Inleiding. Drie taalvormen



Vergelijkbare documenten
Informatieboekje (voor)lezen

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar

Informatie boekje groep 1 en 2

Baby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam!

Informatie boekje groep 1 en 2

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

Informatieavond lezen groep 3. Welkom!

BROCHURE:-LEZEN? JA-GRAAG!-

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Veilig leren lezen Kern 1: ik - maan - roos vis

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is:

Thuis films kijken. Acteurs spelen het verhaal na. de acteur = iemand die voor zijn beroep toneelspeelt of in een film speelt

Praten leer je niet vanzelf

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

Nieuwsbrief groep 3 december 2014

Spellen bij kern 3 Spel 1: Schrijven op je rug Spel 2: Winkeltje spelen Spel 3: Lezen voor het slapen gaan Spel 4: Blijven voorlezen

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Bijlage interview meisje

De Voorleesvogel voor ouders en kleuters. Draaiboek voor de leerkracht

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND

Thema Kinderen en school

Groep 3 : Na een lekkere lange zomervakantie zijn we alweer een poos hard aan het werk. Hieronder vindt u de doelen waar wij in groep 3 aan werken.

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART.

INFORMATIEBRIEF nr.6 VRIENDJES - KIKKER IS VERLIEFD. Aan de ouders van groep 1 en 2

taal portfolio Taalportfolio 9+

Knabbel en Babbeltijd.

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Gastouderbureau MijnGastouderopvang

Spelen met letters. Groep 3

Thema Op zoek naar werk

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Lesbrief 35. AOW aanvragen.

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak b/d-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Stap 1

Wij willen u vragen niet vooruit te gaan werken/oefenen. Er kan dan verwarring ontstaan bij het kind. Wij willen dit graag voorkomen!

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

JUST BE YOU.NL. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen. Marian Palsgraaf -

= een boek met getekende plaatjes. Er staan meestal maar weinig woorden in een prentenboek. = een ander woord voor het gedicht.

DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters

Nieuwsbrief groep 3 oktober 2015

CP3. Naar de basisschool

Huiswerkbeleid op OBS de Zeester. augustus 2014

Kern 4: huis-weg-bos-tak-hut

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs.

Les 35. Een nieuw paspoort

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.

Wat doen jongeren op internet?

1. Hoeveel uur per week zaten jongeren op internet in 2009?

Spelen met prentenboeken - Les en lessuggesties. Groep 1 & 2. Ridder Ratjetoe en de Drakameel

Nieuws. Flits 2 oktober 2013 Jaargang 05 NieuwsFlits 3

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Maart Nieuwsbrief Veilig leren lezen, kern 8. Beste ouders, verzorgers

LESBRIEF: MOL IN DE PUT

Hoe maak ik... Naam: Groep:

SCHRIFTELIJKE TAAL Kerndoel 1: De leerlingen leren lezen voor dagelijks gebruik

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

Adviezen voor het bevorderen van de taalontwikkeling. Afdeling Logopedie

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART.

Nieuwsbrief groep 3 november 2014

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

instapkaarten taal verkennen

De olifant die woord hield

Tekst lezen en vragen stellen

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool

Les 3 - maandag 3 januari De Wilgenstam kleutergroep van meester Jasper

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen.

Voorwoord !!!! Wat heb je nodig?

Leren praten. Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten door horen, zien en doen.

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde

Wegwijzertje. Website: Mail: 15 januari 2016 Nieuwsbrief nummer 9.

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Achtergrondinformatie opdracht 1, module 1, les 1

Kanjerkrant maart 2015

INHOUD. Dit boekje kan je helpen... 8 Hoe gebruik je dit boekje? Wie ben ik? Wat is dyslexie?... 12

Niet tevreden over de samenwerking?

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Voor het eerst naar school

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Sportief Hwagveld. Dinsdag 25 nov 2014

Spreekbeurt, en werkstuk

HOE SCHRIJF JE DAT? Wat moet je doen?

Transcriptie:

Inleiding Uw kind gaat binnenkort naar of zit inmiddels op de basisschool. Vaak horen wij van ouders: Tja, mijn kind zit nu in groep 1 of 2. Het stempelt daar met letters en het bekijkt en luistert naar prentenboeken, maar wat voor activiteiten kan ik thuis met mijn kind doen? En als ik wat doe, doe ik het dan goed? Wat kan ik al wel doen en wat beslist nog niet? Hier vindt u een aantal ideeën en suggesties voor taalactiviteiten die u met uw kind kunt doen.we hopen dat u er samen veel plezier aan beleeft. Drie taalvormen Kinderen krijgen al heel jong met drie taalvormen te maken, namelijk met gesproken taal, met beeldtaal en met geschreven taal. Gesproken taal spreekt voor zich, want kinderen leren op een heel vanzelfsprekende manier praten door de ouders na te doen. Met beeldtaal komen kinderen in aanraking zodra ze naar de tv kijken (tekenfilms), in kranten of boeken kijken (foto s en tekeningen) en op straat om zich heen kijken (uithangborden e.d.). Geschreven taal komen kinderen tegen zodra ze voorgelezen worden en kunnen meekijken naar wat er gedrukt of geschreven staat. Het is belangrijk dat kinderen ervaren wat de mogelijkheden van de drie taalvormen zijn, dat ze gaan snappen wat je er allemaal mee kunt doen.

Leren lezen Leren lezen wordt mogelijk nadat kinderen weten wat de mogelijkheden van geschreven taal zijn en hoe geschreven taal in elkaar zit. Het ene kind begrijpt dit eerder dan het andere kind, hetgeen heel normaal is. Dit kan te maken hebben met aanleg, maar ook met het feit of het een jongen of een meisje is. (Meisjes hebben in het begin een taalvoorsprong!) U kunt het vergelijken met leren praten. Het ene kind leert dit vlot en op heel jonge leeftijd, het andere kind praat nog heel moeilijk als het naar groep 1 van de basisschool gaat. Binnen uw gezin komt u wellicht dergelijke verschillen tussen uw kinderen ook tegen. Betekenis vol leren lezen Wat Leeslijn nastreeft, is het leren lezen vanzelfsprekend te laten volgen op het leren praten. Door veel activiteiten met prentenboeken te doen komen kinderen in aanraking met een combinatie van beeldtaal, geschreven taal en gesproken taal (voorlezen). U kunt dat soort activiteiten thuis ook doen, als u dat leuk vindt.

Voorlezen Voorlezen is belangrijk en kan bovendien heel gezellig zijn. Lees uw kind voor als het daarom vraagt of doe het op een vast tijdstip (bijvoorbeeld voor het slapen gaan) of op een moment dat het zomaar uitkomt. Laat uw kind altijd meekijken in het boek. Het ziet dan wat u leest.als u aan het voorlezen bent, is het nuttig dat u zo nu en dan de tekst bijwijst. Op deze manier ervaart uw kind de leesrichting. Let wel: dit hoeft niet altijd! Wat staat daar? Deze vraag zult u ongetwijfeld wel eens van uw kind horen, bijvoorbeeld als u de krant of een reclamefolder leest. Lees de tekst gerust voor, ook al denkt u: wat heeft zo n jong kind aan die informatie. Uw kind is gewoon nieuwsgierig naar geschreven taal.

Prentenboeken Prentenboeken zijn niet alleen mooi om te bekijken maar ook leuk om uit voor te lezen. Met prentenboeken kunt u op een aantal manieren aan de slag: U leest het boek voor en laat uw kind meekijken. U praat samen met uw kind over de platen, waarbij u vragen kunt stellen als:wat is er op de plaat te zien? Wat zal er nu gebeuren? U laat uw kind spontaan over de platen vertellen en leest daarna de tekst voor; de tekst vult de platen namelijk aan. Bibliotheek Prentenboeken zijn vaak duur. Wist u dat uw kind gratis lid kan worden van de openbare jeugdbibliotheek? In veel jeugdbibliotheken wordt regelmatig aan jonge kinderen voorgelezen, waarna creatieve verwerking plaatsvindt. Samen een boek uitzoeken in de bibliotheek - gezellig!

Praten en luisteren Praten met elkaar en luisteren naar elkaar is heel belangrijk, zeker voor de taalontwikkeling van uw kind. Als u vaak met uw kind praat, leert het veel woorden kennen die het zelf ook zal gaan gebruiken. Uitspraak Spreek altijd duidelijk als u met uw kind praat. Uw kind hoort dan goed wat u zegt en leert goed nazeggen. Als uw kind een woord fout uitspreekt, verbeter het dan niet. Zeg het gewoon nog eens duidelijk voor in een zinnetje. Een voorbeeld: Uw kind zegt: Wat een lekkere chokjela! U antwoordt: Ja, lekker hè, die chocola.

Vertellen U kunt uw kind vragen eens te vertellen wat het die dag heeft beleefd, bijvoorbeeld op school, op gym, op zwemles, enz., maar forceer zoiets niet. Ook u heeft waarschijnlijk niet altijd zin om te vertellen. Heeft uw kind een poster of plaat in haar/zijn kamer hangen? Dan is het leuk om samen over de afbeelding(en) te praten. Uw kind vertelt wat het ziet en u vult aan. Jonge kinderen leren vooral door voor- en nadoen! Vertellen en vragen stellen Heeft u uw kind onlangs een verhaal voorgelezen? Laat het er dan eens iets over vertellen. Weet je nog waar het over ging? Vond je het een mooi verhaal? Laat uw kind onderweg (in auto/bus/tram/trein) eens vertellen wat het ziet. Laat uw kind eens iets vertellen over een tv-programma dat het heeft gezien of over een eigen tekening. U kunt uw kind helpen bij het vertellen door af en toe gerichte vragen te stellen, zoals: Waar was het? Wie waren er bij? Hoe is het gebeurd?

Poppenkast Indien u over een poppenkast beschikt, laat uw kind dan eens met poppen een toneelstukje spelen. U gaat dan natuurlijk kijken! Andersom kan ook: u speelt poppenkast en uw kind (kinderen) kijkt (kijken). Succes verzekerd! Als u geen poppenkast heeft, span dan een laken of slaapzak tussen twee stoelen. Letterklanken Als uw kind vraagt: wat is dat voor een letter? - zeg dan: dat is de rrr (of sss of fff, enz.). Zeg nooit: dat is de er (of de es of de ef ). Zeg bij het spellen van een woord: ggg - rrr - a - sss (gras). Zeg nooit: gee - er - aa - es (gras). Spel eu nooit als twee aparte klanken (e en u), maar zeg gewoon eu (of ei, ie, oei, enz.). Leer uw kind niet het alfabet! Het moet eerst de klanknamen kennen en leren gebruiken.

Schrijven Schrijven is een moeilijke vaardigheid. Probeert u zelf maar eens een aantal Arabische tekens na te schrijven. Die ongewone bewegingen kosten u vast veel moeite, terwijl u als volwassene in staat bent dergelijke bewegingen te maken. Bij jonge kinderen ligt dat anders; zij zijn op grond van hun ontwikkeling vaak nog niet toe aan het schrijven van letters. Bij leren schrijven komt meer kijken dan het vasthouden van een potlood of stift. In groep 1 en 2 wordt het echte schrijven voorbereid door middels van oefeningen, waarbij het meer gaat om soepel bewegen dan om het exact kunnen kopiëren van schrijfpatronen en letters. Schrijven bij een tekening Stimuleer uw kind niet tot schrijven.te vroeg beginnen met schrijven kan later problemen geven.voorlopig kunt u het schrijfwerk zelf verzorgen. Uw kind maakt vast wel eens een tekening. Laat uw kind iets vertellen over de tekening en schrijf dat erbij. Schrijf precies op wat uw kind vertelt en... voorlezen natuurlijk!

Een brief schrijven Samen een brief schrijven aan oma of opa? Leuk! Laat uw kind vertellen wat er in de brief moet staan. U schrijft de tekst op en leest de brief voor. En dan samen naar de post brengen. Misschien komt er wel antwoord! Schrijf het goed Als uw kind beslist zelf wil schrijven, bijvoorbeeld haar/zijn naam, schrijf die dan voor in de juiste lettervormen (zie voorbeelden op bladzij 19 en 20) en gebruik een viltstift. Stimuleer en overdrijf dit echter niet. Vanaf het moment dat uw kind op school begint met schrijven, kunt u daarop aansluiten. Oefen echter alleen die letters waarvan u zeker weet dat uw kind ze kent. Samen kunt u dan woorden maken.

Letters De lettervormen die wij aanbevelen worden zoveel mogelijk in een doorgaande beweging geschreven. Bij kleuters spreken we liever van tekenletters in plaats van schrijfletters. We hebben de letters die ongeveer op dezelfde manier getekend worden, bij elkaar gezet. Bij deze letters wordt bovenaan met de stok begonnen: Bij deze letters wordt ook bovenaan met de stok begonnen. Daarna moet je een stukje terug langs de stok en vervolgens wordt de letter afgemaakt: Bij deze letters wordt eerst het rondje of boogje gemaakt en dan de rest: Bij deze letters wordt gewoon bovenaan begonnen: En de uitzondering

Lettermateriaal Misschien wilt u een set letterstempels of ander lettermateriaal aanschaffen. Zorg er dan voor dat u letters koopt die dezelfde vorm hebben als in het voorbeeld. Let wel: het is niet noodzakelijk dat u lettermateriaal aanschaft. Geen zin... Heeft uw kind absoluut geen zin in taalactiviteiten thuis of vraagt het er niet om, doe het dan ook niet. Laat het gewoon spelen met wat het wil. Word niet te snel ongerust, omdat u denkt dat er iets mis is met uw kind. Forceer uw kind niet tot activiteiten waar het geen zin in heeft. Daarmee doet u meer kwaad dan goed. Let wel: uw kind komt op school met alle aspecten in aanraking.