Welzijn Nieuwe Stijl Harderwijk Op weg naar een sterk welzijnswerk



Vergelijkbare documenten
Welzijn Nieuwe Stijl Harderwijk

Gerry Broersma Opbouwwerker Miks Welzijn, Joure

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

De Wmo Ontwikkelingen en uitdagingen voor de Wmo-raad

Bijlage 3: Overzicht ontwikkelingen

Welzijn nieuwe stijl. Thema-avond gemeenteraad Geldermalsen. 19 oktober 2010 Marjon Breed

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Welzijn Nieuwe Stijl Schoonhoven. Eric Lagendijk december 2011

Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017

Samen voor een sociale stad

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen?

DOEN WE HET IN ARNHEM

Cliëntenperspectief op de compensatieplicht

Deze tijd vraagt om creativiteit

WMO Rotterdam. Van verzorgingstaat naar - stad en - straat

Manifest. voor de intensieve vrijwilligerszorg

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net

De slimste route? Vormgeven toegang

Gluren bij de 3D buren Een kijkje in het huis van sociaal werk

Andere trajecten: Andere decentralisatieopgaven en aanpalende trajecten

Geef inhoud aan gemeentelijk beleid

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

Samenwerken aan welzijn

Noorden veldwerker. Zorg. De Noordenveldwerker Wegwijzer in welzijn, wonen en zorg. Brochure Noorderveldwerker.indd :26

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

Wmo en de professional

Toekomst welzijnsbeleid in Apeldoorn. Kadernota Welzijn, Vrijwilligerswerk & Mantelzorg

Productbeschrijving Wmo contract 2016

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Module Samen met jongeren nadenken over werken en leren voor Sociale Wijkteams

Welkom. Presentatie wijkteams in de gemeente Leeuwarden en hoe zij de financiële hulpverlening hebben ingericht

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein

Bouwstenen voor Burgerkracht. Dag van de transities, 19 november 2014 Helga Koper en Lydia Sterrenberg

Het verhaal van Careyn Het Dorp

Integrale wijkaanpak voor kwetsbare ouderen

Nieuwe arrangementen. Workshop 5

Inspiratiediner Wij in de Wijk. Bora Avric, Senior Adviseur Movisie

Eén. contract. Eén. opdracht. Eén. missie. Meer dan 100 partners Meer dan 1000 professionals

Notitie Velsen, vervolg Welzijn Nieuwe Stijl

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Inleiding. Hoofdstuk 1. Wijkgericht werken: wat en waarom.

De Wmo en de decentralisaties

Visie op de vernieuwing van het sociaal domein in de gemeente Nijkerk. Iedereen telt en doet mee

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017

Eigen Regie Maakt Zorg Beter

Informeel Delen van Ervaringen en Expertise IDEE 13 mei

t Marheem is een brede welzijnsinstelling die gemeentelijk beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning uitvoert.

Workshop Introductie Wmo. Lesprogramma. Ontwikkelingen

De toekomst van de Wmo. De visie van Participe op zorg en welzijn in de wijk

Workshop Krimpcafe XL Maatwerk op lokaal niveau. Jaap Ikink. 12 juni 2014

Werkplan. Versie 30 september 2015

Gemeente Geldermalsen. Naar een vitale 1 samenleving Visie op de veranderingen in het sociale domein

Mezzo Advies Verordening WMO 2015

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda

MEE DOEN / Pagina 1

Ook de wensen en eisen aan de professionele organisaties veranderen door de kanteling.

Strategisch Communicatieplan Meedoen in Alblasserdam Augustus 2013

Uitgelicht: Adviezen participatieraad Asten Bijlage 4

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers ,

Signalering en zorgcoördinatie bij begeleiding in de Wmo voor specifieke groepen

Geachte lezer, Anne-Corine Schaaps directeur

eflectietool Reflectietool Reflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen

Betekenis voor beroepsonderwijs

Participatieverslag Nieuw & Anders

De Wmo en de decentralisaties

Kadernota Wmo Dit is eigen kracht in Hattem!

Participatiewiel: een andere manier van kijken

Op weg naar een andere vorm van welzijnswerk

CONCEPT. Startdocument. AWBZ begeleiding

WAT ZIJN DE UITGANGSPUNTEN

Een hoop nieuwe verantwoordelijkheden. Decentralisaties in het Sociaal Maatschappelijk Domein

Model Beroepsprofiel Cliëntondersteuner voor mensen met een beperking

Speerpunten en kwaliteitscriteria Bijzondere Subsidieverordening Ondersteuning Mantelzorg en Vrijwilligerswerk Amsterdam

Verbeteren door vernieuwen en verbinden

De Kanteling in de Wmo. Drechtraad 4 oktober 2011

Onderwerpen. Wat is kantelen? Waarom kantelen? Kantelen doen we samen Stip aan de horizon

Raadsvoorstel. Onderwerp: Vrijwillige inzet in Velsen

RIBW werkt in & met sociale wijkteams

Korte schets over wat de Kanteling inhoudt, samenhang met Welzijn Nieuwe Stijl Kanteling in beleid en verordening Kanteling in de uitvoering

Zienn gaat verder. Jaarplan 2014

Het Signalerend. Toegankelijke. Activerende. Netwerk

SAMEN AAN ZET Bouwen op eigen kracht in Leudal

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen?

Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving. Breed Welzijn s-hertogenbosch. Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

ECSD/U Lbr. 14/010

Nieuwe taken naar gemeenten. de mens centraal. 21 mei 2012

Wmo-werkplaats Twente. Scholingshandleiding voor cursist en trainer. Samenwerken met vrijwilligers

VISIE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING BOEKEL, LANDERD, SINT-OEDENRODE UDEN EN VEGHEL

Bijlage 2 Factsheet en ontwikkelagenda gemeente Ridderkerk

Mezzo memo. Betreft : Het keukentafelgesprek, visie en uitgangspunten Van : Mezzo Bijlage 1 : Het keukentafelgesprek in de praktijk

wonen met zorg vanuit een nieuw perspectief

Startnotitie. Vrijwilligerswerk Vrijwilligers maken het verschil! Versie: 21 april

Visie Jongerenwerk Leidschendam-Voorburg

Themabijeenkomst Keuzes in het kader van de drie transities. 1 september 2014

Van theorie naar de dagelijkse praktijk van de Wmo, De Kanteling en Welzijn Nieuwe Stijl in Wielwijk

Verslaglegging bijeenkomst voor informatie en opinie op 13 september 2011 van uur tot uur

De welzijnskoers Gemeente Roermond - afdeling Welzijn 2013

Transcriptie:

Op weg naar een sterk welzijnswerk Behorende bij de Wmo nota 2012-2015 Gemeente Harderwijk, Maatschappelijke Dienstverlening Veluwe Stichting Algemene Hulpdienst Stichting Welzijn Op Mat Stichting Welzijn Ouderen Partoer CMO (adviseur namens ministerie van VWS). Reacties mailen naar: a.lotfolahian@harderwijk.nl

Inleiding De Welzijn en Zorg sector zijn volop met modernisering bezig. Ook de gemeente als opdrachtgevers is daarmee bezig. De afgelopen jaren is in beleidsdocumenten een focus waar te nemen op decentralisatie en op het stimuleren van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van burgers. Een belangrijke beleidslijn is dat er meer aandacht zou moeten zijn voor initiatieven die door de burger en hun organisaties zelf worden ontplooid; er dient een nieuwe balans tussen overheid en civil society te worden gecreëerd, waarbij vooral wordt ingezet op initiatieven in de directe omgeving van de burgers. Van burgers wordt de komende jaren meer eigen initiatief gevraagd. Zorg voor de naasten en het belang van vrijwilligerswerk nemen toe. Van belang is dat mensen elkaar kunnen ontmoeten. Preventie, zelfredzaamheid en zelfregie, participatie, zorg voor elkaar en sociale samenhang. De doelen van de Wmo zijn de kerncompetenties van Welzijn. Geen enkele andere werksoort kan op vergelijkbare wijze de bindende functie vervullen die nodig is om de Wmo te realiseren. Welzijn doet dit door het vroegtijdig signaleren, benoemen en oplossen van problemen van burgers en samenleving. Welzijn draagt daardoor in belangrijke mate bij aan het voorkomen dat problemen verergeren, waardoor later in het proces zwaarder hulp of zorg moet worden ingezet. Dit idee vorm de basis van de decentralisatie van taken richting de gemeenten. De transities met accent op extramurale begeleiding: De decentralisaties extramurale begeleiding, wet werken naar vermogen en jeugdzorg zorgen ervoor dat gemeenten verantwoordelijk worden voor alle niet medische ondersteuning aan mensen. De gemeenten krijgen te maken met nieuwe, vaak relatief zware zorgvragen. De visie van het kabinet achter deze maatregelen, is dat zij toe wil naar een kleine, slagvaardige en dienstverlenende landelijke overheid. Het is de bedoeling om zorg en ondersteuning dicht bij de mensen door gemeenten te laten organiseren; de lokale overheid kent de burger goed en op lokaal niveau kan de gemeente beleidsterreinen doelmatig met elkaar verbinden. De decentralisaties bieden de kans om integrale oplossingen te bedenken voor burgers met een relatief zware ondersteuningsvraag. Beperkingen die het huidige systeem kent en regels die innovatie beperken (kwaliteitseisen, indicatieregels, tarieven) worden zoveel mogelijk vereenvoudigd. Vanaf 2013 wordt de extramurale begeleiding overgeheveld vanuit de AWBZ naar de Wmo. Het gaat in Harderwijk om 644 cliënten, waarvan 63 met indicatie Bureau Jeugdzorg. Deze overheveling gaat gepaard met circa 5% bezuinigingen (op circa 7 miljoen euro). Er is hierbij geen rekening gehouden met stijgingen in 2011/2012 alhoewel het aantal dementerenden en chronisch zieken toeneemt. Het aanbod, zoals dat nu onder de AWBZ wordt verleend, kan dus niet één op één worden overgenomen. En dit is ook niet wenselijk. Gemeenten zoeken naar integrale, doelmatige oplossingen met het accent op de eigen kracht van mensen en wat zij nog wél kunnen. Dat geldt ook voor de beide andere decentralisatieprocessen die momenteel gaande zijn (Jeugdzorg en Wet werken naar vermogen). En hier ligt ook een belangrijke verbinding met Welzijn Nieuwe Stijl Er is momenteel een grote diversiteit aan aanbieders, doelgroepen en aanbod. In de AWBZ worden zes groepen onderscheiden (met tussen haakjes landelijke aantallen, cijfers CIZ): 2

Ouderen met somatische of psychogeriatrische problematiek Volwassenen met psychiatrische problematiek Mensen met een verstandelijke beperking Mensen met een zintuiglijke beperking Mensen met een lichamelijke of chronische ziekte Jongeren met psychiatrische problematiek en opvoed- en opgroeiproblemen. Het gaat om mensen met matige tot zware beperkingen voor wat betreft: Sociale redzaamheid Bewegen en verplaatsen Probleemgedrag Psychisch functioneren en/of Geheugen- en oriëntatiestoornissen. Begeleiding omvat onder de AWBZ bijvoorbeeld het ondersteunen bij, of oefenen met vaardigheden of handelingen. Ook worden mensen ondersteund bij het aanbrengen van structuur of het voeren van regie over hun leven. Een andere vorm van ondersteuning is het overnemen van toezicht op de cliënt. Onderscheid kan worden gemaakt tussen individuele begeleiding en groepsbegeleiding. Waar raakt de transitie extramurale begeleiding Welzijn Nieuwe Stijl? Al genoemd zijn: beleidsterreinen doelmatig verbinden en integrale oplossingen. Maar het gaat ook om de wijze waarop het krachtprincipe vorm krijgt, waar meer specifiek informele zorg meer dan nu een rol speelt, preventie en hoe meer dan nu collectieve voorzieningen in plaats van individuele begeleiding kunnen worden ingezet. Bij doelmatig verbinden en integrale oplossingen op cliëntniveau gaat het om: afspraken maken over vroegsignalering, gebruik maken van de keukentafelgesprekken die al hebben plaatsgevonden 1 en het komen tot arrangementen voor meerdere diensten/producten. Doelmatig verbinden betreft ook de infrastructuur. Denk aan dagbesteding WMO en beschut werken Wwnv. Aansluitend daarop gaat het ook om de inzet van meer collectieve voorzieningen. Het regelen van de administratie komt bij individuele begeleiding regelmatig voor en dat is wellicht inpasbaar bij budgetbeheer. Met Welzijn worden harde maatschappelijke problemen opgelost die hoge collectieve kosten met zich meebrengen. Daarbij gaat het om het oplossen van minder zichtbare problemen, zoals eenzaamheidsbestrijding, voorkomen dat de mantelzorgers overbelast raken of het helpen van vrouwen om in veiligheid te leven zonder angst voor geweld in een afhankelijkheidsrelatie. 1 Als cliënt A het gesprek voert met de ouderenadviseur dan kan daarin ook begeleiding en individuele voorzieningen integraal onderdeel vanuit maken. Is compensatie begeleiding/voorziening nodig, dan zal voor zwaardere gevallen indicatiestelling door klantmanager WMO volgen en het besluit in ieder geval door de gemeente. 3

En het oplossen van meer zichtbare problemen. Welzijn kan schooluitval tegengaan, overlast van hangjongeren beperken of verloedering van buurten en wijken verminderen. Welzijn draagt op deze wijze naast het oplossen van genoemde problemen ook bij aan de beheersing van collectieve uitgaven van bijvoorbeeld ouderenzorg, jeugdzorg, bijstand of justitie. Ook al is de meerwaarde van Welzijn moeilijk te meten, zeker in tijden van bezuiniging is het noodzaak om resultaten te kunnen kwalificeren of zelfs in geld uit te drukken. Welzijn moet deze test kunnen doorstaan. Wat kost het, wat levert het op? Dat zijn daarom vragen die ook het welzijnswerk steeds meer bezighouden. Welzijn Nieuwe Stijl In aanleg kan welzijn veel betekenen en veel wordt ook al waargemaakt. Echter, er is nog wel een belangrijke slag te slaan om deze lijn van vernieuwing voort te zetten en te versterken. De gemeente zal duidelijkere afspraken moeten maken met de uitvoerende welzijnsinstellingen over de realisatie van de lokale politiek vastgestelde doelen en organisaties en professionals zullen de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl richtinggevend laten zijn voor hun inzet. Het zal professionals ook meer bevrediging schenken als ze er meer resultaat van zien. Om deze stap te zetten kent Welzijn Nieuwe Stijl een drietal hoofddoelstellingen, namelijk Gemeenschappelijker: Gemeente is een visie op doelen aan ontwikkelen die ze met de Wmo wilt bereiken, op de inzet van het welzijnswerk daarbij en de te bereiken maatschappelijke doelen. Professioneler/ Effectiever: Deze doelstelling richt zich enerzijds op organisaties, maar ook op gemeente als opdrachtgever. Aanbieders zullen hun welzijnsaanbod afstemmen op de visie van de gemeente en de vraag van de Harderwijkse burger. De gemeente stuurt de maatschappelijke partners beleidsrijker aan. Resultaatgericht betekent dus niet sturen op producten en diensten maar op resultaten en waar mogelijk op maatschappelijke effecten. Efficiënter: Welzijn Nieuwe Stijl helpt ons om de ingesleten gewoontes terug te dringen om voor elk individueel probleem een individuele oplossing te bieden. In Welzijn Nieuwe Stijl staan collectieve arrangementen, vroegtijdig en preventief ingrijpen en de eigen kracht van burgers en hun sociale netwerken voorop. Programma Welzijn Nieuwe Stijl (VWS, VNG, MOgroep). Het stimuleringsprogramma Welzijn Nieuwe Stijl richt zich op twee speerpunten, namelijk de kwaliteit/professionaliteit van het welzijnswerk en de relatie tussen de gemeente en het welzijnswerk. Het programma Welzijn Nieuwe Stijl ondersteunt gemeenten en instellingen bij de bredere invulling van de Wmo en stimuleert dat de Wmo daadwerkelijk in al haar facetten wordt gerealiseerd. Het Stimuleringsprogramma Welzijn Nieuwe Stijl hanteert als uitgangspunt dat er geen blauwdrukken zijn voor de wenselijke verandering op lokaal niveau, mar dat maatwerkoplossingen lokaal ontwikkeld worden door de gemeente en instellingen. Onderdeel van de werkwijze van het programma is om het leren van elkaar te bevorderen. Het project is lokaal gericht en legt de nadruk op concrete lokale verbeteringen. Bestaande kennis uit lopende trajecten zoals De Kanteling, aangevuld met kennis uit het veld wordt vertaal naar concrete handvatten voor gemeente en instellingen. Met De Kanteling wordt een nieuwe invulling van het compensatiebeginsel in de Wmo gegeven waarbij de gemeente en Harderwijkse burgers met elkaar in gesprek gaan, de vraag van de burger breed benaderd wordt en eigen kracht centraal staat. Dit heeft als doel de participatie van mensen met een beperking te stimuleren en hun betere kansen bieden om mee te doen aan de samenleving. 4

In de loop van 2010 zijn de vier Harderwijkse welzijnsorganisaties: Maatschappelijke Dienstverlening Veluwe, Algemene Hulpdienst, Welzijn Op Maat, Stichting Welzijn Ouderen en de gemeente in gesprek geraakt over de manier waarop in Harderwijk de opdracht rond Welzijn Nieuwe Stijl opgepakt zou kunnen worden. In reactie op de aankondiging van de stimuleringsregeling WNS van het ministerie is besloten van deze gelegenheid gebruik te maken om een impuls te geven aan dit gesprek. De wens was om tot een gezamenlijk visie op Welzijn Nieuwe Stijl te komen, zodat daarmee de gezamenlijke aanpak versterkt zou kunnen worden. De aanvraag werd in eerste instantie niet toegekend. In het voorjaar van 2011 zijn vertegenwoordigers van de welzijnsorganisaties wel gezamenlijk naar een congres rond dit thema gegaan, als een gezamenlijke stap in het proces van visievorming. In de zomer van 2011 werd duidelijk dat er toch externe ondersteuning beschikbaar gesteld werd en is gestart met een serie gesprekken. Dit resulteert in de onderstaande gezamenlijke uitwerking van de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl. Uiteindelijke doel is te komen tot gezamenlijke vernieuwende activiteiten die duidelijk herkenbaar het karakter van Welzijn Nieuwe Stijl dragen. Veel van de ideeën over Welzijn Nieuwe Stijl komen waarschijnlijk vertrouwd over. Ze worden al in de praktijk gebracht, is vaak de reactie. Maar nog vaker worden alleen met de mond beleden. Welzijn Nieuwe Stijl is minder vanzelfsprekend dan wellicht op het eerste gezicht lijkt. Doelen 1. Het verbeteren van de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer tussen gemeente en welzijninstellingen. 2. Het verbeteren van de kwaliteit en professionaliteit van het welzijnswerk. De acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl Kwaliteit welzijnswerk vertaald in acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl. De gemeente wil sturen op en de Welzijnsinstelling zorgen voor. De eerste twee bakens zijn gericht op de vraaganalyse. Baken 3,4 en 5 hebben te maken met organisatie van aanbod. Baken 6 en 7 geven richting aan de werkwijze. Het laatste baken is randvoorwaardelijk. De acht bakens zijn bedoeld om richting te geven aan het denken, het discussiëren en dialoog en het maken van afspraken tussen alle betrokkene partijen en natuurlijk het handelen. Zowel voor de Welzijnsorganisaties als voor de gemeente: Voor de Welzijnsorganisaties geven de acht bakens de gewenste richting aan voor het verbeteren van de kwaliteit en de professionaliteit. Het gaat dan steeds om de professionaliteit in relatie tot burger. Voor de gemeente fungeren de acht bakens als ijkpunten waaraan opdrachten aan uitvoerende organisaties kunnen worden getoetst én hun handelen na het verlenen van de opdracht. De acht bakens zijn niet altijd en overal tegelijkertijd van kracht, het zijn geen strenge, elkaar uitsluitende categorieën. Het is duidelijk dat een professional niet zorgvuldig de vraag achter de vraag kan onderzoeken en er tegelijkertijd onvervaard op af gaan. En natuurlijk is de professionele handelingsautonomie niet onbegrensd, maar wordt beperkt door de bestuurlijke keuzes van de gemeente en de gemaakte resultaatafspraken met de welzijnsorganisaties. 5

1. Gericht op de vraag achter vraag De vraag van de burger staat centraal, niet het aanbod van professional of organisatie. Burger en professional werken samen aan vraagverheldering en zoeken samen uit wat de kern is van de vraag. Niet u vraagt, wij draaien, geen claimgedrag, bredere blik nodig om problemen echt op te lossen, essentie is samenwerken aan oplossingen, open houding, luisteren. Niet alleen individuele vragen maar ook collectief Het keukentafelgesprek 2. Direct er op af Niet alle burgers stellen hun vraag, wellicht wel een behoefte. Professionals benaderen actief die burgers die geen ondersteuning willen of niet weten hoe ze die moeten organiseren 3. Gebaseerd op eigen kracht van de burger Uitgangspunten zijn de eigen mogelijkheden van de burger Ondersteuning loopt van licht naar zwaar: faciliteren, ondersteuning, interveniëren, beschermen Eerst mogelijkheden van informele zorg gebruiken, dan pas formele zorg door professionals inzetten 4. Formeel en informele zorg in optimale verhouding Verbeteren samenwerking tussen informele en formele zorg 5. Doordachte balans van collectief en individueel Eerst mogelijkheden van collectieve welzijnarrangementen inzetten, dan pas individuele voorzieningen 6. Integraal werken Uitvoering richt zich op integrale, samenhangende aanpak van probleem van de burger Uitvoerende organisaties werken samen aan gezamenlijke probleemoplossing Gemeente maakt in de opdrachtverstrekking samenhangende aanpak mogelijk 7. Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht Welke probleem willen we oplossen? Gemeente formuleert opdrachten in termen van prestatie en resultaat, ook rekenen we af op basis van prestaties en resultaten. Het beoordelen en het meten van resultaten op basis van objectieve indicatoren en beleidsdoelstellingen. Synergie tussen sociaal beleid, sociale infrastructuur en sociale professionals. 8. Gebaseerd op ruimte voor de professional Professionals beschikken over de juiste kennis en vaardigheden (w.o outreachend werken) Professionals zijn ondernemend Professionals krijgen ruimte, hun competenties zijn richtinggevend voor de uitvoering 6

Een speerpunt van Welzijn Nieuwe Stijl is het verbeteren van de kwaliteit van het welzijnswerk. Een bijzonder belangrijk aandachtspunt in de uitvoering van de praktijk van Welzijn Nieuwe Stijl is de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Uit het programma van het ministerie van VWS wordt er nagedacht over de verhouding tussen de gemeenten, als opdrachtgevers voor de vernieuwing van het welzijnsbeleid, en de welzijnsorganisaties, als opdrachtnemers van de uitvoering van het gemeentelijk beleid. Het verbeteren van die relatie, het helder definiëren van rollen en posities, het maken van afspraken over doelen en inzicht in de effecten is een belangrijke voorwaarde voor het slagen van Welzijn Nieuwe Stijl op lokaal niveau. Daarnaast is het van belang dat de werkelijke potentie van de Wmo op de juiste wijze wordt benut. De vraag is echter op welke wijze dit het beste en meest effectief kan worden vormgegeven. Dit is een vraagstuk op maat voor iedere gemeente en afhankelijk van het aantal aanbieders van welzijn met wie de gemeente een samenwerkingsrelatie aan wil gaan. In de Harderwijkse situatie geeft de gemeente aan vooralsnog niet met andere partijen, dan de bestaande organisaties in Harderwijk, in zee zal gaan. In de relatie sfeer is dit erg positief te noemen en kunnen de partijen zich richten op de inhoud van de ontwikkelingen Welzijn Nieuwe Stijl als bijdrage voor de WMO nota van Harderwijk. Is het mogelijk dat (een vorm van) publiek private samenwerking meerwaarde leveren? Het ministerie van VWS heeft in haar programma het onderdeel rol van de opdrachtgever en de rol van de opdrachtnemer opgenomen als een belangrijk speerpunt van ontwikkeling op lokaal niveau. In de samenwerking is het goed om te kijken vanuit het perspectief van publiek private samenwerking te kijken naar opdrachtgever en opdrachtnemerschap Welzijn Nieuwe Stijl. Wat is de meerwaarde van de nieuwe invulling van het begrip(pen) bij het opdrachtgeverschap rond welzijn en draagvlak voor innovatie. De vernieuwing van welzijn binnen de Wmo is bij veel gemeenten een actueel thema. Dit in combinatie met de 3 transities ( AWBZ, Jeugdzorg, Wet werken naar vermogen) waar de gemeenten voor komen te staan in relatie tot de WMO. Daarnaast spelen de bezuinigingen bij gemeenten een grote rol en kan vooral de verduidelijking van de posities van de partijen een vernieuwende blik geven op de samenwerking die opnieuw ontwikkeld moet gaan worden. Daar met elkaar hier aan te gaan werken hebben alle partijen de hoop dat deze ontwikkelingen inzichten geven voor een vernieuwde kijk op het (inrichten van) opdrachtgeverschap binnen Welzijn Nieuwe Stijl. Om hiermee een bijdrage te leveren aan gemeenten voor de transitie naar Welzijn Nieuwe Stijl, het stimuleren van ondernemerschap en innovatie van welzijn in het kader van de Wmo. Welzijnswerk ondersteunt Harderwijkers op diverse terreinen bij hun zelfredzaamheid en bij het meedoen in de maatschappij (participatie). Dit doet zij voor Harderwijkers die daarbij een steuntje in de rug goed kunnen gebruiken. Het kan hier gaan om mensen die zich in kwetsbare situatie bevinden vanwege hun gezondheid, hun inkomen of sociale netwerk. Het welzijnswerk werkt daarbij samen met vele vrijwilligers. Ook ondersteunt en begeleidt zij deze vrijwilligers. Welzijn kent vele verschijningsvormen die vaak gemeentespecifiek zijn. Een eerste blik, zonder volledig te willen zijn, levert activiteiten in verschillende vormen. Zie tabel 1 voor de activiteiten. 7

Welzijns activiteiten Welzijns activiteiten Vrijetijdsbesteding Informatie, advies en ondersteuning Sport en beweging Activiteiten voor 55+ers Peuterspeelzalen Professionele hulp bij diverse problemen Maaltijdservice uit & thuis Diensten door vrijwilligers Dagbesteding, dagopvang en nachtopvang Vrijwilligerswerk: vacatures en informatie Jongerenwerk/ straathoekwerk Exploiteren buurtcentra Klussendienst Ondersteuning wijkcentra Scholing en begeleiding allochtone inwoners Activiteiten gerelateerd aan schuldhulpverlening Bovenstaande tabel is ter illustratie. Kan worden aangevuld naar de Harderwijkse situatie Voorbeelden van activiteiten van welzijn De praktijk bestaat uit een grote diversiteit aan activiteiten, doelgroepen en beleidsdoelen. In algemene wordt er gesteld dat Gemeenten werken bij het opstellen en uitvoeren van het beleid samen met meerdere maatschappelijke organisaties die zijn ingebed in de lokale sociale infrastructuur. Dit geldt in grote mate ook voor Harderwijk. Het welzijnswerk is mede hierdoor inhoudelijk en strategisch complex te noemen. Gemeenten zijn daarbij verantwoordelijk voor het ontwerpen van het welzijnsbeleid en voor de regievoering op de uitvoering van de welzijnsorganisaties. Met de invoering van de Wmo en het programma Welzijn Nieuwe Stijl staat het welzijnswerk meer dan ooit in de schijnwerpers. Maar tegelijkertijd ook zwaar onder druk. Er is grote behoefte aan professioneel welzijnswerk, dat niet alleen heldere prestaties levert maar ook waar voor haar geldt biedt in de context van de WMO. Hier ontstaat dan ook direct het probleem: veel welzijnswerk is preventief, ondersteunend en interventies hebben pas op de langere termijn of indirect een effect. Om deze effecten inzichtelijk te maken is voor het Welzijnswerk erg lastig en een hele opgave. De grote diversiteit aan activiteiten in de praktijk van het welzijnswerk en de lokale inbedding spelen hierbij een grote rol. Landelijk gezien is er in beperkte mate sprake van standaardisatie. Dit wil zeggen dat ieder gemeente zijn effecten zal moeten gaan meten die er zijn behaald op het terrein van Welzijn. 8

Gaat het om de output en hoe zit het met de outcome! Gekeken naar de huidige praktijk focussen veel gemeenten (als subsidieverstrekker) vooral op de output van welzijnswerk (bijvoorbeeld gerealiseerde uren, aantal contacten). Dit is ook een ontwikkeling die de afgelopen jaren is ingezet. Echte effectmeting lijkt nog een brug te ver. In de drang om te komen tot meetbare afspraken is het afspreken van output ( het directe resultaat van de inspanning ) al snel het maximaal haalbare. Hiermee blijft de outcome (het bereiken van gewenste maatschappelijke effecten) buiten beeld. Een ongewenst bijeffect is dat de focus op output de professionele autonomie van de professional beknot, terwijl dit in het bereiken van de juiste outcome een doorslaggevende factor is. De vakbekwaamheid van de professional is van doorslaggevende betekenis om goed in te spelen op de problemen van de burgers. Er gaan geluiden op om meer te focussen op outcome. De branche zelf geeft aan dat de vraag naar effectmeting legitiem en noodzakelijk is. Daarbij denkt men aan het ontwikkelen van methoden om resultaten transparanter te maken, zoals: certificering; Social Return On Investment (SROI); Evidence based werken; (is het uitvoeren van een handeling door een beroepsbeoefenaar op zo'n wijze dat de uitvoering is gebaseerd op de best beschikbare informatie over doelmatigheid en doeltreffendheid) Effectieve interventies; Registreren en verantwoorden. Implementatie van Welzijn in de Wmo Welzijn is een integraal onderdeel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en haar prestatievelden. Toch lijken dit soms aparte werelden, zowel in beleid als in organisatie op gemeentelijk- en Rijksniveau. De uitdaging is om te ontschotten en welzijn te implementeren in de Wmo. De vernieuwing van welzijn, zoals beoogd binnen Welzijn Nieuwe Stijl, moet gaan plaatsvinden in een zich ontwikkelende Wmo. We zien binnen de Wmo een kanteling in de invulling van de compensatieplicht en de wijze van dienstverlening waarbij de behoefte van de inwoner centraal staat. De Wmo breidt ook uit. Overheveling van onderdelen uit de AWBZ, de provinciale Jeugdzorg en de Wet werken naar vermogen zijn op dit moment speerpunten binnen alle gemeenten. Deze drie transities veroorzaken veel reuring bij gemeenten waarbij afspraken met lokale welzijnspartijen soms naar het 2 e plan verdwijnen. Dit moet plaatsvinden met het gegeven dat het financiële kader waarbinnen de gemeente kan acteren onder druk staat of komt te staan. Dit levert een complex vraagstuk op, maar ook een kansrijk moment voor innovatie en ondernemerschap. We zien dat gemeenten worstelen met dit actuele vraagstuk en zoeken naar de juiste route. Als gemeenten niet in staat zijn tot innovatie, het stimuleren van ondernemerschap en een integrale aanpak binnen haar Wmo-beleid, zullen de (nieuwe) wettelijke taken onbetaalbaar blijken. Gemeenten kunnen immers niet langer, zoals bij veel gemeenten is gedaan bij de overheveling van huishoudelijke zorg, het ontstane landelijke aanbod (bijvoorbeeld op het gebied van begeleiding) adopteren en 1 op 1 overnemen. Er ligt een uitdaging om met dezelfde of minder middelen meer te bereiken, in lijn met de (politieke) keuzes van de gemeente. Het is de vraag of het relevant is of het beïnvloeden van de relatie opdrachtgever opdrachtnemer een bijdrage kan leveren aan innovatie en ondernemerschap van welzijn binnen de Wmo. Voor deze opdracht staat op dit moment Harderwijk. 9

In Harderwijk wordt er een start gemaakt met de volgende zaken: a. Er zijn actuele discussies over het inzichtelijk maken van maatschappelijke effecten en het werken met tastbare resultaten op lokaal niveau b. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor (her)inrichten van de maatschappelijke steunstructuur. Welzijn (Nieuwe Stijl) moet hierin geïmplementeerd worden c. Er is sprake van een kantelende Wmo. Gemeenten willen compensatieplicht verder invullen en vormgeven. Nieuwe uitbreidingen binnen de Wmo zijn aanstaande d. Beleidsmatig bouwen van verbindingen tussen preventie, signalering, maatschappelijke ondersteuning, welzijn en formele en informele zorg. Dit zowel vanuit inhoudelijk als financieel oogpunt. e. De kunst zal zijn om de beleidsontwikkeling zo concreet te maken dat de inwoner en zijn/haar behoefte centraal staat en niet de structuur (noodzaak van ontschotting). Aandacht voor de komende tijd om uit te werken in deze werkgroep: 1. Invulling opdrachtgeverschap door gemeente Harderwijk 2. Invulling opdrachtnemerschap door Welzijnsinstellingen (en de positie) Aandachtpunten Bevorderen transitie/ beleidsinnovatie en ondernemerschap Eerst outcome dan output Toelichting Traditionele vormen van subsidiering zijn in meer of mindere mate statisch en beperkend. De toekomst vraagt om ruimte, zowel in de relatie tussen gemeente en de welzijnsorganisatie(s) als ook voor de professional. Dit moet nieuwe (integrale) beleidsoplossingen mogelijk maken waarbij ondernemerschap kansen biedt voor welzijnsorganisaties. In de huidige praktijk is een zoektocht aan de gang naar mogelijkheden om beleidseffecten meer centraal te stellen. De zoekrichting hierbij is een doorontwikkeling 10

Aandachtpunten Ruimte voor de professional Aansluiten op lokale situatie: wijken, buurten, dorpen of stadsdelen. Toelichting van BCF. Tegelijkertijd is de constatering dat het moeilijk is om bij het maken van afspraken en de verantwoording achteraf verder te komen dan output. De doorontwikkelde BCF systematiek kan hiermee beperkend werken als er geen goede analyse is gedaan van het beleidsprobleem en de factoren die van invloed zijn. De bestaande praktijk is te denken in prestaties, producten of activiteiten. Dit betekent enerzijds het risico van (over)regulering en administratieve lasten en anderzijds kan dit creativiteit en ruimte voor de professional verregaand inperken. Het afgesproken product is leidend in plaats van een maatschappelijk gewenste interventie. De huidige praktijk kent veelal grotere welzijnsorganisaties. Een omslag naar een kleiner schaalniveau zoals wijken en buurten vraagt een andere focus. De focus zou minder institutioneel gericht moeten zijn, maar meer operationeel: Wat moet er gebeuren in deze wijk? en: Wie is daar de aangewezen partner voor? Faciliteren focus op verbinden De constatering is dat een cultuuromslag binnen gemeenten en welzijnsorganisaties nodig is. Gemeenten zullen samenhang in relevante beleidsterreinen (cultuur, sport, veiligheid, maatschappelijke ontwikkeling) 11

Aandachtpunten Toelichting moeten aanbrengen. De relatie opdrachtgever opdrachtnemer kan afdwingen dat de gemeenten meer integraal gaan denken (ontkokering), bijvoorbeeld door samenhang aan te brengen in afspraken met partijen. Efficiency en kostenbesparing De herbezinning op de relatie opdrachtgever opdrachtnemer kan efficiency en kostenbesparing bewerkstelligen. Door opnieuw na te denken over afspraken, partners en beoogde oplossingen kan de gemeente inefficiëntie in de bestaande situatie aanpakken of goedkopere oplossingen zoeken. Ervaring opdoen met evidence based werken Bron: Notitie Buro NHM De causaliteit tussen het bereiken van een beoogd maatschappelijk effect en de ingezette interventies zou prominent onderdeel van evaluatie moeten zijn. In de huidige praktijk wordt er vaak niet inhoudelijk teruggekeken naar de mate van effectbereiking. Koersen op de acht bakens Van betrokkenheid tot concrete actie komen voor activiteiten en initiatieven t.b.v. lokale wensen en noden van onderlinge hulp en andere vrijwillige inzet. Harderwijkers die zelf uitvoering geven aan operationeel buurt of wijkpunt, als informatiepunt voor sociale vragen, als signaleringspunt voor onderlinge hulp en als doorgeefluik voor verdergaande professionele zorg en hulp waarna op eigen kracht verder kunnen varen. Doelstelling Ontwikkelen en opstellen van een gezamenlijke visie op het Welzijnswerk in Harderwijk aan de hand van de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl. Het visiedocument dient tevens als input voor de Nieuwe WMO nota van de gemeente Harderwijk. 12

Organisatie Gemeente Harderwijk, Maatschappelijke Dienstverlening, Stichting Algemene Hulpdienst, Stichting Welzijn Op Maat en Stichting Welzijn Ouderen in Harderwijk met ondersteuning van externe adviseur. In de werkgroep worden de perspectieven van lokale partners onderkent en gewisseld. Beoogde resultaat Het project moet resulteren in een lokale professionaliseringsagenda Welzijn Nieuwe Stijl en het spreken van meer eenzelfde taal. Vervolg Aansluiting zoeken bij de ontwikkeling op aanpalende beleidsterreinen (de kanteling Wmo, Vrijwillige Inzet, Wijkaanpak enz.) 13

Bijlagen Bijlage 1: Gemeente Harderwijk De uitgangspunten van de gemeente Harderwijk in haar nieuwe Wmo-beleid sluiten aan bij die van Welzijn Nieuwe Stijl. De gemeente Harderwijk vindt het belangrijk dat de problemen vroegtijdig worden gesignaleerd en dat mensen de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. De gemeente Harderwijk wil de samenwerking tussen professionals en welzijnsorganisaties blijven stimuleren en daar waar nodig verder faciliteren. De gemeente Harderwijk zet daarom in op preventie, laagdrempelige voorzieningen waar de Harderwijkers elkaar kunnen ontmoeten, multidisciplinaire samenwerking en integraal werken. Voor de burgers die niet in slagen om op eigen kracht te participeren wordt een passend vangnet aangeboden. De 8 bakens Welzijn Nieuwe Stijl 1. Gericht op de vraag achter de vraag De vraag van de burger, niet het aanbod van de instellingen staat centraal (uitgangspunt). Inventariseren van wensbeeld (onderzoek, enquêtes, interviews, bijeenkomsten) Als de vraag ondersteund wordt door objectieve cijfers zal er iets met de vraag worden gedaan. Professional en burger werken samen aan vraagverheldering en zoeken samen uit wat de kern is van de vraag (aan keukentafelgesprek) Welzijnactiviteiten sluiten zo nauw mogelijk aan bij de behoefte en wens van de Harderwijkers. Activiteiten zijn gericht op preventie en vroegtijdige signalering Scholing ter bevordering van herkenen van signalen in een vroeg stadium Niet alleen individuele vragen maar ook collectief Het keukentafelgesprek, wie heeft aan de tafel regie, wie is waar en waarvoor verantwoordelijk? Niet noodzakelijke wijs door gemeente organiseren Stimuleren eigen initiatief van welzijnsorganisaties en ondernemerschap 2. Eigen kracht van burger Uitgangspunt zijn de eigen mogelijkheden van de burger. Maatschappelijke ondersteuning loopt op van licht naar zwaar: faciliteren, ondersteunen, interveniëren, beschermen. De mogelijkheden van burgers en hun sociale netwerk [tot zover aanwezig] gebruiken en indien afwezig een netwerk creëren Eigen kracht vanuit sportverenigingen/ organisaties stimuleren Aanbod voor speciale doelgroepen stimuleren Ruimte bieden voor eigen motivatie 14

3. Direct er op af Niet alle burgers stellen hun vraag (vraagverlegenheid) Welzijnswerkers benaderen de buurtbewoners actief Outreachend werken Bij bepaalde signalen zal er per definitie direct opgetreden worden door instanties om veiligheidsproblemen te voorkomen. 4. Formeel en informele zorg in optimale verhouding Verbetering samenwerking tussen formele en informele zorg Informele zorg zichtbaarder in de samenleving Burenhulp stimuleren, faciliteren, mobiliseren Stimuleren krachtige eerste lijn (verbinding cure, care en welzijn): herkenbaar, laagdrempelig en activerend. Zinvolle ontmoetingen stimuleren (je helpt iemand die je kent) Eerst mogelijkheden van informele zorg gebruiken, dan pas formele zorg door professionals inzetten. De aard van de doelgroep, de hulpvraag: zorg is anders dan welzijn De aard van de activiteit en de rol (complexiteit) De intensiteit van de vraag/behoefte De draagkracht van het sociale netwerk Grensaspecten: juridische, persoonlijke, rationele, functionele. 5. Doordacht balans van collectief en individueel Eerst mogelijkheden van collectieve welzijnsarrangementen inzetten, dan pas individuele voorzieningen 6. Integraal werken Uitvoering richt zich op integrale samenhangende aanpak van problemen van de burger Integrale benadering binnen het sociale (Harderwijkse) netwerk van buurt, school, verenigingsleven, werk Samenwerking tussen de verschillende partijen op het gebied van wonen, zorg, welzijn en gezondheid stimuleren en versterken. Taken en verantwoordelijkheden van de welzijnsorganisaties in de prestatieafspraken helder beschrijven Bestrijden van versnippering, bundelen van krachten In Harderwijk stemmen de maatschappelijke partners hun activiteiten op elkaar af Samenwerken met welzijnsorganisaties icm sportverenigingen en wijkagent De kunst van Welzijn Nieuwe Stijl beheersen Stimuleren eigen initiatief van welzijnsorganisaties en ondernemerschap Integraal werken werkt onder regie van de gemeente. 15

7. Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht 8. Gebaseerd op ruimte voor professional Gericht op maatschappelijk rendement Gericht op maatschappelijk effect Beleidsdoelen zoveel mogelijk SMART formuleren Concrete cijfers benoemen afgezet tegen subjectieve metingen (leefbaarheidmonitor) Duidelijk communiceren, ook nee zeggen wanneer nodig, geen hoop blijven geven. Professionals beschikken over de juiste kennis en vaardigheden (w.o outreachend werken) Professionals zijn creatief, initiatiefrijk en ondernemend Stimuleren eigen initiatief van welzijnsorganisaties en ondernemerschap Professionals krijgen ruimte, hun competenties zijn richtinggevend. Bijlage 2: Maatschappelijke Dienstverlening Veluwe De 8 bakens Welzijn Nieuwe Stijl 8 Bakens Wat voor jouw organisatie! Gericht op de vraag achter de vraag MDV werkt in haar hulpverlening veel/voornamelijk met het kortdurend oplossingsgericht werken, waarbij voortdurend de doelen van de cliënt als uitgangspunt gesteld worden voor het gesprek. En daarbij helpt de maatschappelijk werker om de vraag te verhelderen voor de cliënt zelf. MW-ers zijn dus al vrij sterk gericht op de vraag achter de vraag, maar blijft goed om scherp op te blijven. Gebaseerd op de eigen kracht van de burger Eigen kracht is het uitgangspunt zijn van iedere hulpverlening. Daarbij nu vooral specifiek focus leggen op het bewaken en bevorderen van eigen regievoering en het inschakelen van eigen netwerk. 16

Direct er op af Wij voeren op dit moment het merendeel van de hulpverleningsgesprekken op eigen kantoor en doen met enige regelmaat huisbezoeken (bijvoorbeeld standaard bij school maatschappelijk werkers door op scholen te werken en ouders van kinderen ook thuis te bezoeken). Wij willen nog meer aansluiten op de leefwereld van mensen vanuit de gedachte dat we daarmee mogelijk nog meer vroegtijdig bij belemmeringen in kunnen springen en escalatie van problematiek voorkomen. Formeel en informeel in optimale verhouding Wij werken zo veel mogelijk samen met vrijwilligers en vrijwilligersorganisatie daar waar problematiek dat toelaat. Zie bijvoorbeeld de samenwerking rondom Schuldhulpverlening ( FenS ). In Apeldoorn experimenteren wij met intensievere vormen van begeleiding door vrijwilligers, waarbij MDVeluwe vooral deskundigheid heeft in de intensievere begeleiding die nodig is voor het inzetten van vrijwilligers zwaardere zorgvragen. Doordacht balans van collectief en individueel MDVeluwe verzorgd al vele jaren waar mogelijk ook begeleiding in groepsverband ( groepswerk ). Insteek is hierbij naast efficiëntie ook het helpende element van herkenning bij lotgenoten in te zetten. Indruk is dat dit vanuit ministerie vooral ingevuld is met het oog op WMO voorzieningen die standaard individueel worden verstrekt op dit moment, terwijl dat in de basis eerst collectief zou moeten. 17

Integraal werken Een maatschappelijk werker kijkt bij iedere hulpvraag naar het systeem als geheel met de verschillende leefgebieden in samenhang (wonen, werken, leven, leren). Een probleem wordt dus niet geïsoleerd bekeken en opgepakt. Bij het signaleren van een hulpvraag en bepalen wat er nodig is voor mensen om om te gaan met de belemmeringen die ze ervaren, moet (steeds meer) integraal gekeken worden naar de verschillende mogelijke ondersteuningsvormen. Wij zouden graag gaan werken in integrale buurt/wijkteams met verschillende disciplines die een taak hebben in de buurt/wijk, vanuit de gezamenlijke taak om mensen in hun leefomgeving te ondersteunen en faciliteren. Zie hiervoor het voorstel dat eerder is verspreid bij de werkgroep leden. Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht Mensen zijn en blijven verantwoordelijk voor hun eigen leven en moeten daar ook op aangesproken worden als zij die verantwoordelijkheid niet nemen of zelfs verstorend zijn voor de samenleving als geheel. Wij zijn in gesprek met de gemeente om in de toekomst onze subsidie-afspraken te gaan maken op het niveau van het maatschappelijk effect/rendement waaraan moet worden bijgedragen (bijvoorbeeld voorkomen overlast, voorkomen schooluitval, etc.). Wij bevragen cliënten bij afronding van hun begeleiding nu ook al op hun beleving van het rendement van ons werk. Gebaseerd op ruimte voor de professional Er moet een duidelijk mandaat liggen bij een wijkteam om bij problemen ook daadwerkelijk dingen te kunnen regelen en niet weer te verzanden in onnodige bureaucratie van indicatiestelling (wat je nu aantreft in bijvoorbeeld WMO voorzieningen, Jeugdzorg, AWBZ). De nadruk moet (blijven) liggen op het handelen van de professional en niet verschuiven naar het verantwoorden van het handelen (registratie en rapportage). 18

Bijlage 3: Algemene Hulpdienst Harderwijk Wat betekenen de 8 Bakens Welzijn Nieuwe Stijl voor jouw organisatie?: Algemene Hulpdienst Harderwijk. Visie: Preventie Vangnet Specialiseren naar andere groepen Versterken van de Netwerken 8 Bakens Wat betekent dit! Wat voor jouw organisatie! Gericht op de vraag achter de vraag Gebaseerd op de eigen kracht van de burger Samen met de bewoners richten wij ons op de werkelijke vraag in plaats van dat het aanbod de vraag stuurt. Wij gaan eerst na wat de burger zelf kan (met behulp van de directe omgeving) en bepalen daarna of verdere ondersteuning nodig is. Het is de basis van de dienstverlening van de AHD, en de werkmethode van onze organisatie. Het Lokaal Steunpunt Mantelzorg werkt op deze manier. Het is een onderdeel van AHD en komt op voor de belangen van mantelzorgers, organisaties die mantelzorgers ondersteunen en lokale en regionale organisaties die vrijwilligers in de zorg inzetten. Bij het Steunpunt kan men terecht voor steun, informatie en advies. Binnen de vrijwilligerszorg krijgen we er steeds meer oog voor en er wordt voorzichtig geëxperimenteerd binnen bepaald hulpaanbod met vrijwilligers en uitbouwen informeel netwerk van aanvragers. De trend is dat de begeleiding van vrijwilligers steeds intensiever wordt omdat steeds meer maatwerk gevraagd wordt. Aansluiten bij capaciteiten van de vrijwilligers speelt hierbij een belangrijke rol. Naast investering in zorgvuldige intake, begeleiding na matchen en training. 19

Direct er op af Wij benaderen ook mensen die niet om ondersteuning kunnen, durven of willen vragen! Dit is geen basis functie van de organisatie. Mensen/klanten komen zelf naar ons toe. Wij werken op basis van vragen (50% via verwijzers) die bij ons binnenkomen. Onze organisatie werkt dus in principe vraaggericht. Signaleren door vrijwilliger speelt een belangrijke rol. Vandaaruit kan wel aangesloten worden op direct er op af, door bijv. hulpverlening erop af te sturen. Formeel en informeel in optimale verhouding Wij zoeken samen met de burger naar de ideale verhouding voor de toekomst tussen formele hulp en ondersteuning vanuit het sociale netwerk van de burger. Mezzo schrijft een stuk over de positionering van vrijwilligers in zorg & welzijn. Met de invoering van de wmo zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor de ondersteuning van mantelzorgers en de coördinatie en begeleiding van vrijwilligers in zorg en welzijn. Deze notitie biedt een handreiking bij het omgaan van de veranderingen in de informele zorgsector. Met het doel om de specifieke rol van de zorgvrijwilliger te borgen. De grens tussen formeel en informeel is een spanningsveld bij het inzetten van vrijwilligers. Deze ontwikkeling vraagt van de informele zorg om zich helder te positioneren. Niet in alle gevallen kan namelijk hulp ingezet worden. Sommige hulp die geleverd wordt door gezinsleden wordt gezien als gebruikelijke zorg, terwijl dit niet gevraagd kan worden van vrijwilligers. Dit is een knelpunt. Ook kan de problematiek van de hulpvrager dermate complex zijn dat er geen vrijwilliger ingezet kan worden. Dan dient het vraagstuk zich aan: wat doet de vrijwilliger en wanneer wordt er een professional ingeschakeld. Waar leg je de scheidslijn! Doordacht balans van collectief en individueel Algemeen als het kan, speciaal als het moet. Algemene hulpdienst werkt voornamelijk individueel en probeert mensen weer te betrekken bij de samenleving. Door inzet van vrijwilligers van individueel (vrager) naar collectief (de buurt en wijk waarin ze leven en wonen) Die balans wordt altijd gezocht. 20

Integraal werken Wij werken samen met de zorg en woningcorporaties om tot een samenhangend en volledig pakket van ondersteuning te komen, waarin regie geregeld is. Als Algemene Hulpdienst zijn wij wel genoodzaakt om integraal te werken, vaak is de hulp aanvullend. Op casusniveau is dit dan ook al realiteit en wordt met organisaties samengewerkt. Knelpunt hierbij: als gevolg van de verkokering is het systeem in de thuissituatie niet altijd dekkend te krijgen. Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht Producten en prestaties zijn niet meer leidend. Het gaat om het maatschappelijk rendement, oplossen van gezamenlijke vraagstukken. Dit is al de insteek van de AHD. Bij de intake wordt bijv. altijd gekeken naar de vraag achter de vraag, zodat gewenst resultaat bereikt wordt. Gebaseerd op ruimte voor de professional Kennis, ervaring en vaardigheden van de professional krijgen ruimte. Dit is essentieel en vormt de basis voor het werk. Geldt voor de betaalde medewerker én ook voor de vrijwilliger. De professional moet in de gelegenheid zijn om de vrijwilligers goed te faciliteren. Alle thuishulp wordt geboden door vrijwilligers. Daarbij is het uitgangspunt dat in principe iedereen vrijwilliger kan zijn. De Algemene Hulpdienst steekt vanuit oogpunt kwaliteit met name in op een zorgvuldige intake, begeleiding en matching van vrijwilligers & hulpvragers. Afhankelijk van het type vrijwilligerswerk kunnen eisen gesteld worden aan de vrijwilliger (zoals doorlopen training, bepaalde vaardigheden en representativiteit). 21

Bijlage 4: Welzijn Op Maat Welzijn Op Maat Invulling van de acht bakens 1. Gericht op de vraag achter de vraag Aansluiten op problemen en noden van burgers is een mogelijkheid, maar moet aangevuld worden met het zoeken naar mogelijkheden en kansen; Het luisteren naar bewoners en de vraag achterhalen gebeurd door gesprekken aan te gaan (voorbeeld Mensen maken de Straat); Activiteiten zijn vraaggericht en niet aanbodgericht, en worden georganiseerd/vinden plaats met participatie van bewoners; Flexibiliteit wordt genoemd om goed op de vraag te kunnen anticiperen. 2. Eigen kracht van de burger Zoeken naar talent, kwaliteit en deze inzetten; Wat kan men zelf, heeft men al gedaan om een situatie te verbeteren of te veranderen?; Positie van de professional wordt nog meer ondersteunend en faciliterend. 3. Direct er op af Niet op kantoor, maar zichtbaar in de wijk zijn; Kracht moet zijn dat mensen worden bereikt die vanuit zich zelf geen initiatief durven nemen; De inzet is probleemoplossend, maar ook verbindend en overbruggend ( burgerkracht); Niet wachten tot een situatie escaleert, maar preventief en integraal oppakken van verantwoordelijkheden. 4. Informele zorg versus formele zorg Informeel neemt toe, ondersteun informele netwerken; Afbouwen van professionele ondersteuning naar zelfredzaamheid en informele ondersteuning; Creëren sociale netwerken, probleemgericht maar zeker ook preventief. 5. Doordachte balans van collectief en individueel Zoveel mogelijk draagvlak zoeken om samen een probleem op te lossen of kans op te pakken; Er is samenhang en afstemming, zo min mogelijk individueel, juist kansen en problemen koppelen in een collectieve benadering. 6. Integraal werken Samenwerken tussen professionals, verantwoordelijkheden delen, wel duidelijke afspraken over taak en inzet en afbakening; Burger weet waar hij zijn moet, wordt niet van het kastje naar de muur gestuurd; Mandaat van andere instellingen: Gebruik elkaar competenties; 22

Minder overleg, maar duidelijke lijnen en bevoegdheden. 7. Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht 8. Gebaseerd op ruimte voor de professional Kwaliteitscyclus van Deming (Plan-do-check-act); Stel integraal doelen op in de vorm van te bereiken maatschappelijke effecten; Hoe meten we participatietrajecten van bewoners op hun maatschappelijk effect?; Zorg voor balans in resultaatgerichtheid en oog voor het proces dat burgers doormaken. Vrije ruimte om ad hoc op een situatie te reageren, back up te faciliteren, innovatief te zijn; Competenties en methodieken bepalen de speelruimte van de professional; Niet teveel opgelegde protocollen. Bijlage 6: SWO Harderwijk De uitgangspunten van de SWO zoals verwoord in het Visieplan 2010-2014 sluiten nauw aan bij Welzijn Nieuwe Stijl. Kernbegrippen uit dit Visieplan (dat overigens geschreven is vóór dat er sprake was van Welzijn Nieuwe Stijl) zijn: Welzijn Ouderen in heel Harderwijk Informatie en advies op nieuwe leest geschoeid. Vrijbaan voor de vrijwilliger. (Beroep op de eigen verantwoordelijkheid van burgers op het actief mee-doen in de locale samenleving.) Onderstaand mijn bijdrage (namens de SWO) in het kader van de discussie over Welzijn Nieuwe Stijl in Harderwijk. De 8 bakens Welzijn Nieuwe Stijl 1. Gericht op de vraag achter de vraag Dat is uitgangspunt bij de ontwikkeling van de Wijkhuizen. Niet het aanbod van de SWO is leidend maar de vragen die zich voor doen. Daarbij worden de vraagstellers zelf betrokken, uitgedaagd, iets met de betreffende vraag te doen. Training vrijwillige gastvrouwen/ mannen van de Wijkhuizen op de vraag achter de vraag. Is al jaren de werkwijze van de (vrijwillige) ouderenadviseur. Advies en informatiefunctie gezamenlijk oppakken door de drie welzijnsorganisaties. Wijkhuizen kunnen daar een centrale rol in vervullen. Project de Stem gericht op de oudere Turkse mannen en vrouwen werkt ook zo. 2. Eigen kracht van burger Is het basisprincipe van de Wijkhuizen. De rol van de professional is ondersteunend (en eventueel voorwaardenscheppend) aan activiteiten van de burger. Zie ook de aanpak in Stadsdennen. Enige hulp bij starten filmclub maar nu een volledig zelfstandige club (die deel uit maakt van de wijkvereniging en niet van de 23

SWO). Soms inventariserende bijeenkomst voor ouderen om de wensen te achterhalen. 3. Direct er op af In principe is de SWO vraaggericht. Als er echter signalen zijn dat er bij iemand iets aan de hand is bijvoorbeeld van de maaltijdbezorgers gaat vaak de ouderenadviseur er op af. 4. Informele zorg versus formele zorg Daar waar formele zorg zich steeds meer terugtrekt op echte zorg ontstaat er ruimte voor informele zorg, dus welzijn. SWO heeft een tweetal huiskamerprojecten voor licht dementerenden. De bedoeling is dat het ook in andere Wijkhuizen (Zeebuurt en Stadsweiden) gaat plaats vinden. Dit kan uitgebreid worden richting andere doelgroepen. De ouderenadviseur heeft dit ook als uitgangspunt. Waar mogelijk wordt in overleg met AHD informele zorg geregeld. Hierbij speelt ook steeds het spanningsveld zoals Carla dat verwoordt in haar bijdrage. 5. Doordacht balans van collectief en individueel Door de Wijkhuizen is het mogelijk sneller verbindingen te leggen in de wijk. Daardoor meer mogelijkheden voor collectieve arrangementen. 6. Integraal werken Integraal werken op wijkniveau. De Wijkhuizen kunnen daar een spilfunctie in vervullen. Afstemming tussen Wijkhuizen gebeurt door het team (3) van ouderenwerkers. 7. Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht 8. Gebaseerd op ruimte voor professional Uiteraard is dit één van de uitgangspunten voor de SWO. Een punt is dit kader is wel dat er experimenteerruimte moet zijn. Projecten slagen niet altijd, of soms maar half. Het resultaat kan dus lager uitpakken dan oorspronkelijk bedacht. Het omgekeerde kan echter ook. Zie bijvoorbeeld het wijkhuis Drielanden dat in een jaar tijd vrijwel 100% bezet is. Het gaat niet alleen om ruimte voor de professional maar ook voor de vrijwilligers (!!) Professionals en vrijwilligers in de Wijkhuizen krijgen veel eigen ruimte. Het is hun toko, waar zij zich mee moeten kunnen identificeren. 24