ADVIES. in het geding tussen: [Verzoekers], wonende te [woonplaats], verzoekers, gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout

Vergelijkbare documenten
ADVIES. Het oordeel van de Commissie is reeds bij brieven van 10 oktober 2018 aan partijen meegedeeld.

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt

ADVIES. Stichting C, gevestigd te C, het bevoegd gezag van basisschool D te C, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. N. Stommels

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder

Geschil over toelating leerling. De school heeft onvoldoende invulling gegeven aan haar onderzoeksplicht. ADVIES

ADVIES. Stichting B, gevestigd te Houten, het bevoegd gezag van C, verweerder gemachtigde: de heer mr. S.G. van der Galiën

ADVIES. de Stichting voor openbaar primair onderwijs E, gevestigd te B, het bevoegd gezag van F te B, verweerder

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school.

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van D, verweerder

School moet de ouder erop wijzen dat voor het vinden van een andere passende school haar medewerking nodig is. ADVIES

Bezwaar toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs is ongegrond, omdat de school handelingsverlegen is geworden.

ADVIES. [verzoekster], wonende te [woonplaats], moeder van [de leerling], verzoekster, gemachtigde: [naam gemachtigde]

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te [woonplaats], gemachtigde: mevrouw mr. A. Post

Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering.

Geschil over verwijdering. Het besluit is redelijk omdat de school niet kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling.

Het verzoek is niet-ontvankelijk omdat er (nog) geen sprake is van een situatie die op één lijn is te stellen met verwijdering.

ADVIES. de Stichting C, gevestigd te B-Zuidoost, het bevoegd gezag van de C (de school), te B Zuidoost, verweerder

ADVIES. D, gevestigd te B, het bevoegd gezag van C te E, een school voor speciaal basisonderwijs, verweerder

ADVIES. de Stichting B, gevestigd te L, het bevoegd gezag van C, een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs, verweerder

Praktijkschool heeft onvoldoende voldaan aan zijn plicht om een andere school bereid te vinden de leerling toe te laten.

ADVIES. in het geding tussen: [verzoekster] en [verzoeker], wonende te [woonplaats], verzoekers, gemachtigde: mevrouw mr. F.M.

ADVIES. [Verweerder], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school] te [vestigingsplaats], verweerder

School mag een leerling niet verwijderen als speciaal onderwijs aangewezen is en er geen tlv voor speciaal onderwijs is afgegeven.

ADVIES. [het schoolbestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school], verweerder gemachtigde: de heer mr. J.A.

ADVIES. Stichting [verweerder], gevestigd te Tiel, het bevoegd gezag van basisschool [de school] te [vestigingsplaats], verweerder

ADVIES. 1. Verzoekster is de moeder van F. F heeft vanaf zijn vierde jaar tot en met groep 5 onderwijs gevolgd op basisschool J, te K.

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van F, verweerder

ADVIES. C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van de school voor speciaal onderwijs E, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

ADVIES. in het geding tussen: de heer en mevrouw [klagers], wonende te [woonplaats], verzoekers, gemachtigde: mevrouw mr. A.M.T.

geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school.

ADVIES. F, Stichting voor Katholiek Onderwijs, gevestigd te G, het bevoegd gezag van E, verweerder

ADVIES. [Bestuur], het bevoegd gezag van [school1] te [vestigingsplaats], verweerder gemachtigde: mevrouw mr. C.F.J.

ADVIES. [het schoolbestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school], verweerder

ADVIES. C., gevestigd te B, het bevoegd gezag van D, een school voor mavo en vmbo te B, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. A.C.M.

Geschil over verwijdering twee leerlingen. School en ouders hebben geen vertrouwen meer in elkaar. Het verwijderingsbesluit is redelijk.

Toelating van leerling met ontwikkelingsachterstand onvoldoende onderzocht. ADVIES

ADVIES. Stichting [verweerder], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school] te [vestigingsplaats],

in het geding tussen: de heer A en mevrouw B, wonende te C, de heer D, wonende te E, mevrouw F, wonende te G, verzoekers

De verwijdering is redelijk is omdat de school niet meer kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling ADVIES

ADVIES. de D, gevestigd te E, het bevoegd gezag van basisschool F te C, verweerder

klacht tegen samenwerkingsverband over onvoldoende dekkend onderwijsaanbod ongegrond omdat gebrek aan dekkend aanbod nog niet gebleken is

SAMENVATTING ADVIES. het College van Bestuur van D, gevestigd te E, het bevoegd gezag, verder te noemen verweerder

SAMENVATTING. de heer A, wonende te B en mevrouw C, wonende te D, hierna te noemen verzoekers gemachtigde: mevrouw mr. A.M.T.

Geschil over verwijdering leerling met visuele beperking. De school heeft de resterende ondersteuningsmogelijkheden onvoldoende onderzocht.

ADVIES. de Stichting D, gevestigd te C, het bevoegd gezag van school E, verweerder gemachtigde: de heer mr. C.J. Verhaart

ADVIES. 1) Verzoekster is de moeder van L. L zit vanaf groep 1 op E (hierna: de school). Het schooljaar zit hij in groep 5.

ADVIES. de heer [verzoeker] en mevrouw [verzoekster], wonende te [plaatsnaam], verzoekers gemachtigde: de heer mr. R.F. Bakker

School mocht leerling verwijderen omdat de ondersteuning die de leerling nodig had niet geboden kon worden.

SAMENVATTING Geschil over toelating leerling tot regulier gymnasium; VO

ADVIES. Het oordeel van de Commissie is op 16 mei 2018 toegezonden aan partijen.

ADVIES. in het geding tussen: de heer A en mevrouw B, wonende te C, verzoekers, gemachtigde: mevrouw mr. S.M. Depmann

ADVIES / advies d.d. 25 juli 2018 pagina 1 van 7

ADVIES. de heer [klager] en mevrouw [klaagster], wonende te [plaatsnaam], verzoekers, gemachtigde: mevrouw mr. M.J. Zennipman

Ontwijken zorgplicht door proefplaatsing af te spreken, zonder de leerling aan te laten melden, is in strijd met Wet passend onderwijs.

De Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas.

ADVIES. Stichting B, gevestigd te Z, het bevoegd gezag van J media en vormgeving, verweerder

ADVIES. Stichting C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van basisschool E (verder: de school), verweerder

Geschil over verwijdering. Een reguliere basisschool mag een leerling vanwege fysiek grensoverschrijdend gedrag verwijderen.

ADVIES. het College van Bestuur van D, het bevoegd gezag van E, gevestigd te M, verweerder

in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

de C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van openbare basisschool D te B, verweerder

Reguliere school voor voortgezet onderwijs mocht leerling met extra ondersteuningsbehoefte die lang thuis heeft gezeten, weigeren.

ADVIES. in het geding tussen: A en B, wonende te X, verzoekers,

ADVIES. in het geding tussen: [bezwaarden], wonende te [woonplaats], bezwaarden gemachtigde: de heer mr. C.J. Driessen

Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring

Geschil over verwijdering leerling. Het staat onvoldoende vast dat de school de leerling geen passend onderwijs meer kan bieden.

De ondersteuningsbehoefte van de leerling rechtvaardigt de afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs.

ADVIES. [het samenwerkingsverband], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder

ADVIES. de [het bestuur] te [vestigingsplaats] het bevoegd gezag van [de school], verweerder

ADVIES. de Stichting C, gevestigd te L, het bevoegd gezag van de D te H, verweerder

mevrouw [verzoekster] en de heer [verzoeker], wonende te [woonplaats], verzoekers, gemachtigde: mevrouw I. de Groot

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te Y, verzoekster, de Stichting B, gevestigd te Z, het bevoegd gezag van C te M, verweerder

ADVIES. Stichting C, gevestigd te K, het bevoegd gezag van D te K (de school), verweerder gemachtigde: mevrouw mr. I.A. Hoen

Toelaatbaarheidsverklaring praktijkonderwijs is onverenigbaar met gelijktijdige toelating tot vmbo. ADVIES. in het geding tussen:

ADVIES. de Stichting D, gevestigd te C, het bevoegd gezag van de school voor speciaal onderwijs (so) E te C, verweerder

de Stichting C, gevestigd te Q, het bevoegd gezag van D, locatie E te P, verweerder

ADVIES. [bezwaarden] wonende te [woonplaats], bezwaarden, gemachtigde: mevrouw mr. H. Mauritz

ADVIES. het College van Bestuur van C, het bevoegd gezag van D, gevestigd te E, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. R.D. Harteman

ADVIES. in het geding tussen: Stichting [bezwaarde] te [vestigingsplaats], bezwaarde. [Samenwerkingsverband], te [vestigingsplaats], verweerder

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van D te B, verweerder

AD V I ES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, hierna te noemen verzoekster

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H.

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [bezwaarde], wonende te [woonplaats], gemachtigde: de heer mr. O.F.X. Roozemond

ADVIES. [bevoegd gezag], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [school], verweerder

ADVIES. de Stichting C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van de school voor E te D, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. I.A. Hoen

ADVIES. [bevoegd gezag], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [school 1], verweerder gemachtigde: mevrouw mr. M.

ADVIES. de heer A en mevrouw B, wonende te D, verzoekers, gemachtigde: de heer mr. W. Brussee, voor deze mevrouw mr. M. Scholtes

Klacht tegen vso-school over niet aanvragen ontheffing van verplichte uitschrijving van een leerling die 20 jaar is geworden.

ADVIES. in het geding tussen: de heer [verzoeker], wonende te [woonplaats], verzoeker, gemachtigde: mevrouw mr. A.M.T. Wigger

ADVIES. in het geding tussen: [bezwaarden], wonende te [woonplaats], bezwaarden gemachtigde: de heer S. van der Veen

ADVIES. 1. Verzoekers zijn de ouders van C, geboren op 10 november C is bekend met Cerebrale Parese.

Permanente uitsluiting van toegang tot de reguliere lessen zonder een verwijderingsprocedure te starten, is niet toegestaan.

ADVIES. in het geding tussen: Mevrouw [verzoekster], wonende te [woonplaats],

ADVIES /advies d.d. 14 november 2018 pagina 1 van 5

ADVIES. Stichting D, gevestigd te O, het bevoegd gezag van de school, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. B.T. Brouwer

Geschil over verwijdering. De feitelijke situatie is gelijk te stellen met verwijdering. ADVIES

SAMENVATTING Geschil over toelating leerling tot mavo; VO

ADVIES. de heer A en mevrouw B, wonende te K, verzoekers, hierna te noemen bezwaarden gemachtigde: mevrouw mr. A.M.T. Wigger

ADVIES. [bevoegd gezag], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [school], verweerder gemachtigde: mevrouw mr. G.J.

Thuisplaatsing van een leerling wordt aangemerkt als een voorgenomen verwijdering. ADVIES

Transcriptie:

108622 - Geschil over toelating leerling. Een toelaatbaarheidsverklaring voor cluster 3-onderwijs betekent niet dat elke school in dat cluster de leerling kan toelaten. ADVIES in het geding tussen: [Verzoekers], wonende te [woonplaats], verzoekers, gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout en [Verweerder], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van de school voor voortgezet speciaal onderwijs (vso) [de school] (hierna: de school), verweerder gemachtigde: mevrouw mr. N. Dietvorst 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Op 9 februari 2019 en aangevuld op 22 maart 2019, hebben verzoekers aan de Commissie een geschil voorgelegd over de beslissing van verweerder van 31 december 2018 om [leerling] niet toe te laten tot de school. Verweerder heeft op 13 maart 2019 een verweerschrift ingediend en aangevuld op 21 maart 2019. De mondelinge behandeling van het geschil vond plaats op 26 maart 2019 te Utrecht. Verzoekers waren op de zitting aanwezig. Zij werden bijgestaan door de gemachtigde, die vergezeld werd door mevrouw T. Beerta, stagiair. Namens verweerder waren aanwezig op de zitting [voorzitter] College van Bestuur, [directeur] van de school en voormalig adjunct-directeur van de school. Zij werden bijgestaan door de gemachtigde. De Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO [vestigingsplaats] (verder: het samenwerkingsverband), werd ter zitting vertegenwoordigd door [voorzitter] College van Bestuur. 2. DE FEITEN 1. Verzoekers zijn de ouders van [leerling]. [Leerling] is geboren op [geboortedatum] 2009. 108622/ advies d.d. 23 april 2019 pagina 1 van 5

2. [Leerling] heeft als kleuter 2 jaar onderwijs gehad op een reguliere basisschool. Daarna is [leerling] in verband met taal-spraak-problematiek in augustus 2015 gestart bij [ondersteuningsbureau], cluster-2 onderwijs op [school1], in groep 3. 3. In november 2016 is door [school2], een instelling voor jeugdgezondheidszorg, bij [leerling] een stoornis vastgesteld in het autistisch spectrum (ASS), in de vorm van PDD- NOS. En daarnaast een gemengd receptieve-expressieve taalstoornis en ADHD. 4. Sinds mei 2017 volgt [leerling] geen onderwijs meer op [school1], maar hij staat daar nog wel ingeschreven. 5. [Leerling] nam tussen september 2017 en januari 2018 deel aan het onderwijs bij een tussenvoorziening van het samenwerkingsverband [swv1], waar hij drie uur per dag onderwijsgerelateerde opdrachten kreeg. 6. Vanaf juni 2018 bekostigt het samenwerkingsverband via [ondersteuningsbureau] voor [leerling] bij [huiswerkinstituut] drie keer per week één uur huiswerkbegeleiding. 7. Op 2 juli 2018 is door het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring (tlv), cluster 3 afgegeven voor [leerling]. De tlv heeft een looptijd tot 31 juli 2021. 8. Op 24 oktober 2018 melden verzoekers [leerling] aan op [de school] (ZMLK) te [vestigingsplaats]. [De school] is de enige cluster-3 school binnen de regio van het samenwerkingsverband. 9. Op 4 en 17 december 2018 heeft het bevoegd gezag van [de school] overleg gevoerd met verzoekers over de mogelijkheid van een proefplaatsing. Dit voorstel is gedaan per brief d.d. 6 december 2018. Ook stelt het bevoegd gezag op 19 december 2018 aanvullende vragen aan verzoekers (onder andere over de diagnose van [leerling]). Op 20 december 2018 hebben verzoekers deze vragen beantwoord. 10. Op 31 december 2018 besloot verweerder onder andere op grond van onderzoeksresultaten van [school1] van 18 mei 2017 [leerling] niet toe te laten tot de school. 3. STANDPUNTEN VAN PARTIJEN Standpunt verzoekers Verzoekers stellen dat het bevoegd gezag ten onrechte weigert om [leerling] als leerling in te schrijven op de school. Verzoekers voeren daartoe aan dat uit het onderzoek van [school2] naar voren is gekomen dat het totaal IQ van [leerling] geen betrouwbare weergave is van de cognitieve mogelijkheden van [leerling]. De gedragsproblemen die uit observaties naar voren zijn gekomen zijn het gevolg van de plek in de klas waar [leerling] zat en zijn voorts een gevolg van overbelasting. Er is geen sprake van een zelfstandig probleem van [leerling]. [De school] kan in hoge mate individueel onderwijs aanbieden; de kans op slagen voor [leerling] op deze school, die bovendien kleine groepen van 12 leerlingen kent, is daarom groot. Tevens is de school dichtbij huis. Dat [leerling] bekend is met autisme is geen probleem. De school kent deze problematiek. Op de school hebben alle kinderen een verstandelijke beperking met bijkomende problematiek. Het schoolondersteuningsprofiel vermeldt ook dat alle kinderen met een tlv cluster 3 in principe toelaatbaar zijn. [Leerling] is leerbaar en een shadow, mits pedagogisch geschoold en mits goed ingezet, zou zeker helpen. Verzoekers hebben geen bezwaar tegen een objectieve observatie. Maar dat betekent observatie 108622/ advies d.d. 23 april 2019 pagina 2 van 5

door iemand van buiten de school, bijvoorbeeld vanuit [school2]. Tot slot stellen verzoekers dat [de school] niet heeft voldaan aan haar zorgplicht, door [leerling] niet door te verwijzen naar een andere school. Standpunt verweerder [De school] kan geen aan [leerling] bieden. Het onderwijs op [de school] is gespecialiseerd voor kinderen met een matige tot ernstige verstandelijke beperking in plaats van kinderen met forse gedragsproblematiek zoals [leerling]. Zo blijkt uit een rapportage van de onderwijsconsulent dat [leerling] geen klassikaal onderwijs kan volgen, ook niet met inzet van een shadow. Bovendien twijfelt verweerder aan de haalbaarheid van de inzet van een shadow, waarbij bovendien het risico bestaat dat deze permanent moet worden ingezet. Het IQ van [leerling] is te hoog en niet passend bij het onderwijsaanbod op [de school]. Hij heeft weliswaar een cognitieve achterstand, maar deze achterstand lijkt te worden veroorzaakt door autisme en ADHD. Daarom is [leerling] gebaat bij een leeromgeving met duidelijke regels en structuur en individueel werken inclusief een time-out voorziening. Dat kan niet op [de school]. [Leerling] wordt snel overspoeld door complexe informatie en heeft veel begeleiding met duidelijke structuur en dagritme nodig. [De school] is over de toekenning van de tlv cluster 3 indicatie niet door het samenwerkingsverband geïnformeerd conform het gebruikelijk IHI-overleg. Ook heeft [de school] pas na aandringen informatie gekregen van ouders. [De school] heeft de indruk dat verzoekers niet alle relevante informatie over [leerling] en zijn zorgbehoefte met de school hebben gedeeld. [De school] stelde daarom een proefplaatsing voor, maar deze kon geen doorgang vinden omdat verzoekers niet akkoord zijn gegaan met een observatie tijdens deze proefplaatsing omdat deze niet objectief zou zijn. Overigens hebben verzoekers tot op heden een observatie categorisch afgewezen. Het samenwerkingsverband heeft verzoekers er in juli 2018 op gewezen dat [leerling] kan worden aangemeld bij [school3] of [school4], beide ZMLK-scholen. Deze onderwijslocaties zijn passender dan [de school]. Desondanks houden verzoekers [leerling] thuis. 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE Bevoegdheid en ontvankelijkheid bij toelating De Commissie is op grond van artikel 45 lid 2 sub a van de Wet op de Expertisecentra (WEC) bevoegd kennis te nemen van geschillen tussen ouders en het bevoegd gezag van een school die ontstaan bij de toepassing van onder meer artikel 40 lid 4, 5 en 6 WEC, betreffende de (weigering) toelating van een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte. Het verzoek heeft hierop betrekking. Nu verder het verzoek tijdig is ingediend is de Commissie bevoegd en is het verzoek ontvankelijk. De beoordeling van het verzoek om toelating Op grond van artikel 40 lid 4 WEC dient het bevoegd gezag te beoordelen of de aanmelding een leerling betreft die extra ondersteuning behoeft. Wanneer een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte wordt aangemeld bij een school, dient het bevoegd gezag op grond van artikel 2 Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ) te onderzoeken of de extra ondersteuning in de vorm van 108622/ advies d.d. 23 april 2019 pagina 3 van 5

doeltreffende aanpassingen zelf kan worden geboden, al dan niet met financiering of arrangementen vanuit het samenwerkingsverband. De verplichting tot het verrichten van doeltreffende aanpassingen geldt niet wanneer de aanpassingen een onevenredige belasting vormen (Kamerstukken II 2011/12, 33 106, nr. 3, p. 17). Partijen verschillen niet van mening dat [leerling] een leerling is met een extra ondersteuningsbehoefte. De Commissie gaat daar vanuit, mede vanwege de tlv die voor [leerling] is toegekend. De Commissie is gebleken dat [leerling] vanaf 2014 door verschillende instanties is onderzocht. Aanvankelijk op taal-spraakontwikkeling. Vanaf begin 2016 is onderzoek meer gericht op het gedrag van [leerling] en blijkt zijn bekendheid met ADHD en ASS-problematiek. In april 2017 is het IQ van [leerling] onderzocht en in november 2017 is aanvullend neuropsychologisch onderzoek bij hem gedaan naar zijn schoolse mogelijkheden. Daarna is [leerling] in januari 2018 geobserveerd door [school5] en [de school]. Tot slot zijn de leervaardigheden en het didactisch niveau van [leerling] in juni 2018 onderzocht. Mede naar aanleiding van de door verweerder aan verzoekers gestelde vragen, waarop verweerder op 20 december 2018 per e-mail antwoord kreeg, was er voor verweerder een voldoende duidelijk beeld over de ondersteuningsbehoefte van [leerling]. Dit beeld was, dat de ondersteuningsbehoefte van [leerling] vooral betrekking heeft op zijn gedragsmatige beperkingen. Dit beeld, afgezet tegen de begeleidingsmogelijkheden van de school en haar schoolprofiel, gaf verweerder aanleiding om [leerling] niet te willen plaatsen. Om evenwel de impasse rond de lange thuiszitsituatie te doorbreken, en een actueel beeld te krijgen van [leerling], die sinds mei 2017 geen onderwijs volgde, is verzoekers voorgesteld om [leerling] op proef te plaatsen. De Commissie oordeelt op grond van het voorgaande dat de school voldoende onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte van [leerling] heeft gedaan, alsmede naar de ondersteuningsmogelijkheden. Verweerder heeft op grond van de voor haar beschikbare informatie in redelijkheid kunnen besluiten [leerling] niet toe te laten. Een toelaatbaarheidsverklaring voor cluster 3- onderwijs, betekent immers niet dat elke school in dat cluster de leerling kan toelaten. Die beoordeling hangt af van het schoolprofiel en de ondersteuningsbehoefte van de leerling. In artikel 40 lid 5 WEC is bepaald dat het bevoegd gezag van een school niet eerder een besluit tot weigering toelating neemt, dan nadat het bevoegd gezag er, na overleg met de ouders en met inachtneming van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de schoolondersteuningsprofielen van de betrokken scholen, voor heeft zorg gedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. De school heeft verzoekers in de bestreden beslissing geadviseerd voor [leerling] een school te zoeken die wel past bij zijn speciale onderwijsbehoeften. Ter zitting heeft verweerder dit gespecificeerd en gewezen op mogelijke inschrijving bij ZML-scholen de [school3] te [vestigingsplaats1] of [school4] in [vestigingsplaats2]. Daarbij heeft de school echter aangegeven dat beide scholen op dit moment en in de nabije toekomst geen leerlingen aannemen omdat zij 108622/ advies d.d. 23 april 2019 pagina 4 van 5

vol zitten. Daarmee vormen beide scholen in onvoldoende mate een reëel alternatief voor [leerling]. Onder deze omstandigheden heeft de school niet voldaan aan de op haar rustende verplichtingen uit de WEC, zodat om deze reden de weigering [leerling] toe te laten geen stand kan houden. Omdat de kans aanwezig was, dat [leerling] op grond van een observatie toegelaten had kunnen worden, beveelt de Commissie aan dat verweerder aan die observatie alsnog invulling geeft, op de door haar voorgestane wijze. Indien na de observatie [leerling] alsnog niet wordt toegelaten, dient verweerder concreet invulling te geven aan de op hem rustende zorgplicht voor [leerling] een passende school te vinden die bereid is hem in te schrijven. 5. OORDEEL Op grond van bovenstaande overwegingen oordeelt de Commissie het verzoek gegrond. 6. AANBEVELINGEN De Commissie beveelt aan dat verweerder alsnog invulling geeft aan de observatie van [leerling], op de door haar voorgestane wijze, namelijk van observatie door een medewerker van hetzij [school3] hetzij [school4]. Aldus gedaan te Utrecht op 23 april 2019 door mr. D. Ghidei, voorzitter, drs. E. Hoeksma en drs. M.H.W.C. Voeten, in aanwezigheid van mr. J.A. Breunesse, secretaris. mr. D. Ghidei voorzitter mr. J.A. Breunesse secretaris 108622/ advies d.d. 23 april 2019 pagina 5 van 5