit is op het gebied van het NNBT. Ik constateer dat er geen andere opmerkingen zijn over de regeling van werkzaamheden en de voorstellen van het presidium betreffende de Staten en de commissies. Straks komen wij dus terug op de tijdstippen van de commissievergaderingen. De rapportage Financiële stand van zaken Noord-Nederlands Bureau voor Toerisme wordt behandeld in de Commissie Ondernemend en Bereikbaar Groningen. De agenda wordt vastgesteld met inachtneming van de gemaakte opmerkingen. B-stukken 5. Voordracht van Gedeputeerde staten van 1 april 2003, nr. 2003-05133, BW, inzake het toepassen van een fauna-passeerstrook bij de te vervangen brug over het Munnikezijlsterried bij Lauwerzijl (nummer 18/2003) Zonder beraadslaging of stemming wordt aldus besloten. De vergadering wordt van 10.25 tot 10.44 uur geschorst. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. A-stukken 8. Voordracht van Gedeputeerde Staten van 22 april 2003, nr. 2003-07356, FC, betreffende de provinciale rekening voor het dienstjaar 2002 en de jaarlijkse overboeking van de daarvoor in aanmerking komende kredieten, die in de begroting waren geraamd, naar 2003 (2e wijziging 2002) of worden toegevoegd aan de reserves. (nummer 20/2003) 5

De provinciale rekening De VOORZITTER: Ik heb met de heer Slager afgesproken dat hij u als voorzitter van de Rekeningcommissie als eerste verslag doet van de besprekingen. Ik geef het woord aan de heer Slager. De heer SLAGER: Voorzitter! De Rekeningcommissie heeft zich in de vergadering van 7 mei jl. gebogen over de provinciale jaarrekening en het jaarverslag over het dienstjaar 2002. Bij die vergadering kon geen lid van het College aanwezig zijn. Wel was de accountant van de provincie aanwezig, evenals enkele financieel medewerkers. Daardoor kon een eerste bespreking plaatsvinden. Omdat de behandeling van de jaarrekening in die vergadering niet kon worden afgerond, werd besloten die behandeling op 14 mei voort te zetten, samen met de Commissie Bestuur en Financiën. Ook daar werd nog niet voldoende antwoord gegeven op alle vragen en evenmin werd goed genoeg op de opmerkingen ingegaan. Zodoende werd besloten tot een aanvullende, schriftelijke ronde. Die heeft inmiddels plaatsgevonden. Hoewel de behandeling van de jaarrekening een ietwat ander verloop had dan voorgaande jaren, kan ik namens alle leden van de Rekeningcommissie aan de Staten meedelen dat er wat betreft de Rekeningcommissie geen belemmeringen zijn om de behandeling van de jaarrekening in de Statenvergadering van vandaag - 26 mei 2003 - voort te zetten en daarover verder te besluiten. De VOORZITTER: Ik dank de heer Slager als voorzitter van de Rekeningcommissie en geef het woord aan de heer Jaspers. De heer JASPERS: Voorzitter! Voor de plenaire behandeling van het jaarverslag spits ik mij toe op een aantal hoofdpunten. Dat doe ik mede in het verlengde van de besprekingen in de commissies. Ik zal spreken over de beleids- en begrotingscyclus en met name over de duale verhoudingen. Ook zal ik in het kort ingaan op de thema s in de jaarrekening die dit jaar aan de orde zijn geweest en voor ons van belang zijn. Tot slot zal ik in het kort spreken over de procedure. Op de eerste plaats brengen wij onze complimenten over aan het ambtelijk apparaat voor het verrichten van deze gigantische taak. In de Commissie Bestuur en Financiën deed ik dat ook namens mijn fractie. Wij realiseren ons dat men voor de eerste maal binnen de duale verhoudingen heeft gepoogd voor een vorm van verslaglegging te kiezen die daarbij past. Daarvoor is heel veel werk verzet. Het format is op een aantal punten nog niet concreet ingevuld, maar gemiddeld genomen is er een goede taak verricht. Nu wordt gewerkt aan de Voorjaarsnota en de begroting voor dit jaar. Gezien de ervaring die wij hebben opgedaan met de bespreking van het jaarverslag, doe ik voor de Staten een aantal uitspraken over en voorstellen voor het opstellen van de Voorjaarsnota en de begroting, zodat het voor hen mogelijk is te toetsen. Het hoofdpunt dat wij willen bereiken, is dat wij straks binnen de duale verhoudingen voor wat betreft de jaarrekening en het jaarverslag inderdaad onze verantwoordelijkheid kunnen waarmaken en dus kunnen toetsen. Ik doel dan zowel op het toetsen op de financiële aspecten als op toetsing op de beleidseffectiviteit. Dat betekent dat daarmee vooraf in een Voorjaarsnota en zeker in een begroting rekening moet worden gehouden. Die opstelling van deze stukken moet dus zodanig zijn dat die ertoe bijdraagt dat de Staten hun controlerende taak goed kunnen uitvoeren. Naar mijn idee is dat heel belangrijk. Ik meen dat het ook een rol van het College moet zijn de Staten daarbij te helpen. Op die manier kunnen wij namelijk bevorderen dat wij het debat op hoofdlijnen blijven voeren. Ik heb namelijk de indruk dat wij voor wat betreft de behandeling van de stukken langzaam maar zeker worden uitgelokt de discussie op detail - productniveau - te voeren. Met name bij de begroting is het naar mijn oordeel van belang dat zaken over het beleid en de benodigde middelen op programmabegrotingsniveau zodanig worden genoteerd dat wij bij de verantwoording - het jaarverslag en de jaarrekening - op programmaniveau inhoudelijk kunnen toetsen wat daarvan is terechtgekomen en of dat in overeenstemming is met de doelen die wij gezamenlijk hebben gesteld. Ons voorstel is dat in de 6

De provinciale rekening beleidscommissies te doen. De bedoeling is ook dat een financiële toetsing plaatsvindt op doel- en rechtmatigheid. Met name door de Rekeningcommissie dient vooraf nadrukkelijk te worden aangegeven op welke wijze en punten dat moet gebeuren. Het is de bedoeling op die manier uiteindelijk tot een integrale afweging in de Staten te komen, waar die drie onderdelen bij elkaar komen. Dan is er ook nadrukkelijk een rol voor de Rekeningcommissie vastgelegd. Zij kan daaraan dan volledig invulling geven. Dat heeft tot gevolg dat in de functionele commissies meer de beleidsinhoudelijke aspecten aan de orde kunnen komen, met name op het niveau waarop wij moeten functioneren. Wij hebben met elkaar afgesproken dat dit het niveau van de programmabegroting is. Voor het College moet duidelijk zijn dat het de bedoeling is om op deze manier invulling te geven aan voorstellen die in het kader van de begroting worden voorgelegd. Dat geldt overigens ook voor de initiatieven vanuit de Staten. Het is belangrijk een en ander zodanig invulling te geven dat wij straks kunnen toetsen. Als dat namelijk niet lukt, komen wij op het groepsniveau van de producten terecht en als het dan evenmin lukt, zullen wij over de producten spreken. Het is echter niet de bedoeling dat te doen. Ik ben van mening dat het College de Staten daarbij moet helpen, want anders zullen zij over heel veel zaken spreken en dat is niet de bedoeling. Naar mijn idee moeten wij dus vooraf afspreken op welke wijze wij het best te werk kunnen gaan om straks zowel kwalitatief als kwantitatief goed te kunnen toetsen. Ik ga in op het tweede onderdeel. Dat betreft de autorisatie tegenover de controle. Wij zouden de autorisatie niet alleen moeten geven op het gebied van het geld, maar ook op dat van de beleidsinhoud. De vraag is wat wij afspreken over datgene wat moet worden bereikt. Die autorisatie zou ook op programmaniveau moeten worden gegeven. Ook kan ik mij voorstellen dat dit gebeurt als het politiek zeer gevoelige producthoofdgroepen betreft. Naar mijn idee dient dat vooral te gebeuren in de functionele commissies. Als wij dat doen, ontstaat er bij de begrotingsbehandeling vanzelf een besprekingscyclus. Meteen nadat de begroting door het College is ingediend zouden wij de Algemene Beschouwingen moeten houden met het financiële kader. Dat zou betrekkelijk snel kunnen gebeuren. Het is mogelijk de programma s met eventueel de hoofdgroepen in de functionele commissies te behandelen. Dat hangt dus af van de wijze waarop een en ander wordt ingediend en de manier waarop wordt aangegeven waarop wij gaan toetsen voor wat betreft de verantwoording. In de functionele commissies komt ook de autorisatie aan de orde. Uiteindelijk komt dat samengesteld bij de eerstvolgende plenaire Statenvergadering, na de begrotingsbehandeling, aan de orde met als doel op basis van de besproken autorisaties de definitieve begroting vast te stellen. Dat zou dan in januari mogelijk zijn. Als het College daarvoor een goede voorzet kan geven, zou ons dat goed helpen. De heer CALON (gedeputeerde): De heer Jaspers merkt op dat dit eventueel in januari mogelijk is, maar ik neem aan dat hij veel eerder bedoelt. Dat is bijvoorbeeld in september mogelijk. De heer JASPERS: Ja, in september/oktober. In twee vergaderingen, namelijk in september en oktober. Het zou goed zijn als de Staten dan ook de beleidsgevoelige onderwerpen aangaven, of de thema s die zij uit politiek oogpunt van groot belang achten. In de verschillende commissies hebben wij al enkele van die onderwerpen opgesomd. Voor ons zullen voor het jaar 2003 in het kader van dit systeem de volgende punten politiek relevant zijn; de werkgelegenheid - dat is een centraal thema - de veiligheid en het risicobeleid en het beleid met betrekking tot de bouw van woningen. Als wij op deze wijze tegen dit alles aankijken, is er al veel voorwerk verricht dat goed kan uitpakken. Ik doel dan met name op het format dat is ontwikkeld om te kunnen toetsen. Dit jaar is het bij de uitvoering niet geheel vlekkeloos verlopen, maar in principe ligt er een stuk voor dat daarbij zou kunnen helpen. Als 7

De provinciale rekening ik de jaarrekening en het jaarverslag van dit jaar bestudeer, constateer ik dat er sprake is van verschillende kwaliteiten. Er zijn onderdelen bij die uitstekend zijn. Ik noem in dit kader de waterhuishouding, het milieubeheer, algemene en economische zaken. Voor die onderwerpen geldt dat er sprake is van een uitstekende vorm van verslaglegging die aan de criteria voldoet die mijn fractie formuleert. Er is echter ook een aantal onderwerpen waarvoor geldt dat het ronduit slecht is verlopen. Sommige formats zijn niet ingevuld, omdat men met vakantie was en wij besluiten dat men kan gaan zonder een en ander in te vullen. Ik ga in op de jaarrekening. Er zijn drie onderwerpen die voor onze fractie van belang zijn. Het eerste onderwerp is de beheersing van de budgetten en de afgesproken taakstellingen. In de verschillende commissies is uitvoerig gesproken over de hogere apparaatskosten en tegelijkertijd de onderschrijding van de personeelsbudgetten en wat daar feitelijk is gebeurd. Aan de hand van meerdere voorbeelden is onder andere gesproken over de beheersing van de budgetten en de wijze waarop daarmee wordt omgegaan. Wij weten dat dit de afgelopen periode ietwat moeilijker is geweest, maar toch is er fors geïnvesteerd in ICT en financiële ICT-systemen, zoals CODA- Financials die in principe ook de tools in handen moet geven om te bewaken wat wordt afgesproken. Dat is zelfs mogelijk tot op kwartaalniveau. Dat wil niet zeggen dat die kwartaalrapportages naar de Staten moeten, want die zijn voor het College. Een belangrijke taak voor de komende periode in het kader van de financiële controle is wel dat duidelijk wordt aangegeven - ook in het volgende jaarverslag - op welke wijze de afgegeven budgetten worden beheerst. Tevens is van belang de majeure afwijkingen daarin goed te beargumenteren. Dat geldt zowel voor over- als onderschrijdingen. Daar vragen wij nadrukkelijk om en dat is binnen deze context. Als wij de hoge apparaatskosten in ogenschouw nemen en tegelijkertijd constateren dat er sprake is van een onderschrijding van het personeelsbudget, vragen wij ons af of datgene wat wordt voorgesteld daadwerkelijk nodig is. In het voorstel wordt namelijk gevraagd voor vertrekbevorderende maatregelen een bedrag van 0,5 miljoen euro te bestemmen uit het overschot van de rekening van vorig jaar. Als die beheersing beter was, zou binnen de bestaande budgetten meer dan voldoende ruimte beschikbaar kunnen zijn om dit te financieren. Ik vraag het College een reactie op deze uitspraken te geven. Mede naar aanleiding van het voorliggende accountantsrapport vragen wij de Rekeningcommissie te overwegen volgend jaar een audit te laten uitvoeren, met name met betrekking tot de rapportage over de administratieve organisatie en de wijze waarop de nieuwe investeringen in de ICT erbij kunnen helpen om na te gaan of nu de systemen in de organisatie aanwezig zijn om te kunnen doen wat wij willen. De accountant suggereert in zijn verslag dat misschien verbetering mogelijk is. Ik ga in op het risicobeheer. In de commissie is ook over dit onderwerp gesproken. Wij maken ons zorgen over het feit dat er in het kader van het risicoparagraaf twee belangrijke onderwerpen zijn die onvoldoende worden beschouwd in de veranderende maatschappelijke en economische context. Op de eerste plaats betreft het subsidies die worden verstrekt voor veel projecten op het gebied van het arbeidsmarktbeleid, waarvoor geldt dat de economische toestand op dit moment daadwerkelijk verandert en wij ons kunnen afvragen of derde partijen die zouden meefinancieren - ik spreek in dit geval met name over het bedrijfsleven, zoals bij projecten als Groningen op de ladder - daadwerkelijk over de brug komen met de vele honderdduizenden euro s die zijn toegezegd. De vraag is of de kosten voor financiering van de totale budgetten die aan die projecten zijn verbonden toch niet op de een of andere manier op het bordje van de provincie terecht kunnen komen. Het gaat dan om forse bedragen. Hetzelfde geldt in feite voor de garantiestelling in het kader van de voorfinanciering voor de huizenbouw. Reeds meerdere malen is De Blauwe Stad als voorbeeld genoemd. Ook daar leest de tekst in het jaarverslag en de jaarrekening alsof het going concern van de laatste jaren is. Toch verandert de markt ook nadrukkelijk op dit terrein en door de 8

De provinciale rekening economische recessie bestaat de mogelijkheid dat ook die prijzen - ik doel dan vooral op de huizenprijzen - fors onder druk komen te staan. De risico s voor de provincie nemen daardoor meteen toe. Tot slot ga ik in op de onderuitputting van nieuw beleid in de afgelopen periode. Er is sprake van een onderuitputting van in totaal 600.000 euro. De toelichting in het jaarverslag en de jaarrekening daarop is absoluut onvoldoende als ik uitga van de invalshoek en de criteria waarover ik zojuist sprak. Er wordt onvoldoende toegelicht waarom niet is gewerkt aan de politieke onderwerpen die in dat jaar van belang waren. Bijvoorbeeld bij de behandeling van de begroting of de Voorjaarsnota zijn moties of amendementen ingediend en initiatieven ontplooid. Die worden niet uitgevoerd of uitgewerkt, zonder daarvoor duidelijke redenen aan te geven. In de commissie noemde ik een aantal voorbeelden, waaronder de culturele infrastructuur en het asielzoekersbeleid. Het is nu niet het moment daarover uitvoerig te discussiëren, maar mijn fractie neemt zich voor daarop terug te komen tijdens de behandeling van de Voorjaarsnota. De heer WERKMAN: Voorzitter! Allereerst dank ik iedereen die aan de totstandkoming van de jaarrekening heeft meegewerkt voor zijn inzet. Het past ook een compliment te geven voor het eerder gereedkomen van de jaarrekening en het jaarverslag. Het jaarverslag is een goed leesbaar document geworden. Over het proces zijn wij echter minder tevreden. Er was sprake van een rommelige behandeling in de Rekeningcommissie. De behandeling in de Commissie Bestuur en Financiën leidde tot veel onbeantwoorde vragen, gevolgd door een schriftelijke reactie van het College. De definitieve stukken werden te laat toegezonden, namelijk tweeënhalve dag voor de behandeling in deze Statenvergadering. En als klap op de vuurpijl ontvingen wij tien minuten geleden het verslag van de Rekeningcommissie. Wat het proces betreft was er dus sprake van een en al treurnis. Volgend jaar moet dat duidelijk anders, want iets dergelijks laten wij ons niet een tweede maal gebeuren. Het vorenstaande maakt het voor ons onmogelijk op een goede wijze invulling te geven aan onze controlerende taak. Ik daag de Staten uit met onze fractie de gedachten te laten gaan over een andere vorm, zoals een gehaktdag of een dag van de verantwoording. De heer Dijkstra sprak daarover reeds vorig jaar in de Rekeningcommissie. Graag ontvang ik reacties van andere fracties op dit voorstel. Ik ga in op de inhoud. De begroting voor 2002 was in onze visie nog onvoldoende specifiek, meetbaar, acceptabel, relevant, tijdgebonden en inspirerend. (SMARTI). De onderhavige Rekening is daarvan duidelijk een blauwdruk. De vraag is of de doelstellingen binnen de aangegeven kaders zijn gerealiseerd en of het gewenste maatschappelijke effect daadwerkelijk is bereikt. Wij kunnen dat niet beoordelen. Zowel in de rekening als in het jaarverslag worden veel feiten opgesomd, maar voor ons is het oncontroleerbaar of dat binnen de randvoorwaarden is gelukt. In het dualistische bestel en in de aanloop naar de programmabegroting en -rekening is die openheid meer dan ooit van belang om het Dagelijks Bestuur te controleren. Het is dus belangrijk dat hierin verandering komt. In onze visie is ook een evenwichtigere verslaglegging mogelijk. Het lijkt ons goed niet alleen de successen in beeld te brengen, maar ook de zaken die volledig of gedeeltelijk zijn misgegaan. Het lijkt ons van belang die afwijkingen zowel in tempo als in financieel opzicht te verklaren. In een open bestuurscultuur moet het mogelijk zijn over missers te spreken. Anders wordt het leervermogen van de Staten, het College en de ambtelijke organisatie te beperkt. Ik ga nader in op een viertal punten. Het betreft het rekeningresultaat, de personeelsuitbreidingen, inzicht in claims op reserves en voorzieningen en de investeringskredieten. Tot slot ga ik in op de kosten van het populair jaarverslag. 9

De provinciale rekening Ik ga in op het rekeningresultaat. Het verslagjaar 2002 wordt afgesloten met een administratief resultaat van ruim 7,7 miljoen euro. In omvang is dat vergelijkbaar met dat van vorig jaar. Hiervan wordt volgens de voordracht 3,3 miljoen euro - de bijgevoegde begrotingswijziging geeft overigens een ander bedrag weer, er is sprake van een verschil van 95.000 euro - overgeboekt naar 2003 wegens niet bestede kredieten. Dit is het dubbele van het gemiddelde over een periode van zeven jaar. Ik vraag het College wat hiervan de oorzaak is. Zijn wij te ambitieus, is de organisatie onvoldoende adequaat toegerust, of spelen externe factoren hierbij een rol? Kan het College exact aangeven wanneer een bedrag wordt overgeboekt en wanneer er sprake is van vrijval? Hetzelfde geldt voor de nieuw beleid-projecten. Weliswaar is 68 procent besteed, maar toch namen wij met verbazing kennis van vrijval op enkele projecten. Ik noem in dit kader het asielzoekersbeleid. Dat werd ook al door de heer Jaspers genoemd. Een ander voorbeeld is de provinciale informatiepagina. Kan het College ons hierover opheldering geven? Wij hechten eraan dat wij doen wat wij bij de begroting afspreken. Het nettoresultaat is becijferd op 4,4 miljoen euro positief. Dat is mede het gevolg van het dubbel verantwoorden van de uitkering van de behoedzaamheidreserve, namelijk die van 2001 en 2002. Toch constateren wij verder veel afwijkingen tussen de actuele begroting en de Rekening. Ook de vorige spreker merkte dat reeds op. Dat betreffen doorgaans dezelfde kostensoorten als in het verleden. Dat wijst erop dat u niet de juiste greep op deze posten heeft, er voor een deel niet realistisch wordt begroot en dat de integrale bijstelling in het najaar aan nauwkeurigheid te wensen overlaat. College, beter ramen leidt tot minder incidentenpolitiek. Mijn volgende punt betreft de personeelsuitbreidingen. Tijdens het lezen van het jaarverslag zijn wij geschrokken van de formatie-uitbreiding in 2002. Het betreft namelijk een uitbreiding met 31 formatieplaatsen. Dat komt neer op bijna 4 procent. Dit, in combinatie met de overschrijding op de apparaatskosten ten bedrage van 1,7 miljoen euro. Hoewel wij weten dat wij diverse besluiten hadden genomen die formatie-uitbreiding tot gevolg hadden, komt het getal van 31 ons exorbitant hoog voor. Tijdens de commissiebehandeling hebben wij daarover dan ook opheldering gevraagd. Uit de verkregen informatie blijkt dat door ons 17 formatieplaatsen waren geaccordeerd. De andere 14 vloeien voort uit de reorganisatie. Om de formatieontwikkelingen in de toekomst te kunnen volgen, verzoeken wij het College zowel in de begroting als in de rekening jaarlijks een overzicht op te nemen van de toe- en afname van het aantal fte s en daarbij te vermelden wie daartoe heeft besloten. Tevens verzoeken wij het College de voorstellen die gepaard gaan met formatie-uitbreidingen of inkrimpingen specifiek te vermelden. Ik ga in op het volgende punt. Dat betreft het inzicht in claims op reserves en voorzieningen en de verantwoording van investeringskredieten. In de jaarrekening is een uitgebreide risicoparagraaf opgenomen. Ten aanzien van sommige risico s geldt dat niet duidelijk is omschreven hoe hoog het financiële plafond is en op welke wijze het College probeert de risico s te minimaliseren. De bestaande risico s bepalen mede ons noodzakelijk weerstandsvermogen. Zijn alle risico s financieel voldoende afgedekt? Een deel van de algemene reserve van 50 miljoen gulden - ik besef dat het ouderwets is over guldens te spreken - dient als buffer voor onverwachte calamiteiten. Is dat bedrag gelet op het risicoprofiel nog steeds toereikend, of is een herijking noodzakelijk? In de commissie is gesproken over het meerjarig perspectief van de afzonderlijke reserves. Overeenkomstig de schriftelijke beantwoording van het College rekenen wij erop dat deze informatie in de begroting voor 2004 wordt opgenomen. Bovendien zal onze reservepositie dan een geheel ander beeld vertonen door de invoering van de nieuwe begrotingsvoorschriften. Veel bestemmingsreserves moeten immers worden omgezet in voorzieningen. 10

De provinciale rekening Wij zijn van mening dat de rekening onvoldoende inzicht biedt in het verloop van de investeringskredieten en grotere kapitaalprojecten. Dit is niet de eerste maal dat wij deze opmerking maken. In onze beleving deed het College vorig jaar de concrete toezegging deze informatie in de Jaarrekening 2002 op te nemen. Wij konden die informatie echter niet vinden. Waarom is deze toezegging niet nagekomen? Het volgende punt betreft de kosten van het populair jaarverslag. Wij zijn ons rot geschrokken van de kosten van de populaire versie van het jaarverslag. Naar aanleiding van vragen in de Commissie Bestuur en Financiën kregen wij een antwoord dat de lading niet volledig dekt. Teneinde hierover nu niet een oeverloos debat te voeren, verzoeken wij het College de Commissie Bestuur en Financiën op korte termijn een notitie voor te leggen waaruit blijkt wat de afzonderlijke kosten zijn van het jaarverslag, de populaire versie en de verzamelcassette van de jaren 2001, 2002 en de begroting voor 2003. Op basis daarvan zullen wij ten behoeve van de begroting voor 2004 afwegen of het verstandig is op de ingeslagen weg door te gaan. Kan het College ons die notitie toezeggen? Wij hebben geld over. Dat is een goede zaak. Het behoedzaam ramen moeten wij in ere houden. Onze fractie stemt in met de bestemmingvoorstellen, hoewel die niet tot de verbeelding spreken. In een eerder stadium gaven de Staten immers al het fiat een bedrag van 3,7 miljoen euro aan de begrotingsruimte voor 2003 toe te voegen. Met de bestemming van het resterende bedrag gaan wij akkoord. Mevrouw Van Kleef-Schrör zal daarop ingaan op het moment dat een ander agendapunt aan de orde is. Wij hechten er wel aan op te merken dat wij in de Commissie Bestuur en Financiën informatie willen ontvangen over de uitgaven met betrekking tot de vertrekbevorderende maatregelen. Graag ontvangen wij in het najaar in die commissie een rapportage over de voortgang en implementatie van de aanbevelingen van de accountant. De heer OTERDOOM: Voorzitter! Ik merk op dat wij datgene ondersteunen wat de heer Werkman opmerkte over het proces om te komen tot deze behandeling. Dat verdient inderdaad niet de schoonheidsprijs. Toch gaat de VVD-fractie akkoord met deze voordracht. Ik maak echter wel drie opmerkingen. Allereerst spreken wij over de financiën. Het betreft overheidsgelden en gelden die wij opeisen van de burger. U bent van de fractie van de VVD gewend dat zij terughoudendheid daarbij voorop stelt. Wij hebben een grote verantwoordelijkheid als het gaat om de besteding van deze gelden. Gelet op het dualisme, ligt het primaat nu bij Provinciale Staten. Wij moeten op hoofdlijnen aangeven wat wij willen - dat merkte de heer Jaspers reeds op - en tevens hoeveel geld wij daarvoor willen uittrekken. Vervolgens is het aan het College van Gedeputeerde Staten zich hierover te verantwoorden. In de Rekeningcommissie maakte ik kennis met een format dat daar is ontwikkeld. Duidelijk wordt gevraagd waar het om gaat en wie verantwoordelijk is. Ook wordt daarin overzichtelijk een aantal kernpunten weergegeven. Ik moest echter constateren dat niet alles goed en volledig is ingevuld. Onder andere in de Rekeningcommissie heb ik aandacht gevraagd voor de analyse van de verschillen tussen enerzijds de raming en anderzijds de realisatie. Dat is immers heel belangrijke informatie. Hetzelfde geldt voor de beleidsverantwoording. Ik roep het College van Gedeputeerde Staten dan ook op een en ander de volgende maal goed in te vullen, want het betreft voor ons zeer belangrijke informatie voor de controle die wij moeten uitoefenen. Ik spreek dan over de doelmatigheid, de effectiviteit en de rechtmatigheid van de besteding van die middelen. In de accountantsverklaring kon u lezen dat ook de Staten hierover nog nader moeten debatteren. De vraag die in dat debat centraal staat, is de wijze waarop wij invulling willen geven aan onze nieuwe rol. Tevens kon u waarnemen dat wij daarover in de Rekeningcommissie van juni a.s. nader zullen spreken. Ook dienen wij onze gedachten te laten gaan over de rol van de Rekeningcommissie 11

De provinciale rekening daarbij. De fractie van de VVD hecht er veel waarde aan dat dit op een goede manier op zijn pootjes terechtkomt. Ik ga in op RTV Noord. U hoorde mij zeggen dat wij niet zondermeer enthousiast zijn geld aan deze omroep te besteden. Het is nog sterker. Ik heb een aantal bezwaren genoemd. Er wordt ons gevraagd extra geld voor RTV Noord opzij te zetten, terwijl wij nog in afwachting zijn van berichten uit Den Haag over eventuele bezuinigingen. Daarbij komt dat de fractie van de VVD heeft aangedrongen op een onderzoek naar mogelijkheden om kosten te besparen. Gelet op het feit dat wij hier spreken over gelden die in feite al in 2002 zouden worden uitgekeerd, de problemen die wij kennen en de acties die zijn ingezet om deze op te lossen, gaan wij nu akkoord met de in de voordracht voorgestelde bijdrage. Voor de discussie over de verdere financiering van RTV Noord verwijs ik naar het agendapunt dat daarop betrekking heeft. Dat komt later in deze vergadering aan de orde. Zojuist sprak ik over de grote verantwoordelijkheid die wij dragen als het gaat om de besteding van overheidsgelden. Wij ontvingen een zeer luxe uitvoering van het jaarverslag en de jaarrekening. De stukken zien er prachtig uit en ik breng mijn complimenten over aan de personen die daaraan hebben gewerkt. Wel zijn wij van mening dat dit niet in overeenstemming is met de sobere en degelijke uitstraling die ons past als het gaat om het besteden van overheidsgelden. Ik roep de gedeputeerde daarom op daarmee de volgende maal sober om te gaan. De VOORZITTER: Ik complimenteer de heer Oterdoom met zijn maidenspeech. De heer VAN DER PLOEG: Voorzitter! Werk in uitvoering. Het vorige College lijkt zichzelf met die titel vooral een brevet van daadkracht mee te willen geven. Met evenveel gemak kan echter worden beweerd dat 2002 nog steeds een jaar van voorbereiding is. Veel projecten komen langzaam uit de startblokken. Kijkend naar bijlage 3, blijkt dat ongeveer 0,5 miljoen euro uit de reserve cofinanciering Kompas is uitgegeven op een stand van ongeveer 10 miljoen euro aan verplichtingen. Bijlage 2 heeft betrekking op de reserve, cofinanciering en de economische en sociale infrastructuur. Daaraan wordt 3,8 miljoen euro uitgegeven, maar daarvan is 2,3 miljoen euro voor de Euroborg N.V. en daarvan weten wij dat een en ander nog steeds in voorbereiding is. Ook met betrekking tot de Blauwe Stad en nieuw beleid, waarvoor geldt dat er nogal wat vrijval is, blijken zich nogal wat problemen voor te doen op het gebied van de voortgang. Los van de vraag hoe wij daar tegenaan kijken - voorbereiding versus uitvoering. Wij zouden zelfs nog kunnen verwijzen naar een bewuste vertragingstactiek in verband met de B.T.W.-problematiek - acht mijn fractie het van belang daar waar mogelijk te versnellen. Dat vindt zij vooral belangrijk vanwege de conjuncturele situatie. Op financieel gebied gaat het goed met de provincie. Zij hield immers 7,7 miljoen euro over en de reserves bewegen zich ongeveer op hetzelfde niveau. Achter dat positieve beeld gaan echter verschuivingen en over- en onderschrijdingen schuil. Een kritische kijk door de Staten is daarbij noodzakelijk. In tegenstelling tot voorgaande jaren zijn daarover met het College in nagenoeg alle commissies argumenten en beweringen gewisseld. Ik kom op een aantal zaken terug. Het concept-jaarverslag kwam vervroegd uit. Dat is op zichzelf een prestatie, maar ook merkwaardig. Dat was namelijk niet af en de beleidsmatige toelichtingen zijn zeer wisselend van kwaliteit. Soms ontbreken die zelfs. Nagenoeg iedereen klaagde daarover. Dit weekend kwam ik in het nieuwe dikke boekwerk opeens de bijlagen L en M tegen. Die waren in mijn concept in ieder geval nog niet aanwezig. Het is evident dat dit verbetering behoeft. De betrokkenheid van beleidsambtenaren bij de verantwoording van hun eigen werk dient te worden verbeterd. Ook is het van belang de aansturing aan te scherpen. Een goede 12

De provinciale rekening verantwoording door Gedeputeerde Staten is essentieel voor de beoordeling door Provinciale Staten en mijn fractie verlangt dan ook beterschap van het College. Daar staat tegenover dat Provinciale Staten duidelijke richtlijnen en een werkbaar kader moeten meegeven. Ook de heer Jaspers is op dit thema ingegaan. In de commissievergadering is erop gewezen dat Provinciale Staten een achterstand hebben bij het aangeven van de wijze waarop moet worden omgegaan met de kaderstellende programmabegroting. Dat gaat veel verder dan het aangeven van de indeling van de begroting en de vraag wat het bijbehorende autorisatieniveau zou moeten zijn. Het gaat ook om doelstellingen, criteria, taakstellingen, kwantificeringen enz. Het is de vraag of het format dat wij nu gebruiken bij de productgerichte toelichtingen, straks aan de eisen van Provinciale Staten kan voldoen. Gelet op de manier waarop daarmee nu wordt omgegaan, kunnen wij ons best zorgen maken over de nabije toekomst. Provinciale Staten moeten daarop dan ook concreet actie ondernemen. Het lijkt mij evident dat de Rekeningcommissie daarbij een rol kan spelen. Als het echter gaat om de inhoudelijke criteria en doelstellingen, moeten wij ook de functionele commissies niet uit het oog verliezen. Ook de heer Jaspers wees daarop. Het gaat dan in feite om iets wat elk Statenlid aangaat. Het concept-jaarverslag riep veel vragen op. Die waren onder andere van financieel-technische aard. In de meeste gevallen kon het College in reguliere vergaderingen niet meteen een antwoord of toelichting geven. Steeds werd teruggevallen op schriftelijke beantwoording in het verslag. Het is naar mijn oordeel de moeite van het overwegen waard volgend jaar een algemene schriftelijke ronde te gelasten, voorafgaand aan een gehaktdag. Naar mijn idee komt dat ook de manier van behandelen ten goede. Na tweemaal een dure, populaire versie te hebben ontvangen - dit is immers de tweede en als ik naar het uiterlijk kijk, is deze nog duurder dan die van vorig jaar - is mijn fractie van oordeel dat dit slechts geringe toegevoegde waarde heeft. Ongetwijfeld zijn de gefotografeerde Groningers zeer interessante persoonlijkheden, maar de link met het provinciaal beleid in 2002 blijft wel een goed verborgen raadsel. Dat dit beter en goedkoper kan, mag duidelijk zijn. Ik ga in op de vrijval op het nieuwe beleid. Als Provinciale Staten na politiek bestuurlijke besluitvorming gelden beschikbaar stellen, moeten zij na een inhoudelijk debat eventueel geld laten vrijvallen naar de algemene middelen. Wij zijn nu echter vele maanden verder en aan de hand van de rekening moeten wij achteraf het besluit nemen - wij moeten die Rekening wettelijk voor een bepaalde datum vaststellen - om gelden te laten vrijvallen. Vanwege het ontbreken van adequate toelichtingen en onderbouwingen is dat uit politiek oogpunt een problematisch aspect. Wij lopen echter ook aan tegen de afspraken die in dit huis zijn gemaakt betreffende de besteding van middelen aan het eind van het jaar. Als gelden nog niet zijn gecommitteerd, vallen deze automatisch terug naar de algemene middelen. Deze afspraak houdt geen rekening met de kaderstelling. Mijn fractie is van mening dat de Staten afspraken met het College moeten maken die daarin verandering brengen. Mij dunkt dat met de nieuwe begrotingssystematiek, waardoor meer programmatisch wordt gewerkt, een deel van het probleem is opgelost. Desalniettemin blijft echter aan de orde dat, daar waar nieuw beleid wordt gevormd en dit onvoldoende snel tot stand komt, de terugkoppeling naar de Staten op een adequate manier vorm moet krijgen. Op dit moment is het mogelijk dat er bij bijvoorbeeld een post van biologische landbouw aan het eind van het jaar 48.000 euro naar de algemene middelen gaat, omdat er geen commiteringen zijn. Vervolgens moet op ambtelijk niveau weer worden geknokt om bij de Voorjaarsnota - daarover beschikken wij overigens nog niet, maar dat schijnt daarin te staan - 45.000 à 50.000 euro terug te krijgen. Op die wijze houden wij onze ambtenaren aan het werk en dat lijkt mij niet de bedoeling. Of het nu de 312.000 euro van Welzijn is, de 50.000 euro aan budgetsubsidie voor de Groninger taal, of 45.000 euro voor milieuvergunningen, maakt niet uit. Er zijn meerdere voorbeelden te noemen waarvoor geldt dat de terugkoppeling naar Provinciale Staten onvoldoende is. Die mening is mijn fractie althans toegedaan. Het is ondoenlijk op al die punten met amendementen te komen. Bovendien kunnen er goede argumenten zijn om dat geld te laten vrijvallen. Op 13

De provinciale rekening één aspect komen wij in deze behandeling echter wel terug. Dat betreft een besluit dat wij bij de begrotingsbehandeling 2003 hebben teruggetrokken. Dat had betrekking op de noodopvang asielzoekers. Wij vroegen 50.000 euro voor dat noodfonds. Het College gaf bij monde van gedeputeerde Bleker aan dat dit niet nodig was, omdat de middelen van 2002 nog voldoende waren om de nood te ledigen. De argumenten van de fractie van GroenLinks werden door het College wel gedeeld in die zin dat het bereid was private organisaties - dus niet zelfstandig als provincie - financieel en anderszins te ondersteunen om die noodopvang daadwerkelijk vorm te geven. En wij maken dagelijks mee wat de problemen zijn. Onlangs werd geleurd met een aantal kinderen tussen Appingedam en Stadskanaal en het probleem is geld. Het College stelt nu voor geld dat over is van 2002 en beschikbaar was voor die noodopvang naar de algemene middelen te sluizen. Wij vinden het daarom gepast een amendement in te dienen. In feite is dit het oude amendement. Dat dien ik in. De VOORZITTER: Door de heer Van der Ploeg wordt het volgende amendement voorgesteld: Amendement bij de 2e wijziging begroting 2003 Post 8002: bij 50.000,- ten behoeve van het oprichten van een provinciaal noodfonds asielzoekers ten laste van de begrotingsruimte 2003 indiener is de GroenLinks Statenfractie." Het amendement is ondertekend door de heer Van der Ploeg, krijgt letter A en maakt deel uit van de beraadslaging. De heer VAN DER PLOEG: Voorzitter! Ik vervolg mijn betoog. Wat de personeelskosten betreft, kunnen wij ons volledig aansluiten bij de redenering van de fractie van het CDA. Aanvullend merk ik op dat het is opgevallen dat het College inmiddels de eerder genoemde argumentatie ondersteunt, namelijk de tweetrapsraket waarbij Provinciale Staten aan het College in feite het kader aangeven voor wat betreft het geld voor de apparaatskosten en het personeel en het College vervolgens afspraken maakt met het MT. Over die kaderstelling voor 2004 moeten wij nog nader spreken. Het gaat er dan inderdaad om welke ruimte het College daadwerkelijk krijgt. Wij prijzen het College met het feit dat die redenatie nu wordt gevolgd. Op dit moment zijn wij er niet een voorstander van 500.000 euro vrij te spelen voor vertrekbevorderende maatregelen. Voor ons is de argumentatie op dit punt onvoldoende. Het lijkt meer een politiek-bestuurlijke afspraak dan dat inhoudelijk is nagegaan waaraan wij dat geld effectief en efficiënt kunnen bespreken. Op het moment dat het College in overleg met het MT daadwerkelijk maatregelen kan aangeven die functioneel zijn voor wat betreft de beheersing van de kosten van het personeelsbudget, is mijn fractie bereid daarvoor geld vrij te maken. Ons lijkt dat er voldoende tijd is als wij bij de begroting voor 2004 over dit onderwerp een discussie voeren. Ik ga in op de representatie en het relatiemanagement. Daarover zijn argumenten gewisseld. De feiten liggen op tafel. Wij pleiten nog steeds voor een soberder uitgavenpatroon. Wij gaan expliciet na of daaraan in de begroting voor 2004 niet teveel geld wordt uitgegeven. De portefeuillehouder wees in de commissievergadering echter wel op bijvoorbeeld een postje van 2.500 euro dat niet was geraamd; een bijeenkomst van de fracties van D66 en GroenLinks over de zweeftrein. Ik heb die avond ongeveer 120 14

De provinciale rekening personen gezien, waarvan er velen voor het eerst in deze zaal waren en vind dat een goede manier om met weinig kosten aan relatiemanagement te doen. De heer SLAGER: Voorzitter! Voordracht 20 vraagt van ons over te gaan tot de vaststelling van de jaarrekening 2002 en begrotingswijziging 2 voor het dienstjaar 2003 en niet 2002, zoals abusievelijk in de tekst van de voordracht en op de agenda van deze vergadering staat. De jaarrekening en het jaarverslag vielen afgelopen vrijdagavond of zaterdagmorgen in gedrukte vorm bij mij in de brievenbus. De stukken omvatten velen honderden bladzijden. Het is dus niet mogelijk die vandaag vast te stellen. Niemand van de Statenleden kon immers zo snel kennisnemen van de tekst en daarbij komt dat voor de meeste Statenleden geldt dat een jaarrekening zich nu eenmaal niet zo gemakkelijk laat lezen als de tekst van een roman. Ook een goede roman lees je naar mijn idee overigens niet in één adem uit. Mijn longinhoud laat dat in ieder geval niet toe. U kunt als tegenargument aandragen dat de Staten reeds vele weken over de concept-jaarrekening beschikken. Dat is inderdaad correct, maar die losbladige versie stellen wij vandaag niet vast. Mijn fractie is althans niet bereid die goed te keuren, omdat er sprake is van een groot aantal tekortkomingen. Vandaag stellen wij eventueel de gedrukte, officiële versie vast. Daarover kon mijn fractie zich echter niet een goed oordeel vormen. Als redelijke alternatieven blijven dan over dat wij tegen de rekening stemmen, of dat wij de behandeling uitstellen tot de volgende Statenvergadering. Het uitstellen van de behandeling tot de volgende vergadering, die eind juni plaatsvindt, is echter niet een veilige oplossing. Dat kan namelijk tot gevolg hebben dat termijnen worden overschreden. Dat kan vervelende consequenties voor de provincie hebben. Ook kan dat tot gevolg hebben dat het financiële proces en dus ook de samenstelling van de begroting voor 2004 ongewenste vertraging oploopt. Aangezien er nog veel werk moet worden verzet, mede door de aanstaande ombouw naar een nieuwe indeling, lijkt het ons dat wij die richting niet op moeten. Dan blijft tegenstemmen dus over. Of misschien is het toch mogelijk onder bepaalde voorwaarden in te stemmen met datgene wat nu voorligt. Daarop kom ik later in mijn betoog terug. De behandeling van de jaarrekening in de Rekeningcommissie van 7 mei had een ongebruikelijk verloop. De behandeling van een belangrijk stuk als een jaarrekening, zonder dat daarbij een vertegenwoordiger van het College aanwezig is, zouden wij optimaal duaal kunnen noemen. Dat was echter niet de bedoeling. Het is ook zeker niet een experiment geweest om eens een andere behandelwijze uit te proberen, maar niet iedereen schijnt dat geheel te hebben begrepen. Het was gewoonweg overmacht. Vandaar dat de Rekeningcommissie heeft geprobeerd de zaak af te werken in een vervolgvergadering en met een schriftelijke ronde. Of dat voldoende is geweest, moet vandaag blijken. Het lijkt mij in tegenspraak met wat ik heb gezegd nu nog veel inhoudelijke opmerkingen te maken. Vandaar dat ik een korte reactie geef. De jaarrekening sluit met een positief administratief saldo van 7,7 miljoen euro, waarvan na de overboeking van 3,3 miljoen euro naar 2003 nog bijna 4,5 miljoen euro overblijft. Gezien de omvang van de jaarrekening is dat een goed resultaat. Het is immers niet de bedoeling meer uit te geven dan de Staten in het najaar van 2001 ter beschikking hebben gesteld, maar het doel is ook niet veel geld over te houden. Met betrekking tot het bedrag voor nieuw beleid kan worden opgemerkt dat daarvan slechts 68 procent daadwerkelijk is gebruikt. Het is ook mogelijk te zeggen dat, met de uitgaven die nog in 2002 worden gedaan en wellicht in de jaren daarna - al zullen die niet groot zijn - in totaal ongeveer 95 procent is besteed. Dat klinkt direct heel anders. Maar dat 0,5 miljoen euro moet worden besteed aan vertrekbevorderende maatregelen om de personeelsomvang te verkleinen, vinden wij nog steeds ongelukkig als wij de groei van de formatie in 15

De provinciale rekening 2002 daarbij betrekken. Gezien de verklaringen en toelichtingen, gaan wij daarmee toch schoorvoetend akkoord. Over de bijdrage aan RTV Noord spreken wij later in deze vergadering. De achtergrond van de bijdrage voor de bescherming van het archeologisch erfgoed is mij nog steeds niet geheel duidelijk, maar gezien de omvang van deze post zal ik daaraan niet teveel woorden wijden. De vraag is op welke wijze wij verder moeten. Uit het eerste gedeelte van mijn bijdrage blijkt dat de fractie van de ChristenUnie niet gelukkig is met de wijze van behandeling. Aangezien de begroting voor 2004 anders zal zijn ingedeeld dan die voor voorgaande jaren en dus ook komende jaarrekeningen er anders zullen uitzien, stellen wij voor een speciale statencommissie in te stellen die zich de komende tijd gaat buigen over het verloop van de behandeling van de financiële stukken, de inhoud en de opbouw daarvan. Deze speciale commissie zou ook de Rekeningcommissie kunnen zijn die zich toch al lang niet meer uitsluitend met de behandeling van de jaarrekening bezighoudt. Wij wachten de reactie van het College en de andere fracties wat dat betreft af. Duidelijk moet zijn dat wij niet gelukkig zijn met de gang van zaken en dat het volgend jaar niet op deze wijze kan. Aan het begin van mijn bijdrage sprak ik over vele honderden bladzijden van de jaarrekening en het jaarverslag tezamen. Ook al hebben wij tegenwoordig computers tot onze beschikking en hoeft niet alles meer met een ganzenveer en perkament te worden samengesteld, het blijft toch grotendeels mensenwerk. Ditmaal werd de jaarrekening onder moeilijke omstandigheden samengesteld. Binnen het provinciaal apparaat vond niet alleen een omvangrijke reorganisatie plaats, maar de financiële club binnen het apparaat had ook te maken met omvangrijke vacatures die lange tijd niet werden ingevuld. Tegelijkertijd werd en wordt gewerkt aan de invoering van een nieuw financieel systeem. Ook dat is een omvangrijke en tijdrovende klus. Er is veel kritiek geuit op het later beschikbaar komen van de financiële stukken, de vele onvolkomenheden die in het concept te vinden waren, de vele ontbrekende gegevens, de niet volledige invulling van de afgesproken formats enz., maar een en ander is zeker niet te wijten aan de inzet van de medewerkers van de Financiële afdeling. Zij deden wat zij konden en zelfs meer dan dat. Daarvoor neem ik mijn petje af. De heer SWAGERMAN: Voorzitter! Zoals viel te verwachten, hebben veel sprekers voor mij al het nodige gezegd. Toch voeg ik daaraan graag iets toe. Dat zal u niet verbazen. Het leek noodzakelijk dit nog eens in de Staten te bespreken in plaats van alleen in de commissies. Dan is iedereen er immers bij. Er zijn veel punten ter sprake gebracht waarop vrijwel elke fractie het een en ander had aan te merken en het verheugt mij dan ook dat wij die mogelijkheid krijgen. De belangrijkste conclusie die de fractie van de SP uit dit voorberaad trekt, is dat er in de provincie veel mis is op het gebied van controlerende functies en afspraken die te maken hebben met het volgen van de lopende begrotingen. Er zijn al veel voorbeelden genoemd, maar ook ik zal er een aantal noemen waaruit dat naar mijn idee duidelijk blijkt. Ik begin met de overschrijding van de reputatiekosten van 66.000 euro op een totaalbedrag van 195.000 euro. Blijkbaar kon dat gebeuren zonder dat iemand tussentijds aan de bel trok. Uit de lijst met die uitgaven, die door de Commissaris vrijwillig werd gegeven, blijkt dat er slechts bij een uitgave een datum kan worden geplaatst. Die datum is voor iedereen bekend, namelijk het huwelijk van de kroonprins. Om na te gaan hoe een dergelijke post loopt, is het nuttig te weten wanneer de uitgaven zijn gedaan. Ik vraag mij dus af of dat te wijten was aan de vraagstelling, of aan het feit dat niet bekend is wanneer de diverse posten zijn weg geboekt. Daar staat tegenover dat er sprake is van nogal wat onderbestedingen ten aanzien van nieuw beleid. Ook daarover is reeds veel gezegd. Het gaat dan met name om punten die voor de fractie van de SP zeer belangrijk zijn. Denk aan asielzoekers, openbaar vervoer, ecologische landbouw enz. 16

De provinciale rekening Ook in de commissievergadering merkte ik reeds op dat het lijkt alsof het College dat soort zaken minder belangrijk vindt en het dat geld liever aan andere zaken besteedt. Wij hebben daarover duidelijk een ander oordeel. Het zit ons ook dwars dat die onderbestedingen terugkomen in de algemene middelen en vervolgens ter vrije besteding zijn. Het verheugt mij dan ook dat de fractie van GroenLinks het amendement heeft ingediend met betrekking tot het bedrag van 50.000 euro voor de asielzoekers. Uiteraard ondersteunen wij dat. Wel zou ik dat graag uitbreiden en het dus ook laten gelden voor die andere onderbestedingen zonder direct een amendement in te dienen. Mij lijkt namelijk dat die posten dat geld wel degelijk nodig hebben. Dat is bij de asielzoekerprocedure aangetoond. De heer CALON (gedeputeerde): Dat zijn de drie punten die de heer Swagerman zojuist noemde, namelijk de biologische landbouw, openbaar vervoer en asielzoekers. Hij spreekt nu over andere onderbestedingen. Ik neem aan dat hij niet alle onderbestedingen bedoelt. De heer SWAGERMAN: Ook anderen hebben gesproken over de politiek gevoelige onderwerpen. Deze drie maken daarvan onderdeel uit. Dat is onder andere ook door de heer Jaspers gezegd. De vraag is waarom vorderingen tien jaar of langer bleven liggen. Dat staat ook in de begroting. Ook wij vragen ons dat af. Ook over de overschrijding op de apparaatskosten en personeelszaken is al veel gezegd. Het feit dat veel externe personen worden ingehuurd, dat er meer vast personeel bij komt en dat er vervolgens zal worden gesproken over inkrimping van personeel, staat haaks op elkaar. Dat bleek niet alleen het geval te zijn bij deze provincie, maar ook bij andere provincies en de rijksoverheid. Mogelijk is dat ook het beeld van de komende jaarbegroting, want wij mogen aannemen dat men er ook dan niet in slaagt over te gaan tot inkrimping van het personeel. Het bedrag dat uiteindelijk naar voren komt voor vertrekbevorderende maatregelen zit ons ook zeer dwars. Veel van mijn collega s uitten forse kritiek op dit jaarverslag. In de commissievergadering uitten wij grotendeels dezelfde kritiek en wij sluiten ons dan ook daarbij aan. De conclusie moet naar ons oordeel dan ook zijn dat het College heeft gefaald in het goed aansturen om te komen tot een sluitend financieel beleid en personeelsbeleid. Als ik al die kritiek hoor, vraag ik mij af hoever een College kan gaan voordat maatregelen worden genomen die anders zijn dan het volgend jaar een nieuwe kans te bieden. De vraag is wat wij nu moeten doen. Gegeven het feit dat op provinciaal bestuurlijk niveau bij het College van Gedeputeerde Staten niet veel is gebleken van strategisch denken, waarbij na het nemen van een beslissing een aantal malen per jaar wordt getoetst of er overschrijdingen zijn om vervolgens passende maatregelen te nemen, is het goed dat het duale stelsel de controlerende en kaderstellende functie aan Provinciale Staten heeft gegeven. In tegenstelling tot datgene wat een andere spreker opmerkte, zien wij de kwartaalrapportage wel graag terug. Dat lijkt ons namelijk een goede tijdsaanduiding om tot controle over te gaan. Graag willen wij dat de Staten zo snel mogelijk toegroeien naar de invulling van hun taak. Ik vraag de Statenleden daartoe zo snel mogelijk maatregelen te nemen. De VOORZITTER: Ik complimenteer ook de heer Swagerman met zijn maidenspeech. Hij werd zelfs onderbroken, dus dat is een bijzonder compliment. Mevrouw EDZES-POSTHUMUS: Voorzitter! Het is vrijdagavond 22.45 uur. Ik zeg tegen mijn man dat mijn bijdrage voor maandag klaar is. Om 23.00 uur gaat de bel. Ik denk: Ach, dat is nog een gast voor het feestje van zoonlief. Maar nee. Het is een bode met tien centimeter post van de provincie, waaronder de verbeterde versie van de jaarrekening. Ik sla het boekwerk open. De formats zijn beter ingevuld. 17

De provinciale rekening Misschien kan ik mijn bijdrage wel weggooien. Wellicht is onze worsteling over het al dan niet goedkeuren van deze jaarrekening verspeelde energie geweest. Morgenvroeg moet ik eerder opstaan. In de zo gemaakte tijd kom ik tot post 3305. En wat is de oogst? Productgroepen hebben nieuwe nummers en titels gekregen. Er zijn 101 externe contacten gepland, maar hoeveel zijn er geweest? Er staat PM, maar dat kan niet. Het jaar 2002 ligt immers achter ons. 1605, algemeen bestuurlijk, heeft voor 52.000 euro als prestatie opgeleverd dat een geschil van Ten Boer is doorverwezen naar de Commissie Bezwaar- en Beroepschriften. Dat is een beetje duur. Onderdeel G, de uitgevoerde acties, is nog steeds niet ingevuld, of er staat dat aan alle geplande activiteiten is gewerkt. Als ik vervolgens bij F kijk, zie ik dat de geplande activiteiten leeg zijn. Verder leer ik dat de reconstructie van waterwegen 3,25 miljoen euro heeft gekost en dat daaraan 7,5 fte s hebben gewerkt. Dat is leuk. Mijn zakjapanner zegt dat er sprake is van 433.000 euro aan omzet per arbeidsplaats. Maar hoeveel kilometer waterweg, brug, onderwaterbodem en beschoeiing heeft u gereconstrueerd en welke knelpunten zijn daarmee opgelost? Mijn twijfels over de kwaliteit en controleerbaarheid van de jaarrekening zijn helaas niet weggenomen. Ik besluit onze oorspronkelijke bijdrage te handhaven. De vraag is of wij de Jaarrekening 2002 goedkeuren of afkeuren. Met deze vraag heeft de fractie van D66 de laatste weken geworsteld. Wij beschouwen de provincie Groningen als een groot bedrijf waar 850 professionals werken. Kunnen wij voor een dergelijk bedrijf akkoord gaan met deze jaarrekening? Kunnen wij het accepteren dat invulopdrachten - formats - van de jaarrekening in veel gevallen niet een prestatiebeoordeling bevatten, anders dan in geld? Kunnen wij met de hand over ons hart strijken als de Commissaris uitlegt dat het budgetbewakingssysteem niet goed heeft gewerkt, omdat een nieuw boekhoudsysteem werd ingevoerd? In de Provinciewet staat immers niet dat de budgetverantwoordelijkheid stopt als computers niet werken. Kunnen wij de jaarrekening op dit moment goedkeuren, terwijl de provincie als gevolg van het duale systeem overgaat van de productgroepverantwoording naar een programmaverantwoording? Dat is een systeem waarmee de Staten controleren of het apparaat de producten en resultaten heeft gehaald waarnaar zij hebben gevraagd, ofwel outputcontrole. De slordigheid van de jaarrekening gaf ons een onprettige smaak. Is een slordige jaarrekening niet een exponent van het slordig omgaan met het zuur verdiende geld van burgers? De euro s in dit huis zijn immers niet van ons, maar van onze 570.000 inwoners. U zucht, ofschoon ik dat nog niet zie, en vraagt zich af of ik een zedenprediker ben. Dat ben ik niet, maar ik ben wel iemand die ziet hoe anderen uitgaven moeten verantwoorden. Ik zie dat EG-verantwoordingen van subsidies precies en outputgericht moeten zijn. Ook zie ik dat de boekhouding van iemand die vanuit de bijstand een bedrijf begint exact vorm moet krijgen. De provincie zou het goede voorbeeld moeten geven. Wij vinden het een kwalijke zaak dat slechts 68 procent van het nieuwe beleid vorm heeft gekregen. Vervangend gedeputeerde Bleker was blij met dit getal, omdat het eerder 51 procent was. Wij vinden echter ook 68 procent om te huilen. De Staten - de burgers dus - geven de organisatie opdracht nieuwe zaken aan te pakken, maar voor 32 procent lukt dat niet. Let op: wij zijn uw klant, hebben bij u gekocht en betaald en willen dat het gehele product wordt geleverd. Wij neigen er dus toe deze jaarrekening af te keuren. Dat is een zwaar middel en kan worden beschouwd als een diskwalificatie van de gedeputeerde. Wij hebben daarom afgewogen of wij het vertrouwen hebben dat deze gedeputeerde een beter product kan leveren. Hij is ambitieus, kan zaken afdwingen en is voor de duivel niet bang. Dat zijn nuttige eigenschappen in barre tijden. Die zijn extern nuttig, maar intern dus onvoldoende aangewend. Dat moet dus anders. De vraag van de fractie van D66 aan deze gedeputeerde is of het anders kan. 18