3 RIJBEWIJSBEZIT TABEL 1 VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR) Cumulative Cumulative RYBEWYS Frequency Percent Frequency Percent ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒ ja 19225.82 67.62 19225.82 67.62 neen 9207.374 32.38 28433.19 100.00 Frequency Missing = 285.79910533 67,6% van de inwoners van het onderzoeksgebied Vlaams-Brabant is in het bezit van een rijbewijs om een auto te besturen (Tabel 1). De groep van niet-rijbewijsbezitters bestaat voor een groot deel uiteraard uit min-18-jarigen (16,7%). Wanneer we deze groep uit de tabel halen en de percentages opnieuw berekenen komen we aan 80,8% rijbewijsbezitters en 19,2% niet-rijbewijsbezitters. In vergelijking met het Vlaamse gemiddelde (OVG2000-2001) worden er zo goed als geen verschillen vastgesteld (respectievelijk 67,7% en 32,3%). In de volgende tabellen proberen we de groep van de niet-rijbewijsbezitters beter in beeld te krijgen. Dit gebeurt door de variabele van het rijbewijsbezit te kruisen met andere variabelen zoals geslacht, leeftijd, diploma, enz. OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001): DEEL 3A:ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 16/183
TABEL 2 VERDELING VAN HET RIJBEWIJSBEZIT VOLGENS GESLACHT (VANAF 6 JAAR) SEXE(geslacht) Frequency man 10488 3424.7 13913 36.99 12.08 49.07 75.38 24.62 54.70 37.31 vrouw 8686.2 5755.6 14442 30.63 20.30 50.93 60.15 39.85 45.30 62.69 Total 19174.6 9180.34 28355 67.62 32.38 100.00 Frequency Missing = 364.02810533 24,6% van de mannen in Vlaams-Brabant heeft geen rijbewijs tegenover 39,9% van de vrouwen. Dit is een verschil van ongeveer 15 %. Deze percentages liggen op hetzelfde niveau als de cijfers die we vonden voor OVG2000-2001 (namelijk 24,27% en 39,87%). OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001): DEEL 3A:ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 17/183
TABEL 3 VERDELING VAN HET RIJBEWIJSBEZIT VOLGENS GESLACHT (VANAF 18 JAAR 3 ) SEXE(geslacht) Frequency man 10477 1014.5 11491 44.31 4.29 48.60 91.17 8.83 54.72 22.56 vrouw 8670.9 3482.1 12153 36.67 14.73 51.40 71.35 28.65 45.28 77.44 Total 19147.5 4496.67 23644.2 80.98 19.02 100.00 Frequency Missing = 246.88011584 In Tabel 3 beperken we ons tot de groep respondenten die wettelijk gezien een rijbewijs voor de auto kunnen bezitten, namelijk de respondenten van 18 jaar en ouder. Het verschil tussen mannen en vrouwen was in Tabel 2 al opvallend, in deze tabel doen we er nog een schepje bovenop: bijna 9% van de mannen van 18 jaar en ouder heeft geen rijbewijs, terwijl dit voor dezelfde groep vrouwen 29% bedraagt: een verschil van 20 % (tegenover 15 % in de vorige tabel). Het verschil tussen beide geslachten proberen we verder te duiden door het rijbewijsbezit te koppelen aan andere variabelen. 3 Wanneer we de tabellen opstellen voor de respondenten die ouder zijn dan 18 jaar, vallen meteen ook alle respondenten waarvan we geen geboortejaar hebben weg. Dit verklaart waarom de marginale aantallen en percentages soms licht afwijken van de tabellen zonder leeftijdsbeperking. OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001): DEEL 3A:ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 18/183
TABEL 4 VERDELING VAN HET RIJBEWIJSBEZIT VOLGENS LEEFTIJD (VANAF 6 JAAR) 4 LFTKLPER(Leeftijdsklasse persoon) Frequency 06-12 0 2638.9 2638.9 0.00 9.41 9.41 0.00 100.00 0.00 29.75 13-17 4.6701 2043.8 2048.5 0.02 7.29 7.31 0.23 99.77 0.02 23.05 18-24 1343.1 688.85 2031.9 4.79 2.46 7.25 66.10 33.90 7.01 7.77 25-34 3760.6 322.42 4083.1 13.41 1.15 14.56 92.10 7.90 19.62 3.64 35-44 4549.1 314.18 4863.3 16.22 1.12 17.35 93.54 6.46 23.73 3.54 45-54 3826.7 358.49 4185.2 13.65 1.28 14.93 91.43 8.57 19.96 4.04 55-64 2611.6 516.79 3128.3 9.31 1.84 11.16 83.48 16.52 13.62 5.83 65+ 3073.4 1985.4 5058.8 10.96 7.08 18.04 60.75 39.25 16.03 22.39 Total 19169.1 8868.79 28037.9 68.37 31.63 100.00 Frequency Missing = 681.06682202 Het bezit van een rijbewijs is duidelijk gerelateerd aan leeftijd. Dit geldt uiteraard voor de min-18- jarigen, maar ook voor de andere leeftijdsklassen inz. de 18-24-jarigen en de 65-plussers. Voor beide 4 Er zijn vijf respondenten jonger dan 18 jaar die beweren een rijbewijs te bezitten om een personenwagen te besturen. Vermoedelijk gaat het om respondenten die een voorlopig rijbewijs hebben in het kader van een vervroegde rij-opleiding. OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001): DEEL 3A:ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 19/183
leeftijdsgroepen vinden we respectievelijk 34% en 39% niet-rijbewijsbezitters. In de leeftijdsklasse van 18 tot 24 jaar gaat het uiteraard vooral over het nog niet hebben van een rijbewijs, terwijl het voor de 65-plussers gaat om het nooit gehaald hebben van een rijbewijs. De leeftijdsklasse met het hoogste rijbewijsbezit is deze tussen de 35-44 jaar. TABEL 5 VERDELING VAN HET RIJBEWIJSBEZIT VOLGENS GESLACHT EN LEEFTIJD (MANNEN, VANAF 6 JAAR) LFTKLPER(Leeftijdsklasse persoon) Frequency 06-12 0 1315 1315 0.00 9.59 9.59 0.00 100.00 0.00 40.39 13-17 3.477 1087.2 1090.7 0.03 7.93 7.95 0.32 99.68 0.03 33.39 18-24 746.48 275.39 1021.9 5.44 2.01 7.45 73.05 26.95 7.14 8.46 25-34 1946.7 114.31 2061 14.19 0.83 15.02 94.45 5.55 18.61 3.51 35-44 2360 82.418 2442.4 17.20 0.60 17.80 96.63 3.37 22.56 2.53 45-54 2023.3 81.617 2104.9 14.75 0.59 15.34 96.12 3.88 19.34 2.51 55-64 1462.2 64.588 1526.8 10.66 0.47 11.13 95.77 4.23 13.98 1.98 65+ 1920 235.25 2155.2 14.00 1.71 15.71 89.08 10.92 18.35 7.23 Total 10462.1 3255.79 13717.9 76.27 23.73 100.00 Frequency Missing = 252.99370926 OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001): DEEL 3A:ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 20/183
In Tabel 5 bekijken we opnieuw het rijbewijsbezit volgens leeftijdscategorie maar dan enkel voor de mannelijke bevolking van Vlaams-Brabant. In de klasse van 35 tot 44 jaar heeft maar 3,4% geen rijbewijs. Bij de 65-plussers heeft 10,9% geen rijbewijs, terwijl we voor de groep van 18 tot 24 jaar nog 27% mannen zonder rijbewijs vinden. Uit de vergelijking van deze tabel met de vorige blijkt dus dat de discrepantie in rijbewijsbezit tussen de verschillende leeftijdsklassen bij mannen duidelijk kleiner is dan het algemeen gemiddelde (vergelijk de verhouding tussen 3,4% en 27% -huidige tabel- met 6,5% en 39,3% -vorige tabel). In de volgende tabel zullen we dan ook zien dat die discrepantie bij vrouwen groter is dan het algemeen gemiddelde. TABEL 6 VERDELING VAN HET RIJBEWIJSBEZIT VOLGENS GESLACHT EN LEEFTIJD (VROUWEN, VANAF 6 JAAR) LFTKLPER(Leeftijdsklasse persoon) Frequency 06-12 0 1305.6 1305.6 0.00 9.17 9.17 0.00 100.00 0.00 23.37 13-17 1.1931 951.02 952.21 0.01 6.68 6.69 0.13 99.87 0.01 17.02 18-24 596.19 413.05 1009.2 4.19 2.90 7.09 59.07 40.93 6.89 7.39 25-34 1804.7 207.71 2012.4 12.67 1.46 14.13 89.68 10.32 20.85 3.72 35-44 2186.8 231.76 2418.5 15.35 1.63 16.98 90.42 9.58 25.26 4.15 45-54 1790.2 276.87 2067.1 12.57 1.94 14.51 86.61 13.39 20.68 4.96 55-64 1139.3 451.79 1591.1 8.00 3.17 11.17 71.61 28.39 13.16 8.09 OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001): DEEL 3A:ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 21/183
65+ 1137.8 1749.4 2887.2 7.99 12.28 20.27 39.41 60.59 13.14 31.31 Total 8656.22 5587.14 14243.4 60.77 39.23 100.00 Frequency Missing = 342.43211276 Bij de vrouwen vinden we dus een ander beeld dan bij de mannen: het laagste percentage nietrijbewijsbezitters vinden we ook terug bij de leeftijdsklasse 35-44 jaar, maar het percentage ervan ligt er wel drie keer zo hoog (9,6% tegenover 3,4% voor de mannen). Het verschil met de nietrijbewijsbezitters voor de 65-plussers is nog frappanter: 60,6% voor de vrouwen tegenover 10,9% voor de mannen of een percentage dat zes keer hoger is! Het verschil in de klasse van 18 tot 24 jaar valt dan nog mee: 'slechts' 14%. Dit wijst er dus op dat de vrouwen de mannen "aan het inhalen" zijn. OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001): DEEL 3A:ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 22/183
TABEL 7 VERDELING VAN HET RIJBEWIJSBEZIT VOLGENS BURGERLIJKE STAAT (VANAF 6 JAAR) BS(Burgerlijke staat) Frequency ƒƒƒƒƒƒƒƒ samenwonend (ger 1331.1 107.88 1439 egistreerd in he 4.70 0.38 5.08 t bevolkingsregi 92.50 7.50 ster) 6.94 1.18 ƒƒƒƒƒƒƒƒ gehuwd 11809 1773.4 13582 41.66 6.26 47.92 86.94 13.06 61.57 19.35 ƒƒƒƒƒƒƒƒ gescheiden 1421.3 155.36 1576.7 5.01 0.55 5.56 90.15 9.85 7.41 1.70 ƒƒƒƒƒƒƒƒ weduwe/weduwnaar 837.61 978.04 1815.6 2.96 3.45 6.41 46.13 53.87 4.37 10.67 ƒƒƒƒƒƒƒƒ ongehuwd 3781 6149.4 9930.4 13.34 21.70 35.04 38.08 61.92 19.71 67.10 ƒƒƒƒƒƒƒƒ Total 19179.6 9164.06 28343.6 67.67 32.33 100.00 Frequency Missing = 375.37458813 Het rijbewijsbezit verschilt niet alleen volgens geslacht en leeftijd, er is ook een relatie met de burgerlijke staat. Het aandeel niet-rijbewijsbezitters is het laagst bij de samenwonenden 5, en het hoogst bij de ongehuwden. Dit laatste is uiteraard te verklaren door de grote groep jongeren (6-17 jaar). In Tabel 8 hernemen we deze tabel maar ditmaal zonder de groep van de min-18-jarigen. 5 Het vermelde aantal samenwoners in deze categorie stemt niet overeen met de realiteit: slechts in enkele gemeenten kan het samenwonen officieel geregistreerd worden. In deze categorie kunnen we respondenten terugvinden uit de andere categorieën die de facto samenwonen. OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001): DEEL 3A:ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 23/183
TABEL 8 VERDELING VAN HET RIJBEWIJSBEZIT VOLGENS BURGERLIJKE STAAT (VANAF 18 JAAR) BS(Burgerlijke staat) Frequency ƒƒƒƒƒƒƒƒ samenwonend (ger 1330.7 107.88 1438.6 egistreerd in he 5.64 0.46 6.09 t bevolkingsregi 92.50 7.50 ster) 6.95 2.42 ƒƒƒƒƒƒƒƒ gehuwd 11793 1767.4 13560 49.95 7.49 57.43 86.97 13.03 61.57 39.66 ƒƒƒƒƒƒƒƒ gescheiden 1418.5 155.36 1573.8 6.01 0.66 6.67 90.13 9.87 7.41 3.49 ƒƒƒƒƒƒƒƒ weduwe/weduwnaar 837.21 974.05 1811.3 3.55 4.13 7.67 46.22 53.78 4.37 21.86 ƒƒƒƒƒƒƒƒ ongehuwd 3773.9 1451.8 5225.7 15.98 6.15 22.13 72.22 27.78 19.70 32.58 ƒƒƒƒƒƒƒƒ Total 19152.8 4456.49 23609.3 81.12 18.88 100.00 Frequency Missing = 281.73331064 Het aandeel van de niet-rijbewijsbezitters in de groep van de ongehuwden daalt nu uiteraard tot 27,8%. De andere percentages blijven gelijk. Het aandeel niet-rijbewijsbezitters ligt nu het hoogst bij de weduwen en weduwnaars. Uit de vorige tabellen bleek reeds dat vooral ouderen en vrouwen en vooral oudere vrouwen geen rijbewijs bezitten. Deze ouderen (oudere vrouwen) zijn dan vaak weduwnaars (weduwen). Een andere vaststelling: in Vlaanderen vonden we voor de gehuwden en de gescheidenen percentages niet-rijbewijsbezitters die in mekaars buurt lagen (12,27% en 13,36%). Voor Vlaams-Brabant merken we dat er duidelijker verschillen optreden in deze twee groepen: gehuwden hebben vaker geen rijbewijs (13%) dan gescheidenen (9,9%) en nog vaker dan samenwonenden (7,5%). OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001): DEEL 3A:ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 24/183
TABEL 9 VERDELING VAN HET RIJBEWIJSBEZIT VOLGENS NETTO-INKOMEN (PERSOONSNIVEAU) 6 INKCAT(Gemiddeld maandelijks netto inkomen) Frequency ƒƒƒƒƒƒƒƒ 0 / 20.000 fr. p 795.22 564.84 1360.1 er maand 4.15 2.95 7.10 58.47 41.53 4.90 19.40 ƒƒƒƒƒƒƒƒ 20.001/50.000 fr 7314.4 2060.2 9374.7. per maand 38.20 10.76 48.96 78.02 21.98 45.06 70.75 ƒƒƒƒƒƒƒƒ 50.001/100.000 f 7154.4 270.85 7425.2 r. per maand 37.37 1.41 38.78 96.35 3.65 44.07 9.30 ƒƒƒƒƒƒƒƒ 100.000/150.000 692.16 12.786 704.95 fr. per maand 3.62 0.07 3.68 98.19 1.81 4.26 0.44 ƒƒƒƒƒƒƒƒ meer dan 150.000 278.25 3.0748 281.32 fr. per maand 1.45 0.02 1.47 98.91 1.09 1.71 0.11 ƒƒƒƒƒƒƒƒ Total 16234.5 2911.77 19146.2 84.79 15.21 100.00 Frequency Missing = 9572.7644598 Deze tabel toont heel mooi hoe een hoger inkomen samengaat met 'meer rijbewijs'. In de klasse van 0 tot 20.000 7 fr per maand heeft 41,5% een rijbewijs en dit daalt verder tot 1,1 % bij de inkomens vanaf 150.000 fr per maand. Inkomen correleert natuurlijk met variabelen die we in vorige tabellen zijn tegengekomen (leeftijd en geslacht). Maar er is misschien ook wel een rechtstreekse relatie tussen beide variabelen. Maar die relatie verloopt dan waarschijnlijk niet alleen van inkomen naar rijbewijsbezit maar ook omgekeerd: bepaalde goed betaalde jobs zijn waarschijnlijk onbereikbaar voor personen zonder rijbewijs. Bovendien zijn beide (inkomen en rijbewijsbezit) waarschijnlijk ook het gevolg van bepaalde andere factoren: bepaalde persoonlijke eigenschappen die maken dat sommige mensen geen rijbewijs halen, zijn ook de eigenschappen waarmee personen geen job verwerven, met het daarbij behorende inkomen. 6 Aan een aantal statuten (zoals studenten, scholieren, personen die uitsluitend werkzaam zijn in het eigen huishouden) werd het inkomen niet gevraagd. Deze groepen zijn dan ook niet mee opgenomen in deze tabel. 7 Dit onderzoek gebeurde tussen december 2000 en december 2001 waardoor de bedragen nog in Belgische franken werden aangeduid. OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001): DEEL 3A:ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 25/183
TABEL 10 VERDELING VAN HET RIJBEWIJSBEZIT VOLGENS HOOGST BEHAALD DIPLOMA (EXCL. SCHOLIEREN EN STUDENTEN) diploma2 Frequency ƒƒƒƒƒƒƒƒ geen 578.1 522.11 1100.2 2.71 2.44 5.15 52.54 47.46 3.22 15.19 ƒƒƒƒƒƒƒƒ lager onderwijs 1243 972.89 2215.9 5.82 4.55 10.37 56.09 43.91 6.93 28.30 ƒƒƒƒƒƒƒƒ lager middelbaar 1508.2 541.53 2049.7 onderwijs, alge 7.06 2.53 9.59 meen vormend 3/4 73.58 26.42 jaar 8.41 15.75 ƒƒƒƒƒƒƒƒ lager middelbaar 2328.8 476.56 2805.4 onderwijs, tech 10.90 2.23 13.13 nisch of beroeps 83.01 16.99 3/4 jaar 12.99 13.86 ƒƒƒƒƒƒƒƒ hoger middelbaar 2310.4 294.8 2605.2 onderwijs, alge 10.81 1.38 12.19 meen vormend 6 j 88.68 11.32 aar 12.88 8.58 ƒƒƒƒƒƒƒƒ hoger middelbaar 2805.7 318.86 3124.6 onderwijs, tech 13.13 1.49 14.62 nisch of beroeps 89.80 10.20 6/7 jaar 15.65 9.27 ƒƒƒƒƒƒƒƒ HOBU 4424.2 221.92 4646.1 20.70 1.04 21.74 95.22 4.78 24.67 6.46 ƒƒƒƒƒƒƒƒ universitair ond 2735.1 89.162 2824.3 erwijs 12.80 0.42 13.22 96.84 3.16 15.25 2.59 ƒƒƒƒƒƒƒƒ Total 17933.5 3437.84 21371.3 83.91 16.09 100.00 Frequency Missing = 988.201199 OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001): DEEL 3A:ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 26/183
Net zoals in de vorige tabel toont ook deze tabel heel mooi de relatie tussen het hoogst behaald diploma en het rijbewijsbezit. Het aandeel niet-rijbewijsbezitters ligt zeer hoog bij degenen die geen diploma gehaald hebben (47,5%) en daalt verder tot degenen die een universitair diploma hebben (3,2%). Ook hier speelt de combinatie van oorzaak en gevolg, - zonder rijbewijs zijn bepaalde statuten moeilijker bereikbaar- en, net zoals bij het inkomen, correleert diploma natuurlijk ook met variabelen die we in vorige tabellen zijn tegengekomen (leeftijd en geslacht). Vermelden we nog dat het opvallend is dat het aandeel van de mensen met een universitair diploma in Vlaams-Brabant met een percentage van 13,2% ongeveer dubbel zo hoog ligt als het percentage universitair opgeleiden in gans Vlaanderen (7,6%). Slotbeschouwing: We hebben het rijbewijsbezit afzonderlijk geplaatst tegenover een aantal variabelen en hebben gezien hoe er een relatie tussen bestaat. Tevens hebben we erop gewezen dat deze variabelen onderling ook samenhangen. Om precies na te gaan in welke mate een bepaalde variabele het rijbewijsbezit beïnvloedt werden in het OVG2000-2001 regressies uitgevoerd. De besluiten die daarin geformuleerd zijn, zijn naar alle waarschijnlijkheid ook hier geldig (zie: Zwerts, E. & Nuyts, E., (2002b)). OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001): DEEL 3A:ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 27/183