Inhoudsopgave. Zorgplan 2012-2014 Basisschool De Wendakker



Vergelijkbare documenten
Protocol Doublure. Doublure protocol Basisschool De Zonnewijzer Diepenveen

Schoolondersteuningsprofiel CBS de ster Harkstede

Het schoolbeleid ten aanzien van doubleren

7 Passend onderwijs. 7.1 Algemeen. 7.2 Interne begeleiding. Schoolgids

Protocol doubleren en versnellen

Stroomdiagram zorg. Versie september 2008

PROTOCOLLEN. leerlingenzorg

Zorgverbreding. Rekenen/wiskunde. Basisschool Jahesuja Jantine, Heleen, Suzanna, Jacobine

Groep 1 t/m 8 Prins Mauritsschool Delft

Zorg voor onze kinderen

PROTOCOLLEN. Stappenplan t.a.v. doubleren Bij de besluitvorming over een doublure worden de volgende stappen genomen:

Ondersteuning van leerlingen op. CBS De Rank

Schoolspecifiek ondersteuningsplan basisschool de Beiaard

Leerling-zorg op onze school

Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015)

Protocol Herfstleerlingen

Handelingsgerichte ontwikkelingsperspectieven in het basisonderwijs. 24 maart 2010

ZORG OP MAAT OMDAT IEDER KIND TELT

ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER

Zorgplan

Doorstromen, vertragen en versnellen.

Overgangsprotocollen Van groep 1 naar groep 2 en van groep 2 naar groep 3

6. Ondersteuning voor de leerlingen

Dit protocol is vastgesteld op

Protocol doubleren en versnellen

Openbare Daltonschool Overschie Postbus AC Rotterdam. Zorgplan

Binnen deze driehoek geldt een aantal randvoorwaarden:

ZORGPLAN 5 NIVEAUS VAN ZORG

Schoolondersteuningsprofiel

Bovengenoemde zaken kunt u terugvinden in het KONOT-protocol Veilig op school: uw en onze zorg! Dit ligt ter inzage op school.

Leerlingdossier Vergoedingsregeling Dyslexie

Ondersteuningsstructuur. Kbs Petrus en Paulus

De zorgstructuur op de Antoniusschool oktober 2016

ZORGPLAN ROTTERDAMSE MONTESSORISCHOOL

Richtlijnen voor de overgang naar de volgende groep. Doubleren of Versnellen; te nemen stappen

Doublure protocol Groep 1 t/m 8

Verantwoording 3. Hoofdstuk 1 Gegevens school Hoofdstuk 2 Interne procedure: Handelingsgericht werken 7

Protocol leesproblemen en dyslexie

Zorg voor kinderen met specifieke instructie- of ondersteuningsbehoeften

Zorgstructuur de Hasselbraam

PLD de Spindel, bijlage 4

September Ondersteuningsplan Afspraken en protocollen R.K. Basisschool Willibrordus

zorgmakelaar. AB wordt geboden door Dienstencentrum. Dienstencentrum legt contact met de school. Arrangementen AB medischlichamelijk

Protocol Leerlingenzorg

Schoolondersteuningsprofiel. 13KR00 De Wendakker

2.2 Zorgniveau 2 Signalering: LOVS spelling januari en juni PI-dictee voor leerlingen met een IV en V score op Cito spelling. (in oktober en maart)

Zorgplan Annie MG Schmidtschool Den Haag (versie juni 2015) Als bijlage bij het Schoolplan

PROTOCOL DOUBLEREN & VERSNELLEN. Julianaschool Rijnsburg

INTERNE ZORGSTRUCTUUR

Organisatie van de leerlingen zorg CBS De Akker

PROTOCOL instroom, doorstroom en uitstroom van leerlingen

het fundament christelijke basisschool genderen Protocol Leerlingenzorg Speciale Leergroep ~ huidige situatie ~

Notitie voor leerkrachten

1 Werken vanuit ontwikkelingsperspectief. Werken vanuit een ontwikkelingsperspectief

Intern begeleiders. Lisette Kummu-Bax. Marinka de Haan-Hendriksma

Ondersteuningsstructuur. Kbs Petrus en Paulus

Protocol overgang (2/3 en verder) obs De Barkentijn. Beschrijving van afspraken rondom overgang, doubleren en versnellen

Protocol eigen leerlijn.

Inrichting van de zorgstructuur op basisschool De Toermalijn. Informatieboekje voor ouders.

Leerlingenzorg op de Bataaf

Samenvatting Ondersteuningsprofiel Passend Onderwijs. Nassauschool Groningen

VALCKESTEYN Beleid Doubleren of Versnellen

4. De zorg. 4.1 De gewone zorg en het leerlingvolgsysteem

Overgangsprotocol OPO Ameland Groep 1 tot en met 4

Inhoudsopgave. Visie 3. Kernwaarden. 4. Zorgstructuur. 5. Zorgniveau 1 6. Zorgniveau Zorgniveau 3 9. Zorgniveau Zorgniveau 5.

Agenda. 1. Externen 2. Taken IB-er 3. Zorgstructuur nu 4. Zorgstructuur toekomst 5. Vragen 6. Zorgmarkt

Protocol. Doorstroom. CBS Mons Sinaϊ

BLIJF GELUKKIG OP SCHOOL

Onderwijs en samenleving De taak van het onderwijs De rol van de leerkracht Visie op leren Visie op zorg

Zorg ondersteunings- document

Hoofdstuk 2 Begripsformulering doorstroming, doublure en versnelling Hoofdstuk 5 Doorstroming in de kleuterbouw 6

September: Leerkracht heeft kennis van zijn (zorg-) leerlingen dmv het overdrachtsformulier naar de volgende groep.

Opbrengsten. Schooljaar

Dyslexieprotocol. Wat is dyslexie? Het belang van vroegtijdige signalering

Doorstroomgegevens groep 1 tot en met 8 Inhoud

Beleidsplan. Ieder kind telt. Werken volgens de 1-zorgroute

Overgang naar de volgende groep/ doublure 2017

1. Inleiding m.b.t. Passend onderwijs. 2. Samenwerkingsverband Amstelronde. 3. Ondersteuning op de Zwaluw

Protocol aanname- en inschrijving RK BS de Veldhof

U kunt hieronder zien in welke periode welke toets wordt afgenomen.

Protocol Dyscalculie. De Stelberg

Procedure PO-VO

SCHOOL ONDERSTEUNINGS PROFIEL

Protocol schoolverlenging en schoolversnelling

Zorgplan Schooljaar

Interne zorgstructuur

Locatie Sprang-Capelle Rembrandtlaan ES Sprang-Capelle T Locatie Landgoed Driessen Burgemeester van Casterenstraat GA

Maart Protocol (Hoog)begaafdheid. Doel van het protocol.

Mijn kind gaat naar school en dan..? Welk zorgaanbod mag ik verwachten?

zorgplan Aloysiusschool Weerselo van de

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

Verplichte heroverweging basisschooladvies bij hogere eindtoetsscore

onderwijs, de ontwikkelingen op een rij

BASISSCHOOL ST. RADBOUD SLIMPAD LB HEILOO TEL

Schoolondersteuningsprofiel

Ondersteuningsprofiel SBO De Baldakijn Stadskanaal

Dyslexiebeleid van Openbare basisschool voor Daltononderwijs. De Meent

3. De zorg voor de leerlingen Passend Onderwijs

Hoofdstuk 3 De zorg voor de leerlingen

Richtlijnen Commissie Leerling Ondersteuning (CLO) Samenwerkingsverband De Liemers po

Transcriptie:

Zorgplan 2012 2014 RK Basisschool De Wendakker Zandhorstlaan 95 7576 VR Oldenzaal Tel. 0541 517584 Fax. 0541 532359 Email: dir.wendakker@konot.nl Website: www.wendakker.nl

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Algemene informatie... 3 2. Onderwijskundig - beleid... 5 2.1 Gezamenlijke verantwoordelijkheid op bovenschoolniveau... 5 2.2 Verantwoordelijkheid op schoolniveau... 5 2.3 Taken van de interne begeleider... 6 3. Zorglijn... 8 3.1 Algemeen... 8 3.5 Analyse Citoscores... 9 3.6 Leerling- en groepsbesprekingen... 9 3.7 Groepsplannen... 9 3.8 Opstellen Ontwikkelingsperspectief (OPP)...10 3.9 Doubleren...11 3.10 Versnellen...11 Versnellen van leerlingen in groep 3 t/m 8...11 3.11 Dyslexie en dyscalculie...11 3.12 Meer- en hoogbegaafdheid...13 3.13 ZAT (Zorg Advies team)...13 4 Passend onderwijs...14 4.1 Inleiding...14 4.2 Zorgplicht...14 4.3 Onderwijszorgprofiel...14 4.4 POA (Platform voor Onderzoek en Advies)...14 4.5 Huidig aannamebeleid leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte...14 Bijlage: 1 Zorgroute De Wendakker...16 2

1. Algemene informatie Naam RK Basisschool De Wendakker Adres Zandhorstlaan 95 Telefoon 0541-517584 Directeur Albert IJland Adjunct-directeur Karin Bekhuis Interne Begeleider Elke Scholten Lisette ter Linde Schoolcontactpersonen Lisette ter Linde Evelien Dierselhuis 3

Schooltype De Wendakker is een rooms-katholieke basisschool met een open karakter. Dat betekent dat we open staan voor kinderen met alle levensbeschouwingen. We willen kinderen begeleiden naar: Zelfstandigheid Mondigheid Vrijheid Verantwoordelijkheid Gelijkheid tussen mensen is een belangrijk uitgangspunt van de school. We willen de kinderen meegeven dat ze ook respect moeten hebben voor waarden en normen van medemensen die zich onderscheiden in kleur, status, handicap, cultuur of geloof. Vanuit positieve en negatieve belevingen en gevoelens van kinderen willen we in gesprek gaan, van waaruit we de kinderen een houding willen bijbrengen van verdraagzaamheid, zorg en respect naar elkaar. Wij houden er rekening mee dat de kinderen opgroeien in een multiculturele samenleving binnen de Nederlandse samenleving. Ons onderwijs wordt gegeven vanuit respect en aandacht voor ieders godsdienst, levensbeschouwing en maatschappelijke positie(burgerschapsvorming). Het onderwijs op onze school is bestemd voor kinderen vanaf vier jaar tot ongeveer twaalf jaar. Het is zodanig ingericht dat de leerlingen in beginsel binnen een tijdvak van acht aaneensluitende jaren de school kunnen doorlopen. Het legt mede de basis voor het volgen van aansluitend voortgezet onderwijs. Grootte Aangezien er tussen deze leerlingen grote verschillen in ontwikkelingsniveau bestaan, probeert de school daar zoveel mogelijk rekening mee te houden. Bij het geven van onderwijs gaan we uit van een aantal algemene doelstellingen die een wettelijk karakter hebben en een aantal andere doelstellingen die wij ook belangrijk vinden. 240 leerlingen Faciliteiten Inzet middelen Interne begeleiding: Elke Scholten 1,5 dagdelen per week Lisette ter Linde 6 dagdelen per week Interne begeleiding is een staftaak: adviserend vanuit specifieke deskundigheid op het gebied van zorgverbreding. De interne begeleider is ambulant conform Konot-afspraken en het zorgplan SWV 23-02. 4

2. Onderwijskundig - beleid 2.1 Gezamenlijke verantwoordelijkheid op bovenschoolniveau Onze school maakt deel uit van het samenwerkingsverband regio Noordoost Twente SWV 08-05. Binnen dit samenwerkingsverband worden voor de deelnemende scholen diverse zaken op bovenschools niveau geregeld. Te denken valt aan extra begeleiding van zorgleerlingen op de reguliere basisschool, zorgtrajectbegeleiding m.b.t. aanmelding voor een speciale vorm van basisonderwijs, nascholingsmogelijkheden voor interne begeleiders van reguliere basisscholen en beheer van bekostigingsstelsel m.b.t. de verwijzingspercentages vanuit het reguliere basisonderwijs en de daarmee samenhangende instandhouding van speciale school voor basisonderwijs. 2.2 Verantwoordelijkheid op schoolniveau We dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de optimale zorg voor kinderen. We hanteren gezamenlijke regels, behorend bij het project Een school om in te wonen, waarbij er op gelet wordt dat ieder kind zich veilig voelt op school doordat het in zijn/haar waarde wordt gelaten; Verschillen in uiterlijk, prestaties en gedrag moeten zowel door de leerkracht als de leerlingen worden geaccepteerd. Conflicten tussen leerlingen worden zoveel mogelijk in de groep besproken en er wordt dan samen naar een oplossing gezocht; De kinderen moeten het vertrouwen hebben dat ze met problemen bij de leerkracht terecht kunnen. De ouders moeten het vertrouwen hebben dat de school hun kind naar vermogen begeleid. Twee leerkrachten vervullen de taak van schoolcontactpersoon. In het team heerst een dusdanige sfeer dat leerkrachten elkaar willen helpen en hun problemen bespreekbaar kunnen maken; Zeven keer per jaar worden de leerlingen van alle groepen besproken met de IB-er en groepsleerkracht. Daarnaast is het mogelijk om op afroep bij problemen een afspraak te maken met de IB-er. Ook is het mogelijk om hulp in te roepen van externe instanties (o.a. ambulante begeleiding, jeugdgezondheidszorg, maatschappelijk werk, logopedie, fysiotherapie, SOVA training); De leerkracht maakt voor de vakken rekenen, spelling, begrijpend lezen en technisch lezen een groepsplan. In het groepsplan worden inhoud, doelen en onderwijsbehoeften omschreven van de groep verdeeld in 3 niveaus. Lln die werken met een individuele leerlijn vormen een evt. extra groep binnen het groepsplan; Het is mogelijk voor leerlingen vanaf groep 6, met een grote achterstand op minimaal 2 vakgebieden, om op een individuele leerlijn te werken op een bepaald vakgebied. Op dit vakgebied worden dan de einddoelen bijgesteld. Voor deze leerlingen wordt vervolgens een ontwikkelingsperspectief bepaald en besproken met ouders. Voor leerlingen met leesproblemen en/of dyslexie bieden we intensieve leesbegeleiding volgens de richtlijnen van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Zie voor meer info Protocol dyslexie. We hanteren het leerlingvolgsysteem van Cito (niet methodegebonden toetsen). Dit geeft ons informatie over de cognitieve ontwikkeling van elk kind. Groepsplannen worden na zo n toetsmoment geëvalueerd en waarnodig bijgesteld. Voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling gebruiken we ZIEN! Leerkrachten vullen 2x per jaar een observatielijst in over elk kind. In de groepen 5 t/m 8 vullen de leerlingen ook een leerling-vragenlijst in. De lijsten van de leerkrachten en leerlingen worden 2x per jaar door de leerkracht en de IB-er besproken tijdens de ZIENbespreking; 5

Twee keer per jaar nodigen we alle ouders uit voor een 10-minuten gesprek. De sociaalemotionele ontwikkeling en de resultaten van de lln worden besproken. Aan het eind van het schooljaar kan een gesprek plaatsvinden op uitnodiging van de leerkracht of op verzoek van ouders; Indien de school een duidelijker beeld van een kind wil op cognitief gebied kan de school, na overleg met ouders, een onderzoek aan te vragen. Wanneer breder onderzoek noodzakelijk is, kan de school ouders hierin ondersteunen ; Om de methodes up to date te houden is er een overzicht in welk jaar een methode vervangen moet worden. LVS-toetsen worden bij vernieuwde uitgave uiterlijk binnen één jaar vervangen. De leerlingen van de groep 2 en 7 worden gezien door de assistente van de schoolarts. Waarnodig wordt de schoolarts ingeschakeld. Drie keer per jaar is er een overleg van het Zorg Advies Team (ZAT, bestaande uit: schoolverpleegkundige, maatschappelijk werk, directie, IB-er en schoolcontactpersoon). (zie 3.11). 2.3 Taken van de interne begeleider Basisschool De Wendakker heeft 2 IB-ers, Elke Scholten en Lisette ter Linde De IB-er heeft de taak om de leerlingenzorg binnen de school te organiseren en coördineren. De IB-er heeft taken op het gebied van coördineren, begeleiden, innovatie en beleidstaken: Het bewaken van procedures en afspraken op het gebied van de leerlingenzorg; Het organiseren en leiden van leerlingbesprekingen; Het notuleren of laten notuleren van de leerlingbesprekingen; Het afstemmen van hulpverlening door onderwijsassistent, ambulante begeleider, SBAO, expertisebureaus en andere hulpverleners; Het actualiseren van de toetskalender; Het zorgen voor informatie m.b.t. de toetsprocedure; Het beheer van de orthotheek inclusief advisering in aanschaf nieuwe materialen; Het up to date houden van de zorgmap; Het in kaart brengen van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften; Het coördineren van het invullen van de aanvraag en/of het onderwijskundige rapport voor LWOO en CVI; Het participeren in netwerken o.a. van het samenwerkingsverband SWV, regio 23.02; Het voeren van overleg met de directie; Het informeren van de directie over: - de stand van zaken met betrekking tot individuele zorgleerlingen - de kwaliteit van de uitvoering van de leerlingenzorg - de voortgang van de zorgleerlingen op basis van het leerlingvolgsysteem; Het ondersteunen van leerkrachten bij: - het invullen van een onderwijskundig rapport - een aanvraag doen bij diverse externe instanties - verwerken en interpreteren van toetsgegevens - gebruik van speciale hulpmiddelen - gedrags- en werkhoudingproblematiek - het maken van groepsplannen - klassenmanagement; Het voeren van gesprekken met ouders, ambulant begeleider en andere externen, gericht op specifieke zorg Het observeren in de groep en het coachen van de groepsleerkracht; Het signaleren en analyseren van sterke en zwakke punten van het onderwijsaanbod; Het bijhouden van actuele ontwikkelingen op het gebied van de leerlingenzorg; Het zorgen voor toelichting van relevante vakliteratuur en vernieuwingen tijdens teamvergaderingen; 6

Het toegankelijk maken van informatie voor collega s; Het doen van voorstellen die leiden tot verbetering van de leerlingenzorg; Het opstellen van een zorgplan. 7

3. Zorglijn 3.1 Algemeen De school heeft een methode-onafhankelijk Leerling Volg Systeem (LVS) in Parnassys. Er is schriftelijk vastgelegd in de toetskalender wanneer de toetsen worden afgenomen. In elke groepsmap zit een toetskalender en het LVS-toetsmateriaal. Het handelingsgericht werken doen we volgens de zorgroute (zie bijlage 1). De groepsleerkracht neemt zelf 2x per jaar de Cito en ZIEN af en voert deze in het administratiesysteem Parnassys. Na de afname worden de toetsen geanalyseerd en groepsplannen geëvalueerd en bijgesteld. Vervolgens zijn er groepsbesprekingen en leerlingbesprekingen met groepsleerkracht en IB-er. Bij structurele zorg kan een aanvullend onderzoek worden aangevraagd of andere hulp worden ingeschakeld. De cyclus van het handelingsgericht werken ziet er als volgt uit: Op school zijn de volgende zaken gerealiseerd: 2 IB-ers; 2 schoolcontactpersonen; Voor elke leerling een dossier; Dossiers van schoolverlaters worden nog 5 jaar bewaard; Zorgmap voor iedere groep met daarin zorgdocumenten en afspraken; Een digitaal LVS in Parnassys; Mogelijkheid voor extern onderzoek op aanvraag; 2 x per jaar methode-onafhankelijk toetsen van de leerlingen. 3x per jaar groepsbesprekingen voor groepen 1 t/m 8; 2x per jaar leerlingbesprekingen voor groepen 1 t/m 8; Leerlingvolginstrument ZIEN! voor de sociaal-emotionele ontwikkeling in Parnassys voor de groepen 1 t/m 8; 2x per jaar ZIEN-besprekingen voor groepen 1 t/m 8; Overleg in het ZAT-team; Deelname Buurtnetwerk; 8

Deelname IB-kring KONOT breed; Entreetoets in groep 7; Eindtoets in groep 8; Instructie en verwerkingen op 3 niveaus voor rekenen, spelling, technisch lezen en begrijpend lezen; Protocol meer- en hoogbegaafdheid; Dyslexieprotocol; Protocol m.b.t. de Pedagogische aanpak (zie bijlage 3); Pestaanpak M5 (zie pestprotocol) BOJA methode en een school om in te wonen voor de sociaal emotionele ontwikkeling. 3.5 Analyse Citoscores Voor het vastleggen van de toetsgegevens wordt de Cito-schaal (A,B,C,D,E niveau) gebruikt. Deze resultaten worden in een grafiek toegevoegd aan het rapport. Niveau Benaming Wie A Ruim voldoende - zeer goed ± 25% hoogst scorende leerlingen B Voldoende ruim voldoende ± 25% boven het landelijk gemiddelde C Matig voldoende ± 25% het landelijk gemiddelde D Zwak - matig ± 15% onder het landelijk gemiddelde E Zeer zwak - zwak ± 10% laagst scorende leerlingen De resultaten van de in januari en juni afgenomen toetsen worden na afname geanalyseerd. De resultaten van de analyses worden besproken in de groepsbesprekingen. Daarnaast bespreken IB-ers en directie ook de toetsresultaten. 3.6 Leerling- en groepsbesprekingen Vier keer per jaar vindt er een bespreking plaats. Twee keer gaat het over de leerlingen op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling naar aanleiding van ZIEN.. Tijdens de andere twee leerlingbesprekingen kunnen leerkrachten zelf kinderen inbrengen die ze met de IB-er willen bespreken. Voorafgaand aan deze leerlingbespreking wordt door de groepsleerkracht een signaleringsformulier ingevuld. Dit bestaat uit: A. Probleemstelling B. Hulpvraag C. Wat is tot nu toe gedaan D. Adviezen en afspraken Twee keer per jaar is er een groepsbespreking. Hierin worden de resultaten en groepsplannen besproken, zie 3.5. Aan het begin van het jaar vindt er een algemene groepsbespreking plaats waarin de start van het nieuwe schooljaar wordt besproken. 3.7 Groepsplannen Op De Wendakker werken we met groepsplannen voor de vakken rekenen, spelling, technisch lezen en begrijpend lezen in de groepen 3 t/m 8. De groepen 1 en 2 werken met groepsplannen op het gebied van taal en rekenen. Het werken met groepsplannen betekent dat het groepsplan de kern vormt van de zorgstructuur. Incidenteel zullen er altijd individuele handelingsplannen blijven bestaan, maar die vormen uitzonderingen. Het gebeurt alleen als een leerling herhaaldelijk onvoldoende profiteert van het aanbod zoals opgenomen in het groepsplan en de aanpak die de leerkracht daarbij hanteert. Als een leerling geïndiceerd is voor leerlinggebonden financiering (rugzakje), is de school wettelijk verplicht een handelingsplan op te stellen. Veel aspecten uit dit handelingsplan zijn ook verwerkt in het groepsplan, waardoor het individuele handelingsplan vooral een verbijzondering is van het groepsplan. De aanvulling is bijvoorbeeld een 9

beschrijving van een specifieke aanpak of specifieke additionele voorzieningen die alleen voor deze leerling gelden. Het individuele handelingsplan is hierdoor vooral een bijlage bij het groepsplan. 3.8 Opstellen Ontwikkelingsperspectief (OPP) Als vast staat dat een leerling niet de einddoelen van groep 8 zal halen en een leerachterstand (dle) heeft van 1,5 jaar of meer op één of meerdere gebieden geeft dit aanleiding tot het overstappen naar een individuele leerlijn. De leerstof wordt aangepast op de behoefte van het kind door deze te beperken/minimaliseren. Een andere mogelijkheid is om de leerstof op niveau aan te passen. Op deze manier kan de leerling dan toch succeservaring opdoen en zich positief ontwikkelen. Voor deze leerlingen worden doelen omschreven in een ontwikkelingsperspectief en worden nieuwe streefeinddoelen vastgesteld. Eigenlijk hebben we, als onderwijsmensen, voor alle kinderen een ontwikkelperspectief. Voor de meeste kinderen op onze scholen is dat perspectief echter overbekend en hoeft het niet apart beschreven te worden: deze grootste groep kinderen ontwikkelt zich rondom de tussendoelen leerlijnen en referentieniveaus zoals die beschreven zijn voor het Primair Onderwijs. We bieden hen onderwijs met onze onderwijsmethodes, die langs deze leerlijnen en kerndoelen zijn ontwikkeld. In deze, veruit de grootste groep kinderen zitten ook kinderen met bijzondere onderwijsbehoeften, maar die we door convergent te differentiëren (aanhaken aan de reguliere doelen en leerstof) er nog bij kunnen houden en toch een eindniveau bereiken dat ergens in groep 8 ligt. Maar er is ook een aantal kinderen binnen onze basisscholen met een bijzondere ontwikkelingslijn. Dat kunnen kinderen met speciale onderwijsbehoeften zijn, die voorheen naar het speciaal(basis) onderwijs werden verwezen, maar die nu binnen de reguliere basisschool blijven. Dat kunnen ook LGF kinderen zijn of kinderen zijn bij wie de ontwikkeling stagneert, maar die we toch binnen onze scholen met een aparte leerlijn, blijven onderwijzen. Voor hen is het met name van belang een zogenaamd OPP op te stellen. Een ontwikkelperspectief. In gewone woorden: niet alleen zeggen, hij of zij gaat groep 8 niet halen, maar ook zeggen wat jij of zij wel gaat halen door het onderwijs dat je hem of haar gaat geven. De inspectie stelt dat er een OPP moet worden opgesteld voor de kinderen met specifieke onderwijsbehoeften die een eigen leerlijn krijgen voor één of meerdere vakgebieden en maximaal het eindniveau van groep 7 halen. Ondanks de inspanningen van school is het niet gelukt om het kind bij de groep te houden, zelfs niet met een minimumprogramma (uit: analyse en waardering aug 2012, inspectie). Van welke signalen maken we gebruik om vast te stellen of een leerling zodanige cognitieve of sociale emotionele belemmeringen voor één of meer van de genoemde vakgebieden heeft dat er een OPP nodig is? Vaak zijn het leerlingen met beperktere capaciteiten. Die beperktere capaciteiten blijken uit: een D/E-lijn op de niet-methodentoetsen (drie meetmomenten), en onvoldoende scores op de methodentoetsen voor de minimumstof, en; een groot aantal belemmerende kindkenmerken (cognitief, sociaal-emotioneel, werkhouding, motivatie en/of medisch) dat niet gecompenseerd wordt door de bevorderende kindkenmerken, en/of; de beperktere capaciteiten blijken uit een capaciteiten onderzoek (niet ouder dan twee jaar). 10

3.9 Doubleren Bij de groepen 1 en 2 maken we gebruik van observaties, citoscores en ZIEN om te bepalen of een leerling moet doubleren. Bij twijfel in de overgang van groep 2 naar groep 3 nemen we het leesvoorwaardenonderzoek af. Bij de groepen 3 en 4 kijken we naar het AVI-niveau, Cito LVS en ZIEN!. De doublure wordt altijd met de ouders besproken, het definitieve besluit om te doubleren wordt door de school genomen. Vanaf groep 5 streven we ernaar de leerlingen niet meer te laten doubleren, als de leerprestaties stagneren bieden we hulp in de groep. Deze hulp staat beschreven in het groepsplan. Als de leerachterstand meer dan 1,5 jaar is gaan we over op minimumdoelen of aangepaste leerstof en omschrijven we de doelen in een ontwikkelingsperspectief voor de leerling. Als de hulp die we bieden onvoldoende resultaat oplevert, bij twijfel over de capaciteiten van een leerling en bij gedragsproblemen schakelen we de hulp in van externe instanties. Afhankelijk van het soort probleem, ondernemen we één van onderstaande acties: A. Aanmelding bij een externe organisatie voor een psychologisch/didactisch onderzoek. B Aanmelding bij het POA (Platform voor Onderzoek en Advies) voor Ambulante Begeleiding C. Aanmelding POA om een beschikking te krijgen voor de speciale basisschool. D. Bespreken in het ZAT-team. E. Inbrengen in het Buurtnetwerk. F. Advies geven aan ouders voor een passende training, bijv. SOVA, MRT, faalangst, logopedie. G. Advies vragen bij verpleegkundige Jeugdgezondheid zorg. 3.10 Versnellen Versnellen van de instroomleerlingen naar groep 2. Bij alle leerlingen die instromen in groep 1 wordt de signaleringslijst beginnende geletterdheid afgenomen; de lijst kleuren, cijfers/getallen, letters en de lichaamsdelen. Daarnaast nog de toetsonderdelen van het toetspakket beginnende geletterdheid (CPS). Verder maken we gebruik van het gesprek naar aanleiding van de intakelijst met ouders, ZIEN en de observaties van de leerkrachten. Mochten er signalen zijn dat deze leerlingen een ontwikkelingsvoorsprong hebben, dan toetsen we de leerlingen door met de Citotoets E1. Als de leerlingen twee keer een A-score behalen, bestaat de mogelijkheid om te versnellen. Dit gaat altijd in overleg met de ouders, leerkrachten, IB-er en directie. Versnellen van leerlingen groep 1 naar groep 2. De leerlingen in groep 1, die starten aan het begin van het schooljaar en instromen in de maand september, maken in januari de CITO toets Taal M1 en Rekenen M1. Als de leerlingen twee keer een hoge A scoren worden ze doorgetoetst met de Citotoets Taal M2. Als de leerlingen dan opnieuw een A-score behalen, nemen we de toets Rekenen M2 ook af. Bij A-scores voor zowel Rekenen M2 als Taal M2, een goede ZIEN-lijst en observaties, stroomt de leerling versneld door naar groep 2 na de voorjaarsvakantie. Dit gaat altijd in overleg met de ouders, leerkrachten, IB-er en directie. Versnellen van leerlingen in groep 3 t/m 8 Versnellen in de groepen 3 t/m 8 komt incidenteel voor. Bij versnellen wordt er grondig gekeken naar de resultaten van de Cito-toetsen, ZIEN! en observaties van de leerkracht. Daarnaast vindt er overleg plaats tussen leerkracht, IB-er, directie, ouders en leerling. 3.11 Dyslexie en dyscalculie Dyslexie: 11

'Een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren van het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau'. De hardnekkigheid van de leesproblemen is een belangrijke aanwijzing voor dyslexie. Dit is pas aan te tonen als de leesproblemen zijn gesignaleerd en aangepakt met behulp van het onderwijsprotocol leesproblemen en dyslexie. Wordt hiermee geen vooruitgang geboekt, dan noemt men dit didactische resistentie. Van didactische resistentie is sprake als er systematisch een half jaar lang, tenminste driemaal per week twintig minuten, extra instructie is gegeven voor het technisch leren lezen door een leerkracht. Bij vermoedens van dyslexie wordt dit met ouders besproken. Eventueel kan een leerling worden aangemeld voor een onderzoek. Dyscalculie: Een rekenstoornis is een stoornis waarbij de rekenvaardigheden duidelijk beneden het verwachte niveau liggen, met inachtneming van de leeftijd, de intelligentie en het gevolgde onderwijs, leidende tot flinke problemen op school of in het dagelijkse leven en zonder dat dit het gevolg is van zintuiglijke tekorten. Deze definitie is aangevuld met: dyscalculie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen met het leren en vlot en accuraat oproepen en toepassen van reken- en wiskundekennis (feiten / afspraken). Voor het vaststellen van dyscalculie houdt de bovenstaande definitie het volgende in: - Er moet sprake zijn van een achterstand bij het rekenen, niet alleen in absolute zin (vergeleken met zijn leeftijd en met het groepsgemiddelde), maar vooral ook in de relatieve zin (vergeleken met de eigen mogelijkheden / capaciteiten); - Er moet sprake zijn van een gebrek aan accuratesse en / of snelheid. Dit blijkt uit een laag tempo, met daarbij mogelijk een grote hoeveelheid fouten; - Er is voldoende instructie en extra oefening geboden op de basisschool; - De problemen moeten hardnekkig zijn. Ook na gerichte aanpak, die normaal gesproken zou moeten leiden tot vermindering of volledig inhalen van de opgelopen achterstand, is de achterstand niet significant verminderd; - De problemen kunnen niet verklaard worden door een zintuiglijk tekort. Bij vermoedens van dyscalculie melden we, na overleg met ouders, leerlingen aan voor een onderzoek. 12

3.12 Meer- en hoogbegaafdheid Voor het signaleren van meer- en hoogbegaafde kinderen, maken we gebruik van de intakelijsten, gesprekken met ouders en leerkrachten en het signaleringsinstrument Sidi 3. Voor verdere informatie verwijzen we naar het protocol meer- en hoogbegaafdheid. 3.13 ZAT (Zorg Advies team) Aan onze school is een ZorgAdviesTeam (ZAT) verbonden. Dit team bestaat uit: maatschappelijk werker, schoolverpleegkundige van de jeugdgezondheidszorg, directielid van de school, intern begeleider leerlingenzorg en een schoolcontactpersoon. Het ZAT komt drie keer per schooljaar bijeen om leerlingen te bespreken, waar de school vragen over en zorg om heeft. Indien gewenst kunnen in bepaalde situaties ook andere hulpverleners uitgenodigd worden. Als de school het ZAT wil inzetten ten behoeve van één van de leerlingen, blijft deze informatie vertrouwelijk. Ouders wordt toestemming gevraagd om hun kind(eren) te bespreken in het ZAT. In uitzonderlijke gevallen kan het zijn dat een kind wordt besproken zonder dat ouders daarvan op de hoogte zijn gesteld. 13

4 Passend onderwijs 4.1 Inleiding Alle scholen in Nederland zijn vanaf 1 augustus 2013 verplicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. 4.2 Zorgplicht Scholen voor primair en voortgezet onderwijs krijgen een zorgplicht. Dit betekent dat de school verplicht is een kind dat extra ondersteuning nodig heeft, een zo goed mogelijke plek in het onderwijs aan te bieden. De zogenaamde rugzak (Leerling Gebonden Financiering) wordt afgeschaft, maar daar staat tegenover dat een deel van het budget voor zorgleerlingen rechtstreeks naar de schoolbesturen gaat. Hierdoor kunnen de samenwerkingsverbanden, als daar goede afspraken over gemaakt zijn door de samenwerkende schoolbesturen, meer maatwerk bieden aan leerlingen. Door de regioindeling is het mogelijk dat een kind zo dicht mogelijk bij huis passend onderwijs krijgt. Dat kan op de school van inschrijving zijn, op een andere school als daar de begeleiding van het kind beter georganiseerd kan worden of op een school voor speciaal onderwijs. Niet elke gewone school hoeft alle kinderen op te vangen. Scholen kunnen zich specialiseren en onderling afspraken maken wie welke kinderen het beste onderwijs kan geven. Daarvoor gaan gewone scholen en scholen voor speciaal onderwijs samenwerken in het SWV 23-02. Het geld kan efficiënter en effectiever in de speciale of gewone klas worden ingezet omdat het budget voor passend onderwijs rechtstreeks naar de samenwerkende schoolbesturen gaat. 4.3 Onderwijszorgprofiel Elke Konotschool heeft een eigen onderwijszorgprofiel. Het onderwijszorgprofiel geeft aan welke zorg en ondersteuning de school zal kunnen bieden aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeftes, eventueel met hulp van derden. (het onderwijszorgprofiel is op school in te zien). 4.4 POA (Platform voor Onderzoek en Advies) Het POA kan door school ingeschakeld worden als bovenschoolse zorg wenselijk is. Dit is het geval wanneer de leerkracht zich handelingsverlegen blijft voelen als geboden hulp vanuit school niet de gewenste resultaten oplevert en er een hulpvraag blijft bestaan. Het POA werkt volgens de handelingsgerichte diagnostiek. Er zijn meerdere gebieden waarop aanvragen ingediend kunnen worden: - ondersteuning individuele lln door AB-er sbo; - ondersteuning leerkracht m.b.t. klassenmanagement; - ondersteuning pedagogisch klimaat; - deelname leerlingen aan plusgroep; - onderzoek naar functioneren lln; - psychodiagnostisch onderzoek 4.5 Huidig aannamebeleid leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte Op dit moment hanteren wij nog steeds de volgende wijze van aanname als het gaat om een leerling met een specifieke onderwijsbehoefte. In principe is een kind met een specifieke onderwijsbehoefte welkom op onze school. Onze school zal steeds bij de aanmelding van een leerling per situatie bekijken of deze leerling al dan niet geplaatst kan worden op onze school. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het onderwijszorgprofiel. Dit hangt onder andere af van de volgende factoren: 1. De groepsgrootte 2. Aantal zorgleerlingen per groep 14

3. Is de groep deel van een combinatiegroep 4. Welke hulp is noodzakelijk 5. De kwaliteit van de ambulante hulp 6. Is ons schoolgebouw hierop berekend 7. De aard en de ernst van de specifieke onderwijsbehoefte Voorwaarden voor plaatsing: 1. Een open en eerlijke informatieverstrekking tussen ouders en school 2. Een inspanningsverplichting naar de ouders toe 3. Bij het overleg over de leerling kan een beroep worden gedaan op externe deskundigheid 4. Regelmatige evaluatie tussen ouders en school 15

Bijlage: 1 Zorgroute De Wendakker Leerkracht signaleert Oudergesprek + melding bij IB-er Handelingsplan / onderwijsbehoeften Groepsbespreking (leerkracht + IB-er: 3x per jaar) en Leerlingbespreking (leerkracht + IB-er ; 2 x per jaar) en ZIEN-bespreking (leerkracht + IB-er ; 2x per jaar) en/of Zorg Advies Team (IB-er, directie, schoolcontactpersoon, maatschappelijk werk, schoolverpleegkundige; 3 x per jaar) Oudergesprek Groepsplan evalueren/bijstellen ( lkr. + IB-er ) Eventueel: * Externen inschakelen * Psychologisch Onderzoek * Aanmelden bij Platform voor Onderzoek en Advies(POA) voor aanvraag Ambulante Begeleiding SBO. oudergesprek 16