BEGELEID ZELFSTANDIG LEREN GESCHIEDENIS BZL 1-30 september 2007 WERKBRIEF Naam: Klas: Legende individueel per twee in groep Nr: Verplichte opdracht Vrije opdracht Correctie met sleutel Pc nodig BZL 1 Werken met de historische atlas 1. Doelstellingen - Je moet weten in welke gevallen en hoe je de inhoudstafel kan gebruiken. - Je moet weten in welke gevallen en hoe je het register kan gebruiken. - Je moet de titel van een kaart kunnen ontleden. - Je moet weten hoe je de legende van een kaart kan gebruiken. - Je moet de schaal van een kaart kunnen ontleden. - Je moet historische gegevens in verband kunnen brengen met hedendaagse plaatsnamen. 2. Werkwijze 1) Noteer in je agenda tegen de eerstvolgende les: BZL 1: werken met de historische atlas 2) Lees aandachtig het theorieblad Hoe werken met de historische atlas? 3) Neem de historische atlas. 4) Maak de verplichte opdrachten. Als je hiermee klaar bent en er is nog tijd, dan maak je de vrije opdracht. 5) Nadat je je opdrachten hebt gecorrigeerd, vul je op het evaluatieblad de zelfevaluatie in. Kris Petitjean TimiStoria 1A - BZL 1 1
Theorie Hoe werken met de historische atlas? 1. Wat is er allemaal terug te vinden in een historische atlas? - inhoudstafel - register - kaarten: titel, legende, schaal, geografische namen 2. Inhoudstafel versus register In het register vind je de verschillende namen van steden, landen, personen enz.. Stel dat je nu een tijdsperiode moet zoeken of een specifiek thema, dan zal je dat niet vinden in het register maar wel in de inhoudstafel. In de inhoudstafel worden de titels van de kaarten weergegeven en deze gaan over een specifiek thema. 3. Hoe het register gebruiken? Je leest bijvoorbeeld iets over het orakel van Delphi. Nu wil je toch wel eens graag weten waar Delphi juist ligt. Hoe zou je dit oplossen met je historische atlas? => Je neemt het register. => Je gaat naar de beginletter van het woord dat je zoekt. => Je zoekt in de lijst het woord. => Achter het woord staat één of meerdere kaartnummers, gevolgd door een letter en cijfer. Dat is de vindplaats op de kaart. => Je zoekt nu die kaart op in de atlas. => Zoek de letter en het cijfer. In het vak waar deze twee elkaar snijden zal je het woord vinden. 4. Hoe de inhoudstafel gebruiken? De inhoudstafel ga je meestal gebruiken als het over een specifiek thema gaat. Bijvoorbeeld: je wil graag weten hoeveel en welke kruistochten ondernomen zijn in de middeleeuwen. Hoe ga je te werk? => Je neemt de inhoudstafel. => Je overloopt deze op zoek naar het thema dat jij nodig hebt (de thema s staan chronologisch; dus de kruistochten zal je niet bovenaan terugvinden). => Links voor de kaartnaam vind je het kaartnummer terug; achter de naam vind je de pagina terug. 5. Wat vinden we terug op een kaart? a) De titel van de kaart Uit een titel van een kaart kan je al veel afleiden. Je zal er altijd een situering in de tijd terugvinden, maar daarnaast ook de plaats, het onderwerp en eventueel de volksgroep. b) De legende Stel je voor dat alle informatie op de kaart geschreven zou staan, je kaart zou er plots heel rommelig uitzien. Daarom werd al die geschreven informatie vervangen door kleuren, symbolen of pijlen. De betekenis van die symbolen kan je dan terug vinden in de legende. Zonder legende zal je het dus moeilijk hebben om de kaart te lezen. c) De schaal De schaal is broodnodig op een kaart omdat het nu eenmaal onmogelijk is alle kaarten op ware grootte in één boek te bundelen. Als je je lat neemt en je meet hoelang de balk is bij de schaal, dan kan je verhoudingsgewijs ook afleiden hoe lang de afstand is tussen twee plaatsen. Kris Petitjean TimiStoria 1A - BZL 1 2
Opdracht 1 - De inhoudstafel 1. In de inhoudstafel staan alle atlaskaarten vermeld 2. De titels van de kaarten worden voorafgegeaan door een cijfer: dit is het kaartnummer (= nr.). Wij gebruiken altijd dit kaartnummer. - Geef de titel van kaartnummer 83:... - Geef de titel van kaartnummer 115:... - Geef de titel van kaartnummer 160:... 3. De titels van de kaarten worden gevolgd door een cijfer: dat is dan de pagina waarop je de kaart terugvindt. Dat gebruiken wij zelden. 4. De titels van de atlaskaarten zijn chronologisch gerangschikt. Dit betekent:...... 5. Toepassingen a) Informatie over het Oude Egypte vind je op kaart nr.... b) Informatie over de industriële ontwikkeling van Europa in de 19de eeuw vind je terug op kaart nr.... c) Informatie over de prehistorische vindplaatsen in België vind je vooral terug op kaart nr.... Opdracht 2 - De titel De titel van een kaart vinden we zowel terug in de inhoudstafel als op de kaarten zelf. De snelste manier om iets uit de titel op te zoeken is te kijken in de inhoudstafel. 1. Noteer de informatie uit de titel van kaart nr. 7: - Volksgroep:... - Situering in de tijd:... 2. De titel van kaart nr. 6 geeft zelfs informatie over drie elementen. Noteer ze. - Plaats:... - Tijd:... - Onderwerp:... 3. De titel van kaart nr. 93 geeft informatie over drie elementen. Noteer ze. - Plaats:... - Tijd:... - Onderwerp:... Kris Petitjean TimiStoria 1A - BZL 1 3
Opdracht 3 - Het register 1. Op een atlaskaart staan woorden. Dat kunnen plaatsnamen, gebergten, zeeën, namen van personen, verdragen,... zijn. In het register vinden wij al die woorden terug. Zij staan er alfabetisch gerangschikt. Op welke pagina van het register staat: - Kansas: p.... - Caesar: p.... - Galapagos Eilanden: p.... - Oosters Schisma: p.... 2. Je hebt wellicht opgemerkt dat er in het register achter deze woorden nog wat te lezen staat. Voorbeeld: Kansas 90 d2-90 staat voor het kaartnummer => de kaart waarop je dit woord ziet staan. Ga maar eens kijken. - Iedere kaart is onderverdeeld in vierkanten of rechthoeken. Bovenaan en onderaan iedere kaart vind je letters terug (A, B, C,...). Links en rechts zie je cijfers staan (1, 2, 3,...) Door een letter met een cijfer te combineren, heeft ieder vierkant of iedere rechthoek een naam = een rastergegeven. - In vierkant of rechthoek d2 van kaart nr. 90 vinden wij de naam Kansas terug. Controleer het maar eens. 3. Toepassingen a) Noteer nu het kaartnummer en de rastergegevens van de onderstaande woorden: - Caesar:... - Galapagos Eilanden:... - Oosters Schisma:... Tracht nu deze woorden op de verschillende kaarten terug te vinden. b) Noteer het kaartnummer en rastergegevens die vermeld worden bij het woord prehistorische vindplaatsen :... c) Noteer het kaartnummer en de rastergegevens die vermeld worden bij het woord Afar :... Zoek Afar op de kaart en noteer de naam van de beroemde vondst die men daar gedaan heeft:... Kris Petitjean TimiStoria 1A - BZL 1 4
Opdracht 4 - De legende Iedere kaart heeft een legende. Een legende bestaat meestal uit: - de schaal - s... - kl... Sommige legenden kunnen vrij eenvoudig zijn, zoals op kaart nr. 8, nr. 21, nr. 29 of nr. 37. Bij andere kaarten kan de legende ingewikkeld zijn. Kijk maar eens op kaart nr. 26 of op nr. 119. De legende stelt ons in staat een kaart beter te ontleden. Toepassingen a) Hoe herken je Griekenland en de Griekse kolonies op kaart nr. 15?... b) Met welk symbooltje worden de piramiden op kaart nr. 12 voorgesteld?... Hoeveel maal vinden we dit symbooltje terug op kaart nr. 12a?... c) Kaart nr. 3 geeft ons informatie over het ontstaan en de verspreiding van de verschillende mensentypes. - In welk continent vind je sporen van het oudste mensentype, de australopithecus - In welk continent tref je de homo habilis aan? - Waar tref je de homo erectus aan? - Waar tref je de homo sapiens aan? - Trek een conclusie (besluit) over het ontstaansgebied en de geografische verspreiding van de mens. d) Bekijk voor de volgende opdrachten aandachtig de legende van kaart nr. 6 - Omcirkel wat men bedoelt met de rode letter M: mijnbouw - megalieten - menselijke skeletten - Waaraan dankt de plaats Spy zijn bekendheid? - Welk volk liet belangrijke sporen na op de Kesselberg? Kris Petitjean TimiStoria 1A - BZL 1 5
Opdracht 5 - De schaal Een kaart geeft een verkleind beeld weer van een landschap. Het getal dat aangeeft hoeveel maal de werkelijke afstand op een kaart verkleind is, is de schaal Er zijn twee soorten schalen: - De schaal kan aangegeven worden onder de vorm van een breukgetal. Deze schaal noemen wij de breukschaal. - De schaal kan ook aangegeven worden door een lijnstuk met verdelingen. Deze schaal is de lijnschaal. Elke verdeling op dat lijnstuk komt overeen met een bepaalde afstand in werkelijkheid. Deze schaal gebruiken wij om vlug, maar niet zo nauwkeurig de werkelijke afstand af te passen. Welke schaal wordt in de historische atlas gebruikt?... Toepassingen a) Zoek op kaart nr. 12b de steden Memphis en Thebe. - Bereken de afstand in vogelvlucht tussen beide steden. Omcirkel het cijfer dat deze afstand het dichtst benadert: 250km - 500km - 750km b) Vergelijk de schaal van kaart nr. 26 en kaart nr. 26a - Op welke kaart wordt Sicilië het grootst voorgesteld?... Kris Petitjean TimiStoria 1A - BZL 1 6
Opdracht 6 - Uitbreidingsoefeningen 1. Noteer achter de volgende uitspraken of ze juist of onjuist zijn - De australopithecus kwam in Europa voor.... - In Wéris vinden we megalieten.... - Zuid-Spanje was Grieks tijdens het eerste millennium voor Christus.... - Thebe was in het Middenrijk de hoofdstad van het Oude Egypte.... 2. In de prehistorie zocht de mens naar geschikte silex of vuursteen. Ook bij ons werd er toen aan vuursteenmijnbouw gedaan. Kaart nr. 6 geeft ons daar meer informatie over. - In welke periode kwam bij ons die vuursteenmijnbouw voor?... - Eén van die mijnbouwplaatsen situeert zich ten noorden van de Samber. Noteer de naam van de drie gemeenten die tot die vindplaats behoren.... In welke huidige provincie is die vindplaats gelegen? Zoek daarvoor in je atlas een kaart met de huidige politiek - administratieve indeling van België. De provincie:... 3. De verovering van Gallië door Caesar zie je op kaart nr.... Kris Petitjean TimiStoria 1A - BZL 1 7
EVALUATIE BZL 1-30 september 2007 1. Zelfevaluatie => omcirkel telkens het passende antwoord. 1) Ik heb geen / enkele / veel fouten. 2) Ik vond deze opdracht gemakkelijk / haalbaar / moeilijk / zeer moeilijk. 3) Ik vond de uitleg bij de opdrachten duidelijk / verwarrend (onderstreep in de opdracht wat je verwarrend vond) 4) Doel 1: - Je moet weten in welke gevallen en hoe je de inhoudstafel kan gebruiken. Doel 2: - Je moet weten in welke gevallen en hoe je het register kan gebruiken. Doel 3: - Je moet de titel van een kaart kunnen ontleden. Doel 4: - Je moet weten hoe je de legende van een kaart kan gebruiken. Doel 5: - Je moet de schaal van een kaart kunnen ontleden. Doel 6: - Je moet historische gegevens in verband kunnen brengen met hedendaagse plaatsnamen. 5) Ik heb deze bijkomende opmerkingen:......... 2. Evaluatie door de leerkracht A. Attitude a) Je hebt alle stappen van de opdracht goed gevolgd en de evaluatie goed ingevuld. 0 1 2 b) Je hebt de opdracht netjes gemaakt. 0 1 2 c) Je hebt de opdracht volledig en juist verbeterd. 0 1 2 3 d) Je houding tijdens het uitvoeren van de opdracht. 0 1 2 3 /10 B. Commentaar............