5,7. Antwoorden door een scholier 1918 woorden 15 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Transcriptie

1 Antwoorden door een scholier 1918 woorden 15 maart ,7 13 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Paragraaf 7 1a armoede of welvaart, Indonesië als geheel, Indonesië in regio s B beroepsbevolking->>arbeider, werkloze Formele sector->>witte circuit, onderdeel BNP Handelsbalans->>export, import C * D het BNP geeft een gemiddelde van dat land, terwijl BNP per hoofd vergeleken kan worden met andere landen E door dit middel betekent het dus dat de een meer kans heeft op de arbeidsmarkt, de gezondheid wat als gevolg oneerlijke verdeling heeft van de welvaart F je vergelijkt dan de welvaart van het land Indonesië met die van andere landen in de wereld, dit kan een scheef beeld geven voor de ontwikkeling in Indonesië G de informele sector wordt officieel niet in het BNP opgenomen. Als dit wel het geval zou zijn kan het de mogelijkheid brengen tot een hogere BNP per hoofd H hoe armer een land, hoe meer mensen in de primaire sector I antwoord B J antwoord C K 2,1,3 2a zoals je in bron 26 ziet is er eigenlijk niet veel veranderd in Indonesië, want er is totaal geen beweging te zien als je kijkt naar landbouw, industrie en diensten vanaf 1997 B er werken minder mensen in de landbouw & er werken dus meer mensen in de andere sector C ik denk het wel, want als diensten& industrie omhoog gaan->> hoger inkomen->>verbetering gezondheid en betere voorlichting->> daling geboorte en sterfte cijfer->>gevolg opschuiving naar andere fase in het transitiemodel 3a welzijn: De mate waarin behoeften worden bevredigd zonder opoffering van schaarse alternatief aanwendbare middelen. Welvaart: Het kunnen beschikken over voldoende financiële middelen om de eigen behoeftes te kunnen vervullen. B in de mate waarin je de eigen behoefte kan vervullen C in de mate waarin kan worden bevredigd zonder opoffering van schaarse middelen D 1(C) 2(A) 3(B ) 4(D) E dat je bijvoorbeeld van continentaal->>nationaal gaat of van nationaal->>regionaal gaat F koopkrachtpariteit->> Een ruimtelijke deflator en een omrekenfactor voor valuta die de effecten van prijsverschillen elimineert Pagina 1 van 6

2 G hoog:(singapore, Brunei, Maleisië) gemiddeld:(thailand, Filipijnen, Indonesië) Laag:(Vietnam, Laos, Cambodja, Myanmar) H de wijze op economisch gebied I het gemiddelde inkomen per inwoner in een land geeft aan in hoeverre iemand kan bevredigen in zijn/haar behoefte J ja, want hiermee kun je kijken hoe onze levensverwachting, analfabetiseringsgraad en koopkracht is vergeleken met andere landen 4a GB 52: kaart 127C B nee, want hiervoor moet je toch echt verder inzoomen om de ruimtelijke ongelijkheid te zien in bijvoorbeeld Indonesië C ja, want je kunt zo kijken hoe groot het BNP is en het inkomen per inwoner per land D antwoord C 5a ja, want hierdoor kan het beeld veranderen. De score kan hierbij in een gebied zelfs variëren van 46 tot 73 zoals je ziet bij Papoea B Noord-Sulawesi C ver van Jakarta af D nee, niet volgens figuur 14 en bron 29 E ja dat klopt F een positief vestigingssaldo G bron 29 zoomt het meeste in H centraal Java & Centraal Kalimantan I antwoord A J Jakarta & Oost-Java K ja dat klopt, omdat je hierdoor een betere vergelijking kan maken tussen de verschillende schalen die je gebruikt 6 antwoord D Paragraaf 8 1a cultuur & cultuurverschillen B een mozaïek van culturen, relatieve afstand en culturele diversiteit C cultuur->>een geheel van aangeleerde gedragskenmerken, waaraan alle leden van een gemeenschap zich openlijk houden D cultuurelementen als taal, godsdienst en waarde/normen E China & India F Nederland & Japan 2a A(1) B(3) C(4) D(2) B Boeddhisme:7,9 Hindoeïsme: 3,4,8,12 Islam:2,5,10 Het westen: 1,6,11 C naar de islam Pagina 2 van 6

3 D ongeveer 2500 km E ongeveer 700 km F de relatieve afstand is volgens mij kleiner bij Delhi naar Bangalore dan van Oost-Java naar Flores G antwoord D H antwoord B 3a bron 30: A,C,F,G,J,K, Bron 33: B,D,E,H,I,L,M,N B de etniciteit van Madurezen is groter dan dat van Bataks C de stelling klopt als je kijkt naar de kaarten 190A en 190C, want hier kun je zien welke culturen Indonesië heeft en ook zie je de cultuurgrenzen in een keer 4a Javanen en soendanezen B Islam & Protestants C * Paragraaf 9 1a 1(H) 2(F) 3(A) 4(C) 5(I) 6(B) 7(E) 8(D) 9(J) 10(G) B bij een hoog urbanisatietempo, want ze leggen hieruit dat het steeds sneller groeit en dat de steden steeds groter worden C het is pas echt opgelopen vanaf 1970 D antwoord D E Jakarta is een van de 4 megasteden die het hardste groeit(3% op haarbasis) F antwoord C 2a zoals kaart 191A bij de bevolkingsdichtheid laat zien is het in Indonesië beter geregeld, want in Cambodja zitten ze op een hoop bij mekaar terwijl ze in Indonesië eerlijker verdeeld is over het hele land B Manila, want zoals kaart laat zien is het een vierkantje(manila) tegen rondje(vientiane) C het vierkantje betekent dat er tussen de en mensen wonen in Palembang D antwoord C E duidelijker dan op Oost-Timor 3a dak boven het hoofd, vrijheid B die van Mario Vergas Llosa, want ik ben van mening dat dit niet helemaal correct is wat al die bestuurders altijd maar weer beweren, terwijl het een erbarmelijke toestand is waarin ze leven en alleen het landsbestuur kan dit verbeteren 4a Sumatra B de stad Java wordt te dichtbevolkt waardoor mensen gaan verhuizen naar delen waar de bevolkingsdichtheid lager is & ze hebben hier een grotere kans om en baan te krijgen C antwoord C 6a omdat hun cultuur en taal hierdoor beïnvloed kunnen worden waardoor het kan verdwijnen B ja, want het wordt gezien als gedwongen verhuizing en het bestuur is zo corrupt als het maar kan(de bevolking wordt onderdrukt) C nee D ja, want na de val van Suharto in 2000 en de Aziatische financiele crisis waren er geen fondsen meer Pagina 3 van 6

4 voor het transmigratieprogramma, hierdoor is er geen kans meer om transmigratie uit te voeren E antwoorden A,D,E F geofactor->>bodem G antwoord A 7 antwoorden B &E Paragraaf 10 1a a=2 b=1 c=11 d=6 e=9 f=10 g=7 h=8 i=3 j=4 k=5 B importsubstitutie & scharreleconomie, want deze 2 begrippen kunnen geïnterpreteerd worden door andere taboewoorden die het mogelijk maken om de woorden beter te omschrijven C A=primaire sector:2,5,10 B =secundaire sector:4,9 C=tertiaire sector:1,3,6,7 D 1=importsubstitutie 2=aardgas 3=boomstammen 4=koffie 5=scharreleconomie 6=agrarische transitie 7=plantagebouw 8=importsubstitutie E de plantagebouw bij vraag 1d(3),want deze is het moeilijks te onderscheiden omdat ze alle 3 wel met elkaar te maken hebben en er zijn 3 antwoorden mogelijk 2a ruilvoetverslechtering->>de waarde van import & export(gemiddelde prijzen) worden minder of verslechteren B auto s C industrialisatie door importsubstitutie is dat je apparaten zo gaat vervaardigen zodat je het zelf kunt maken D ingeblikt voedsel(wat bijvoorbeeld Unilever doet) E omdat je niet alleen maar kan leven en ontwikkelen door in de industrie te zitten & je ook ander werk nodig hebt om een economie draaiende te houden F ze hebben een strategie gevolgd waarbij EPZ s naar hun land komen G epz s zijn zones waar goedkope arbeidskrachten is & waar je weinig of geen belasting hoeft te betalen+ de grond is goedkoop H omdat deze bedrijven zich willen en kunnen uitbreiden over de wereld waardoor hun bekendheid alleen maar groter wordt 5a landbouw=43% Industrie=18% diensten=39% B Taiwan & Maleisië C in de landen van vraag b, want deze landen hebben een kleiner aantal deel van de bevolking in de landbouw D nee, want ze moesten nog ontwikkelen omdat er daarvoor een grote tijd van corrupt bestuur was 6a 3,1,5,2,4 B we kwamen op dezelfde antwoorden uit C je moet mensen meer betrekken & banen creëren om mensen uit de informele sector te houden D de verdeling van de beroepsbevolking over het hele land E* Pagina 4 van 6

5 paragraaf 12 1a A=Globalisering binnen Indonesië B=Globalisering en Centrum-periferie binnen Indonesië(armoede grenzen) C=De kwaliteit van het bestuur(epz) b A=Gastarbeid, regionale ongelijkheid B=Lokale oriëntatie, demografisch transitiemodel, mondiale oriëntatie C=Softstate, decentralisatie van bestuur c 1=C 2=D 3=F 4=H 5=A 6=B 7=I 8=G 9=E d de 2 combinaties die het meest discutabel waren zijn afstandsverval en tijdruimte compressie, want deze 2 hadden meerdere mogelijkheden e antwoord C f antwoord D g antwoord B h antwoord A i antwoord A j mondiale oriëntatie, want ze gaan in zee met een groot kunstmest fabriek & je kunt het vergelijken met verschillende landen en de bedrijven verplaatsen zich steeds ergens in de wereld k Semarang is meer betrokken bij het globaliserings proces en het heeft als voordeel dat het een haven gebied is. 2a een land met een zwak bestuur(vaak corrupt) B in sommige gemeente moet je vele malen meer betalen voor een rijbewijs of paspoort dan in andere gemeente C omdat dit bestuur ervoor heeft gezorgd dat er economische ontwikkeling en groei kwam D omdat hierdoor het bestuur als geheel eerlijker over dingen kan beslissen, want elk lid heeft z n eigen sten in het bestuur 3a Bali ontwikkeld zich goed door de invloed van andere landen, dus een mondiale oriëntatie B af, want ze zijn zo meer betrokken bij deze processen. Neem bijvoorbeeld de toerisme dat op Bali mogelijk wordt gemaakt door de bouw van een vliegveld C ze komen uit gebieden waar het dunbevolkt is en waar landbouw het voornaamste inkomen geeft & mensen uit de stad trekken naar de rand omdat Jakarta al veel te vol is & Bali is ook een Primate City D ja, want de toeristen zorgen voor werk en inkomen bij de bevolking E ja, want zo gaat het er aan toe & het is goed dat de toerisme daar is ontstaan 4a lokaal, mondiaal, mondiaal, mondiaal, mondiaal, lokaal, mondiaal, mondiaal, lokaal, mondiaal, mondiaal, mondiaal, lokaal, mondiaal, mondiaal, lokaal, lokaal, mondiaal, mondiaal, mondiaal B antwoord B C mondiale oriëntatie, want meer contacten zorgt voor een netwerk, wat weer kan zorgen voor economische groei en ontwikkeling Paragraaf 13 1a 1=economische dimensie 2=groeiend aantal sedentaire boeren 3=duurzaam bosbeheer 4= export valorisatie 5=ladangbouw B 120 seconden Pagina 5 van 6

6 C 85 voetbalvelden 2a snijden en verbranden B ja, beelden zeggen meer dan woorden C de Ladangakkers worden verbrand en de akkers van sedentaire is de akker waar ze blijven D antwoord B 3a beelden van bovenaf en van de computer B false-colour=mening van verschillende kleuren C nee D de ontbossing & daarna dus de goud/koper winning E ja F antwoord C 4a over de palmolieplantages in Indonesië in hectare B het toont aan dat steeds meer oppervlakte wordt gebruikt voor palmolieplantages C als de palmolie in een gebied weg is gaan ze op zoek naar meer in andere gebieden D China wil natuur behouden, want dit helpt om overstromingen tegen te gaan en het kan worden geïmporteerd uit Indonesië E ze maken ook gebruik van boomkapping in verschillende gebieden F ja, periferie heeft ook geld nodig G antwoord B Paragraaf 14 1a 1=E 2=F 3=G 4=A 5=H 6=I 7=J 8=K 9=Q 10=O 11=R 12=M 13=B 14=C 15=D 16=L 17=N 18=P B bovenloop: A, E, H, I, L Benedenloop: B, C, D, F, G, J, K C ja, want eerst worden bomen omgehakt->> boden wordt blootgesteld->> water haalt vruchtbare laag weg->> bodemerosie ontstaat en vissen lijden hieronder 4 Lokaal niveau: E, G, H Regionaal niveau: A, B, I Mondiaal niveau: C, D, F, J 5a Januari B vanuit het noordoosten C omdat de wind normaal gesproken uit het zuidwesten komt & het ligt op/vlak bij de evenaar D * 6a Thailand, Filipijnen, Vietnam en Indonesia B nee, de biodiversiteit is hier het hoogst omdat er meer soorten zijn C antwoord A Pagina 6 van 6