Samenvatting Economie Module 4 Nederland en buitenland

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Economie Internationale Handel

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel

Samenvatting Economie Internationale handel

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen

Samenvatting Economie Internationale Handel

Hoofdstuk 1: Waar produceren

Loonkosten per product omhoog - Prijzen omhoog - Internationale concurrentiepositie omlaag

Samenvatting door een scholier 3593 woorden 4 april keer beoordeeld. Samenvatting economie Buitenland 2

1. De oorzaken van internationale arbeidsverdeling beschrijven en verklaren.

Samenvatting Economie Internationale Handel

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: Waar komt het vandaan?

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Examen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Samenvatting Economie Toetsweek 2

Antwoorden Economie Handel

Valutamarkt. De euro op koers. Havo Economie VERS

Samenvatting Economie Hoofdstuk 10 Een klein binnenland, een groot buitenland

Eindexamen economie vwo II

EUROPESE SAMENWERKING

Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari keer beoordeeld

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR

Handel (tastbare goederen) Diensten (transport, toerisme, ) Primaire inkomens (rente, dividend, )

Bruto binnenlands product

Samenvatting Economie Lesbrief Europa Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens?

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Examen HAVO. Economie 1

wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590?

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

7,8. Samenvatting door een scholier 1939 woorden 26 april keer beoordeeld

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging

Werkstuk Economie De betalingsbalans

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART UUR

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 3, Economische Integratie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I

Eindexamen economie havo I

5,8. Samenvatting door een scholier 1415 woorden 17 augustus keer beoordeeld. Hoofdstuk 1

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 2179 woorden 5 december keer beoordeeld

H1: Economie gaat over..

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land.

Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid.

we noemen een munt convertibel indien deze bij banken inwisselbaar is. (bijv. de Roebel is niet convertibel; wordt door banken niet geaccepteerd).

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei uur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

4,6. Samenvatting door L. 989 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

H2: Economisch denken

Correctiemodel. SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 16 DECEMBER UUR. Belangrijke informatie

Eindexamen havo economie oud programma I

Eindexamen economie 1 vwo 2001-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-I

UIT de arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Module 7 De Overheid

Lesbrief Buitenland 2

7,9. Samenvatting door E woorden 21 april keer beoordeeld. 1.Waar produceren? Kennen:

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding / ruilverhouding te schatten.

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-I

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen.

Eindexamen economie havo I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2000

Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1

3 Bij deze korte ritten worden levende dieren vervoerd en producten die snel kunnen bederven. Die moeten snel op de plaats van bestemming zijn.

Kiezen Theorieles 1 1 Schriftelijke toets

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-I

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Praktische opdracht Engels De Betalingsbalans

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Hoofdstuk 5 4e klas GT

Samenvatting Economie H1, paragraaf 1 t/m 7, de Samenleving

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.

Opdracht 1 Macro-economie [30p]

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

6,3. Samenvatting hoofdstuk 9 Een klein binnenland, een groot buitenland.

Eindexamen economie 1-2 havo 2005-I

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen.

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECOMONIE MAANDAG 2 MAART UUR 13:00 UUR. Belangrijke informatie

UNIFORM EINDEXAMEN VWO 2015

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

Eindexamen economie havo I

Hoofdstuk 5 4e klas GT

Kaarten module 4 derde klas

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Landenanalyse H4. Week 1 Landenrisico

Transcriptie:

Samenvatting Economie Module 4 Nederland en buitenland Samenvatting door een scholier 2095 woorden 5 oktober 2004 6,5 27 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie De welvaart neemt toe door internationale handel. Transport kan tegenwoordig veel sneller en goedkoper plaatsvinden. Supermarkt wil fruit -> bij importeurs bestellen -> importeurs regelen de inkoop op een buitenlandse veiling en transporteert het naar ons toe. Welvaart= de mate waarin je je behoeften kunt bevredigen. Een land heeft een sterke concurrentiepositie als het producten tegen een lagere prijs kan leveren dan andere producten. Sterke concurrentiepositie ontstaat door-> lage kostprijs= gevolg van enorm grote afzetmarkt. Schaalvoordeel= Wanneer je zoveel exemplaren van 1 product kunt afleveren, dat je in staat bent om de constante kosten over een groot aantal producten kunt verdelen, waardoor de kostprijs per eenheid product daalt. Loonkosten per eenheid product = Een sterke concurrentiepositie is gevolg van: Veel snelwegen en spoorlijnen= producenten hebben lage transportkosten. Goede geografische ligging= NL goede ligging door uitmonding rivieren en ligt aan de drukste zee van de wereld. Sociale rust= weinig stakingen-> aantal gewerkte dagen voorspelbaar-> bedrijven goed geplande productie en kunnen zich makkelijker houden aan de afleverdatum. Hoge kwaliteit= product met hogere kwaliteit en zelfde prijs als producten met lagere kwaliteit kunnen hun producten beter kwijt -> hoge kwaliteit is gevolg van moderne kapitaalgoederen en een goed geschoolde beroepsbevolking. Internationale arbeidsverdeling ontstaat als ieder land zich specialiseert in de productie van goederen die Pagina 1 van 6

zij goedkoop kunnen leveren. Specialisatie= wanneer een land zich gaat specialiseren in het produceren van goederen waarin zij kostenvoordeel hebben. Meer vraag naar dit product omdat iedereen op de wereld het zo voordelig mogelijk wil inkopen. Land zal door specialisatie een veel grotere hoeveelheid goederen afzetten. Specialisatie leidt tot verlaging van de kostprijs, omdat constante kosten over een veel grotere productieomvang kunnen worden verdeeld. Specialisatie leidt dan tot -> Internationale arbeidsverdeling ook -> toename internationale handel omdat een lang niet van één soort goederen kan leven. Als alle landen op de wereld zich gaan toeleggen op de productie van die goederen en diensten waar zij relatief het voordeligste in zijn, dan wordt er zo goedkoop mogelijk geproduceerd. Dat heeft tot gevolg dat er met dezelfde hoeveelheid geld meer goederen en diensten kunnen worden gekocht. Door internationale arbeidsverdeling ontstaat er dus een hogere welvaart op de wereld. De productie van goederen en diensten wordt steeds meer over de wereld verspreid. Vanaf jaren tachtig is de internationale arbeidsverdeling in versneld tempo doorgevoerd. vervoer van goederen steeds sneller en goedkoper kon plaats vinden. Scheepstransporten worden altijd in containers van standaardformaat gedaan, waardoor opslag en overslag minder tijd kost. Vrachtvervoer per vliegtuig is voordeliger geworden door het schaalvoordeel dat ontstaan is door de samenwerkingsverbanden tussen een aantal luchtvaartmaatschappijen. Communicatiemogelijkheden toegenomen door satellietverbindingen eenvoudig en goedkoop telefoneren met het buitenland. Geschreven informatie met een fax of e-mail gaat veel sneller dan met een brief. Alle technische mogelijkheden hebben er voor gezorgd dat het uitbesteden van werkzaamheden aan buitenlandse vestigingen gemakkelijker is geworden. Globalisering = productie van goederen en diensten over hele wereld worden verspreid. Multinationale ondernemingen = bedrijven die over de gehele wereld zich vestigen. Een multinationaal doet een risicospreiding door hun goederen in veel verschillende landen te verkopen zodat ze er niet zoveel last van hebben als de verkoop in één van die landen terugloopt. Sommige landen beschermen de industrie in het eigen land tegen de buitenlandse concurrentie om te voorkomen dat er werkgelegenheid verloren gaat. Protectie = wanneer sommige landen hun binnenlandse industrie tegen de concurrentie uit het buitenland gaan beschermen. Dit doen ze om te voorkomen dat er in eigen land werkgelegenheid verloren gaat. Vormen protectie: Anti- dumpingmaatregel= als een bepaald product in het buitenland tegen een lagere prijs wordt verkocht dan in het land waar het product oorspronkelijk is gefabriceerd. Ook als een bepaald product in het buitenland tegen een prijs wordt verkocht die onder de kostprijs ligt van het land van herkomst. Extreem hoge invoertarieven zorgen voor bescherming van eigen industrie. Pagina 2 van 6

Wanneer een regering protectionistische maatregelen neemt tegen de producenten uit een ander land worden de producten uit dat andere land benadeeld. Gevolg is handelsoorlog doordat de politiek zich ermee gaat bemoeien. Protectionisme is te verdelen in tarifaire en non- tarifaire maatregelen. Verschillende manieren om binnenlandse industrie te beschermen: invoerrechten heffen op ingevoerde goederen, prijs buitenlandse product wordt veel duurder daardoor. Dit is een tarifaire maatregel omdat het met de prijs van het product te maken heeft. Maatregelen instellen die de import van buitenlandse goederen afremt zonder gebruik te maken van een tarief. Dit zijn non- tarifaire maatregelen. Overheid kan een hoeveelheid vaststellen die maximaal mag worden geïmporteerd van een bepaald product. Hoeveelheid die is vastgesteld noemen we ook wel het contingent of het quotum. Als de vastgestelde hoeveelheid voor een bepaald jaar is bereikt, geeft de overheid geen invoervergunningen voor dat product meer af. Andere non tarifaire maatregel= het instellen van zeer strenge kwaliteitseisen. Op die manier zullen slechts weinig buitenlandse producenten aan alle eisen kunnen voldoen, waardoor de import van buitenlandse goederen wordt beperkt. Sommige landen maken de controleprocedures aan de grens ingewikkeld en tijdrovend. Producten worden langer opgehouden aan grens en bijv fruit en groenten bederven. Chauffeur moet ook gewoon doorbetaald krijgen bij wachten aan de grens, extra kosten en die worden berekend in de verkoopprijs, dus het product wordt weer duurder. Overheid kan subsidies aan de producenten uit eigen land versterken. Door kostprijsverlagende subsidies aan de producenten in het eigen land te geven, worden de producten van de binnenlandse industrie goedkoper t.o.v. de geïmporteerde goederen. Deze vorm kan ook helpen bij de concurrentie in het buitenland. De keuzevrijheid van de consument wordt door protectionisme beperkt. Internationale arbeidsverdeling leidt tot verlies werkgelegenheid in eigen land. Bevolking niet blij. Het is economisch doelmatiger als internationale handel niet wordt gehinderd door protectionisme. Vrijhandel= als de internationale handel ongehinderd kan plaatsvinden. Nadeel protectionisme: prijzen op de binnenlandse markt door het beperken van de concurrentie kunstmatig hoog worden gehouden. Men kan dus met een zelfde hoeveelheid geld, minder goederen kopen, waardoor hij een lagere welvaart heeft. Keuzemogelijkheid beperkt door protectionistische maatregelen een bepaald product niet meer ingevoerd. Welvaart daalt. Lokt wederzijdse protectionisme door geklaag van producent bij eigen regering-> handelsoorlog Ook aan kostprijsverlagende subsidies zitten nadelen: kostprijs van bedrijven verlaagd, concurrentie aankunnen, maar niet meer zo efficiënt produceren. Het zou voordeliger zijn als de bedrijven investeren in moderne productiemiddelen en met een lagere Pagina 3 van 6

kostprijs wel met buitenlandse goederen kunnen concurreren. De betalingsbalans geeft een overzicht van de waarde van export en import. Gevolg internationale handel= grote hoeveelheid goederen van de ene plaats op de wereld naar de andere plaats op de wereld worden vervoerd. Overheid laat alle bedragen van invoer en uitvoer registreren. Gegevens worden in verschillende categorieën onderverdeeld en rekenkundig bewerkt. Vervolgens gepubliceerd in de vorm van een betalingsbalans. Betalingsbalans= overzicht van de geldstromen, die het gevolg zijn van alle economische transacties van een land met het buitenland gedurende een jaar. Om te bepalen hoe belangrijk de import en de export voor een land zijn, moeten we de omvang van de import en de export relativeren aan de hoogte van het nationaal inkomen. Dit doe je door te berekenen hoeveel procent de import en de export van de hoogte van het nationaal inkomen van een land uitmaakt, Invoerquote: Uitvoerquote: In NL ligt het uitvoerquote rond de 50% en de invoerquote rond de 45%. Open economie: wanneer een land relatief veel importeert en exporteert. Wordt sterk beïnvloed door de gang van zaken in het buitenland. Goede wereldeconomie-> NL export stijgt, slechte wereldeconomie-> NL export dalen. Landen met relatief gesloten economie, hebben daar minder last van. De lopende rekening van de betalingsbalans bestaat uit vier deelrekeningen, die het goederen- en dienstenverkeer en het primair- en secundair inkomen weergeven. Deelrekeningen betalingsbalans: Goederenrekening: bedragen voor de import en de export van goederen. Als het totaal van de goederenrekening groter is dan het totaal van de betalingen dan noemen we dat ook wel een overschot. Als we in die situatie het verschil nemen tussen de ontvangen bedragen en de betaalde bedragen dan blijft er een positief saldo over. Een tekort heb je als het totaal van de ontvangsten kleiner is dan het totaal van de betalingen. Goederenrekening is ook wel handelsbalans. Dienstenrekening: betalingen van de import en export van diensten genoteerd. De inkomens en schenkingen worden weergegeven op de rekening van primair inkomen en secundair inkomen. Lopende rekening: is de vier deelrekeningen bij elkaar opgeteld. Als het totaal van de ontvangsten op de lopende rekening groter zijn dan het totaal van de betalingen, dan noemen we dat het overschot op de lopende rekening. Het is dan een positief saldo. Kan ook voorkomen dat er een negatief oftewel een tekort op de lopende rekening is. Een overschot op de lopende rekening kan het gevolg zijn van een sterke concurrentiepositie. Omdat het land goedkoop kan produceren, wordt er veel geëxporteerd. Een overschot op de lopende rekening kan ook het gevolg zijn van protectionistische maatregelen die de Pagina 4 van 6

import beperken. Soms ook veroorzaakt doordat het tijdelijk slecht gaat met de economie van een land. Conjuncturele oorzaak: de lage import is het gevolg van de lage bestedingen. De kapitaalrekening geeft een overzicht van leningen, investeringen en beleggingen. De betalingen die te maken hebben met leningen, investeringen en beleggingen worden geboekt op de kapitaalrekening ook wel kapitaalbalans. Binnenkomende geldstroom: bedragen die een land leent van het buitenland Uitgaande geldstroom: bedragen die aan het buitenland worden uitgeleend. Overschot op de kapitaalrekening: als het totaal aan ontvangsten groter is dan het totaal aan betalingen. (ook wel positief saldo op de kapitaalrekening) Positief saldo: het verschil tussen de ontvangen bedragen en de betaalde bedragen bij een overschot. Tekort op de kapitaalrekening: als het totaal aan ontvangsten kleiner is dan het totaal aan betalingen. (ook wel negatief saldo op kapitaalrekening) Een hoge rentestand t.o.v. het buitenland kan zorgen voor een overschot op de kapitaalrekening. Monetaire oorzaak: als buitenlandse beleggers een hogere rente kunnen krijgen in een bepaald land en daarom hun geld graag in dat land gaan onderbrengen. Overschot kapitaalrekening kan ook gevolg zijn van een tekort op de lopende rekening. Als het tekortland niet op een andere manier kan betalen, dan moet er per saldo wel geld worden geleend van het buitenland. Binnenkomende geldstroom: rente van leningen aan andere landen, weergegeven op de primaire inkomens rekening. De salderingsrekening geeft de mutatie van de officiële reserves weer. Als het saldo van de betalingsbalans een positief saldo vertoond dan moet het buitenland dit bedrag uit zijn reserves aan ons betalen als het een lening heeft bij ons. Salderingsrekening: de bedragen die wij op deze manier van het buitenland ontvangen of de bedragen die wij aan het buitenland betalen, worden geboekt op de salderingsrekening. Convertibiliteit: als buitenlandse valuta kunnen worden omgewisseld in andere betaalmiddelen zeggen we ook wel dat deze valuta voldoen aan de eisen van de convertibiliteit (letterlijk: inwisselbaarheid) Deviezen: alle betaalmiddelen die volledig convertibel zijn. Goud en deviezen rekening: andere naam voor de salderingsrekening. Omdat goud en deviezen vormen van internationale monetaire reserves zijn, zeggen we ook wel dat het bedrag op de salderingsrekening overeenkomt met de wijziging van de officiële reserves. De bedragen op de salderingsrekening worden zo weergegeven dat er een boekhoudkundig evenwicht ontstaat. Dat wil zeggen dat een toename van de officiële reserves in de kolom van uitgaande geldstromen wordt genoteerd. Een afname van de officiële reserves wordt in de kolom van de binnenkomende geldstromen genoteerd. Dit is het formele evenwicht. Materieel evenwicht= wanneer het saldo van de lopende rekening en het saldo van de kapitaalrekening Pagina 5 van 6

samen gelijk zijn aan nul, dan is er geen toevloeiing of afvloeiing van goud en deviezen nodig. De salderingsrekening heeft dan een saldo van nul oftewel materieel evenwicht. Een overschot of een tekort ontstaat doordat er geen materieel evenwicht is op de betalingsbalans. De regering kan invloed uitoefenen op de saldi van de betalingsbalans door het voeren van een economisch beleid. Regering kan bepaald economisch beleid voeren als het niet tevreden is over de omvang van de bedragen die het land verlaten of over de hoeveelheid geld die het land binnenkomt. Bedoeling ervan is om de werkelijk situatie meer in overeenstemming te brengen met de gewenste situatie. Handelspolitiek: politiek waarbij de regering probeert om voor Nederlandse bedrijven toegang te verkrijgen tot buitenlandse markten die erg protectionistisch zijn. NL concurrentiepositie wordt bepaald door de prijs die de bedrijven voor hun exportproducten vragen. Om te zorgen voor een betere concurrentiepositie: NL kan erop aandringen dat bedrijven de nieuwste productietechnieken gebruiken die de stijging van de arbeidsproductiviteit veroorzaken. Loonkosten per eenheid producten dalen, land goedkoper exporteren= betere concurrentiepositie. Exportprijs bepaald door: de kosten van de productie kosten van het vervoer. Dus, investeren in infrastructuur betekent sneller vervoer en dan kun je goedkoper exporteren. NL goede concurrentiepositie door: maatregelen kunnen nemen om de productiestructuur van ons land te versterken. Regering kan bedrijven stimuleren om de nieuwste uitvindingen te gaan toepassen, ondernemingen zullen dan moderne, technologisch hoogwaardige producten voortbrengen. Zoland NL een technische voorsprong op andere landen weet te behouden, ondervinden de NL exportproducten minder concurrentie van het buitenland. Pagina 6 van 6