Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3: Indonesi? Samenvatting door Bart 1537 woorden 1 maart 2016 6 12 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Samenvatting hoofdstuk 3 Paragraaf 2 Platentektoniek Lahar = enorme modderstroom die bij een vulkaanuitbarsting kan ontstaan als as of lava gemengd wordt met veel water. Tsunami elfstoffen In de buurt van plaatranden komen vaak edelmetalen voor. Die ertsen zijn uit de aardmantel met het opstijgende magma meegenomen en gestold in de aardkorst. Ook is Indonesië rijk aan fossiele bronnen (delfstoffen). Paragraaf 3 Klimaten Indonesië ligt op de evenaar dus komen er vooral tropische klimaten voor. Het gebied met een tropisch regenwoudklimaat (Af) wordt door stijgingsregens of stuwingsregens de hele tijd vochtig. In het oosten van Indonesië komt het savanneklimaat (Aw) voor. Een variant hierop is het moessonklimaat (Am). In de droge tijd is er net genoeg regen voor een dun begroeid woud. Dee twee klimaten hebben een droge en een natte tijd. De regentijd wordt ook wel de natte moesson genoemd. De droge tijd valt in de winter, de natte tijd in de zomer. Landschapszones https://www.scholieren.com/verslag/samenvattingaardrijkskundehoofdstuk3indo nesie91250 Pagina 1 van 7
Indonesië ligt met zijn tropische klimaten in de tropische landschapszone. 4. In het westelijke deel van Indonesië met een Af klimaat groeit van nature dicht tropisch regenwoud. In het drogere oostelijke deel van Indonesië met zijn Aw klimaat bestaat de oorspronkelijke plantengroei uit licht tropisch oerwoud of uit grasvlaktes met boomgroepen (savanne). Aan de kust groeit vaak mangrovebos. In de bergen veranderen de vegetatiegordels met de hoogte. Landbouw Java en Bali hebben een zeer vruchtbare bodem. Ze zijn ontstaan in vulkanische afzettingen of in rivierafzettingen. In gebieden met een Af klimaat valt genoeg neerslag om de rijstvelden niet zelf te hoeven beïnvloeden. Hier kan je aan droge rijstbouw doen. In het droge oosten met zijn Aw klimaat moet je irrigeren, dus is het natte rijstbouw. Paragraaf 4 Bevolkingsdichtheid Bevolkingsdichtheid geeft de verhouding aan tussen het aantal inwoners en de oppervlakte van een bepaald topografisch gebied. Natuurlijke bevolkingsgroei Indonesië heeft 231 miljoen inwoners. De natuurlijke bevolkingsgroei is erg hoog, maar lager dan vroeger. Dit komt ten eerste door het door de overheid gesteunde programma voor gezinsplanning. Dit is ook te danken aan de goede voorlichting, een ruime beschikbaarheid aan anticonceptiemiddelen en gezondheidsklinieken op het platteland. Maar ook belangrijk is: De afname van armoede Het verbeterde onderwijs, vooral voor meisjes De toegenomen verstedelijking Sociale bevolkingsgroei Bij sociale bevolkingsgroei kan je onderscheid maken tussen binnenlandse en buitenlandse migratie. Heel Zuidoost Azië kent een hoog urbanisatietempo. De urbanisatiegraad is vrij hoog, dit kan je zien aan de volgende kenmerken in steden: 4. Overal ontstaan uniforme stedelijke landschappen. De modernisering van de steden vindt plaats met een snelheid en omvang die zijn gelijke niet kent, alles moet wijken voor de economische groei. Er is veel luchtverontreiniging De overbevolking zie je aan de krottenwijken aan de rand van de stad, de overbelaste infrastructuur en de uitdijende informele sector. Jakarta: een primate city? Transmigratie https://www.scholieren.com/verslag/samenvattingaardrijkskundehoofdstuk3indo nesie91250 Pagina 2 van 7
Vroeger is geprobeerd om de overbevolking op Java, Madura en Bali te ontlasten door mensen te laten verhuizen naar dunner bevolkte gebieden. Dit beleid wordt transmigratie genoemd. Heel soms heeft het gewerkt, maar toch is het voor een groot deel mislukt. Oorzaken: De arme tropische bodems waren binnen enkele jaren volledig uitgeput. Veel Javanen hadden heimwee. Er waren conflicten met de oorspronkelijke bevolking. Paragraaf 5 Armoede of welvaart? Welvaart meet je doormiddel van: 4. 5. 6. Het bnp per hoofd in vergelijking met andere landen. Het bruto regionaal product. Je vergelijkt provincies met elkaar en je kijkt hoe het in verhouding staat met het bnp per hoofd. De verdeling van de beroepsbevolking ten opzichte van andere landen. (landbouw, industrie, diensten) Samenstelling van het importexport pakket van een land. Ontwikkelingslanden exporteren vaak grondstoffen en halffabricaten uit en importeren eindproducten. De handelsbalans. Waarde van export hoger dan dat van de import? Houdt het land geld over of heeft het geld tekort? Indonesië als geheel Indonesië behoort tot de lage middeninkomenslanden. Het land heeft een gemengde economie, dat betekent dat geen enkele economische sector meer dan 50% heeft. De regionale ongelijkheid tussen landen in ZuidoostAzië is groot. Indonesië in regio s Kwaliteit van het bestuur Indonesië is één van de meest corrupte staten van de wereld. Paragraaf 6 Globalisering en de primaire sector Sinds jaren 70 veel bosbouw en mijnbouw in Indonesië, nu meer aan hout (exportvalorisatie). Landbouw is in plattelandsgebieden verbeterd door moderne kennis. Traditionele landbouw naar moderne landbouw. Tweedeling op platteland. Grote commerciële boeren vs. kleine boeren die niet bij kunnen benen. Gevolg = uitstoot van mensen in landbouwsector. 4. Plantagebouw groeit. Veel arbeiders die thee, koffie, suiker, natuurlijk rubber, etc. verbouwen. Globalisering en de secundaire markt Indonesië had importsubstitutie ( eenvoudige industrieproducten werden niet geïmporteerd maar werden in het land zelf gemaakt). Dit werkte niet dus ging Indonesië zijn buurlanden nadoen: MNO s aantrekken. https://www.scholieren.com/verslag/samenvattingaardrijkskundehoofdstuk3indo nesie91250 Pagina 3 van 7
Globalisering en de tertiaire sector Door globalisering komt de moderne dienstverlenende sector op gang. Denk aan de formele sector (toerisme, dienstverlening & marketing). Formele sector is geregistreerd werk, legale baan en ben je bekend bij belastingdienst. Bij informele sector niet. Indonesië in de wereldeconomie Veel landen in ZuidoostAzië zijn gericht op de export. Paragraaf 7 Heeft Indonesië logische grenzen Archipel: snoer van eilanden (Indonesië heeft 1000 eilanden). Absolute ligging van een land is de plek waar het ligt op de wereld. Relatieve ligging is met economie waar het ligt: Gunstige plek? Indonesië: een mozaïek van culturen? 3 hoofdgroepen bij culturele gebiedskenmerken: Elementen die te maken hebben met je verstand, zoals taal en geloof. Nationale taal van Indonesië is Bahasa Indonesia. Elementen die bepalen hoe je mag elkaar samenleeft, zoals wetten, familiebanden en opvoeding. Zichtbare of materiële kenmerken. Relatieve afstand & culturele diversiteit Water, reliëf & ondoordringbare jungle maken de afstanden in Indonesië relatief groot. In Indonesië is de regionale diversiteit groot. Ook is het land door gebrek aan samenwerking geen hechte economische of politiek eenheid. Lokale en mondiale oriëntatie In grote delen van Indonesië zijn lokale bevolkingsgroepen in economisch opzicht nog op zichzelf aangewezen. Java en delen van Sumatra staan in belangstelling van internationaal bedrijfsleven. De regionale verschillen worden hierdoor groter. Dit kan je zien aan het demografisch transitiemodel, urbanisatiegraad, urbanisatietempo, opbouwen stedelijk netwerk, arbeidsmigratie, brp per hoofd, de bestaanswijzen & de verdeling van de beroepsbevolking. Paragraaf 8 Ontbossing: De economische dimensie Indonesië is de grootste exporteur van tropisch hardhout. https://www.scholieren.com/verslag/samenvattingaardrijkskundehoofdstuk3indo nesie91250 Pagina 4 van 7
Ontbossing op lokaal niveau Op lokaal niveau zijn twee partijen betrokken bij ontbossing: Inheemse volkeren in de buitengebieden die aan zwerflandbouw doen (extensieve vorm van landbouw die in harmonie is met de natuur. Het groeiende aantal sedentaire boeren. Boeren met permanente akkers. Ontbossing op nationaal en internationaal niveau Naast lokale mensen zijn er ook nog binnenlandse en buitenlandse partijen. Deze ontbossing is veel grootschaliger en speelt op een hoger schaalniveau: Commerciële houtkap voor de houtverwerkende industrieën en de houtskoolfabrieken. Mijnbouw in dagbouw. Dat zijn mijnen waarbij er open groeves zijn. Projectontwikkelaars. Van hen en voor hen moet het bos weg zodat er wegen, plantages, garnalenkwekerijen en resorts aangelegd kunnen worden. Ontbossing: de ecologische dimensie In het algemeen leidt grootschalige ontbossing tot: Een verstoorde waterbalans. In het gebergte leidt dit tot aardverschuivingen en stroomafwaarts tot overstromingen en verdroging. Een verlaging van de biodiversiteit. Afname van de kwaliteit van de bodems (landdegradatie). Door ontbossing stroomt het water snel naar beneden en neemt het de toplaag van de bodem mee (versnelde bodemerosie). Hierdoor verdwijnt kostbare landbouwgrond en neemt de draagkracht van het gebied af. 4. Door het kappen van de mangrovebomen wordt de kracht van een tsunami niet meer gebroken en krijgen malariamuggen in de poelen meer kans. 5. Luchtverontreiniging. Bossen waar gekapt wordt, hebben vaak drogere bomen waardoor er makkelijker een ongecontroleerde bosbrand komt. 6. Verstoring van het ecosysteem. Paragraaf 9 De maatschappelijke gevolgen van roofbouw Eerst groeien en dan pas het milieu In Indonesië heeft economische groei voorrang op het milieu. Dit hebben veel ontwikkelingslanden. De belangen van de verschillende partijen op lokaal, nationaal en internationaal niveau staan vaak haaks op elkaar: De onverschilligheid van boeren voor het milieu, of hun gebrek aan kennis om het anders aan te pakken. Het eigenbelang van grootgrondbezitters en bedrijven. De explosieve bevolkingsgroei. 4. De verschijnsel van een soft state (een staat met weinig bestuurlijke kracht en een zwakke wetshandhaving). 5. De ruimtelijke afwenteling van milieuproblemen door de centrumlanden. https://www.scholieren.com/verslag/samenvattingaardrijkskundehoofdstuk3indo nesie91250 Pagina 5 van 7
Milieubeheer van overheden: een kentering? Hazardmanagement = planmatige vorm van gevarenbeheersing door de natuurlijke risico s in de kaart te brengen, structurele voorzorgsmaatregelen treffen en rampenplannen oefenen. De milieubeweging: een nieuwe strategie? Paragraaf 10 Fundamentalisme en politieke islam De politieke stabiliteit in Indonesië staan onder druk door etnische conflicten, culturele verscheidenheid en door de opkomst van de politieke islam. Dit moslimfundamentalisme wilt terug naar de strenge tradities in de politiek. War on Terror en het leger Chinezen: van gelukszoekers tot succesvolle ondernemers Chinezen: jaloezie of cultuurverschil? Integratie of assimilatie? Bij integratie maak je deel uit van de nieuwe samenleving, maar blijf je als minderheid wel herkenbaar. Bij assimilatie gaat de aanpassing zo ver, dat je opgaat in je nieuwe samenleving. Paragraaf 11 Territoriale conflicten https://www.scholieren.com/verslag/samenvattingaardrijkskundehoofdstuk3indo nesie91250 Pagina 6 van 7
Valt de staat Indonesië uiteen? Territoriale conflicten: op zoek naar saamhorigheid Proces waarbij geprobeerd wordt een nationale eenheid te forceren wordt nation building genoemd. Op zoek naar nieuwe lijm Jakarta kiest er voor om de roep om meer regionale autonomie (regionalisme) tegemoet te komen. Paragraaf 12 Indonesië speelt centrale rol binnen de ASEAN De Association of Southeast Asian Nations (ASEAN) is opgericht tijdens de Vietnamese oorlog. Dit is gedaan om niet verwikkeld te raken met het kapitalistisch westen en het communistisch oosten. Ze wilden zelf een economisch blok vormen. Internationale conflicten De ASEAN probeert de bemiddelen bij grensoverschrijdende milieuproblemen en het probeert een organisatie voor een internationaal hazardmanagement op te zetten. Van ASEAN naar OostAziatische Unie? De toenemende economische vervlechting vind langzaam maar zeker plaats tussen de ASEANlanden. De ASEANlanden liggen ingesloten tussen 2 reuzeninopkomst: India en China. Ze werken samen met China en India omdat dat economisch beter is. India, China, Japan, ZuidKorea, Australië en NieuwZeeland doen ook steeds meer mee met de ASEAN. Hierdoor kan er gesproken worden over de OostAziatische Unie. Maar er zijn een aantal struikelpunten. De verschillen tussen de economisch sterkste landen en de zwakste landen is erg groot, er moet een goed bestuur komen en er zijn tegenstellige belangen bij de landbouw. https://www.scholieren.com/verslag/samenvattingaardrijkskundehoofdstuk3indo nesie91250 Pagina 7 van 7