gemeente Vleteren verzoek tot raadpleging

Vergelijkbare documenten
Stad Tielt Verzoek tot raadpleging

STAD TIELT VERZOEK TOT RAADPLEGING

GEMEENTE LANGEMARK-POELKAPELLE VERZOEK TOT RAADPLEGING

GEMEENTE ALVERINGEM VERZOEK TOT RAADPLEGING

GEMEENTE MIDDELKERKE RUP LEFFINGE CENTRUM WEST - TER

Stad Diksmuide. verzoek tot raadpleging. west-vlaamse intercommunale baron ruzettelaan brugge tel (050) fax (050)

Stad Roeselare gedeeltelijke herziening BPA Kazand-West Verzoek tot raadpleging

GEMEENTE ICHTEGEM VERZOEK TOT RAADPLEGING

GEMEENTE KNOKKE-HEIST VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KERN OUD-ZOUTE

baron ruzettelaan brugge tel (050) fax (050)

PARTICIPATIEMOMENT RUP DEPREZ

STAD DEINZE VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP MOLENS VAN DEINZE Juni 2008 FOTO UAPS

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

STAD TIELT RUP EUROMARKTLAAN

GEMEENTE ALVERINGEM RUP WONEN

gemeente Oostrozebeke verzoek tot raadpleging

gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup gedeeltelijke wijziging BPA villawijk Noordhoek

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan nr Douchy

Stad Veurne SRUP Zonevreemde bedrijven. Verzoek tot raadpleging plan_id:

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

S t a d R o e s e l a r e V e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

Onderzoek naar de noodzaak tot milieueffectrapportage (Plan MER screening) juli 2009 aangepaste versie

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

GEMEENTE ZONNEBEKE RUP GRB POLDERHOEK

gemeente Knokke-Heist verzoek tot raadpleging

Stad Nieuwpoort Verzoek tot raadpleging

Kaart 36: plangebied en omgeving grondwaterstromingsgevoelige gebieden Kaart 37: plangebied en omgeving infiltratiegevoelige gebieden Kaart 38:

onderzoek naar de noodzaak tot milieueffectrapportage (plan-mer screening)

2. Beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan

Zelzate. Voorontwerp GRUP Wittouck. Verzoek tot raadpleging. Gent,

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP WAR 04 Sint-Eloois-vijve Molenstraat

BEERNEM VERZOEK TOT RAADPLEGING

Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van tot wijziging van diverse besluiten, wat betreft de oprichting van het beleidsdomein Omgeving

Gemeentebestuur Tessenderlo Markt z/n 3980 Tessenderlo tel: fax: Website: SCHOOT

Project-m.e.r.-screening

GEMEENTE BEVEREN SCRPL RUP wijziging II BPA-Kloosterwijk

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Als gevolg aan uw aanvraag van 4/12/2017, ontvangen op 4/12/2017, met referentie gevraagde gegevens over. IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

Onderzoek tot plan-mer-plicht (screening) RUP Zannekinlaan(bis)

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

RUP MOLENBEEK SPORT & RECREATIE

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

voorschriften bpa nr. 80 La Brugeoise

S t a d R o e s e l a r e V e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP Gemeente WEVELGEM: RUP 3-1 Menenstraat-Noord

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

VDB Wonen Hulststraat Maasmechelen

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Stad Wervik Verzoek tot raadpleging

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden

de heer RONNY TELEN Nielerstraat Maaseik 8 augustus 2017 Geachte,

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP Gemeente DEERLIJK: RUP 3.1 Sint-Lodewijk

ICHTEGEM RUP AMBACHTELIJKE ZONE OOSTENDEBAAN

Toetsing aandachtsgebied MOERBEKE (GERAARDSBERGEN) (betrokken signaalgebieden: DEN_WC_012; DEN_WC_236, DEN_PW_004 en DEN_PW_184)

GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER

afbakening zeehavengebied Antwerpen

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Realisatie Stadsvernieuwingsproject Vrijdagmarkt te Gent.

Project-m.e.r.-screening

Ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een project-mer. Kantoorgebouw Culliganlaan Diegem te Machelen

Onderzoek naar de noodzaak tot milieueffectrapportage (Plan MER screening) juni 2009

Hoofdstuk 1: Definities

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

Voorbeelden berekeningen

GEMEENTE ICHTEGEM VERZOEK TOT RAADPLEGING

Controle van de voorwaarden uit de verordening hemelwater bij een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of een melding

Screening milieueffecten van het PRUP Hof Ter Molleken Gemeente Gooik Februari 2009

BPOST N.V. Muntcentrum 1000 Brussel

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Beveren. gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Gevangenis Beveren. Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

± 1: GRS VLETEREN. INFORMATIEF GEDEELTE Planningscontext. Opdrachtgever: Gemeente Vleteren Opdrachthouder:

De Panne Verzoek tot raadpleging

Onderzoek tot plan-mer-plicht (ontheffingsaanvraag) RUP ESENWEG

Gemeente Middelkerke Verzoek tot raadpleging

s t a d T i e l t Ve rzoe k t ot ra a d pl e gi ng RUP ge d e e l t e l i jke he rzi e ni ng Europa w i jk ja n u a r i

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

Vastgoedinformatie IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED 1/6. Telefoon

OUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota

gemeente De Haan Verzoek tot raadpleging

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen

algemene bepalingen TOELICHTEND VERORDENEND stedenbouwkundige voorschriften toelichting en visie

23016_D_0157_H_011_00

gemeente Oostrozebeke verzoek tot raadpleging

INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

23016_D_0145_X_003_00

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

Verkaveling Het Leeg - Rietbeemden - Advies Aquafin -

RUP LOKAAL BEDRIJVENTERREIN RUMMEN

Onderzoek naar milieueffectrapportage. Gemeentelijk RUP voorzieningenconcentratie Testelt Scherpenheuvel-Zichem. Aanvullende nota

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

RUP TUINEN VANDEMAELE J. VOORSCHRIFTEN PLANIDENTIFICATIENUMMER: RUP_36010_214_00011_00001 DOSSIERNUMMER BIJ LNE: SCRPL1620

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

Transcriptie:

baron ruzettelaan 35 8310 brugge tel (050) 36 71 71 fax (050) 35 68 49 www.wvi.be 05680 gemeente Vleteren verzoek tot raadpleging RUP herziening BPA nr.1 Centrum - Tuinwijk Woesten plan_id: RUP_33041_214_00005_00001 april 2012

1. Inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer... 3 2. Beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan... 3 2.1. Beslissing tot opmaak... 3 2.2. doelstelling... 3 2.3. situering van het plangebied... 3 2.4. Mogelijke alternatieven - nulalternatief... 4 2.4.1. Mogelijke alternatieven... 4 2.4.2. Nulalternatief... 4 2.5. Afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht... 4 3. Een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma... 5 3.1. De gezondheid en de veiligheid van de mens... 7 3.2. De ruimtelijke ordening... 8 3.3. De biodiversiteit, de fauna en de flora... 9 3.4. De energie- en grondstoffenvoorraden... 9 3.5. De bodem... 10 3.6. Het water... 12 3.7. De atmosfeer en de klimatologische factoren... 14 3.8. Het geluid... 14 3.9. Het licht... 15 3.10. De stoffelijke goederen... 15 3.11. Het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed... 15 3.12. Het landschap... 16 3.13. De mobiliteit... 16 3.14. De samenhang tussen de genoemde factoren... 17 4. Relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de initiatiefnemer meent geen plan-mer te moeten opmaken overeenkomstig art. 4.2.6, 1, 5 van het DABM... 18 5. In voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben... 18

1. Inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer initiatiefnemer: Gemeente Vleteren Kasteelstraat nr 39 8640 Vleteren contactpersoon: Marie-Christine Parret Marie-Christine.Parret@vleteren.be opdrachthouder: Wvi Baron Ruzettelaan 35 8310 Assebroek contactpersoon: Ann Soulliaert: a.soulliaert@wvi.be Ann Van Ackere a.vanackere@wvi.be 2. Beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan Het doel van het RUP Herziening BPA nr. 1 Centrum -Tuinwijk Woesten is een herziening van het BPA, om de voorschriften te actualiseren en makkelijker werkbaar te maken. De tuinzones worden opgenomen in het woongebied. Er blijven echter voorschriften gelden i.v.m. de maximale bebouwing en verharding. Aangezien de Klyttestraat geen verbreding meer nodig heeft, wordt de niet gebruikte strook voor deze staat terug agrarisch gebied. Een deel groenzone wordt zone voor gemeenschapsvoorzieningen (sporthal en speelruimte/grasveld school) en openbaar domein (openbaar groen). Een bestaande garage langs de Klyttestraat die gedeeltelijk gehypothekeerd was door openbaar domein, wordt woongebied. oplossing bieden aan enkele knelpunten in het plan uitbreiding van het woongebied. Reikwijdte en detailleringsniveau van het voorgenomen RUP. perceelsniveau deelgemeente Woesten. 2.3. Situering van het plangebied het plangebied wordt begrensd door: in het noorden: woongebied en agrarisch gebied in het oosten: agrarisch gebied in het zuiden: woonlint langs de Elverdingstraat en agrarisch gebied in het westen: lintbebouwing langs Poperingestraat en Woestendorp Binnen het plangebied liggen nog 2 onbebouwde gebieden (woongebied volgens het gewestplan en tuinwijk volgens het BPA). Deze kunnen bebouwd worden met een woondichtheid tussen de 15 en de 20 w/ha. 2.1. Beslissing tot opmaak Bij gemeenteraadsbeslissing van 29/03/2009 werd de wvi aangesteld als ontwerper van de herziening BPA nr. 1 centrum -Tuinwijk in Woesten. 2.2. Doelstelling De doelstellingen van het RUP herziening BPA nr. 1 Centrum-tuinwijk zijn: actualiseren van de voorschriften wvi april 2012 verzoek tot raadpleging 3

2.4. Mogelijke alternatieven - nulalternatief 2.5. Afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht 2.4.1. Mogelijke alternatieven De opmaak van het RUP kadert binnen het GRS, definitief aanvaard en goedgekeurd door de Bestendige Deputatie 24/04/2008. Het RUP omvat de herziening van het BPA waarbij de grote lijnen van de bestemmingen gelijk blijven gezien het BPA zo goed als volledig gerealiseerd is. 2.4.2. Nulalternatief Indien het RUP niet wordt opgemaakt, blijft het huidige BPA van kracht. De bijkomende woningen kunnen in dit geval ook gerealiseerd worden. Afbakening van het toepassingsgebied en de planmerplicht Fase 3: bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-mer Bij plannen en programma s die van rechtswege onderworpen zijn aan de plan-mer-plicht is er geen voorafgaande toetsing vereist daar er op onweerlegbare wijze wordt vermoed dat deze plannen en programma s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Men onderscheidt twee groepen van plannen en programma s: situering plangebied het op te maken RUP bestrijkt een gebied van 11ha 46a 84ca zone 1:woongebied zone 2: zone voor gemeenschapsvoorzieningen zone 3: openbaar domein zone 4: agrarisch gebied plannen en programma s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, 2, 1 D.A.B.M.); plannen en programma s of de wijziging ervan waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is uit hoofde van art. 36ter, 3, eerste lid, van het decreet van 21 okto- 4 verzoek tot raadpleging april 2012 wvi

ber 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.). Voor een plan of programma dat overeenkomstig art. 4.2.1. plan-mer-plichtig is, en dat het gebruik bepaalt van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhoudt, moet geen plan-mer worden opgemaakt voor zover de initiatiefnemer aantoont dat het plan of programma geen aanzienlijke milieu-effecten kan hebben (art. 4.2.3. 3 D.A.B.M.) De administratie kan een plan dat van rechtswege plan-mer-plichtig is na een gemotiveerd verzoek van de initiatiefnemer het voorgenomen plan of programma ontheffen van de van de verplichtingen inzake milieueffectrapportage als de administratie oordeelt dat: Het voorgenomen plan of programma een uitwerking, wijziging, herziening of voortzetting inhoudt van een plan of programma waarvoor er reeds eerder een plan-mer werd goedgekeurd en een nieuw plan-mer redelijkerwijze geen nieuwe of extra gegevens betreffende aanzienlijke milieu-effecten kan bevatten; of Indien in het kader van andere rapportages of beoordelingen reeds een systematische en wetenschappelijk verantwoord analyse en evaluatie van de te verwachten gevolgen voor mens en milieu gemaakt werd die voldoet aan de essentiële kenmerken van een plan-mer. (art. 4.2.3. 3bis D.A.B.M.) Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-mer-plicht want het vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10-12-2004, het regelt het gebruik van een relatief klein gebied op lokaal niveau, totale oppervlakte RUP is 11ha 46a 84ca, het houdt wel een kleine wijziging in, het heeft betrekking op de ruimtelijke ordening. In de buurt van het plangebied bevinden zich geen Vogelrichtlijn- of Habitatrichtlijngebieden zodat er geen passende beoordeling vereist is. Het RUP omvat een project opgenomen in de omzendbrief LNE 2011/1. van 22-07-2011 Milieueffectbeoordeling en vergunningverlening voor bepaalde projecten ten gevolge van het arrest van het Hof van Justitie van 24 maart 2011, namelijk in rubriek 10b. Infrastructuurprojecten - Stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterreinen. Het betreft echter de bouw max. 10 tot 15 nieuwe woningen (min. 15- max. 20w:ha), die momenteel ook al mogelijk is. conclusie: Het RUP valt onder de screeningsplicht. 3. Een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma Hier wordt een overzicht gevraagd van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het plan of programma op: de gezondheid en veiligheid van de mens de ruimtelijke ordening de biodiversiteit de fauna en flora de energie- en grondstoffenvoorraden de bodem het water de atmosfeer de klimatologische factoren het geluid het licht de stoffelijke goederen het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed het landschap de mobiliteit de samenhang tussen de genoemde factoren Er wordt gebruik gemaakt van een ingreepeffectenschema. De effecten waarvan vermoed wordt dat ze waarschijnlijk significant zijn worden verder in detail onderzocht. Op de effecten die vermoedelijk niet significant zijn wordt minder diep ingegaan. wvi april 2012 verzoek tot raadpleging 5

Ingreepeffectenschema ingreep omvang in ruimte en tijd mens gezondheid Aanlegfase aanleg bijkomende wegenis, infrastructuur bouw 10 tot 15 bijkomende woningen Opp (m²) Duur mens ruimt. aspecten lucht geluid en trillingen licht, warmte stralingen mobiliteit fauna en flora tijdelijk T/N* N T/N* T/N* N P/N* P/N* N P/N* N P/N* P/N* tijdelijk T/N* N T/N* T/N* N P/N* P/N* N P/N* N P/N* P/N* Exploitatiefase bewoning permanent N* N N N* N N* N N N N N N verwarming woningen permanent N N N* N N* N N N N N N N lozen afvalwater woningen permanent N N N N N N N* N N N N N lozen overtollig hemelwater permanent N N N N N N* N* N N N N N bijkomende mobiliteit permanent N* N N* N* N N N N N N* N N bijkomende verlichting permanent N* N N N N* N N N N N N N bodem water geur landschap erfgoed incl. archeologie N: niet significant effect N*: waarschijnlijk niet significant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect S: (waarschijnlijk) significant effect T: tijdelijk effect P: permanent effect O: positief effect V: verder onderzoek noodzakelijk bij vergunningsaanvraag 6 verzoek tot raadpleging april 2012 wvi

3.1. De gezondheid en de veiligheid van de mens Het doel van het RUP is om het huidige geldende BPA te actualiseren Het plangebied is een gebied met in hoofdzaak woonfunctie en een deel openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen (kerk en school). Een strook niet gerealiseerde weg wordt terug agrarisch gebied en de wegenis blijft openbaar domein. Er zijn geen Seveso-inrichtingen binnen het plangebied aanwezig. Binnen een perimeter van 2 km rond het plangebied zijn geen Seveso-inrichtingen aanwezig. Beschrijving effect Het plan beoogt grotendeels het behoud van de huidige toestand en een actualisering van de voorschriften. Er wordt geen bedrijvigheid gepland. BPA nr1 Centrum-tuinwijk deel 1 en deel 2 In de omgeving van het RUP liggen geen Sevesobedrijven, zodat bewoners en/of bedrijven in het plangebied geen risico s lopen verbonden aan dergelijke bedrijven. Het RUP vormt niet het kader voor de oprichting van Seveso-bedrijven, zodat de omwonenden niet blootgesteld worden aan de risico s die dergelijke bedrijven met zich meebrengen. De uitvoering van het RUP zal geen bijkomende risico s voor de gezondheid en de veiligheid van de omwonenden opleveren gewestplan wvi april 2012 verzoek tot raadpleging 7

3.2. De ruimtelijke ordening referentie De gemeente Vleteren situeert zich in de Westhoek tussen Diksmuide, Poperinge en Ieper als omliggende steden. De deelgemeente Woesten ligt in de zuidoostelijke hoek van het grondgebied, tegen de grens met Elverdinge (Ieper). Vleteren behoort tot het buitengebied. De site valt volgens het gewestplan in woongebied De site valt volgens het huidige geldende BPA (deel I en II) in: zone voor woongebouwen-woningen met in nevenbestemming detailhandel, diensten, horeca en kantoren (met uitsluiting van tank-en servicestations) (zone 1 en 2) zone voor woongebouwen-woningen met in nevenbestemming detailhandel, diensten, horeca en kantoren (met uitsluiting van tank-en servicestations) en bergplaatsen-garages (zone 3) Openbare gebouwen (zone 4) Openbare gebouwen met in nevenbesteming woongebouwen- woningen en bergplaatsengarages (zone 5) tuinstroken tussen voorgevel en rooilijn (zone 6) deel van het perceel anders dan zone 6 en de bebouwde delen met in nevenbestemming verhardingen voor voetpaden, terrassen en rijstroken en bergplaatsen (zone 7) openbaar groen (zone 8) wegen en de daarbijhorende ruimten (zone 9) voetpaden (zone 10) Begraafplaats (zone 11) Art 17. Het gemeentelijk RUP geeft uitvoering aan het GRS en staat onderaan de hiërarchie van de ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het gebied is opgenomen binnen de herbevestigde agrarische gebieden. De delen die vallen binnen het geldende BPA zijn hierdoor uit het HAG gesloten. Beschrijving effect Het huidige RUP behoudt de bestemmingen van het bestaande BPA maar zal de het voorschriften actualiseren en vereenvoudigen of knelpunten oplossen. Milderende maatregelen Het RUP heeft aanleiding tot het inschrijven van duurzame maatregelen naar materialen, inbreiding, water e.d; Geen aanzienlijk effect Herbevestigd agrarisch gebieden (HAG) 8 verzoek tot raadpleging april 2012 wvi

3.3. De biodiversiteit, de fauna en de flora Binnen het plangebied van onderhavig RUP zijn geen biologisch waardevolle gebieden gelegen. Er bevinden zich geen habitat- of vogelrichtlijngebieden in de onmiddellijke omgeving. Op ruim 2,5 km van het plangebied bevinden zich delen van het Habitatrichtlijngebied West-Vlaams Heuvelland (Galgenbossen, Bergelenbos,...) en op ruim 4 km bevindt zich het Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Het plangebied ligt niet in de omgeving van een gebied van het VEN/IVON. Beschrijving effecten Er worden geen effecten verwacht op waardevolle natuurgebieden. In het plangebied en bevinden zich geen waardevolle fauna of flora die verloren dreigen te gaan bij realisatie van het RUP. Er zijn geen aanzienlijke effecten op de fauna en de flora. 3.4. De energie- en grondstoffenvoorraden In de omgeving van het plangebied liggen geen ontginningsgebieden. Milderende maatregelen Het gebruik van duurzame milieu- en energievriendelijke materialen kan een positief effect hebben. De ontwikkeling van het plangebied als verkaveling heeft geen gevolgen voor de verdere exploitatie van enige ontginningsgebieden. Geen aanzienlijk effect. VEN/IVON biologische waarderingskaart wvi april 2012 verzoek tot raadpleging 9

3.5. De bodem Het plangebied is op heden grotendeels bebouwd met woningen. Verder is er ook een school met sporthaal en een kerk, met aansluitend kerkhof. bodemkaart: Natte zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont Matig natte zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont Bebouwde zones landbouwtyperingskaart: het volledige huidige BPA ligt in niet agrarisch gebied met een zeer lage waardering. GAS-kaart: Het plangebied behoort, voor het deel vallende onder het huidige BPA, niet tot de gewenste agrarische structuur. Erosiekaarten: Er is voornamelijk wat erosiegevoeligheid gekarteerd in het bebouwde gebied van de tuinwijk en langs de Klyttestraat. VLAREBO-activiteiten: Er zijn geen VLAREBOactiviteiten gekend in het plangebied. In het studiegebied zijn geen bedrijven of activiteiten gevestigd onderworpen aan de milieuvergunningsplicht klasse 1 en waarvoor OVAM adviesbevoegdheid heeft. Er zijn bij de gemeentediensten geen gegevens bekend over gronden binnen het plangebied die zijn opgenomen in het register van verontreinigde gronden of het Gronden- en Informatieregister Beschrijving effect Er zijn nog enkele percelen onbebouwd. Op deze percelen wenst de sociale huisvestingsmaatschappij woningen te realiseren. Dit is op heden ook al mogelijk. De bijkomende woningen zullen aanleiding geven tot een verminderde infiltratie van hemelwater in de bodem en een verhoogde afvoer van hemelwater Milderende maatregelen Binnen het RUP wordt de woondichtheid beperkt tot min 15 en max. 20 w/ha. Dit kan resulteren in 10 tot 15 bijkomende woningen. Binnen de voorschriften van het RUP zullen de nodige maatregelen getroffen worden naar verplichte scheiding van hemelwater en afvalwater en waterafvoer in kader van mogelijke infiltratie of buffering, o.a. door materiaal gebruik, procent verharding, afwatering, e.d. Gelet op de kleinschaligheid van het geplande project is dit effect beperkt. Het gebied valt binnen de contouren van het geldende BPA, er zullen weinig significante effecten zijn. Het geldende BPA is grotendeels gerealiseerd op enkele bouwpercelen na waardoor de huidige bestaande toestand grotendeels bewaard zal blijven. Verder wordt rekening gehouden met de milderende maatregelen. bodemkaart 10 verzoek tot raadpleging april 2012 wvi

Gewenste agrarische structuur erosiegevoeligheid landbouwtyperingskaart wvi april 2012 verzoek tot raadpleging 11

3.6. Het water Door het plangebied stroomt geen waterloop. Het plangebied, behoort tot het bekken van de IJzer en het deelbekken Ieper-Ambacht. Binnen het plangebied of in de onmiddellijke omgeving ervan bevinden zich geen lokaliseerbare acties van het bekkenbeheerplan. Binnen het plangebied bevinden zich geen waterwingebieden en beschermingszones type I, II of III, afgebakend volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 27-03-1985 houdende nadere regelen voor de afbakening van waterwingebieden en de beschermingszones. Het plangebied bevindt zich in de beschermingszone van het oppervlaktewaterwingebied van de Blankaart. In het plangebied liggen geen waterlopen die moeten voldoen aan de waterkwaliteitsnormen voor water dat bestemd is voor drinkwaterproductie. Er zijn geen waterkwaliteitsgegevens beschikbaar over de waterlopen in het plangebied. In de onmiddellijke omgeving van het plangebied zijn er een aantal meetpunten van de VMM op de Paddenbeek (waarnaar het plangebied afwatert): 970051 Paddenbeek - Elverdinge Zwartestraat Vuilvoorde: BBI = 4 in 2002 970053 Paddenbeek - Elverdinge Zwartestraat K124: BBI = 5 in 2005 Watertoetskaarten: Binnen het RUP liggen geen recent overstroomde gebieden (ROG 2005) en geen risicozones voor overstromingen (afbakening 2006). Het RUP ligt voor een klein deel in een gebied dat van nature overstroombaar is vanuit een waterloop (NOG). Het RUP is niet gelegen in een (mogelijk) overstromingsgevoelig gebied. Het gebied is grotendeels matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2). Een klein deel ter hoogte van de tuinwijk is zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1). Het plangebied is grotendeels gecategoriseerd als infiltratiegevoelig gebied, met uitzondering van de delen rond de Molenweg. Het plangebied behoort niet tot het winterbed van een grote rivier. Zoneringsplan: Het plangebied behoort volledig tot het centrale gebied. Beschrijving effect Het RUP omvat grotendeels gerealiseerd gebied, het geldende BPA. Hierbij worden weinig tot geen effecten verwachten. De max. 10 tot 15 bijkomende woningen en de bijkomende verhardingen zullen aanleiding geven tot en verminderde infiltratie van hemelwater (met een verdroging van de bodem- en een verhoogde afvoer als gevolg) en een bijkomende lozing van huishoudelijk afvalwater. Dit effect is eerder beperkt. Er worden geen grootschalige ondergrondse constructies verwacht, maar ondergrondse constructies zijn niet uitgesloten. Milderende maatregelen Het plangebied behoort tot het centrale gebied. De woningen en eventuele nieuwe rioleringen zullen op de bestaande riolering aangesloten worden beperking van bebouwing door bepaling van terreinbezetting beperking van verhardingen opleggen van waterdoorlatende materialen en/of infiltratie van afstromend hemelwater van verhardingen. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater legt op dat het opgevangen hemelwater in eerste instantie nuttig moet toegepast worden (hemelwaterput) en indien dit niet kan, ter plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd afgevoerd. Het RUP vormt niet het kader voor de aanleg van grote ondergrondse constructies die de grondwaterstroming kunnen verstoren. conclusie geen aanzienlijke effecten, mits het nemen van milderende maatregelen 12 verzoek tot raadpleging april 2012 wvi

overstromingsgevoelige gebieden grondwaterstromingsgevoelige gebieden infiltratiegevoelige gebieden wvi april 2012 verzoek tot raadpleging 13

3.7. De atmosfeer en de klimatologische factoren Het VMM-geoloket advisering RUP-thema lucht geeft voor het plangebied volgende gegevens voor de periode 2008-2010: Het aantal overschrijdingen van de norm voor het PM10-daggemiddelde van 50 µg/m³ bedraagt 15. Het PM10-jaargemiddelde bedraag 24,5 µg/m³ Het NO 2 -jaargemiddelde bedraagt 16,5 µg/m³ De totale index bedraagt 4. De luchtkwaliteit in het plangebied is momenteel gunstig. Beschrijving effect Tijdelijke stofhinder bij realisatie van nieuwbouw woningen en aanleg van nieuwe wegenis voor een klein gedeelte van het plangebied. Tijdelijk luchtverontreiniging door realisatie van nieuwbouw woningen en aanleg van nieuwe wegenis voor een klein gedeelte van het plangebied. Bijkomende luchtverontreiniging door het verwarmen van bijkomende woningen. Aangezien het gaat om maximaal 10 tot 15 bijkomende woningen, zal dit effect klein zijn. Bijkomende luchtverontreiniging door de bijkomende mobiliteit van de nieuwe woningen. Er worden in de spits maximaal 5 tot 7 bijkomende voertuigbewegingen verwacht, door de bewoners/ bezoekers van de bijkopende woningen. Dit effect is zeer beperkt. (zie ook 3.13. mobiliteit) wettelijke voorschriften onderhoud stookolie- en gasketels Dit effect is eerder kleinschalig. 3.8. Het geluid Het plangebied is momenteel zo goed al volledig bebouwd met woningen, een lagere school en een kerk met kerkhof. Het plangebied is gelegen langs de gewestweg N8 Ieper-Veurne. In het plangebied is er al een zekere mate van geluid aanwezig. Beschrijving effect Tijdelijke geluidshinder bij realisatie van nieuwbouw woningen en aanleg van nieuwe wegenis voor een klein gedeelte van het plangebied. Tijdelijke geluidshinder bij eventuele verbouwingen of nieuwbouw van woningen. Beperkte bijkomende lawaaihinder door een aantal bijkomende wagens van de bewoners van de bijkomende woningen. Dit effect is beperkt tot 5 à 7 bijkomende voertuigbewegingen per spitsuur. zie mobiliteit (3.13.). Dit effect is eerder kleinschalig. Milderende maatregelen EPB-regelgeving 14 verzoek tot raadpleging april 2012 wvi

3.9. Het licht Het plangebied heeft betrekking op de kern van Woesten, die bijna volledig bebouwd is. Er is in het gebied reeds (straat)verlichting aanwezig. Beschrijving effect Bijkomende lichthinder door bijkomende straatverlichting milderende maatregelen keuze goede armaturen Het RUP vormt niet het kader voor projecten die veel verlichting met zich meebrengen zoals sportvelden, serrebedrijven en winkels met lichtreclame en verlichte terreinen. conclusie Dit effect is zeer beperkt. 3.10. De stoffelijke goederen Een groot deel van het plangebied wordt gevormd door de oude kern van Woesten en is bijna volledig gerealiseerd. Het volledige gebied gedekt door het geldende BPA is gerealiseerd. Er is geen onteigeningsplan gekoppeld aan het dossier. Beschrijving effect Bij realisatie van de uitbreiding wordt een perceel landbouwgrond verkaveld. Er is geen onteigeningsplan aan gekoppeld. De eigenaar kan zelf beslissen in verkoop of ontwikkeling. Geen aanzienlijk effect 3.11. Het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed Binnen het plangebied is de St.-Rictrudiskerk een beschermd monument. Binnen het plangebied, is de omgeving van de Sint-Rictrudiskerk erkend als beschermd dorpsgezicht. Archeologische opgraving zijn er binnen het plangebied nog niet geregistreerd op de databank van het CAI. Wel zijn ten noorden van de Steenstraat, ten noorden van de Poperingestraat en ten zuiden van de Zwartestraat sites van walgrachten geregistreerd als alleenstaande feiten. Ze dateren van de Late Middeleeuwen. De kans bestaat dus dat bij opgraving restanten gevonden worden. Beschrijving effect Voor het gebied dat binnen het huidige geldende BPA valt, zijn geen grootschalige werken of veranderingen gepland, bijgevolg zullen daar ook geen effecten te verwachten zijn. Milderende maatregelen Binnen de voorschriften worden de nodige maatregelen ingeschreven om de kerk en omgeving te bewaren in zijn huidig toestand conform de bescherming. Op grond van de zorgplicht, zoals bepaald in het decreet houdende Bescherming van het Archeologisch Patrimonium van 30 juni 1993 (B.S. 15.09.1993), gewijzigd bij decreet van 18 mei 1999 (B.S. 08.06.1999) en 28 februari 2003 (B.S. 24.03.2003) en de door België ondertekende Europese Conventie van Malta moet de bouwheer de nodige tijd en financiële mid- wvi april 2012 verzoek tot raadpleging 15

delen voorzien voor het proefonderzoek en - indien in dit proefonderzoek relevante archeologische sporen worden aangetroffen - een eventuele systematische opgraving of volledige inventarisatie van de bedreigde archeologische erfgoedwaarden. Geen aanzienlijke effecten 3.12. Het landschap In het plangebied zijn geen ankerplaatsen. In het plangebied zijn geen relictzones In het plangebied bevinden zich geen punt- of lijnrelicten Het plangebied maakt deel uit van de kern van Woesten. Geen aanzienlijke effecten 3.13. De mobiliteit auto-ontsluiting: Het plangebied omvat een groot deel van de kern van Woesten. Bestaande ontsluitingswegen: Elverdingestraat - Woestendorp Steenstraat Kerkhofstraat Hillair Alaeysstraat Molenweg Klyttestraat Groenerf Het plangebied ontsluit via de Klyttestraat naar de Steenstraat en de Zwartestraat. Beide takken aan op de N8. De N8 werd in het PRS geselecteerd als een secundaire weg type I en is dus een belangrijke verbindingsweg op bovenlokaal niveau. De andere wegen behoren tot de lokale wegen type III of behoren tot de groep van de woonstraten. alternatieve ontsluiting: Vanuit het plangebied is er geen rechtstreekse autoontsluiting op de N8. Er bestaat wel een rechtstreekse voetgangers- en fietsersverbinding naar de N8. beschermde monumenten en landschappen Er bevinden zich diverse bushaltes rondom het plangebied. Langsheen de N8 treffen we twee bushaltes aan, de halte Woesten-dorp en de halte Elverdingestraat nr 5. De halte Woesten-dorp is gelegen ter hoogte van de kerk en de andere halte is ter hoogte van de straat Groenerf. In de Klyttestraat is er dan nog de belbushalte Groenerf en in de Steenstraat de halte Steenstraat 19. Deze laatste is gelegen op de kruising van Klyttestraat en Steenstraat. In het begin van de 16 verzoek tot raadpleging april 2012 wvi

Poperingestraat treffen we dan nog halte Poperingestraat aan. Langsheen de N8 passeren de buslijnen 50 en 51. Daarenboven wordt het plangebied bediend door de belbussen Poperinge-noord en Ieper-noord. De lijn 50 Ieper-Veurne heeft een zestal ritten per richting die stoppen in Vleteren. Een zevende rit wordt enkel aangeboden op schooldagen. In het weekend is het aanbod beperkt tot 3-tal ritten op zaterdag en 2-tal op zondag/feestdag. De amplitude is dan eveneens beperkter. De lijn 51 heeft eveneens een beperkt aanbod voor Vleteren met een 2-tal ritten per rijrichting richting Poperinge of richting Diksmuide. De bus rijdt in hoofdzaak uit tijdens de schooldagen. Elke belbus kan één keer per uur per rijrichting uitrijden (uiteraard mits reservatie). conclusie ontsluiting: Het plangebied is zeer goed ontsloten op vlak van autoverplaatsingen, maar ook op vlak van duurzame verplaatsingswijzes, met name openbaar vervoer en fiets- en voetgangersontsluiting. bestaande verkeersintensiteiten: MOW heeft uitgevoerd op de N8 tussen 10 en 27 januari 2011. Er werd een telslang gelegd ter hoogte van de Far West te Woesten, net buiten de bebouwde kom van Woesten. richting N richting Z werkdagen (pae/u) gem dagintensiteit 226 242 gem dagpiek 296 320 max dagpiek 351 (di 17u) 348 (do 17u) % zwaar vervoer 7% 10% weekenddagen (pae/u) gem intensiteit 214 213 gem piek 293 373 max piek 441 (zo 14u) 626 (zo 17u) De tellingen geven lage intensiteiten weer met enkele uitschieters tijdens de weekends. Er treden geen problemen op. De capaciteitsbenutting 1 op de N8 ligt gemiddeld rond de 20% met een maximum rond de 52% (toeristisch verkeer tijdens het week-end). Er is dus nog voldoende restcapaciteit aanwezig. Wegens de beperkte schaal van het dorp Woesten, mogen we aannemen dat de intensiteiten in de kern vergelijkbaar zijn met deze buiten de bebouwde kom. projecten op lange termijn: Op termijn zal er een bypass voorzien worden rond de kern van Woesten (ten noorden van Woesten richting ring rond Ieper). Het doorgaand (zwaar) verkeer zal deze bypass volgen en niet meer door de kern van Woesten rijden. Op het tracé van de oude N8 zal er alleen nog bestemmingsverkeer rijden. Volgens de berekeningen uit de plan-mer 2 zullen de intensiteiten op de oude N8 afnemen tot 90 voertuigen per uur per rijrichting. Als we rekening houden met deze intensiteiten, zal de capaciteitsbenutting in de kern van Woesten dalen naar 11%. Er blijft in deze toekomstige situatie nog voldoende restcapaciteit over. Atlas van de buurtwegen: Woesten staat reeds op de atlas van de buurtwegen. Het oude wegenpatroon is duidelijk te herkennen Elverdingestraat - Woestendorp: Route de Furnes à Ypres Steenstraat: chemin nr. 4 Klyttetsraat: chemin nr. 7 Molenweg: sentier nr. 13 De Kerkhofstraat en de H. Allaeysstraat zijn niet aangeduid op de Atlas maar de woningen staan er wel al. situering bushaltes wvi april 2012 verzoek tot raadpleging 1 theoretische capaciteit van deze weg bedraagt 1200 voertuigen per uur per rijrichting buiten de bebouwde kom in de bebouwde kom bedraagt de capaciteit 800 voertuigen per uur per rijrichting, bron: Verkeers- en vervoersplan Vlaanderen 2 plan-mer omtrent herinrichting N8, 8/2008 17

modal split = 75 % (deel van de verplaatsingen dat met de auto gebeurt) 3.14. De samenhang tussen de genoemde factoren De bijkomende bewegingen door de woningen hebben een impact van minder dan 1% op de capaciteitsbenutting van de N8 binnen de bebouwde kom. Er is slechts een zeer beperkte toename van het verkeer. milderende maatregelen De bestaande toegangsweg school en bestaande fiets- en voetgangersdoorsteken blijven behouden. De woningen zullen dus zeer goed ontsloten zijn zowel op vlak van autoverplaatsingen als duurzame verplaatsingen. Het betreft grotendeels de actualisatie van een bestaand BPA (deel I en II). Dat BPA is volledig gerealiseerd, ook het deel II dat valt onder art 17 (groepswoningbouw - sociale verkaveling) Hier wijzigt weinig tot niets aan de bestaande toestand, slechts enkele loten kunnen nog ingevuld worden. Geen aanzienlijk effect atlas der buurtwegen conclusie De geraamde 5 tot 7 bijkomende autobewegingen in de spits zijn aan de lage kant en kunnen niet als een aanzienlijk effect beschouwd worden. beschrijving effect In het plangebied komen er maximaal 15 woonentiteiten bij. Deze zullen volgende bewegingen genereren: aantal woonentiteiten = 10 tot max. 15 geraamd aantal auto s = 12 tot max. 18 auto s (1,23 auto s per wooneenheid) geraamd aantal autobewegingen in relatie tot de woning (tijdens de ochtend- en avondspits) = 5 tot max. 7 hierbij werd rekening gehouden met volgende parameters: gemiddelde gezinsgrootte = 2,46 GAVP op spitsuur in relatie tot woning = 0,26 (GAVP = gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon) 18 verzoek tot raadpleging april 2012 wvi

4. Relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de initiatiefnemer meent geen plan-mer te moeten opmaken overeenkomstig art. 4.2.6, 1, 5 van het DABM ontwikkelen delen van het RUP rekening gehouden worden met de archeologie. Er kan dus gesteld worden dat er geen aanzienlijke effecten moeten verwacht worden. 5. In voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben Het betreft grotendeels de actualisatie van een geldend BPA. Dit BPA is volledig gerealiseerd op enkele kleine loten na en wordt ten opzichte van het landschap visueel gebufferd door het opleggen van een gelijke groene afsluiting uitgevoerd in streekeigen beplanting. Het betreft de opmaak van een RUP in de Gemeente Vleteren, deelgemeente Woesten. Het plangebied heeft een totale oppervlakte van 11ha 46a 84ca. Er worden geen effecten verwacht die de gewestgrens of de landsgrens zullen overschrijden. Er zijn geen ingrepen gepland die de gezondheid van de mens kunnen schaden. De verkaveling omvat een beperkt aantal woongelegenheden waarbij geen significante effecten verwacht worden naar bodem of water toe. Het bedreigt ook geen natuurwaarden. Er zijn geen onteigeningen gepland of verplichtingen naar ontwikkeling. Er wordt slechte een beperkte stijging van de mobiliteit verwacht die geen significante effecten zal hebben op de spits. Het beschermde erfgoed Sint-Rictrudiskerk en omgeving wordt bewaard conform de geldende beschermingen. Er is geen ander erfgoed aanwezig of elementen uit de inventaris bouwkundig erfgoed. Het terrein omvat geen archeologische sites. Wel zijn in de omgeving alleenstaande sites aangetroffen uit de Late middeleeuwen. Conform de wetgeving zal ook op de nog te wvi april 2012 verzoek tot raadpleging 19