Geld voor kunst zit niet alleen bij overheid en bedrijven

Vergelijkbare documenten
Creativiteit in de financiering van creativiteit Een cultureel economisch perspectief

De Geefwet en donaties aan cultuur in Nederland *1. René Bekkers, Saskia Franssen,

VRAGEN REACTIES GOEDE DOELEN. Amnesty International (te zien in de reportage)

Beleidsplan Tellus Film Fundering

MASTERCLASS COMMERCIAL EXCELLENCE

Checklist passie en poen

Verder met (fondsenwerving voor) Historie in de bibliotheek

Fondsenwerving De mythe doorprikt

Opgericht in Rechtsvorm Sector Werkgebied Website Kwesties/doelen Inschatten van de noden

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

T R A I N I N G B O O S T J O U W D R O O M B E D R I J F

Sponsoring in moeilijke tijden en alternatieven. Jan Verhaert KNSB Verenigingsdag

Training Marketing. Marketing, bouwen aan een sterk merk

I N 7 S T A P P E N D O O R B R E K E N N A A R P E R J A A R

Hele fijne feestdagen en een gezond en vrolijk 2017! Raymond Gruijs. BM Groep ARBO West Baanzinnig

Aan de slag met vrienden en donateurs werven. VSCD ALV 21 november

Over werving De juiste persoon op de juiste plaats Maatschappelijke ontwikkelingen Organisatiebeeld/imago

Theorie Ondernemend werken Hoofdstuk 4. Fondsen werven

Check-in. De zin van het leven is de zin die je er zelf aan geeft. 6 De Z-factor

Werkboek Introductie Het belangrijkste doel van de introductie is dat we elkaar beter leren kennen en dat we de verwachtingen kunnen managen.

Sterk van start. met een ondernemingsplan

Feedback. in hapklare brokken

Beleidsplan 2014 Stichting Fonds Welkomhuis

Vinden, binden en boeien van trainers. Op weg naar een sterke leervereniging

Tips en Tricks voor sponsorwerving

Employer Branding. Peter Smit oktober 2018

Heroriëntatietrimester (HOT) Vrije Hogeschool. wij

Kunst & cultuur, het investeren waard? Onderzoek naar economische betekenis

Workshop: Corporate foundations en hun oprichters: at arms length?

BOUWEN AAN BINDING EN BETROKKENHEID

10 DIRECT TOEPASBARE TIPS VOOR UITSTEKENDE MARKETING & SALES

Inhoudsopgave. Inleiding. Een klassiek en een popconcert 17 Een onbewogen publiek Een actief publiek Uitsluiting door sfeer

Acquisitie & Zakelijk netwerken

Veel gestelde vragen Rabobank Clubkas Campagne 2016

Succesvol zijn wie je bent. Monique Dekker, mei 2018

Stichting ICT-Kring Delft

Verbreden en verzilveren 2.0 Beleidsplan Stichting Skyway

Adinda Keizer - Copyright 2013 Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van Vindjeklant.nl worden gekopieerd of gebruikt in commerciële

De weg naar sociaal ondernemen

Fernando Halman CommunicateTour

Actueel beleidsplan. Stichting Vrienden van Hubrecht Instituut

Beleidsplan Stichting ANDERS

Verkoop Succes Checklist ONTDEK OF JE BUSINESS KLAAR IS OM JA S TE KRIJGEN VAN DE BESTE KLANTEN

CREATIEF WERKEN: SMART. Tag Archives: Werken

WEG MET HET INFUUS: BOUWEN AAN EEN GEZONDE CULTUURSECTOR

N A Ï S I S S U E N O. 1. NaïS Zine. Download tijdelijk gratis INSPIRATIE STORYTELLING B2P BUSINESS TO PERSONAL

Jaarprogramma 'Je eigen kinderkrant' Meest gestelde vragen en antwoorden

Video marketing voor makelaars 7 tips

EtuConsult. cursus Cultuur en Creativiteit. Voor pedagogisch medewerkers

Het VERANDERVERHAAL Reiswerk Opleidingencongres 23 sep 2013

Ik ben altijd op zoek naar goede onderwerpen Mijn missie... 3 Wie ben ik? Help ik moet een blog!... 5

C. Social Media Beleid in enkele stappen

In dialoog met elkaar

De ambtenaar als ambassadeur aan de slag met social business Door: Jochem Koole

Inspiratie voor Nieuwe Business Modellen

Hoe betrek je succesvol een potentiële gever bij je organisatie? Wijzer Werven

Welkom! Loopbaan-ID 2. Wie ben ik 4

KUNST INSPIREERT! Foto: Peter Cox. workshops voor bedrijven

INNOVATIE EN CONTINUÏTEIT

Stel je eens. I- VSBfonds - Historie Casus A: Adviezen bij fondsenwerving. I- Specifiek bij VSBfonds II- Algemeen

Werven van leden en klanten. WHISE Allard Jongsma

Voorbeeld antwoordblad Logische niveaus

Bestuur The Living Museum, 19 juni 2017

Chief! Own Your Rank tweedaagse training

Thema 1: Hoe is over 10 jaar bij uw molenorganisatie het draagvlak bij het publiek georganiseerd?

INTERNATIONAAL STUDENTEN LIED DUO CONCOURS

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

Subsidies, fondsen & sponsoring. Bart de Wolf 4 november 2015

DIT IS VERSIE 1.0 VAN DE 47 TIPS OM EEN SUCCESVOL KUNSTENAAR TE WORDEN. Download de nieuwste versie op

Dam tot Damloop. Fédération Française de la Cardiologie

Beleidsnotitie Stichting Vrienden van Bernhoven

ORANJE FONDS EN BEDRIJVEN SAMENWERKEN AAN EEN VERBONDEN SAMENLEVING

Als verkopen niet je vak is maar je wèl omzet moet maken.

Workshop Subsidies door: Annette Schautt Programmadirecteur SMH

Dag 7: Welke acties neem je die passen bij je nieuwe geld-bewustzijn?

Museumplatform Zuid-Holland. Welke stappen kun je zetten om te werken aan het verbreden van je financieringsmix.

Wij zijn VA073 Word ook VA073 Geef vrijwilligers de waardering die ze verdienen

Trek jouw ideale klant aan in een oogopslag

Leiderschap, krachtig en inspirerend leidinggeven

Rapportage Droombaan. BIJ Voorbeeld. Naam: Datum:

Uitwerkingsbesluit Kunst en Cultuur

Plezant, ondernemen bij Albert Heijn! 02LAK _Flyer Franchise_A5.indd 1

Stichting Vrienden van PARK VOSSENBERG

Persoonlijk Rapport Junior Scan

GEBIEDSONTWIKKELAAR & PLACEMAKING

Inspiration, Business & Innovation. Each of us can change your world

De SMAAK van vakantie

Corporate trainingsaanbod

3 Vragen Ter Inspiratie

MAAK JE EIGEN ELEVATORPITCH

Training Klantbeleving

Werken met vrijwilligers

EFFECTIEF LEIDERSCHAP IN DE NIEUWE ECONOMIE

ik ga voor de academie voor economie en ondernemen

Jaarverslag Stichting Garage Rotterdam 2018

Stichting Kansvol Jaarverslag 2014

Nieuwe high-fee klanten door te netwerken

Wat we al weten Het onderzoek naar effecten van veranderingen in overheidssubsidies op geefgedrag is kort samengevat in onderstaande figuur.

Tips voor lokale sponsoring: een win-win voor milieu, lokale verenigingen en bedrijven

PROGRAMMA. o Onderzoeksvragen en methoden. o Opdracht: vragen formuleren en onderzoek opzetten. o Klassikaal artistiek onderzoek doen

Transcriptie:

Arjo Klamer 6 Creatieve financiering van creativiteit Geld voor kunst zit niet alleen bij overheid en bedrijven Voor een culturele organisatie is geld bijzaak. Maar wel een heel belangrijke bijzaak. Om aan dat geld te komen, klopt de cultuur nu eigenlijk alleen aan bij de overheid of bij de markt. Een belangrijke geldbron wordt over het hoofd gezien: de informele contacten. Wil je steun, dan zul je op de een of andere manier jouw behoefte daaraan geloofwaardig dienen te maken Ervan uitgaande dat een culturele organisatie een ideële doelstelling dient, is de financiering van haar activiteiten niet meer en niet minder dan een (noodzakelijk) middel. In de woorden van een directeur van zo n organisatie: de inhoud is in het midden, het geld aan de rand. Daarmee onderscheidt een culturele organisatie zich van een gangbare commerciële organisatie, want die draait om de winst en gebruikt iets inhoudelijks een film of een auto als het middel. In dat geval is geld in het midden en de inhoud aan de rand 1. Stel je hebt een mooi kunstwerk gemaakt. Hoe realiseer je de waarde van dat kunstwerk? Je kunt het aan mensen in je directe omgeving laten zien en genoegen nemen met hun reacties. Voor de financiering ervan ben je dan op jezelf aangewezen, of op je partner of ouders. Je kunt ook bij de overheid aankloppen voor subsidie. Dat is iets heel anders, want dan zul je moeten aantonen dat je een serieuze kunstenaar bent, en kom je in het subsidiecircuit terecht. Of je kunt het kunstwerk aan iemand verkopen. Dat kun je zelf doen, maar je kunt ook naar een galerie stappen. Dat is weer iets heel anders, want dan staat je kunstwerk te kijk en gaat het erom dat iemand die je waarschijnlijk niet kent, het werk zo waardeert dat hij of zij er iets voor over heeft. Wil je dit alles niet, dan kun je ook buiten je directe kring gaan kijken om iemand te vinden die je werk wil ondersteunen. De vraag blijft hoe de waarde van je kunstwerk het best tot zijn recht komt. Iedere strategie is anders en heeft andere consequenties; niet alleen voor de uiteindelijke waarde van de kunst, maar ook voor jouw netwerk, voor de aard van de gesprekken die je voert, en wellicht voor het werk dat je vervolgens maakt. Wil je voor subsidie in aanmerking komen, dan zal jouw werk misschien wat experimenteler moeten zijn; de galerie wil iets groter werk, terwijl je partner het allemaal wel best vindt. In de markt zul je rekening moeten houden met de wensen van de klant. En wil je steun, dan zul je op de een of andere manier jouw behoefte daaraan geloofwaardig dienen te maken. Hoe dan ook, het doet ertoe hoe je jouw kunstwerk financiert. Drie sferen De opties voor een culturele instelling zijn niet veel anders dan die voor

een individuele kunstenaar. In het cultureel-economisch perspectief onderscheiden we drie sferen waarin een instelling kan opereren voor de financiering van haar activiteiten. Vandaag de dag lijken instellingen gefixeerd te zijn op slechts twee sferen: die van de overheid en die van de markt. Veel culturele instellingen in Nederland zijn vooral aangewezen op de overheid als hun belangrijkste financieringsbron. Nu de overheid terugtrekkende bewegingen maakt, is de reflex het geld uit de markt te halen direct door middel van hogere prijzen, dan wel door sponsorgelden te werven. Met als gevolg dat sponsorbemiddelaars goede zaken doen en bedrijven gek worden van alle verzoeken. Maar zoals altijd in het leven, is er voor wie goed kijkt een derde optie, de derde sfeer. Niet dat die voor de hand ligt of erg serieus genomen wordt momenteel, maar ze is wel de belangrijkste wanneer het om iets kwetsbaars gaat. Deze derde sfeer is de informele of sociale sfeer. In deze sfeer gaat het niet om contracten, zijn de relaties niet instrumenteel, is de ruil geen kwestie van een quid pro quo, en gaat het dus om iets anders. In de derde sfeer staat de gift centraal. Denk aan vrijwilligerswerk, donaties en het mecenaat 2. Nu de overheid terugtrekkende bewegingen maakt, worden bedrijven gek van alle verzoeken van sponsorbemiddelaars 7 Figuur 1: drie sferen De markt De derde sfeer De overheid Prijzen Sponsorgelden Vrienden met, maar vooral voor hun geld Vrijwilligers Zelffinanciering Donaties Partners Vrienden die extra bijdragen Fondsen (*) Subsidies Fondsen (*) (*) Grote fondsen, zoals het VSB Fonds en de BankGiro Loterij, dwingen min of meer hetzelfde gedrag af als de overheid, met als belangrijke verschillen dat de politiek er buiten blijft en de verantwoording minder stringent is. Culturele instellingen die in de markt willen opereren na jaren aan het infuus van de overheid gelegen te hebben, zullen ontdekken dat ze hun organisatie op allerlei manieren dienen aan te passen. Ze zullen bijvoorbeeld meer aan marketing moeten doen. Maar dat is niet genoeg. Omdat ze in de regel geen kans maken via de kassa genoeg inkomsten te genereren, zullen ze zich op sponsors moeten richten. Hoe overtuig je die? Een theatergezelschap probeerde het onlangs door een bedelbrief naar tal van bedrijven te mailen, en was verbaasd en teleurgesteld dat er geen reacties binnenkwamen. Hoe kom je binnen bij die bedrijven? Wie spreek je aan? Je bent gewend ambtenaren uit te leggen waarom je geld nodig hebt. Hoe leg je dat aan managers uit? Die managers zullen je vertellen hoe slecht culturele instellingen zich kunnen inleven in hun behoeftes en belangen. Sponsorbemiddelaars draaien daarom standaard quid pro quodeals uit, die duidelijk maken wat de bedrijven in ruil voor hun goede geld krijgen. Maar hoe maak je duidelijk dat je iets te bieden hebt? Hoe dan ook, deze strategie lukt

8 alleen als de gehele organisatie erop ingesteld is. De artistiek leider moet zijn of haar verhaal willen vertellen aan potentiële sponsors; de spelers, curatoren, of wie ook de kunstenaars van de instelling zijn, moeten hun kunsten willen delen met de relaties of werknemers van de sponsor, en als het moet enige concessie doen om de sponsor vast te houden. Marktgerichte organisaties moeten marktgericht denken en praten. Steeds meer directeuren van culturele instellingen hebben het daarom nu over hun product, hun klanten, over resultaten en rendementen, als waren ze directeuren van heuse bedrijven. Ze maken daarmee kenbaar dat het binnenhalen van gelden via de kassa en via sponsors een geheel ander verhaal is dan het binnenhalen van overheidssubsidie. (Ook de zogenaamde vriendenclubs zijn commercieel wanneer het quid pro quo centraal staat, oftewel wanneer equivalente waar voor het geld van de vrienden wordt geboden.) Emotionele aanpak Financiering via de derde sfeer is een principieel ander verhaal. Bij het mecenaat gaat het erom dat een individu of een bedrijf geld geeft om niet, of in ieder geval met een onduidelijke, slecht gedefinieerde tegenprestatie. Wil je als organisatie een mecenas strikken, dan zul je duidelijk moeten maken dat óf jouw activiteiten in kunstzinnige zin bijzonder zijn, óf dat ze een groot maatschappelijk belang dienen, óf dat jij zo bijzonder bent. Deze vorm van financiering vraagt steevast om een persoonlijke en veelal ook emotionele aanpak. Je doet een beroep op betrokkenheid en gedeelde verantwoordelijkheid en vraagt mensen om iets op te geven, een offer te brengen. Daarom is jouw taal in deze sfeer anders dan in de andere twee sferen. Je laat de markttaal varen en spreekt eerder over partners, bondgenoten, deelname en bijdragen. In deze sfeer heb je geen behoefte aan al te zakelijke figuren. Je wilt eerder mensen die weten hoe een gemeenschappelijk gevoel teweeg te brengen, hoe mensen warm te maken voor wat ze doen, en die hun passie weten over te brengen. Uitgaande van de ideaaltypen van de markt, de overheid en de derde sfeer, en uitgaande van de kunstzinnige missie van culturele instellingen, kunnen we stellen dat de derde sfeer de superieure financieringsbron is voor culturele instellingen. In de markt staat het geld in het midden en is de inhoud ondergeschikt. De klant en de sponsor willen waar voor hun geld, en de leverancier zal zich in eerste plaats dienen te richten op hun behoeftes. De inhoud wordt een middel. Zo is voor commerciële omroepen een programma het middel om reclame-inkomsten te genereren. Terwijl de markt in principe private belangen dient, staat bij de overheid het publieke belang voorop. Instellingen die aanspraak willen maken op overheidsfinanciering, zullen met hun missie moeten willen inspelen op dat publieke belang. In de huidige situatie zien politici een publiek belang in een autonome kunstwereld. Daarmee is de overheidssfeer superieur aan de markt. De overheid is evenwel in principe een anoniem systeem en werkt daarom objectiverend. We zien dan ook dat de overheidssfeer steeds meer rigide wordt door regels en de eis van meetbare resultaten, en

steeds meer begint te lijken op de marktsfeer waar vooral de aantallen en de resultaten ertoe doen. Maar gaan we ervan uit dat culturele instellingen een missie hebben en op zoek zijn naar serieuze belangstelling en daadwerkelijke betrokkenheid, dan legt de overheidssfeer het af bij de derde sfeer. In de overheidssfeer dient de energie gericht te zijn op het veiligstellen van de subsidie en het tevreden houden van de deskundigen en de cultuurambtenaren. Een culturele instelling die in de derde sfeer opereert, zal alle energie moeten inzetten op het overtuigen van potentiële belangstellenden en het binnenhalen van bondgenoten. Lukt dat, dan zijn betrokkenheid en wezenlijke belangstelling min of meer gegarandeerd. Maar je zult dan wel alles op alles moeten zetten om die betrokkenheid warm te houden. Het werven van bondgenoten en partners lijkt vele malen moeilijker dan het binnenhalen van overheidssubsidies en sponsors. Je moet bijvoorbeeld met veel meer mensen spreken, je moet steeds weer je uiterste best doen om mensen duidelijk te maken hoe bijzonder het is wat je doet. Maar juist daarom doet deze aanpak in principe het meeste recht aan de kwetsbare waarden van de kunst. De derde sfeer is in de regel de meest geëigende bron voor de financiering van kwetsbare waarden. De financiering in de derde sfeer is indirect. Je betaalt niet direct voor de spirituele boodschap, schoonheid, liefde, vriendschap en andere waardevolle, maar kwetsbare zaken. Je doet dat indirect, via giften. Daarom is ook in de kunstwereld de derde sfeer dominant. De meeste kunstenaars werken om niet of voor een luttel bedrag, ze verdienen bij als taxichauffeur of nachtportier, of worden gesteund door partners of familieleden. Theatergroep De Appel heeft genereuze vrienden; Het Toneel Speelt heeft bondgenoten. Joop van den Ende opereert met zijn fonds als een ware mecenas en is nu in dit land een uitzondering, maar zou een van de velen zijn in de VS en in het Nederland van voor de Tweede Wereldoorlog. 9 Het werven van bondgenoten en partners lijkt vele malen moeilijker dan het binnenhalen van overheidssubsidies en sponsors Andere aanpak Al is de derde sfeer in principe superieur, in de hedendaagse praktijk is ze weinig praktisch 3. Daarvoor is de overheidssfeer te dominant en is het geven aan culturele doelen te veel verleerd. De huidige staatssecretaris doet een nobele poging om het mecenaat in ere te herstellen, maar de culturele instellingen kiezen eerder voor sponsors, zoals het Stedelijk Museum en het Van Gogh Museum met hun banken. Voorzover de financiering van kunstzinnige activiteiten creatief is, bestaat ze uit creatieve invullingen van het kunstenplan en creatieve benaderingen van marktpartijen. Een andere creatieve aanpak richt zich op een vermenging van de derde sfeer met de andere twee sferen en dan vooral de marktsfeer. In de praktijk is de marktsfeer niet altijd zo principieel instrumenteel als in het ideaaltype 4. Sponsoren willen wellicht formeel waar voor hun geld, maar verbinden zich aan een culturele instelling vanuit een serieuze belangstelling en daadwerkelijke betrokkenheid. En een culturele instelling kan betalende klanten heel goed benaderen als deelnemers. Daarmee komt het instrumentele op de achtergrond en verdwijnt het geld naar de rand. De creativiteit kan zitten in een meer directe benadering van werknemers en relaties van sponsors. Laat de verkopers van een bepaald automerk kopers overhalen een certificaat van een museum te kopen. Zo zorg je ervoor dat het museum steeds weer onderwerp van gesprek is, en dat de kopers certificaathouders zijn, en niet alleen de

10 directieleden, zoals het geval is in een standaardsponsordeal. Of overtuig de werknemers ervan iets over te hebben voor het museum. En wat te zeggen van een woningcorporatie die haar huurders ervan gaat overtuigen iedere maand een paar euro extra te betalen om een theatergezelschap te steunen? Culturele instellingen kunnen ook commerciëler zijn en trouw blijven aan hun kunstzinnige missie. Ze hebben bedrijven meer te bieden dan hun producten. Ze kunnen bijvoorbeeld inspelen op de grote behoefte bij tal van organisaties aan bronnen van inspiratie en creativiteit. Nu betalen bedrijven grote sommen geld aan consultants en commerciële trainers. Goede culturele ondernemers weten hoe de creatieve en inspirerende vermogens van hun culturele organisaties uit te buiten, zodat andere organisaties daar hun voordeel mee kunnen doen zonder dat de eigen organisatie haar kunstzinnige missie compromitteert. Arjo Klamer is hoogleraar in de economie van kunst en cultuur aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zie www.klamer.nl Literatuur Hans Abbing (2002) Why Are Artists Poor? Amsterdam: Amsterdam University Press. Olav Velthuis (2002) Talking Prices: Contemporary Art, Commercial Galleries, and the Construction of Value. Erasmus Universiteit Rotterdam. 1 Ik tekende deze formulering op uit de mond van Henk-Jan Hoefman, directeur van Zin (Vught). 2 Deze indeling wijkt enigszins af van de indeling die Giep Hagoort en Gabriëlle Kuiper hanteren in hun Cultural Business Model (zie artikel in deze Boekman). Zij plaatsen het mecenaat onder dezelfde categorie als een overheidssubsidie. Ik wil laten zien dat beide bronnen van financiering wezenlijk anders zijn. Verder vullen onze analyses elkaar goed aan. 3 Dat neemt niet weg dat ik zelf de daad bij woord voeg door bij de ontwikkeling van een academie (Academia Vitae zie www.academiavitae.nl) financiering via de derde sfeer als uitgangspunt te nemen. Het is geen gemakkelijke weg, maar klopt de gedachtegang die ik hier uiteenzet, dan plukt de Academie er later de vruchten van. 4 Zie hiervoor de recente studies van Velthuis (2002) en Abbing (2002).

Actie Coalitie Zuinig op Kunst 2004 Fotograaf Peter Heesakkers 11