DEPRESSIE BIJ VOLWASSENEN EN OUDEREN. Presentator / ontwikkelingsgroep



Vergelijkbare documenten
Continuïteit & Coördinatie

BasisFiche Keizersneden Beschrijving en Achtergrond van de Indicator Definitie Relatie tot Kwaliteit Technische Fiche...

P4P indicatorenset Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q.

Borstvoeding bij ontslag Moeder & Kind

Opname pasgeborenen op N* en NIC Moeder & Kind

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

KWALITEITSINDICATOREN IN DE GGZ: CONCRETE WERKWIJZE. dr. Kris Van den Broeck, data-analist VIP²-GGZ

Inhoud. Voorwoord 11. Inleiding 13 Wat vindt u in dit boek? 14 Voor wie is dit boek bedoeld? 15

Polikliniek ADHD voor volwassenen GGNet

RESULTATEN VIP² GGZ CGG PRISMA VZW -

Heropname op E-dienst Moeder & Kind

ONTWIKKELINGSGROEP PATIËNTENPARTICIPATIE

Kennislacunes NHG-Standaard Depressie

Feedback rapport Kwaliteitsindicatoren palliatieve zorg. Fictief voorbeeld feedbackrapport TEAM X

Ontwikkelen van kwaliteitsindicatoren in de palliatieve zorg in Vlaanderen. Kathleen Leemans

STEMMINGS- STOORNISSEN. Afdelingsbrochure

Risico-indicatoren. Basisset Geestelijke Gezondheidszorg, Verslavingszorg en Forensische zorg. Utrecht, december 2013

Informatiefolder voor cliënten: programma van het SAS-cluster Meer informatie:

Risico-indicatoren. Basisset Geestelijke gezondheidszorg, Verslavingszorg en Forensische zorg. Utrecht, december 2014

Risico-indicatoren. Basisset Geestelijke gezondheidszorg, Verslavingszorg en Forensische zorg. Utrecht, november 2015

Individuele creatieve therapie als onderdeel van de oncologische revalidatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

Grenzen en mogelijkheden van een samenwerkingsverband vanuit het perspectief van leidinggevenden

Gecombineerde Leefstijl Interventie Depressieve klachten in een eerstelijns zorgvoorziening

SAMEN LEVEN MET PSYCHOSE

ADVIES VAN DE NRZV AANZET TOT EEN VERNIEUWDE MINIMALE REGISTRATIE IN DE GGZ-VOORZIENINGEN

ROM in de ouderenpsychiatrie

Sociaal psychiatrisch verpleegkundige diagnostiek een brede aanpak of een focus op de werkrelatie?

Vlaams Indicatoren Project VIP² GGZ: Vlaamse Patiënten Peiling psychiatrische afdeling

VAN DE ONTWIKKELING VAN KWALITEITSINDICATOREN TOT VERBETERING VAN ZORGKWALITEIT: EEN OVERZICHT

De behandeling van chronische angst en depressie (resultaten van de ZemCAD studie)

Kan het gebruik van vragenlijsten suïcide voorkomen? Prof. Dr. Ronny Bruffaerts UPC-KULeuven

Depressie, doen we wat we weten? Weten we wat we doen?

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Geestelijke Gezondheidszorg en Verslavingszorg (GGZ)

INTRODUCTIE: VLAAMS INDICATOREN PROJECT GGZ

Ralph Kupka Hoogleraar Bipolaire Stoornissen VU Medisch Centrum, Amsterdam

Behandelen gestuurd door directe feedback: samen kennis genereren over wat werkt

De sociowoningen : een module van onze resocialisatieafdeling

Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen?

Risico-indicatoren. Basisset Geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg. Utrecht, november 2013

(1) Vragen over de vragenlijst

Vitaal bedreigde patiënt: de structuur van het spoed interventie systeem

Ik zorg dus ik Phamous. Meten en verbeteren. Achtergronden: Multidisciplinaire Richtlijn Schizofrenie 2012 (1)

Kwaliteitsindicatoren in verband met de preventie, diagnostiek en behandeling van hyperbilirubinemie bij de pasgeborene, geboren na een

Patricia van Oppen De impact van depressie op de behandeling van de Obsessieve compulieve Stoornis op lange termijn

JEUGDHULP HOLLAND RIJNLAND

Uitvraag Indicatoren Basisveiligheid Verpleeghuiszorg 2018

Naam project :Ontslag matrix Zorgeenheid : VCCH Namen indiener(s) : Mirjam Al en Simone Kok Hoofd zorgeenheid : Hilda Ket

Toegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen. Samenvatting

P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ

Risico-indicatoren. Basisset Geestelijke Gezondheidszorg en verslavingszorg. Utrecht, juni 2013

Zorgprogramma s, behandelpaden en monitoren: welke resultaten levert dat op? Marguerite Elfrink Projectleider Zorgmonitor Forum GGz Nijmegen

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Heupprothese

De do s en don ts bij implementatie van nieuw testonderzoek Jeroen Kleijweg

Stand van zaken rond een vereenvoudigd A-document. Klaartje Cops Beleidsmedewerker afdeling Continuïteit en Toegang

Factsheets indicatoren Verwisseling van en bij patiënten

STUDIE INZAKE DE ONTWIKKELING VAN EEN REGISTRATIE-INSTRUMENT VOOR PALLIATIEVE ZORG

polikliniek doorwerth en nijmegen verder met autisme dr. leo kannerhuis informatie voor cliënten, ouders en verwijzers centrum voor autisme maart 2012

Clinical Staging en Vroege Interventie voor Borderline Persoonlijkheidsstoornis

Beter geïntegreerd! Wat zeggen de richtlijnen?

PATIËNTENPARTICIPATIE OP DE INTENSIVE CARE VAN TERGOOIZIEKENHUIZEN

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Inhoud. Voorwoord 11. Inleiding 13 Wat vindt u in dit boek? 14 Voor wie is dit boek bedoeld? 15

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Verpleging en Verzorging (WLZ)

Antibioticaprofylaxe bij het plaatsen van een totale heupprothese

JEUGDHULP HOLLAND RIJNLAND

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid

ONTWIKKELINGSGROEP PATIËNTVEILIGHEID

Situering algemene en universitaire ziekenhuizen

Overleg netwerkcoördinatoren en teamleiders -

Leidraad beoordelingen behandelingen tot verzekerde pakket door Kenniscentrum GGZ van Zorgverzekeraars Nederland

TIJDIGE AMBULANTE OPVOLGING NA ONTSLAG. Jürgen De Fruyt / OG Continuïteit & Coördinatie

Voorstel van ontwikkelingsgroepen Quality Indicator Project GGZ

Factoren van invloed op de intensiteit van de behandeling van patiënten met een autismespectrumstoornis en het geassocieerde herstel.

Visiedocument FACT GGZ Friesland

Vlaams Indicatorenproject GGZ: Een gezamenlijke opdracht

Checklist voor kwaliteit van de uitvoering van de groep Daar waar groep vermeld staat kan ook cursus of training gelezen worden.

Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie verslagjaar 2013

Zinnig gebruik van ROM data. NEDKAD congres 3 oktober 2014 Martin de Heer (Mentaal Beter) en Anouk Vorselman (Achmea)

10/12/2015. Uit evaluaties en klachten: nog nood aan tips voor communicatie en voor mogelijke interventies nog heel wat misverstanden.

Nederlandse samenvatting

1 Doe jij ook mee?! Team in beweging - Nu beslissen Steunpunt Diversiteit & Leren

ROM in de verslavingszorg

het Diagnostiek, Advies en ConsultatieTeam

De palliatieve benadering als alternatief voor therapeutische verbetenheid? Dr. An Haekens P.K. Broeders Alexianen Tienen

Positioneren van de SPV

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Kraamzorg

FAQ. (1) Vragen over de vragenlijst

Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Verpleging en Verzorging (WLZ)

Antibioticaprofylaxe bij hysterectomie. % verblijven voor een hysterectomie waarbij antibioticaprofylaxe gebeurde volgens de antibioticarichtlijnen

Behandeling van eerste psychose (waar de richtlijn niet over spreekt) Dr H.J. Gijsman, psychiater Hoofd Zorgprogramma Psychose Pro Persona

Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg

BELEIDSREGEL BR/CU-7013

BELEIDSREGEL CV

De ZAG- Werkwijze. Het ZorgAfstemmingsGesprek

Behandeling van ouderen in de eerste lijn

Auteur Petra Van Deynze Marieke Van Wildemeersch. 3 Kwaliteitsmanagementsysteem De klachtenbehandeling. November 2014 Maart 2015

STILZWIJGENDE VERLENGING VAN HET CONTRACT COÖRDINATIE KWALITEIT EN PATIËNTVEILIGHEID

Veiligheidsindicatoren Basisset Geestelijke gezondheidszorg

Transcriptie:

DEPRESSIE BIJ VOLWASSENEN EN OUDEREN Presentator / ontwikkelingsgroep

START Grote groep Goede mix voorzieningen, disciplines, patiëntenvertegenwoordigers, familievertegenwoordigers Ambulant & residentieel Enthousiaste, gemotiveerde groep!

START: LESSON LEARNED Beter op voorhand voorzitters en covoorzitters samenroepen om methodiek etc. af te spreken.

OPSTART ONTWIKKELINGSGROEP Achtergrond: biopsychosociaal model Hermann: kernset van indicatoren zou minimum moeten bestaan uit set van indicatoren voor biologische en psychologische interventies. Afspraken tijdens opstartvergadering: huiswerk Guidelines Indicatoren Preventie Suicide ---) patientveiligheid Nazorg, consolidatie van herstel, hervalpreventie Continuïteit van zorg --) WG continuïteit van zorg?

AAN DE SLAG: FOCUS BEPALEN Een eerste afbakening: wat willen we bereiken? -indicatoren waaruit een holistische benadering blijkt. -indicatoren over topics waar voldoende evidence based argumenten voor zijn. -indicatoren die op verschillende cruciale momenten van het proces meten (diagnose, behandeling, hervalpreventie ) -indicatoren die sectorbreed haalbaar zijn. -indicatoren die vernieuwend zijn.

STAND VAN ZAKEN SEPTEMBER 2013 1. Ernstmeeting. Waar we aanvankelijk dachten voor te stellen om bij aanvang de ernst van de depressie te meten en de ernst systematisch op te volgen, hebben we bij de verdere bespreking geoordeeld dat dit misschien toch te ambitieus is en dat we het best beperken tot een ernstmeting in de diagnostische fase. We zijn ervan overtuigd dat wanneer er bij iedereen (zowel bij jongvolwassenen als bij ouderen met een vermoeden van depressie) een systematische ernstmeting bij aanvang zou gebeuren, dit al een behoorlijke kwaliteitswinst zou opleveren. We zouden de keuze laten tussen een aantal betrouwbare en gevalideerde meetinstrumenten.

STAND VAN ZAKEN SEPTEMBER 2013 2. Betrekken van de familie. Alle richtlijnen en ons aller ervaring geven aan dat het betrekken van de familie van patiënten met een depressie een gunstig effect heeft op de behandeling, met andere woorden, kwaliteitswinst oplevert. Ons voorstel voor een indicator is het volgende: er moet tijdens de behandeling van mensen met een depressie minstens 1 contact (gesprek) zijn met de familie waarbij er niet alleen informatie wordt gegeven (luik psycho-educatie) maar tevens (en vooreerst) gepeild wordt naar de beleving van de familie. Voor de mensen binnen onze groep werkzaam in de residentiële sector bleek dit vrij evident, voor de ambulante sector iets minder. Mogelijks wensen een aantal (vooral ambulante) patiënten dit immers zelf niet Hierover zal ook binnen de ambulante sector verder overlegd worden.

STAND VAN ZAKEN SEPTEMBER 2013 3. Hervalpreventie. Hier is het voorstel voor een kwaliteitsindicator het volgende: in het dossier/behandelplan moet er terug te vinden zijn welke (concrete) acties er (voor het einde van de behandeling: ambulant of residentieel) ondernomen zijn mbt hervalpreventie, met andere woorden: wat is het nazorgplan en is dit al in gang gezet voor het einde van de behandeling? We zouden ook nog wel even aftoetsen met de werkgroep continuiteit van zorg om te zien of er hier geen overlap is. 4. Behandeling. Het zou ergens in de richting moeten gaan van is er een stepped care aanbod.

STEPPED CARE? Hoe stappen-volgorde in een indicator gieten? Naargelang de fase is een passende interventie ( keuze tss mogelijkheden, vb. medicatie + geprek / psycho-educatie / ) gebeurd. In het evolutief verloop van de depressie is psycho-educatie ( of in groep of individueel) ( reeds) aan bod gekomen. Conform de richtlijnen wordt er bij een ernstige depressie niet alleen farmacotherapie toegepast maar tevens een andere vorm van therapie. Is er regelmatig samen met de patiënt een evaluatie van de behandeling? Afhankelijk van de ernst en in samenspraak met de patiënt psychoeducatie, farmacotherapie en psychotherapie.

OPMERKINGEN UIT HET BUREAU Indicator rond hervalpreventie doorschuiven naar andere OG (continuïteit van zorg).

FORUM 18.12.2013 QIP DEPRESSIE BIJ VOLWASSENEN EN OUDEREN

INDICATOREN OG DEPRESSIE Indicator ernstmeting Indicator betrekken van de context Indicator monitoring behandelproces Dit zijn 3 procesindicatoren. 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 12

MOTIVATIE ERNSTMETING Relatie tot de kwaliteit: In het diagnostisch proces is een ernstmeting een belangrijk criterium om te kunnen beslissen over de gepaste behandeling. 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 13

INDICATOR ERNSTMETING Definitie: Het percentage patiënten met de diagnose depressie (DSM stemmingsstoornissen) bij wie er een ernstmeting heeft plaatsgevonden in de diagnostische fase aan de hand van een gevalideerde interview- en observatieschaal, specifiek voor depressie. 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 14

INDICATOR ERNSTMETING Teller: alle patiënten bij wie de diagnose depressie (DSM) gesteld is en bij wie een ernstmeting gebeurd is in de diagnostische fase. Noemer: alle patiënten bij wie de diagnose depressie (DSM) gesteld is. 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 15

forum > Teller: alle patiënten bij wie de diagnose depressie (DSM) gesteld is en bij wie een ernstmeting gebeurd is. in de diagnostische fase > Noemer: alle patiënten bij wie de diagnose depressie (DSM) gesteld is. Laatste bijeenkomst > Teller: per patiënt in dossier nagaan of er een ernstmeting is gebeurd in het diagnostisch proces. > Noemer: in het dossier nagaan hoeveel patiënten de diagnose van depressie (volgens DSM criteria) hebben (EPD / MPG) (DSM codes toevoegen). > Gegevens sommeren, daarvan percentage berekenen.

ERNSTMETING Meetfrekwentie Minstens 1 maal tijdens het diagnostisch proces, continu bij alle patiënten Verslagjaar: Voorbije werkjaar Meetmethode Teller: per patiënt in dossier nagaan of er een ernstmeting is gebeurd in het diagnostisch proces Noemer: in het dossier nagaan hoeveel patiënten de diagnose van depressie (volgens DSM criteria) hebben (EPD / MPG) (DSM codes toevoegen) Gegevens sommeren, daarvan percentage berekenen Rapportagefrekwentie: jaarlijks Type indicator Procesindicator Meetniveau Patiënten Kwaliteitsdomein Passendheid & tijdigheid

ERNSTMETING > Toelichting: 1 meting per ziekte-episode (als omschrijving voor zorgperiode) binnen de voorziening die de zorgperiode uitvoert. > Eén ernstmeting bij opname of bij start in ambulante setting, (bv bij patiënt die van ene setting naar andere setting overgaat). > Bij patiënt die twee maal in zelfde zorgvoorziening opgenomen wordt, afhankelijk van de periode tussen de opnames al dan niet een tweede ernstmeting. (op dit ogenblik hanteren we de huidige praktijken: residentieel na 30 dagen, ambulant na zes maanden? Dit is na een jaar te evalueren)

INDICATOR 2: BETREKKEN VAN DE CONTEXT Het percentage patiënten met de diagnose depressie (DSM-criteria) waarbij er een face-to-face contact met de familie of belangrijke derden is doorgegaan. 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 19

MOTIVATIE BETREKKEN VAN DE CONTEXT Relatie tot de kwaliteit: Richtlijnen geven aan dat het betrekken van de familie/belangrijke derden duidelijke kwaliteitswinst oplevert, met name invloed heeft op het herstelproces van de patiënt. Bij het betrekken van de familie is er zowel aandacht voor psycho-educatie als voor de beleving van de familie, betrokkenheid, ondersteuning van de familie. Er gebeurt steeds een terugkoppeling naar de patiënt. 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 20

INDICATOR BETREKKEN VAN DE CONTEXT Teller: Het aantal patiënten met de diagnose depressie bij wie er een face-to-face contact met de familie/belangrijke derden plaatsvond. Noemer: aantal patiënten met de diagnose depressie (DSM) 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 21

INDICATOR BETREKKEN VAN DE CONTEXT > Als er geen contact is doorgegaan, moet de voornaamste reden gespecifieerd worden. Mogelijke redenen geen contact: - Het behandelend team heeft dit niet voorgesteld aan de patiënt. - Patiënt heeft geweigerd. - Familie/ belangrijke derde heeft geweigerd. - Mobiliteitsprobleem. - Bereikbaarheidsprobleem (telefonisch, mail). - Planningsprobleem (gezamenlijke afspraak onmogelijk) - Onvoorzien / plots ontslag of afbreken therapie - Patiënt heeft geen familie of belangrijke derden - Andere: omschrijving is verplicht. 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 22

INDICATOR 2: CONTEXT Teller: 1. Het aantal patiënten met de diagnose depressie bij wie er een face-to-face contact met de familie/belangrijke derden plaatsvond met terugkoppeling naar de patiënt 2. Het aantal patiënten met de diagnose depressie waar er geen contact is geweest met de familie om volgende belangrijkste reden: - Het behandelend team heeft dit niet voorgesteld aan de patiënt - Patiënt heeft geweigerd - Familie/ belangrijke derde heeft geweigerd - Mobiliteitsprobleem - Bereikbaarheidsprobleem (telefonisch, mail) - Planningsprobleem (gezamenlijke afspraak onmogelijk) - Onvoorzien / plots ontslag of afbreken therapie - Patiënt heeft geen familie of belangrijke derden - Andere: omschrijving is verplicht

Noemer: het aantal patiënten met de diagnose depressie (DSM) Definitie De groep patiënten met depressie impliceert alle vormen van depressie volgens de DSMcriteria In- en exclusiecriteria Vanaf 18 jaar In ambulante sector: uitnodigen na drie gesprekken

INDICATOR 2: CONTEXT Bron: Medisch dossier Meetfrekwentie: continu Meetmethode Verslagjaar: voorbije werkjaar Rapportagefrekwentie: jaarlijks Type indicator: Procesindicator Meetniveau: Patiënten Kwaliteitsdomein

INDICATOR 3: OPVOLGING VAN EVOLUTIE VAN ERNST Het percentage patiënten met de diagnose depressie (DSM) bij wie er minstens een tweede ernstmeting is gebeurd.

MOTIVATIE VAN INDICATOR: OPVOLGEN VAN EVOLUTIE VAN ERNST VAN DEPRESSIEVE SYMPTOMEN Relatie tot de kwaliteit: Deze indicator maakt deel uit van een algemene evaluatie van de evolutie van de depressie. Naast de klinische evaluatie is een geobjectiveerde en gestandaardiseerde meting van de symptomen aangewezen. Richtlijnen geven aan dat monitoring van het behandelproces waarbij er feedback gegeven wordt aan de patiënt kwaliteitswinst oplevert. Monitoring impliceert enerzijds een opvolging van het behandelresultaat (ROM) maar anderzijds ook regelmatig overleg en feedback met de patiënt om het behandelproces te evalueren, beiden met als doel de behandeling te kunnen bijsturen. Met deze indicator zouden we (na de ernstmeting in de diagnostische fase), willen vragen dat er minstens één opvolgmeting van de ernst gebeurt. De setting dient zelf de termijn te bepalen wanneer deze opvolgmeting dient te gebeuren. 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 27

INDICATOR MONITORING ERNST Teller: Aantal patiënten met de diagnose van depressie volgens de DSM-criteria bij wie er minstens één ernstmeting na het basisonderzoek gebeurt tijdens de behandelperiode. Noemer: Alle patiënten met de diagnose van depressie volgens de DSM criteria en bij wie er een basisonderzoek gebeurd is. 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 28

INDICATOR 3 : MONITORING BEHANDELPROCES Relatie tot de kwaliteit Richtlijnen geven aan dat monitoring van het behandelproces waarbij er feedback gegeven wordt gegeven aan de patiënt kwaliteitswinst oplevert. Monitoring impliceert enerzijds een opvolging van het behandelresultaat (ROM) maar anderzijds ook regelmatig overleg met de patiënt om het behandelproces te evalueren, beiden met als doel de behandeling te kunnen bijsturen. Met deze indicator zouden we (na de ernstmeting in de diagnostische fase), willen vragen dat er minstens één opvolgmeting gebeurt. We willen hier de vrijheid geven om te bepalen of het om een herhaling van de ernstmeting gaat (dan wordt best dezelfde schaal gebruikt als in de diagnostische fase), dan wel of het behandelproces wordt geëvalueerd Definitie Bij hoeveel procent van de patiënten die behandeld worden voor een depressie is er minstens één meting geweest na het basisonderzoek waarin op zijn minst de klinische symptomen worden beoordeeld?

3, FICHE INDICATOR: BEHANDELING Teller Aantal patiënten met de diagnose van depressie volgens de DSM-criteria bij wie er minstens één meting na het basisonderzoek gebeurt tijdens de behandelperiode. Noemer Alle patiënten met de diagnose van depressie volgens de DSM criteria en bij wie er een basisonderzoek gebeurd is. Minstens 1 meting na het basisonderzoek Steekproef: lopende dossiers (ambulant contacten, residentieel weken): is er een monitoring geweest.

KLAAR MET ONS WERK??? Verdere uitwerking van indicatorenfiches. Nood aan technische ondersteuning. inhoud is afgeleverd. Lessons learned? sneller datamanagers in het proces betrekken. 5.10.15 Vlaams Indicatorenproject 31

SET VAN ALLE INDICATOREN WERDEN HET WERKVELD INGESTUURD MET DE VRAAG NAAR FEEDBACK Eind 2013 begin 2014

27 FEBRUARI 2014: EERSTE VERGADERING VAN TECHNISCHE WERKGROEP IMA & VOORZITTERS Finaliteit: komen tot 5 indicatoren (waren reeds geselecteerd) OG depressie: ernstmeting Nadien: lichte frustratie bij voorzitters

BIJKOMEND BUREAU WAAROP VOORZITTERS WERDEN UITGENODIGD (2 APRIL 2014) Frustraties van OG besproken Selectie van QI zonder overleg met OG, vraag naar inspraak bij keuze (en vraag naar resultaten van de uitgebreide feedback). Afspraken rond taken OG: idee bij OG dat taak volbracht is en dat het nu aan de technici is om de indicatoren te operationaliseren. In AZ hebben OG blijkbaar wel het werk voortgezet maar in AZ zijn er gespecialiseerd stafmedewerkers voorhanden + forse ondersteuning van expert-data-manager! Voor GGZ bijkomende problemen: geen uniform EPD, nergens op deelbare, uniforme manier gegevens beschikbaar.

OVERHEID: MPG: focus op beleidsrelevante informatie over GGZ in België, niet het aansturen van kwaliteit Toch gebruiken, aanpassen? Agentschap Z&G heeft voorstel voor aanwerving van datamanager Timing is niet het belangrijkste.

AFSPRAKEN Teruggave van selectie aan OG. Vraag om bij uiteindelijke selectie rekening te houden om niet te veel nieuwe registraties te ontwikkelen. Vraag dat de selectie voldoende relevant blijft voor de hele sector OG: Indicatorfiche invullen. OG: Analyseren welke registraties er al bestaan. Nadien kan datamanager hierop verder werken. 23 september 2014: Bureau vergadering

SAMENKOMST OG SEPTEMBER 2014 Feedback over onze indicatoren Keuze van indicator Verdere operationalisering van de indicator

FEEDBACK OVER INDICATOREN DEPRESSIE

Niet Gespecifieerd depressie: zinvolle indicatoren Indicatoren OG Depressie zijn logisch en relevant OG Depressie: Ook graag een tool suggereren of aanleveren Behandelverloop Monitoren behandelproces: Interessante gegevens op afdelingsniveau, maar voor meso- en macroniveau te specifiek Monitoren behandelverloop: Minimale behandelperiode zou minstens 6 maanden moeten zijn Monitoring behandelproces: Suggestie voor nieuwe naam: "Tweede ernstmeting". Na hoeveel tijd moet tweede meting gebeurd zijn? Opvolging evolutie: Wat is basisonderzoek? Meer afbakenen

Betrekken context Betreken van context: is waardevol, hoe dit verder concretiseren en operationaliseren Betrekken van context is belangrijk, maar moeilijk meetbaar en niet bepaald prioritair. Beschikbaarheid van gevalideerde schaal om draagkracht en/of engagement van context in beeld te brengen? Betrekken van context is zinvol. Maar wat als pt geen context heeft? Betrekken van context: Specifieer, definieer face-to-face contact. Redenen om geen FTF contact te houden moeten afgegrensde criteria zijn. Betrekken van de context is relevant. Waarom Face tot face contact? Meerdere faceto-face contacten is een zware tijdsinvestering. Belang van betrekken van andere actoren zoals oa psycho-educatie voor familie van mensen met een depressie. Betrekken van de context moet nu meer gebeuren van uit de professional. De redenen die nu opgelijst worden liggen voornamelijk bij de patiënt, Worden T1 en T2 samengeteld of zijn het aparte indicatoren? Betrekking context: Moeilijk om uit bestaande registraties deze gegevens terug te vinden. Op termijn wel haalbaar. Gaat deze indicator in de toekomst ook uitgebreid worden naar andere diagnoses?

Ernstmeting Ernstmeting dient over hoofd- of behandeldiagnose te gaan. ernstmeting: bepaalde schalen die de ernst van een mogelijke depressie inschatten, worden ook gebruikt om tot de diagnose van depressie te komen. Gaat het over hoofddiagnose? Want comorbiditeit bij depressie is zeer groot. Ernstmeting: Diagnostische fase verduidelijken en toevoegen gevalideerde en 'betrouwbare' vragenlijsten. Ernstmeting: inhoudelijk goed, maar vanuit praxis niet altijd evident om dezelfde vragenlijsten te hanteren. Ernstmeting: Inhoudelijk wordt de vraag gesteld of dit geen to do is voor eeste en tweede lijn? Voor de ZH'en volstaat dit. Ernstmeting: Is al geweten welke meetinstrumenten gebruikt gaan worden? Ernstmeting: Na hoeveel tijd dient een meting gebeurd te zijn? Ernstmeting: Wat indien je als voorziening geen ernstmeting hanteert binnen de diagnostiek en indicatie. Ben je dan slecht bezig? Ernstmeting: Welke gevalideerde schaal wordt gehanteerd? Ernstmeting: zinvol. Momenteel is het ZH rom aan het voorbereiden. Opvolging ernstmeting: "Verplichting" om een gevalideerd interviewen observatieschaal een ernstmeting op te stellen. Screening en diagnostiek eerder een to do voor de eerste en tweede lijn en dat dit is OK voor de PZ.

KEUZE VAN OG VOOR 1 INDICATOR Betrekken van de context 5.10.15 Vlaams Indicatorenproject 42

Residency Review Committee for Psychiatry Therapeutische relatie en communicatie met gezinnen Psycho-educatie Taxatie van gezinsfunctioneren Betrekken van gezinsleden in medische beslissingen Exposure van gezinstherapie

Heru A.M., Keitner G.I.K., Glick I.D.; Family Therapy: The Neglected Core Competence, in Academic Psychiatry, 36:6, november-december 2012. Heru A.M.; Family Psychiatry: from research to practice, in Am. J; Psychiatry 2006; 163:962-968 Priebe S., Burns T. & Craig T. ; The Future of Academic Psychiatry may be social, in The British Journal of Psychiatry 2013, 202, 319-320 Hoog Advies van de gezondheidsraad nr 8155, december 2013 over depressie Miller IW et al., Treatment matching in the posthospital care of depressed patients. In Am J Psychiatry 2005;162:2131-2138 McFarlane WR et al; Family psychoeducation and schizophrenia : a review of the literature. In J Marital Fam Ther 2003 ;66 :53-88 Trimbos indicatoren depressie NICE clinical guideline : depression : the treatment and management of depression in adults, partial updat of NICE clinical guideline 23 Publiek indicatoren eerstelijnsgezondheidzorg ZonMw KernsetIndicatoren GGZ Nederland Furukawa T., Assesment of mood : guides for clinicians

AANWERVING DATAMANAGER Verder uitwerking indicatorfiche

BASISFICHE BETREKKEN VAN DE CONTEXT BESCHRIJVING EN ACHTERGROND VAN DE INDICATOR Dat de familie een belangrijk invloed heeft op het ontstaan en het verloop van psychiatrische aandoeningen in het algemeen en op depressie in het bijzonder staat buiten kijf en blijkt uit onderzoek. Dat het betrekken van families tijdens de behandeling van patiënten met psychiatrische ziekten, ook een invloed heeft, is niet voor iedereen evident. Nochtans is er de laatste jaren heel wat degelijk onderzoek verricht over de invloed van familie-interventies bij de behandeling van personen met een depressie. Zo vermeldt Heru (2006) meer dan 30 RCT s waaruit blijkt dat familie-interventies een gunstige invloed hebben op herval en op het herstel van de patiënten, en op het gevoel van welbevinden van de deelnemende familieleden. Heru concludeert dat succesvolle familieinterventies de relapsgraad van de patiënten verminderen en de kwaliteit van leven van patiënten met schizofrenie, bipolaire stoornis, majeure depressie, borderline persoonlijkheid en alcoholisme verbeteren. Er is met andere woorden meer en meer overtuigend bewijs dat het betrekken van families bij de behandeling van patiënten met een psychiatrische aandoening, in casu een depressie, een duidelijke meerwaarde biedt voor alle betrokkenen, en dit op alle leeftijd (zowel bij jongeren, volwassenen als ouderen). Dit vertaalt zich o.a. in verschillende (recente) richtlijnen met betrekking tot depressie waar wordt geadviseerd om vroegtijdig de familie te betrekken bij de behandeling.

De manier waarop de familie wordt betrokken wordt gebaseerd op volgende principes (McFarlane, 2003) - coördineer alle elementen van behandeling en rehabilitatie om zeker te zijn dat iedereen aan hetzelfde doel werkt in een samenwerkende, ondersteunende relatie. - geef aandacht aan zowel de sociale als de klinische noden van de patiënt. - voorzie een optimale medicamenteuze behandeling. - luister naar de families en behandel hen als evenwaardige partners in het therapeutisch proces. - exploreer de verwachtingen van de familie ten aanzien van de therapie en ten aanzien van de patiënt. - doe een inschatting van de krachten en de grenzen van de familie om de patiënt te ondersteunen. - help om familieconflicten op te lossen via gevoelige respons op emotionele distress. - bespreek verliesgevoelens. - voorzie relevante informatie voor de familie en de patiënt op gepaste tijden. - voorzie een expliciet crisisplan. - help om de communicatie tussen de familieleden te verbeteren. - voorzie training voor de familie in gestructureerde problem-solving technieken. - moedig de familie om hun sociaal netwerk uit te breiden. - wees flexibel in het tegemoet komen van de noden van de familie. - voorzie voor de familie een makkelijke toegang naar professionele hulpverlening als dit nodig zou zijn.

DEFINITIE Het percentage patiënten met de diagnose depressie (volgens DSMcriteria) waarbij er een face-to-face contact met de familie of belangrijke derden is doorgegaan. Met belangrijke derde bedoelen we iemand uit de omgeving van de patiënt (niet noodzakelijk familie) die met de patiënt een betekenisvolle relatie heeft. Met een familiegesprek bedoelen we een formeel gepland gesprek tussen de behandelaar en de familie of belangrijke derden.

RELATIE TOT KWALITEIT Richtlijnen geven aan dat het betrekken van de familie/belangrijke derden duidelijke kwaliteitswinst oplevert (cfr. supra). Bij het betrekken van de familie is er zowel aandacht voor psycho-educatie als voor de beleving en ondersteuning van de familie.

TECHNISCHE FICHE TYPE INDICATOR: procesindicator BRON: Patiëntendossier Diagnostische gegevens(dsm-diagnose van depressie) in MPG / EPD registratie. Beschikbaarheid van een notitie van een (face-to-face) gesprek met een professionele hulpverlener tijdens de behandeling. INCLUSIE Volwassenen vanaf 18 jaar die gediagnosticeerd zijn met de diagnose depressie volgens DSM-criteria, zowel in de ambulante hulpverlening als residentieel. Het betreft alle vormen van depressie, ook patiënten met co-morbiditeit. EXCLUSIE Patiënten die in de ambulante sector minder dan drie gesprekken gehad hebben. Patiënten die minder dan 7 dagen opgenomen zijn. Een familiegesprek betreft niet de ongeplande gesprekken tussen teamleden en familieleden. Het gaat om een formeel gepland gesprek tussen behandelaar en familie of belangrijke derden.

NOEMER Het aantal patiënten met de diagnose depressie (volgens DSM-criteria, alle vormen van depressie) TELLER Het aantal patiënten met de diagnose depressie bij wie er een face-to face contact met de familie/belangrijke derden plaatsvond. Het aantal patiënten met de diagnose depressie waar er geen contact is geweest met de familie om volgende belangrijkste redenen: Het behandelend team heeft dit niet voorgesteld aan de patiënt De patiënt heeft geweigerd De familie/belangrijke derde heeft geweigerd Mobiliteitsprobleem Bereikbaarheidsprobleem (telefonisch, mail) Planningsprobleem (gezamenlijke afspraak onmogelijk) Onvoorzien/ plots ontslag of afbreken van de therapie Patiënt heeft geen familie of belangrijke derden Andere: omschrijving is verplicht

Meetprotocol Betrekken van de context Welke variabelen worden gevraagd? Geef een opsomming en beschrijving van de te verzamelen gegevens. Geef ook de variabelen op die nodig zijn voor stratificatie, exclusie en risk-adjustment. Naam Beschrijving Dataformaat Variabele1 Diagnose MPG / EPD Variabele2 Is er in het patiëntendossier een registratie te vinden waarin verslag van het gesprek met de familie/belangrijke derde is genoteerd? Binair (0:nee; 1:ja) Variabele 3: Reden van geen overleg Keuzelijst

HOE WORDEN DE GEGEVENS GEMETEN OF BEPAALD? MEETFREQUENTIE EENMAAL PER JAAR MEETPERIODE DE MEETPERIODE IS TOT EN MET DRIE MAANDEN, VOLGEND OP DE SELECTIEPERIODE.

MEETMETHODE De meting wordt retrospectief uitgevoerd aan de hand van een dossieranalyse. Op basis van MPG of EPD gegevens worden de patiëntendossiers geselecteerd: dit zijn dus de dossiers van volwassen patiënten waarbij de diagnose depressie gesteld is. Het gaat om een diagnose bij opname of bij de start van een ambulante begeleiding. In een eerste fase dient men dus een lijst te bekomen van alle geïncludeerde patiëntendossiers. Hiervoor wordt een selectieperiode bepaald. Na drie maanden worden de patiëntendossiers van de geïncludeerde patiënten opgevraagd en nagekeken: men gaat na of er een registratie terug te vinden is van een gesprek met de familie/belangrijke derden. Men gaat na of er een registratie terug te vinden van het reden waarom er geen gesprek is kunnen doorgaan.

Wie is de doelgroep? Alle geïncludeerde ambulante of residentiële patiënten in een GGZinstelling met de diagnose depressie. HOE WORDT DE STEEKPROEF GESELECTEERD? De selectieperiode is minimum één maand, en kan evt verlengd worden tot maximum indien de minimum steekproefgrootte van 30 dossiers niet gehaald wordt. (bv in januari alle patiënten met diagnose depressie op een lijst)

WIE REGISTREERT DE VARIABELEN? Voor het registreren van de variabelen wordt de kwaliteitscoördinator of één van de stafleden binnen de dienst kwaliteit aangeduid. Het gaat alleszins om een persoon die geen deel uitmaakt van het behandelend team. HOE WORDEN DE GEGEVENS INGEVOERD OF GECODEERD? De gegevens worden in een geregistreerd in een daartoe ontwikkeld excell formulier. Per patiëntendossier wordt één rij ingevuld op het registratieformulier; Twee variabelen zijn binair en worden als 1 (= ja) of 0 (=nee) ingevoerd. Eén variabele is terug te vinden via MPG; Eén variabele betreft een keuzelijst: in hetzelfde excell formulier kan deze keuzelijst opgenomen worden. (cfr sheet gedeelde besluitvorming ); HOE WORDEN DE GEGEVENS INGEVOERD OF GECODEERD? Excell

HOE WORDT DE KWALITEIT VAN REGISTRATIE GECONTROLEERD? Registratienummers toekennen aan de dossiers zodanig dat een controle van het dossier mogelijk is wanneer er een terugkoppeling van de cijfers gebeurt. WANNEER EN HOE WORDEN DE GEGEVENS AAN DE TTP BEZORGD? Praktische beschrijving van de timing en werkwijzen.

HUIDIGE STAND VAN ZAKEN Proefdraaien -Retrospectief luik jaar 2014: kijken hoe lang het duurt om 30 dossiers met de diagnose depressie te verzamelen + in die dossiers nagaan hoe moeilijk/makkelijk het is om terug te vinden of er contact is geweest met de familie -Prospectief luik: komende periode in teams bij elk ontslag nagaan of er contact is geweest met familie en zo er geen contact is geweest, nagaan wat de reden hiervoor was. Doel is vooral om te kijken of ons lijstje voldoende uitgebreid/ adequaat is

MET DANK AAN TINEKE OOSTERLINCK, YVAN KISS, EVERT SPEECKAERT, IVAN MIEGHEM, INGE VANTHUYNE, PAUL BOSIERS, ERIC HERMAN, MARTIE MOL, HANS VANDENAMEELE, EVA DIERCKX, KAREN SULS, HANNE SCHOOFS, PATRICK COOLEMONT, PETRA DESCHUTTER, ANN DE CLERCQ, CHRISTINE VAN DAMME, ANNELIES MINNE, JOHAN VANCOILLIE, AN HAEKENS EN DATAMANAGER KRIS VANDENBROECKE

Terugkerende opmerking: waarom beperking tot patiënten met diagnose depressie?