Gezondheidsmonitor Ouderen. Gemeenterapport Staphorst



Vergelijkbare documenten
Gezondheidsmonitor Ouderen. Gemeenterapport Kampen

Gezondheidsmonitor Ouderen. Gemeenterapport Raalte

Obesitas Een onderschatte bedreiging: Publieke perceptie van obesitas in Europa

Gezondheidsmonitor Ouderen. Gemeenterapport Olst - Wijhe

Gezondheidsmonitor Ouderen. Gemeenterapport Steenwijkerland

Anamneseformulier Gezondheidstest

Gezondheidsmonitor Ouderen. Gemeenterapport Ommen

Gezondheidsmonitor Ouderen. Gemeenterapport Hardenberg

5. Welke nationaliteit hebt u? Belg / andere: 6. Wat is de hoogste opleiding die u hebt behaald? (kruis aan a.u.b.) o Universitair onderwijs

Kenmerken en uitkomsten van professionele echtscheidingsbemiddeling in Vlaanderen

Als u een toelichting wilt geven, op één van uw antwoorden, dan kunt u dat aan het einde van de vragenlijst doen.

Bijlage 4. Toetsingskader ontwerp levensloopbestendig Zeist-Oost

De kans is groot dat uw testament niet voldoet aan uw wensen, geen gebruik maakt van

Set B, Patient. CQ-index (1x per 2 jaar), Ziekenhuisopname, Complexe medicatie, Inzet thuiszorg, Inzet, Informele zorg, Woonsituatie, Intramurale zorg

Samenvatting Deelprojecten Ouderen Samen

Beschermd Wonen met een pgb onder verantwoordelijkheid van gemeenten

Rapport. Bekend maakt bemind Onderzoek naar de bekendheid van en waardering voor het Expertisecentrum Veilige Publieke Taak

EVALUATIE TER STATE. Marion Matthijssen, Marn van Rhee. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) juli In opdracht van Raad van State

Vragenlijst dagindeling en interesses ouderen

VOEL OOK DE MAGIE VAN KINDEROPVANG EN NATUUR!

Resultaten Nationale Vergelijkingsmonitor

De Wet maatschappelijke ondersteuning eenvoudig verteld

VGSO Nieuwsbrief extra editie over komende gemeenteraadsverkiezingen

Veel gestelde vragen huurbeleid 18 oktober 2012

Speciaal voor mantelzorgers heeft Surplus een instrument ontwikkeld dat u inzicht geeft in uw persoonlijke situatie.

BELANGENVERENIGING PENSIOENGERECHTIGDEN PFZW KEUZEMOGELIJKHEID TUSSEN LAAG-PENSIOEN

Je bent zwanger! Gefeliciteerd!

TEST INHOUD: HEEFT MIJN KIND EEN EETSTOORNIS? 1. Onderzoek het eetgedrag van uw kind. 2. In welke fase zit mijn kind nu?

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Openbare raadpleging over de evaluatie van de Europese strategie inzake handicaps 2010/2020

Lokale gezondheidsnota. Gemeente Bergambacht

ENQUÊTE LEVEN IN HEILIG LANDSTICHTING

MedewerkerMonitor Benchmark in de Zorg

Boschveld on Tour. Herijking Sociale Visie Boschveld

Beleidsplan 2014 tot en met 2016

Wie verkoopt uw huis?

Inventarisatie van wensen & verwachtingen over gezondheidsactiviteiten Leefstijl vragenlijst

Beweeg Mee! De gecombineerde leefstijlinterventie (GLI) 1 in de collectieve verzekering voor de minima van de gemeente Den Haag

Huiswerk Informatie voor alle ouders

Kwaliteitscriteria voor de zorg, vanuit het perspectief van mensen met longkanker

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Gouda van 29 november 2011;

Informatiebrief over deelname aan het onderzoek Food2Learn

VRAGENLIJST VOOR BEZOEKERS VAN DE DORPSRESTAURANTS TE BILZEN

Actief aan de slag met gezondheid!

Nota Lokaal Gezondheidsbeleid

opleidingsniveau laag % % middelbaar/hoog % %

Marktanalyse zorginkoop Wlz 2019

Pleegkinderen en de Belastingaangifte. Thema-avon d Pleegouder support Zeeland

Rapportage veranderingen in het beweeggedrag van mbo studenten

Elly Duijf MMC CMC - Innovatiekring Dementie

Cijfers & trends op de arbeidsmarkt voor hoog opgeleide financials

WERKBLAD FUNDA.NL. Je kan met funda heel veel gegevens over je woonbuurt te weten komen!

Heeft u de afgelopen maand een periode meegemaakt van minstens 2 weken waarin u zich bijna voortdurend somber voelde?

SPREEKBEURT KALKOEN VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

Zorgplan. Naam. Adres. Uitgerekende datum. Administratienummer. Naam en adres verloskundige praktijk

Kwaliteitscriteria CVA-zorg, geformuleerd vanuit patiëntperspectief Versie 1.0, augustus 2018 Harteraad

Veel gestelde vragen Huurverhoging 2019

bijlage 1 (voor het steekproefsgewijs verzamelen van borstvoedingscijfers)

O.a. in deze nieuwsbrief: Hoe is het om te leven met Hiv of Aids in Tanzania?

MET ONTSLAG! Ontslaginformatie voor neurologie/neurochirurgie patiënten

Pedagogische Civil Society

Fabels in isolatieland Wat waar is of niet waar

Een natuurlijk proces

De Patiënt Specifiek Klachten (PSK)

.1-4- gemeente Eindhouen

De aandachtspuntenlijst

Ter voorbereiding op uw aanvraag vindt u in dit document de criteria en vragenlijst voor het themacertificaat Relaties en seksualiteit.

Genderloopbaankloof: enkele voorzetten vanuit Persephone vzw, organisatie van vrouwen met een handicap of invaliderende chronische ziekte

5 de federale diagnostiek woon-werkverkeer

Pestprotocol. 1 Achtergrond. 1.1 Uitgangspunt. 1.2 Pesten in het cluster-4-onderwijs. Onderwijs. Pestprotocol Versie: 1.0 Datum: 20 mei 2014

3 De positie van armoedebeleid in het Sociaal Domein

Criteria Plusklassen Samenwerkingsverband WSNS Kop van Noord-Holland

Minor Move Your Work Gezondheidsbeleid in organisaties

depressie wat kun je doen als iemand in je omgeving een depressie heeft?

INHOUD. Hoofdstuk 1 Inleiding 2

Cognitieve ontwikkeling/schoolfunctioneren en dagbesteding

LHBT-acceptatie in Nijmegen

SPREEKBEURT BAARDAGAME

Zijn in de aanvraag bijlagen genoemd en zijn die bijgevoegd? Zo ja, welke? Nummer desgewenst de bijlagen.

Registratienummer: GF Datum: 6 september 2011 Agendapunt: 7

PREVENTIEVE BASISZORG (fase 0)

Cursussen CJG. (samenwerking tussen De Meerpaal en het onderwijs in Dronten) Voortgezet Onderwijs

1. SW OFFICE (ALGEMEEN)

Rollenspel Jezus redt

Mantelzorg- en Vrijwilligerswerkbeleid

Functie-eisen coördinatoren

Voorstelformulier voor een Koninklijke onderscheiding

Kwaliteit van de arbeid van kamermeisjes

Gespreksleidraad WOII geïnteresseerden

Kindercoach. Jasmijn Kromhout Groep 8b

emeente Beek 13ink /11/2013 WZO FLYCATCHER Internet Research A: nee N: nee

Samenvatting. Evaluatierapport Buurt in Actie December

Huisbereiding in de kijker

Wij verzoeken u de toelichting voor het invullen van het formulier goed te lezen.

Licht traumatisch hersenletsel (volwassenen)

Klachtenbeleid Stichting KOM Kinderopvang

1 Welke thema's spelen er op dit moment binnen de opvoeding van uw kind(eren)?

Onderzoeksrapport Bedrijvenkring Oldebroek

Het Nieuwe Werken: hieperdepiep hoera? De rol van de OR bij de invoering van Het Nieuwe Werken

Eenzaamheid bij kinderen en jongeren

Transcriptie:

Gezndheidsmnitr Ouderen Gemeenterapprt Staphrst Zwlle 2011 GGD IJsselland Annette Baltissen Sandra Brsbm Lidewij van den Berg Marja de Jng Ingrid van Aart

1 Inleiding... 3 1.1 Gemeentelijke verantwrdelijkheid... 3 1.2 Standaardisering... 3 1.3 Onderzeksppulatie... 3 1.4 Leeswijzer... 3 2 Achtergrndkenmerken... 5 2.1 Inleiding... 5 2.2 Geslacht en leeftijd... 5 2.3 Burgerlijke staat en samenstelling huishuden... 5 2.4 Opleiding... 6 2.5 Etniciteit... 6 2.6 Financiële situatie... 6 3 Sciale mgeving en vrije tijd... 8 3.1 Inleiding... 8 3.2 Tevredenheid cntacten... 8 3.3 Sciale steun... 8 3.4 Sciale veiligheid... 8 3.5 Eenzaamheid... 8 3.6 Mantelzrg ntvangen... 9 3.7 Mantelzrg geven... 9 3.8 Maatschappelijke participatie...10 4 Leefstijl... 11 4.1 Veding... 11 4.2 Bewegen... 13 4.3 Overgewicht... 13 4.4 Rken... 14 4.5 Alchl... 15 5 Lichamelijke gezndheid... 16 5.1 Ervaren gezndheid... 16 5.2 Functinele beperkingen... 16 5.3 Chrnische ziekten en aandeningen... 17 5.4 Slaap- en kalmeringsmiddelen... 18 5.5 Vallen... 18 6 Psychische gezndheid... 19 6.1 Welbevinden... 19 6.2 Regie ver eigen leven... 19 6.3 Zich zrgen maken... 19 6.4 Angst en depressie... 20 6.5 Huiselijk geweld... 20 7 Wnen en wnmgeving... 21 7.1 Huidige Wnsituatie... 21 7.2 Verhuiswens... 21 7.3 Ventilatie binnenshuis... 21 7.4 Welzijnsvrzieningen... 21 7.5 Openbaar verver... 23 8 Samenvatting van de belangrijkste resultaten... 24 9 Referenties:... 25 Bijlagen: Vragenlijst Tabellenbek 2

1 Inleiding 1.1 Gemeentelijke verantwrdelijkheid De meest in het g springende ntwikkeling in het landelijke uderenbeleid is het stimuleren van het zelfstandig blijven van de uderen en alles wat hiermee samenhangt. Hierbij valt te denken aan mantelzrg, WMO en wnvrmen geschikt vr uderen. Op grnd van de Wpg brengt de GGD IJsselland vr alle regigemeenten peridiek de gezndheidstestand van een specifieke leeftijdscategrie in kaart. In dit rapprt wrden de resultaten beschreven van de gezndheidsmnitr nder de inwners van 65 jaar en uder in de gemeente Staphrst. Naast infrmatie ver de gezndheidstestand levert de mnitr k andere infrmatie, zals de mate van bekendheid van vrzieningen, de wensen p het gebied van wnen en de mate waarin men mantelzrg ntvangt dan wel verleent. De gemeenten maar k wningcrpraties en welzijn- en zrginstellingen kunnen deze infrmatie gebruiken bij het evalueren en frmuleren van hun lkale beleid. Naast de gemeentelijke rapprtages wrden er twee reginale factsheets pgesteld: een factsheet Gezndheid en leefstijl en een factsheet Wnen, welzijn en zrg. In deze factsheets zijn verbanden tussen nderwerpen uitgewerkt en wrden aanbevelingen vr het gezndheidsbeleid gedaan. In dit rapprt wrden de gemeentelijke resultaten besprken 1. 1.2 Standaardisering De landelijke verheid stimuleert de standaardisering en unifrmering van de vragen die in de verschillende mnitren wrden gesteld. GGD Nederland, het RIVM, TNO en Z-rg (nu Actiz) werken hierin samen. Standaardisering vergrt de vergelijkbaarheid van de resultaten p reginale en landelijke schaal. In dit kader hebben de GGD en die zijn vertegenwrdigd in Kring Ost-Nederland beslten de uderenmnitr gezamenlijk uit te veren. In het huidige nderzek is daarm zveel mgelijk gebruik gemaakt van landelijke standaardvraagstellingen. Omdat dit in het vrige nderzek (2001) niet het geval was, is vergelijking met de resultaten van vier jaar geleden niet altijd mgelijk. Ouderen die in instellingen wnen vallen buiten het bereik van dit nderzek, mdat de preventieve gezndheidszrg vr uderen zals beschreven in de Wpg zich in eerste instantie niet richt p deze grep uderen. 1.3 Onderzeksppulatie De uderenmnitr is afgenmen in de 12 gemeenten in de regi IJsselland in 2010. Onder de zelfstandig wnende inwners van 65 jaar en uder is een gezndheidsvragenlijst verspreid. Met behulp van de gemeentelijke basisadministratie is hiervr een a-selecte steekpref getrkken. Uit elke gemeente werden 600 65-plussers in de steekpref pgenmen, zdat betruwbare uitspraken p gemeenteniveau kunnen wrden gedaan. In ttaal zijn in de regi IJsselland 8400 vragenlijsten uitgezet. De vragenlijst bestnd uit vragen ver de vlgende nderwerpen: achtergrndkenmerken, lichamelijke gezndheid, zelfredzaamheid en zrg, verver, welzijn, mantelzrg ntvangen, mantelzrg geven, welzijnsvrzieningen, sciale mgeving en vrije tijd, gedrag en leefstijl, negatieve ervaringen in huiselijke kring, wnsituatie en financiële situatie. In de gemeente Staphrst werden 600 vragenlijsten uitgezet en zijn er 279 bruikbaar vr analyse. Dit betekent een respns van 47%. Dr weging is de nderzeksgrep representatief gemaakt vr de samenstelling van de uderenppulatie in de regi wat betreft leeftijd, geslacht en wngemeente. 1.4 Leeswijzer In dit rapprt is iedere paragraaf als vlgt pgebuwd: Een beschrijving van het thema met waar mgelijk landelijke cijfers De resultaten van Staphrst; Vergelijking met de reginale cijfers; Indien mgelijk vergelijking met de resultaten van vijf jaar geleden (trends). 1 De factsheets aan te vragen bij Ria Schiltman, 038 42 81 624 f via de mail: r.schiltman@ggdijsselland.nl 3

In dit rapprt wrden de gegevens weergegeven in een percentage. Tenzij anders wrdt vermeld gaat het m het percentage van het ttaal, dus van de gehele steekpref in de gemeente. In het rapprt wrden twee leeftijdscategrieën met elkaar vergeleken, te weten mensen van 65 tt 75 jaar en mensen van 75 jaar en uder. Ok wrdt er gekeken naar een verschil in geslacht. Indien wrdt getetst p verschillen, dan wrdt een significantieniveau aangehuden van 5%. Bij de interpretatie van tabellen en cijfers is enige vrzichtigheid en plettendheid p zijn plaats. Vral wanneer de resultaten van vruwen wrden afgezet tegen die van de mannen, kan vertekening ptreden mdat vruwen gemiddeld uder wrden dan mannen. 4

2 Achtergrndkenmerken 2.1 Inleiding Demgrafische kenmerken spelen een belangrijke rl bij het verklaren van verschillen in gezndheid, welzijn, zrgcnsumptie en behefte. Met het stijgen van de leeftijd verandert de samenstelling van de bevlking. Het aandeel vruwen en het aantal alleenstaanden neemt te met de leeftijd. Het pleidingsniveau is gemiddeld genmen lager dan dat van jngere leeftijdsgrepen en een aanzienlijke grep uderen heeft een laag inkmen. In dit hfdstuk wrden de achtergrndkenmerken geslacht, leeftijd, burgerlijke staat, samenstelling huishuden, pleiding, etniciteit en financiële situatie beschreven. 2.2 Geslacht en leeftijd Vlgens de prgnse van het CBS zullen er in 2020 3,4 miljen 65-plussers in Nederland zijn, waarvan 0,8 miljen 80-plussers (een kwart van de uderen). In Nederland wrden we niet alleen gemiddeld uder, k de grep udste uderen greit gestaag. Het aandeel 80-plussers binnen de grep uderen zal stijgen van 26% in 2009 tt 40% in 2050. In Nederland wnt ngeveer 95% van de uderen van 65 jaar en uder zelfstandig. In Nederland bestnd p 1 januari 2010 de grep 65-plussers vr 44% uit mannen en 56% uit vruwen. De grep uderen in Nederland bestaat vr 55% uit 65-75 jarigen en vr 45% uit 75- plussers. In de nderzeksgrep in Staphrst is 47% van de 65-plussers man en 53% vruw. Gezien de hgere levensverwachting van vruwen zien we dat he uder de grep, he grter het verschil in aandeel man en vruw. Er zijn meer 65-75 jarigen in de nderzeksgrep dan 75-plussers: 55% is 65-75 jarig en 45% is 75 jaar f uder. 2.3 Burgerlijke staat en samenstelling huishuden Een partner is vaak een belangrijke brn van steun bij (gezndheids)prblemen. Over het algemeen hebben gehuwden minder gezndheidsprblemen dan nit-gehuwden f verweduwden. Mensen die gescheiden zijn hebben de meeste gezndheidsprblemen. Relatief veel uderen zijn alleenstaand. Binnen de grep 65-plussers in Nederland was p 1 januari 2009 het merendeel van de mannen (75%) gehuwd. Het aandeel gehuwden nder vruwen was een stuk kleiner (45%). Bijna de helft van de 80-85-jarigen is alleenstaand. Er zijn bijna 3 keer zveel alleenstaande vruwen als mannen van 65 jaar en uder. In Staphrst is 68% van de uderen samenwnend, 82% van de mannen en 55% van de vruwen. Van de 65 tt 75 jarigen is 82% samenwnend en van de 75 plussers is 52% in Staphrst samenwnend. Niet alle alleenstaanden wnen in een éénpersnshuishuden. Terwijl 45% van de vruwen alleenstaand is, wnt 40% van de vruwen alleen. Van de 75-plussers is 49% alleenstaand en 43% wnt alleen. Vr mannen en 65-75 jarigen zijn de verschillen tussen alleenstaand zijn en alleen wnen niet z grt. Trend: Steeds meer uderen in Staphrst wnen alleen. In 2007 was dit 22%. Dit is in 2010 tegenmen tt 29%. In vergelijking met de regi (33%) zijn er in Staphrst minder alleen wnenden. 5

2.4 Opleiding Opleiding en inkmen geven tezamen een indicatie vr de sciaal ecnmische situatie van de respndenten. De sciaal ecnmische psitie hangt weer samen met verschillen in de gezndheid, zwel wat betreft levensverwachting als geznde levensjaren. Van de uderen in Staphrst heeft 36% geen pleiding f alleen lager nderwijs gevlgd. Zesenveertig prcent heeft lager berepsnderwijs f MAVO gevlgd. Ok in Staphrst blijkt dat naarmate mensen uder zijn, het pleidingsniveau in het algemeen lager is. Mannen hebben gemiddeld een hgere pleiding gevlgd dan vruwen. Tabel 2.1: pleidingsniveau uderen 65-75 jaar 75-plussers man vruw ttaal % % % % % Lager nderwijs f geen pleiding 20 57 28 42 36 LBO, MAVO 59 28 43 48 46 HAVO, VWO, MBO 9 8 11 6 8 HBO, WO 12 7 18 4 10 Het pleidingsniveau in Staphrst in 2007 was lager dan dat het nu in 2010 is. Er zijn vral minder uderen die alleen lager nderwijs f geen pleiding hebben gevlgd. In 2007 was dit ng 51%, in 2010 36%. Ten pzichte van de regi ligt het pleidingsniveau in Staphrst lager. 2.5 Etniciteit In 2010 was 12,4% van de 65-plussers in Nederland allchtn. Slechts 1% van de uderen in Staphrst is niet in Nederland gebren. 2.6 Financiële situatie Vrijwel iedereen in Nederland krijgt AOW als hij 65 jaar f uder is. Daarnaast bestaan er vr 65- plussers allerlei inkmensverruimende maatregelen, waar uderen recht p hebben, afhankelijk van hun inkmenssituatie. Inkmensverruimende maatregelen zijn: huurteslag, zrgteslag, belastingaftrek, kwijtschelding gemeentelijke heffingen, aftrek specifieke zrgksten, bijznder bijstand, tegemetkming bij ziekte f handicap en verversvrziening. Tabel 2.2: inkmenssituatie uderen 65-75 jaar 75-plussers ttaal heeft alleen AOW 25 40 31 heeft enige meite met rndkmen 5 5 5 31% van de uderen in Staphrst heeft alleen AOW. Er zijn meer vruwen en meer 75-plussers met alleen AOW dan mannen en 65-75 jarigen. Vijf prcent van de uderen geeft aan (enige) meite te hebben met rndkmen. Trend: Het percentage uderen dat meite heeft met rndkmen is niet veranderd sinds 2007. 6

Een deel van de uderen geeft aan te bezuinigen. Hiernder is een tabel pgenmen met daarin de wijze waarp uderen bezuinigen. Tabel 2.3: waarp bezuinigen uderen waarp wrdt bezuinigd % aut/penbaar verver 10 uitgaan / hbby s 19 krant 19 huisvesting 6 tandarts 5 andere medische vrzieningen 2 cadeautjes 10 stkksten 10 telefn 11 kleding 12 veding 2 vakantie 28 De tp drie vr bezuinigingen wrdt gevrmd dr bezuinigingen p vakantie, de krant en uitgaan. Dit zijn dezelfde drie psten als die in 2007 genemd werden als belangrijkste bezuinigingspsten. 7

3 Sciale mgeving en vrije tijd 3.1 Inleiding De sciale mgeving van mensen bestaat uit de sciale aspecten van de leefmgeving, zals de buurt waarin men wnt, sprt- f hbbyclubjes waar men aan deelneemt en cntact met familie en vrienden. De sciale mgeving is van invled p de gezndheid van uderen. 3.2 Tevredenheid cntacten He grter het sciale netwerk is, he meer sciale steun mensen ntvangen uit de mgeving. Uit een internatinaal nderzek nder 65-plussers blijkt dat 89% van de Nederlandse (niet werkende) 65-plussers (zeer) tevreden is ver is ver de cntacten die men heeft. 3 In Staphrst geeft zelfs 91% van de uderen aan (zeer) tevreden te zijn met de cntacten die men heeft. Zeven prcent van de uderen is niet tevreden, maar k niet ntevreden. Slechts 2% geeft aan (zeer) ntevreden te zijn. Er zijn geen verschillen tussen mannen en vruwen. In de grep 65-75 plussers zijn de uderen iets vaker (zeer) tevreden ver de cntacten die men heeft in vergelijking met de grep 75-plussers. Trend: In de peride vanaf 2007 is er geen verandering pgetreden rndm de tevredenheid met cntacten. 3.3 Sciale steun De steun die uderen uit hun netwerk ntvangen, beïnvledt mede het gevel van welzijn en eenzaamheid. Sciale steun is nagevraagd met behulp van de Sciale Steun Lijst (SSL-12). Er wrdt nderscheid gemaakt tussen drie srten steun. Alledaagse steun, steun bij prblemen en waarderingssteun. Meer uderen ervaren een gemis aan steun bij prblemen en waarderingssteun dan aan alledaagse steun. Tevens is pvallend dat uderen van 75 jaar en uder vaker weinig steun bij alledaagse activiteiten en weinig waarderingsteun ervaren dan uderen tussen de 65 en 75 jaar. Terwijl vr steun bij prblemen de scres bij beide leeftijdscategrieën ngeveer gelijk zijn. In Staphrst ervaren uderen k een grter gemis aan steun bij prblemen (52%) en waarderingssteun (49%) in vergelijking met alledaagse steun (26%). Mannen ervaren minder sciale steun bij alle drie de typen steun dan vruwen. Ouderen van 75 jaar en uder ervaren vaker weinig waarderingssteun, maar juist meer steun bij prblemen dan uderen tussen de 65 en 75 jaar. 3.4 Sciale veiligheid Veiligheid is meer dan de afwezigheid van criminaliteit: het heeft k te maken met het gevel van veiligheid. Objectieve en subjectieve veiligheid hangen samen met de sciale kwaliteit in een buurt. Iemand die zich nveilig velt, durft de straat niet p. Dit kan leiden tt sciale uitsluiting en afhankelijkheid. In dit nderzek is gevraagd f uderen zich verdag f s avnds nveilig velen. s Nachts velen meer mensen zich wel eens nveilig p straat dan verdag. s Nachts en s avnds geeft 12% van de uderen in Staphrst aan zich wel eens nveilig te velen. Overdag is dit 6%. Vruwen (18%) velen zich s avnds f s nachts vaker niet veilig dan mannen (7%). Ok uderen in grep 75-plussers (20%) velen zich s avnds f s nachts vaker nveilig dan uderen in de grep 65-75 jarigen (7%). 3.5 Eenzaamheid Eenzaamheid kmt nder mensen van alle leeftijden vr. Om te bepalen in heverre zelfstandig wnende uderen gevelens van eenzaamheid ervaren, is gebruik gemaakt van de eenzaamheidsschaal van De Jng- Gierveld 2. Het grtste deel van de uderen in Staphrst velt zich niet eenzaam (63%), 32% matig eenzaam en 5% ernstig f zeer ernstig eenzaam. Ten aanzien van eenzaamheid is er geen verschil tussen mannen en vruwen en niet tussen de beide leeftijdsgrepen. Aan de hand van de gestelde vragen kan een nderscheid gemaakt wrden in emtinele en sciale eenzaamheid. 2 Van Tilburg, T.G., De Jng-Gierveld, J. (1999). Cesuurbepaling van de eenzaamheidsschaal. Tijdschrift vr Gerntlgie en Geriatrie (30), 158-163. 8

Sciale eenzaamheid kmt bij meer uderen in Staphrst vr dan emtinele eenzaamheid. Mannen hebben meer dan vruwen te maken met sciale eenzaamheid. Daar staat tegenver dat vruwen meer te maken hebben met emtinele eenzaamheid. Ok de leeftijd speelt een rl. Meer 75-plussers dan 65-75 jarigen zijn emtineel eenzaam. De 65-75 jarigen ervaren daarentegen weer meer sciale eenzaamheid. Trend: de eenzaamheidsprblematiek is tegenmen van 31% in 2007 naar 37% in 2010. De stijging zit vral in de tename van mensen met matige eenzaamheidsprblematiek van 28% naar 32%. 3.6 Mantelzrg ntvangen Dr het ntvangen van mantelzrg kunnen uderen vaak langer zelfstandig blijven functineren znder dat zij direct een berep heven te den p prfessinele zrg. Mantelzrg is in dit nderzek mschreven als de nbetaalde zrg die iemand geeft aan een bekende uit zijn/haar mgeving, zals een partner, uders, kind, buren f vrienden, als deze persn vr langere tijd ziek, hulpbehevend f gehandicapt is. Deze zrg kan bijvrbeeld bestaan uit het huishuden den, wassen en aankleden, gezelschap huden, verver en geldzaken regelen. In Nederlandse maakt ngeveer 6% van de uderen gebruik van mantelzrg. Dertien prcent van de uderen in Staphrst zegt het afgelpen jaar mantelzrg te hebben gekregen. De mantelzrg bestaat vaak uit huishudelijke hulp (11%), het helpen bij geldzaken (8%) en begeleiding en/f verver naar bijvrbeeld de kapper f arts (7%). Ouderen van 75 jaar en uder krijgen meer mantelzrg (26%) dan uderen van 65 75 jaar (2%). Mantelzrg wrdt vaak verleend dr de kinderen (10%) en een huisgent (4%). Trend: het percentage uderen in Staphrst dat mantelzrg ntvangt, is gelijk gebleven in de peride 2007-2010. 3.7 Mantelzrg geven In 2008 gaven 2,6 miljen vlwassenen mantelzrg. Hiervan was een vijfde deel 65 jaar f uder. Dit den zij twee keer z vaak als de 75-plussers. Mantelzrgers van 65-plus verlenen vaak hulp aan hun (chrnisch) zieke partners f hun zeer ude uders. Dit type hulp is vaak langdurig van aard en intensief waardr udere mantelzrgers een verhgde kans hebben p verbelasting. Vlgens het Sciaal Cultureel Planbureau is er een duidelijke tename te zien bij het verlenen van mantelzrg die langdurig en/f intensief is. Deze trend zal zich waarschijnlijk drzetten. In Staphrst heeft 16% van de uderen in het jaar vrafgaand aan het nderzek mantelzrg gegeven. Ten tijde van het nderzek werd dr 12% van de uderen mantelzrg gegeven. Ok in Staphrst kmt het geven van mantelzrg vaker vr in de grep 65-75 jarigen dan in de grep 75- plussers. Van de mensen die mantelzrg geven, is de variatie in het aantal uur dat per week mantelzrg wrdt gegeven grt. De meeste uderen geven tussen de 1 en 15 uur per week mantelzrg. Van alle uderen velt 9% zich in meer f mindere mate belast dr het geven van de zrg. 1% velt zich p het mment van het nderzek zwaar belast. Op de vraag aan wie men mantelzrg geeft, zeggen de meeste uderen dit te verlenen aan hun echtgent f partner (3%) f aan de kinderen (2%). De gegeven mantelzrg bestaat vrnamelijk uit hulp bij huishudelijk werk, gezelschap geven en begeleiding en/f verver. Minder dan 1 prcent van de uderen geeft aan behefte te hebben aan hulp bij het geven van mantelzrg. Trend: Het percentage uderen in Staphrst dat mantelzrg geeft is verdubbeld van 8% in 2007 naar 16% in 2010. 9

3.8 Maatschappelijke participatie De pensiengerechtigde leeftijd biedt veel kansen vr hbby, verenigingsleven, vrijwilligerswerk f andere activiteiten. Dit leidt vaak tt cntacten met anderen, wat de kans p vereenzaming zal verminderen. Onderstaande tabel geeft weer welke activiteiten uderen dagelijks f wekelijks ndernemen. Met uitzndering van bezek ntvangen, meeden met uderensprt en de biblitheek bezeken, nemen mensen van 75 jaar en uder minder vaak deel aan maatschappelijke activiteiten dan 65-75 jarigen. Vruwen ntvangen vaker bezek en den vaker mee aan uderensprt. Mannen fietsen en wandelen vaker, den vaker mee aan verenigingsactiviteiten, veren vaker hbby s uit, klussen vaker en internetten vaker. Tabel 3.1: activiteiten in de vrije tijd naar leeftijd 65-75 75+ ttaal % % p bezek gaan 53 43 49 bezek ntvangen 59 68 63 wandelen 60 45 54 fietsen 69 42 57 meeden met 9 10 10 uderensprt verige sprten 13 6 10 verenigingsactiviteiten 27 13 21 vrijwilligerswerk 23 9 17 betaald werk 11 2 7 hbby uitveren, cursus 32 20 27 den passen p de 25 8 18 kleinkinderen bij anderen klusjes den 12 2 7 biblitheek bezeken 4 5 4 internetten, e-mailen 47 19 35 uitgaan 4 0 2 In vergelijking met de regi zijn uderen in Staphrst minder vaak actief. Dit geldt in meerdere f mindere mate vr de meeste activiteiten, behalve bezek ntvangen, betaald werk den, p kleinkinderen passen en klusjes den bij anderen. In vergelijking met de gegevens van Staphrst in 2007 zijn uderen juist actiever gewrden. Meer uderen den verenigingswerk, vrijwilligerswerk f betaald werk, den meer klusjes bij anderen, zijn meer hbby s uit gaan veren en zijn meer gaan internetten. Ouderen gaan wel minder p bezek. 10

4 Leefstijl 4.1 Veding Geznd eten bevrdert de algehele fitheid, vergrt de weerstand en verkleint het risic p chrnische ziekten, zals besitas (ernstig vergewicht), hart- en vaatziekten, diabetes, steprse en een aantal vrmen van kanker. De Richtlijnen gede veding 2006 van de Gezndheidsraad 3 geven de gemiddeld wenselijke veding weer. Bij uderen verschillen de richtlijnen niet van die vr vlwassenen, behalve dat aan uderen een extra inname van vitamine D wrdt aanbevlen. Ontbijt 94% van de uderen in Staphrst ntbijt minstens 5 keer per week. Zij vlden hiermee aan de nrm vr ntbijten van het Vedingscentrum. Van de mannen ntbijt 92% minstens 5 keer per week, bij vruwen is dit 95%. Warme maaltijd 90% van de uderen gebruikt 7 keer per week een warme maaltijd. Grenten 77% van de uderen eet dagelijks grente. Vruwen (80%) eten vaker dagelijks grente dan mannen (74%). Leeftijd speelt geen rl. Fruit 72% van de uderen eet elke dag fruit; dit percentage ligt vr vruwen (79%) hger dan vr mannen (66%). 100 90 80 70 60 66 74 77 90 79 80 62 95 93 91 77 78 77 72 72 73 72 67 69 93 50 40 30 20 10 0 mannen vruwen 65-75 jaar 75-plussers ttaal dagelijks fruit dagelijks grenten minstens 1x per week vis dagelijks ntbijt Figuur 4.1: dagelijks ntbijten, eten van grente en fruit, minstens 1 keer per week vis eten naar geslacht en leeftijd (%) 3 Gezndheidsraad, Richtlijnen vr gede veding 2006, Gezndheidsraad, Den Haag, 2006, publicatienummer 2006/21 11

Er is niet exact naar de grente en fruitcnsumptie per dag gevraagd, zdat het halen van de grente en fruitnrm niet berekend kan wrden. Wel is duidelijk dat in ieder geval een kwart van de uderen te weinig fruit eet en 23% te weinig grente. Trend: Het percentage uderen dat minimaal vijf keer per week ntbijt en zeven dagen per week warm eet is in de peride 2007-2010 gelijk gebleven. Het is niet mgelijk de trend te beschrijven vr de cnsumptie van grenten en fruit. Vis In tabel 4.1 is de viscnsumptie van uderen in Staphrst weergegeven en het vergelijkbare ttaalcijfer uit de vlwassenenmnitr van 2008. 33% van de respndenten eet twee keer per week vis. In vergelijking tt vlwassenen eten meer uderen minstens 2 keer per week vis. Vruwen eten minder vaak minstens 2 x per week vis dan mannen. Tabel 4.1: viscnsumptie 65-75 75+ man vruw ttaal uderen 2010 ttaal vlwassenen 2008 eet minimaal 2 x per week vis 36 30 38 28 33 17 Vitamine D Vitamine D is een van de weinige vitamines die ns lichaam kan aanmaken en die in nze veding vrkmt, zals bijvrbeeld in vette vis en in smmige halvarines, margarines en bak- en braadprducten. Vitamine D speelt een belangrijke rl bij de btvrming. Vr een aantal grepen is het aan te raden een vitamine D supplement te nemen. Tt deze grepen behren nder andere vruwen bven de 50 en mannen bven de 70 jaar, zeker wanneer zij weinig buiten kmen. Ok persnen met steprse en uderen die in verpleeg- en verzrgingshuizen wnen wrdt aangeraden m extra vitamine D te slikken. In Staphrst slikt 13% van de mannen en 12% van de vruwen het hele jaar dr dagelijks een vitamine D supplement. Het gebruik neemt te met de leeftijd. Een kleinere grep, 9% van de mannen en 3% van de vruwen gebruikt alleen in de winter dagelijks vitamine D. 73% van de uderen gebruikt geen vitamine D. Vchtinname Bij jnge vlwassenen bestaat 60 tt 70% van het lichaam uit water. De heveelheid lichaamswater neemt af met de leeftijd. Onder nrmale mstandigheden hudt het drst- en hngergevel het watergehalte in het lichaam p een ged niveau. Dit geldt k vr geznde uderen, mits stressfactren afwezig zijn en er een vrije tegang is tt vedsel en drank. Pas p hgere leeftijd (> 70 jaar) kan de vchtbalans verstrd raken dr een verminderd functineren van de nieren en een afnemend drstgevel. Ok kan de eetlust afnemen, waardr men via de veding niet vldende vcht meer binnen krijgt. Beperkte zelfredzaamheid kan eveneens een rl spelen, evenals prblemen met incntinentie. Het is m die redenen, dat het Vedingscentrum 70-plussers adviseert m dagelijks 1,7 liter vcht te gebruiken. Vr de leeftijdsgrep van 12 70 jaar geldt het advies van minstens 1,5 liter vcht per dag. Van de uderen in Staphrst gebruikt iets minder dan één derde per dag vldende vcht. Mannen vlden vaker aan de nrm vr vchtgebruik (33%) in vergelijking met vruwen (25%). Ok de leeftijdsgrep: 65-75 jarigen (36%) gebruikt vaker vldende vcht dan 75-plussers (20%). 12

4.2 Bewegen Deelname aan sprt- en bewegingsactiviteiten buitenshuis is geznd en het vergrt bvendien de maatschappelijke participatie en kan gevelens van eenzaamheid verminderen. Inactiviteit neemt sterk te met leeftijd. Schattingen ver het aantal niet-actieve uderen lpen uiteen van 40 tt 80%, afhankelijk van de maat waarmee gemeten is. Vr mensen van 55 jaar en uder is de Nederlandse Nrm Geznd Bewegen vastgesteld p minimaal een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit p tenminste 5 dagen, maar bij vrkeur alle dagen van de week. Het half uur mag eventueel verdeeld wrden in een aantal krtere perides. Matig intensieve lichamelijke activiteiten vr uderen zijn bijvrbeeld wandelen, fietsen en tuinieren. Van de Nederlandse zelfstandig wnende uderen vldet 58% aan de beweegnrm. Het percentage uderen dat aan de beweegnrm vldet neemt af met de leeftijd. Oudere mannen blijken vaker aan de beweegnrm te vlden, dan udere vruwen. In Staphrst zegt 66% van de uderen te vlden aan de beweegnrm. In het vlwassenennderzek gaf 79% van de vlwassenen aan dat zij vldeden aan de beweegnrm. Ouderen zeggen dus minder vaak aan de beweegnrm te vlden dan vlwassenen. Tabel 4.2: reden m niet (meer) te bewegen Staphrst ttaal uderen 2010 % beweegt al vldende 71 lichamelijke beperking 21 te druk 2 bewegen niet z belangrijk /niet leuk 4 geen geld vr sprtclub 1 kan er niet kmen 2 niemand m mee te gaan 4 andere reden 2 Uit tabel 4.2 blijkt dat de vrnaamste reden m niet méér te gaan bewegen is, dat men vindt dat men al geneg beweegt. Een lichamelijke beperking nemt 21% van de uderen. Bij de 75-plussers wrdt een lichamelijk beperking vaker en vldende beweging minder vaak genemd dan bij 65-75 jarigen. Gebrek aan geld is vr maar een klein deel van de uderen een bezwaar. In vergelijking met de regi (62%) zijn er in Staphrst meer uderen die vlden aan de beweegnrm. Ouderen lijken in hun vrije tijd k actiever dan uderen in de regi. 4.3 Overgewicht Overgewicht is vaak het resultaat van een ngeznde leefstijl. In de Nederlandse bevlking is vergewicht een greiend prbleem. Het vrkmen van vergewicht neemt te met de leeftijd en neemt pas p hgere leeftijd af. In dit nderzek is vergewicht bepaald p basis van zelfgerapprteerde gegevens ver lengte en gewicht. In het algemeen zijn mensen geneigd m het eigen gewicht te laag en de lengte te hg in te schatten. Het percentage uderen met vergewicht dat p grnd van dit nderzek is vastgesteld, is daarm waarschijnlijk een nderschatting van de werkelijkheid. Op basis van de Bdy Mass Index (BMI) kan bepaald wrden f men een geznd gewicht heeft. De BMI wrdt berekend dr het gewicht (in kilgram) te delen dr de lengte (in meter) in het kwadraat. Vr vlwassenen is een BMI tussen de 18,5 en 25 nrmaal. Bij een BMI van 25 is er sprake van licht tt matig vergewicht. Bij een BMI van 30 f hger spreekt men van ernstig vergewicht, ftewel besitas. Vlgens het CBS heeft 57% van de Nederlandse 65-plussers licht tt matig vergewicht; 15% heeft ernstig vergewicht. Uit cijfers van het CBS ver de peride 2000-2009 blijkt dat er nder uderen weinig veranderingen zijn wat betreft het vrkmen van vergewicht. 13

60 50 54 44 47 51 49 40 30 35 31 37 29 33 22 20 15 18 16 10 10 0 mannen vruwen 65-75 jaar 75-plussers ttaal geznd gewicht vergewicht besitas Figuur 4.2: (ernstig) vergewicht naar leeftijd en geslacht In Staphrst heeft 2% van de respndenten ndergewicht. Er is geen verschil tussen mannen en vruwen en tussen leeftijdsgrepen. Van de respndenten heeft 33% een geznd gewicht. 65% van de uderen is te zwaar: 49% heeft licht tt matig vergewicht, 16% heeft ernstig vergewicht. Er zijn vral vr matig vergewicht duidelijke verschillen tussen mannen en vruwen en leeftijdsgrepen. Bij de grep 75+ kmt matig vergewicht en besitas iets vaker vr dan bij de 65-75 jarigen. Mannen hebben vaker licht tt matig vergewicht dan vruwen. Bij ernstig vergewicht is het mgekeerde te zien: 22% van de vruwen heeft ernstig vergewicht tegen 10% van de mannen. Geen trend mgelijk 4.4 Rken Over een langere peride bezien, is er in Nederland sprake van een dalende trend in het aantal vlwassen rkers. In 1958 rkte 60% van de vlwassenen; in 2008 is dit percentage gedaald naar 27%. Het verschil in rkgedrag tussen mannen en vruwen wrdt k steeds kleiner. De afname van het aantal rkers is het sterkst nder udere (65+) mannen. Het percentage rkers nder uderen is lager, dan nder andere vlwassen leeftijdsgrepen. In 2009 rkte 15% van de zelfstandig wnende 65-plussers ten pzichte van 27% vr de ttale bevlking. Ok binnen de grep uderen is het percentage rkers bij de udste uderen lager, dan bij de jngste uderen. Een verklaring hiervr is, dat weinig uderen ng beginnen met rken, maar k vregtijdige sterfte nder rkers speelt een rl. 9% van de uderen in Staphrst rkt wel eens. Van de mannen rkt 13%, van de vruwen 5%. Het percentage rkers blijft gelijk met de leeftijd. 59% van de mannen heeft vreger wel gerkt, bij de vruwen is dat 16%. Ouderen die rken, rken meestal sigaretten. Het percentage sigaren- f pijprkers is zeer gering. 14

4.5 Alchl Van vermatig alchlgebruik spreekt men bij meer dan 14 glazen per week bij mannen en meer dan 7 glazen per week bij vruwen. Overmatig alchlgebruik is van invled p het krijgen en het verlp van tal van chrnische aandeningen en ziektes zals hge bleddruk, maag darmprblemen, angsten, depressie etc. Bij uderen verdient de cmbinatie van alchl en medicijnen extra aandacht. Daarnaast kan alchlgebruik de kans p vallen vergrten. In 2000 drnk 75% van de uderen bven 65 jaar wel eens alchl. In vergelijking met 10 jaar daarvr was dat een stijging van 13%. In Staphrst heeft 69% van de uderen wel eens alchl gedrnken in het afgelpen jaar. Mannen (81%) drinken vaker alchl dan vruwen (57%). 75-plussers drinken minder vaak alchl dan 65-75 jarigen. Van de uderen heeft 21% nit alchl gedrnken. In het uderennderzek van 2007 is niet naar alchlgebruik gevraagd. Er zijn wel cijfers uit de vlwassenenmnitr beschikbaar. 88% van de vlwassenen drnk wel eens alchl. Hieruit blijkt dat het alchlgebruik afneemt met de leeftijd. Zeventien prcent van de uderen drinkt vermatig alchl. Mannen drinken meer dan twee keer z vaak vermatig alchl dan vruwen. Verder wrdt vral in de grep 65-75 jarigen vermatig alchl gebruikt, namelijk dr 26% van de uderen in deze grep. Bij de 75-plussers is dit 5%. 15

5 Lichamelijke gezndheid In dit hfdstuk wrdt ingegaan p de lichamelijke gezndheid van uderen. Er wrdt achtereenvlgens gekeken naar de ervaren gezndheid, functinele beperkingen, het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen en het vrkmen van valngelukken. 5.1 Ervaren gezndheid Uit landelijke cijfers blijkt dat ngeveer de helft van de Nederlanders bven de 75 jaar zich (zeer) geznd velt. Dit geldt zwel vr mannen als vr vruwen. Landelijk gezien ligt dit percentage in de leeftijdsgrep 65 tt 75 jaar ng iets hger: rnd de 60%. Hewel veel uderen gezndheidsprblemen hebben, ervaren ze dit in het algemeen niet als een prbleem. Ze vinden dat een verslechtering van de gezndheid bij de leeftijd hrt. De ervaren gezndheid lijkt dan k niet zzeer samen te hangen met de aan- f afwezigheid van ziekten, maar meer met factren die te maken hebben met welbevinden, zingeving, sciale cntacten, veerkracht en de mate waarin men in staat is zelf prblemen p te lssen. Van de uderen in Staphrst ervaart 77% zijn gezndheid als (zeer) ged f uitstekend. Iets meer dan een vijfde van de uderen geeft aan dat zijn gezndheid matig f slecht is. De 75-plussers ervaren hun gezndheid vaker als matig dan uderen in de leeftijd 65 tt 75 jaar. In vergelijking met de regi (73%) ervaren meer uderen in Staphrst een (zeer) gede gezndheid. Ok is het aantal uderen dat zijn gezndheid als ged ervaart lijkt te zijn tegenmen sinds 2007 (75%). 5.2 Functinele beperkingen De mate waarin een persn beperkingen heeft in zijn functineren, bepaalt vr een grt deel de maatschappelijke deelname en het gebruik van zrg en vrzieningen. In dit nderzek is gevraagd naar beperkingen in hren en zien, die niet met een bril f gehrapparaat te verhelpen zijn en naar beperkingen in mbiliteit. In Staphrst geeft 24% van de uderen één f meer lichamelijke beperkingen aan. Beperkingen in het hren blijkt bij 7% van de uderen vr te kmen. Beperkingen in het zien bij 4%. Beperkingen in de mbiliteit kmen meer vr, namelijk bij 20% van de uderen. Alle genemde beperkingen kmen het meest vr bij uderen in de leeftijdsgrep van 75 jaar en uder. In tabel 5.1 wrden deze resultaten weergegeven naar leeftijd en geslacht. Tabel 5.1: beperkingen p gebied van hren, zien en mbiliteit, naar leeftijd en geslacht 65-75 75+ man vruw ttaal % % % % heeft gehrbeperkingen 3 13 7 8 7 heeft gezichtsbeperkingen heeft mbiliteitsbeperkingen 3 7 4 5 4 7 38 13 27 20 Er is een duidelijk tename te zien met de leeftijd in de beperkingen die uderen hebben in het uitveren van huishudelijke activiteiten en in de mbiliteit. Beperkingen den zich vral vr ten aanzien van het uitveren van zware huishudelijke activiteiten, waarnder bedden verschnen en pmaken, kleren wassen en strijken en in iets mindere mate bdschappen den en het gebruik maken van eigen f penbaar verver. In nderstaande tabel is een verzicht van de beperkingen van uderen in Staphrst pgenmen. 16

Tabel 5.2: beperkingen in huishudelijke activiteiten en mbiliteit (znder meite en met enige meite) 65-75 75+ ttaal % % ntbijt f lunch klaarmaken 100 93 97 warm eten klaarmaken 95 88 92 lichte huishudelijke 100 87 94 werkzaamheden verrichten zware huishudelijke 96 58 79 werkzaamheden verrichten kleren wassen en strijken 90 72 82 bedden verschnen en/f 89 67 80 pmaken bdschappen den 97 74 87 gebruik maken van eigen f penbaar verver 97 65 83 In vergelijking met de regi (30%) zijn er in Staphrst minder uderen met een lichamelijke beperking. Het verschil tussen de regi en Staphrst wrdt vrnamelijk verrzaakt dr beperkingen in de mbiliteit. Trend: Het percentage uderen in Staphrst met beperkingen in het zien en de mbiliteit lijkt te zijn afgenmen in de peride 2007-2010. Beperkingen in het zien zijn vermindert van 9% naar 4%. Beperkingen in de mbiliteit zijn vermindert van 24% naar 20%. 5.3 Chrnische ziekten en aandeningen In het nderstaande verzicht vr de gemeente Staphrst, zijn de meest genemde chrnische ziekten en aandeningen die dr een arts zijn vastgesteld pgenmen. btntkalking 6 8 gewrichtsslijtage 15 31 ernstige f hardnekkige aandeningen van de rug 11 11 nvrijwillig urineverlies 4 13 astma, chrnische brnchitits, lngemfyseem, COPD 6 13 vernauwing bledvaten in buik f benen 4 9 hge bleddruk 32 40 hartaandeningen 12 17 suikerziekte, diabetes 19 20 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 65-75 jaar 75-plussers Figuur 5.1: chrnische ziekten en aandeningen 17

Een grt deel van de uderen in Staphrst velt zich belemmerd als gevlg van een f meerdere chrnische aandeningen. Van de 65-75 jarigen geeft 33% aan zich belemmerd te velen. Bij de 75- plussers is dat 61%. 5.4 Slaap- en kalmeringsmiddelen Elf prcent van de uderen in Staphrst gebruikte in de twee weken vrafgaand aan het nderzek slaap- f kalmeringsmiddelen. Bij vruwen (16%) ligt het gebruik hger dan bij mannen (5%). Met name veel vruwen van 75 jaar en uder gebruiken slaap- f kalmeringsmiddelen. De meeste uderen die deze middelen gebruiken, den dit p dktersrecept. De meesten gebruiken de slaap- f kalmeringsmiddelen vijf tt zeven keer per week (5%). Acht prcent van de respndenten geeft aan twee jaar f langer slaap- f kalmeringsmiddelen te gebruiken. Vier prcent gebruikt de middelen minder dan drie maanden. In vergelijking met de regi (15%) zijn er in Staphrst minder uderen die slaap- en/f kalmeringsmiddelen gebruiken. De uderen in Staphrst die deze middelen gebruiken den dat in het algemeen minder lang dan de gebruikers in de regi. In Staphrst gebruikt 8% van de uderen langer dan 2 jaar en in de regi is dit 12%. 5.5 Vallen Jaarlijks wrden in Nederland 140.000 uderen medisch behandeld vr de gevlgen van een val. Van hen zijn 27.000 er z ernstig aan te dat zij in het ziekenhuis pgenmen meten wrden. In meer dan de helft van deze gevallen gaat het m btbreuken, vaak aan heup f bekken. Bij uderen verlpt het genezingsprces langzaam en ntstaan vaak klachten van blijvende aard. Van de 75-plussers in Staphrst is 29% in de afgelpen drie maanden gevallen. Bij uderen in de leeftijd van 65 tt 75 jaar is dit 10%. In 2007 waren deze getallen respectievelijk 23% en 7%. Het aantal valngelukken lijkt dus te zijn gedaald. Het ttale aantal valngelukken in Staphrst (18%) is hger dan het aantal valngelukken in de regi (16%). Vallen gebeurt vaak in en m het huis. De deelname aan en de belangstelling vr een cursus valpreventie is in dit nderzek k nagevraagd. Geen van de uderen heeft een cursus gevlgd en 5% geeft aan belangstelling vr een dergelijke cursus te hebben. 18

6 Psychische gezndheid Aanleg en mgevingsfactren spelen een rl bij het ntstaan van psychische klachten. Er is met name bij uderen, vaak een duidelijke samenhang tussen het ptreden van lichamelijke en psychische klachten. Dr het vreg pspren van psychische klachten kunnen deze tijdig behandeld wrden, zdat ze niet verergeren en minder ingrijpende gevlgen hebben. De meest vrkmende psychische klachten bij uderen zijn gerelateerd aan angst, stemming (bijvrbeeld depressieve klachten) en cgnitie (bijvrbeeld geheugenprblematiek en dementie). Slaapprblemen en eenzaamheid zijn prblemen die veel vrkmen in samenhang met psychische klachten. In dit hfdstuk wrdt achtereenvlgens ingegaan p welbevinden, f men zich ergens zrgen ver maakt, regie p eigen leven en angst en depressie. 6.1 Welbevinden Geznde mensen velen zich in het algemeen gelukkiger. Mensen die zich gelukkig velen kunnen meestal k beter verweg met prblemen en/f ziekten en herstellen sneller. In dit nderzek is de gemedstestand gemeten met behulp van een standaard vragenset, de MHI-5 (Mental Health Inventry). Met deze vragenset wrdt psychische (n)gezndheid gemeten. Er wrdt nderscheid gemaakt in lichte, matige en ernstige psychische ngezndheid. Ouderen rapprteren de meeste psychische klachten. Ongeveer 14% van de uderen van 80 jaar en uder is psychisch ngeznd, terwijl slechts 7% van de jngeren (12 tt 25 jaar) psychisch ngeznd is. Persnen met een lage sciaal ecnmische status, uitgedrukt in pleidingsniveau, rapprteren aanzienlijk meer psychische klachten (13,8%) dan mensen met een hge sciaal ecnmische status (7,5%). Het grtste deel van de uderen (84%) in Staphrst heeft een gede psychische gezndheid. 14% is licht f matig psychisch ngeznd en 2% is ernstig psychisch ngeznd. Mannen en 65-75 jarigen hebben vaker een gede psychische gezndheid dan vruwen en 75-plussers. Trend: in de peride 2007-2010 zijn er geen veranderingen pgetreden wat betreft psychische gezndheid. 6.2 Regie ver eigen leven Mensen die het gevel hebben cntrle te hebben ver hun leven, kunnen beter mgaan met prblemen waarnder gezndheidsprblemen. In dit nderzek wrdt regie ver eigen leven gemeten met de riginele versie van de Pearlin & Schler Mastery Scale. Deze riginele schaal bevat 7 items met antwrdcategrieën van 1 helemaal mee eens tt 5 helemaal niet mee eens. De schaal is internatinaal geaccepteerd en gevalideerd. De meetinstrumenten die in het Nederlands mesten wrden vertaald, zijn getest en gevalideerd vr gebruik bij udere mensen in Nederland Vijftien prcent van de uderen in Staphrst heeft geen regie ver eigen leven. Vruwen (22%) en 75- plussers (28%) hebben vaker geen regie ver eigen leven in vergelijking met mannen (9%) en 65-75 jarigen (6%). Het aantal uderen dat geen regie ver eigen leven heeft is vergelijkbaar met het aantal in de regi (13%). 6.3 Zich zrgen maken Er is gevraagd f de uderen een prbleem hebben dat hen dag en nacht bezig hudt. Indien dit het geval is, is gevraagd waarver men zich zrgen maakt. In Staphrst heeft 15% van de uderen een prbleem dat hem/haar dag en nacht bezig hudt. Vruwen geven vaker aan dat zij een prbleem hebben. In tabel 6.1 wrdt weergegeven ver welke prblemen men zich zrgen maakt. Ouderen maken zich het meest zrgen ver de lichamelijke gezndheid, eenzaamheid en ver partner en kinderen. 19

Tabel 6.1: prblemen waar men zich zrgen ver maakt, ingedeeld naar leeftijd 65-75 jarigen 75-plussers ttaal lichamelijke gezndheid 5 9 6 geestelijke gezndheid 1 5 3 zichzelf niet meer kunnen redden 0 8 4 zrg m partner 3 7 5 zrg m kind(eren) 5 10 7 verlijden van naaste 5 6 5 eenzaamheid 3 11 6 financiële zrgen 1 1 1 angst vr de tekmst 1 3 2 nveilig velen 0 2 1 Trend: Het percentage uderen in Staphrst dat een prbleem ervaart is gelijk gebleven in de peride 2007-2010. Ok is het vergelijkbaar met het reginale niveau. 6.4 Angst en depressie De belangrijkste symptmen van depressie zijn een aanhudende neerslachtige stemming en een ernstig verlies aan interesse in bijna alle dagelijkse activiteiten. Depressie met niet wrden verward met de 'gewne' neerslachtigheid die iedereen wel eens heeft. De neerslachtigheid bij depressie is heviger en klaart na een paar dagen niet vanzelf p. Depressie kmt tweemaal z veel vr bij vruwen als bij mannen. Depressie det zich veel vr p de leeftijd van 25 tt 45 jaar, en kmt minder vr bij uderen en kinderen. In 2003 werd het aantal persnen van 13 jaar en uder met een angststrnis p basis van landelijke nderzeken geschat p 1,7 miljen. In dit nderzek is gebruik gemaakt van een lijst van tien vragen 4, die het risic p een angststrnis f een depressie in beeld brengt. De K10 bestaat uit vragen naar gevelens in de afgelpen maand, zals zenuwachtigheid, rustelsheid, hpelsheid, smberheid en depressiviteit. In de gemeente Staphrst heeft 4% van de uderen ernstige angst en depressie klachten, 30% heeft matige klachten en 66% heeft geen f weinig angst f depressieklachten. Mannen hebben minder (matige/hge) angst f depressie klachten dan vruwen (24% versus 44%). Ouderen in de leeftijdsgrep 65-75 jarigen hebben k minder angst f depressie klachten dan 75-plussers (28% versus 41%). 6.5 Huiselijk geweld Huiselijk geweld is geweld dat dr iemand uit de huiselijke kring wrdt gepleegd. Hierbij kan het gaan m psychisch f emtineel geweld, lichamelijk geweld, ngewenste seksuele tenadering en seksueel misbruik. Onderzek wijst uit dat in Nederland 6% van de zelfstandig wnende uderen bven de 65 jaar te maken heeft met dit prbleem. In Staphrst geeft 2% van de uderen aan dat zij it slachtffer zijn geweest van huiselijk geweld. 1% heeft te maken gehad met psychisch en/f emtineel geweld en 1% met seksueel misbruik. In de meeste gevallen is het geweld gepleegd dr de partner. % 4 Kessler psychlgical distress scale, K10 20

7 Wnen en wnmgeving Het beleid van de verheid is vral gericht p het z lang mgelijk thuis laten wnen van uderen. De vraag naar zrg vr uderen znder dat daaraan een verblijf is gekppeld is de laatste jaren duidelijk tegenmen. Hiervr is het belangrijk dat de infrmele zrgverlening van uderen, maar k de frmele zrgverlening ged is gerganiseerd. 7.1 Huidige Wnsituatie In het nderzek is gevraagd in welke type wning de uderen wnen. Hierbij is een nderverdeling gemaakt in reguliere wningen, aangepaste wningen en aangepaste wningen met zrg. Ok is gevraagd naar het eigen wning bezit. Tweeëntachtig prcent van de uderen in Staphrst wnt in een kpwning. De 75-plussers wnen minder vaak in een kpwning dan de jngere grep uderen. De meeste uderen (93%) wnen in een reguliere wning, 7% wnt in een aangepaste wning vr uderen, zals een aanleunwning, een wning nabij een zrgpunt f een serviceflat. 7.2 Verhuiswens 59% van de uderen in Staphrst wil verhuizen. Er is k gevraagd naar welk type wning uderen willen verhuizen. Hierbij knden meerdere antwrden aangekruist wrden. Meer dan één vijfde van de uderen wil verhuizen naar een zelfstandige uderenwning f senirenwning, 18% naar een flat/etagewning/ appartement. Zestien prcent van de uderen wil naar een aanleunwning bij een verzrgingshuis 7.3 Ventilatie binnenshuis Er is weinig bekend ver de kwaliteit van het binnenmilieu in senirenwningen. Het verbeteren van het binnenmilieu van wningen, schlen en kindercentra is één van de speerpunten uit de Natinale aanpak Milieu en Gezndheid van de verheid. Bijna driekwart van de uderen in Staphrst wnt in een huis met uitsluitend natuurlijke ventilatie. Veel uderen ventileren de verschillende ruimten in de wning nvldende. 55% van de uderen ventileert nvldende de wnkamer, 33% de slaapkamer, 70% de badkamer en 49% de keuken. 7.4 Welzijnsvrzieningen Vr uderen zijn tal van vrzieningen in het leven gerepen. Gemeenten zijn in tenemende mate verantwrdelijk vr de financiering en de rganisatie van deze welzijnsvrzieningen in een gemeente. De verwachting is dat deze trend zich de kmende jaren zal vrtzetten. Een ged functinerend en adequaat aanbd van welzijnsvrzieningen stelt udere mensen niet alleen in staat m deel te blijven nemen aan maatschappelijke activiteiten. Het stelt ze k in staat m z lang mgelijk z zelfstandig mgelijk te blijven wnen. Dit laatste sluit niet alleen ged aan bij de wens van de meeste uderen, het past k in het beleid van de verheid m uderen z lang mgelijk thuis te laten wnen. Deze ntwikkeling is k ndzakelijk vanwege de tenemende druk p semi- en intramurale zrgvrzieningen als gevlg van de vergrijzing van Nederland. 21

Onderstaande tabel geeft een verzicht van enkele vrzieningen, de bekendheid van deze vrzieningen, het gebruik van de vrziening en de behefte aan deze vrziening. Tabel 7.1: bekendheid vrzieningen en gebruik hiervan bekendheid vrzieningen en gebruik hiervan ja,gebruik ik weleens nee, zu wel willen nee, geen behefte aan nit van gehrd maaltijdverstrekking 6 1 92 1 eetpunt 2 1 82 14 advies f vrlichting 3 4 83 9 uderenvrlichter hulp bij administratieve f financiële 29 1 69 0 activiteiten sprt- f bewegingsactiviteiten vr 9 2 88 1 uderen recreatieve/culturele activiteiten 15 4 80 1 vr uderen hulp in en m huis 4 3 89 4 ndersteuning bij het geven van 1 1 91 7 mantelzrg hulp bij uitbreiden sciale 2 4 91 3 cntacten verver naar vrzieningen 4 2 92 2 persnenalarmering 8 3 85 4 Uit de tabel blijkt dat vral gebruik gemaakt wrdt van hulp bij administratieve activiteiten, van sprtf bewegingsactiviteiten vr uderen en van recreatieve/culturele activiteiten vr uderen. Ouderen die wel mee zuden willen den aan activiteiten, geven het meest aan dat zij willen meeden aan een vrlichting dr een uderenvrlichter (4%), recreatieve/culturele activiteiten (4%) en hulp bij het uitbreiden van sciale cntacten (4%). Onbekend bij uderen zijn vral het eetpunt (14%) en advies f vrlichting van een uderenvrlichter (9%). Naast het gebruik, de behefte en de bekendheid van vrzieningen, is k gevraagd f respndenten weten waar ze vr bepaalde vrzieningen terecht kunnen. De resultaten zijn weergegeven in tabel 7.2. Het blijkt dat uderen in Staphrst vral niet weten p welke manier ze gebruik kunnen maken van schuldhulpverlening, van de hulp van een uderenadviseur, van persnenalarmering en van financiële administratieve ndersteuning. 22

Tabel 7.2: Het percentage uderen (naar leeftijdsgrep) dat weet waar vrzieningen kunnen wrden aangevraagd. 65-75 jarigen 75-plussers ttaal % thuiszrg 78 76 77 PGB 62 44 54 schuldhulpverlening 44 17 32 gehandicaptenkaart 49 58 58 wningaanpassing 46 55 55 rlstelvrziening 58 62 62 verversvrziening 50 56 56 maaltijdverstrekking 59 63 63 uderenadviseur/vrlichter 50 41 46 uderengym/zwemmen 62 43 54 activiteiten vr uderen 62 56 60 persnenalarmering 48 52 50 financiële/administratieve ndersteuning 55 47 52 In het algemeen weten uderen in Staphrst minder ged waar ze vrzieningen meten aanvragen in vergelijking met uderen in de regi. Ten pzichte van de meting in 2007, weten uderen wel beter waar ze alle vrzieningen meten aanvragen. Ouderen geven aan dat de afstand naar algemene vrzieningen zals de aptheek, huisarts en winkels p een gede afstand en niet te ver van huis is. Minder ged bereikbaar zijn het eetpunt en het zrglket/wmo-lket. De berdeling van de bereikbaarheid van vrzieningen in Staphrst is ver het algemeen vergelijkbaar met de berdeling in de regi. 7.5 Openbaar verver De prvincies zijn verantwrdelijk vr de reginale bereikbaarheid en het reginaal penbaar verver. Vr veel uderen is de beschikbaarheid van penbaar verver (bus/trein/tram) van grt belang vr het nderhuden van sciale cntacten en vr maatschappelijke participatie. Tch ervaren uderen ngal eens knelpunten bij het gebruik van penbaar verver. Veertien prcent van de uderen geeft aan (sms) prblemen te hebben met het verver, waardr men ergens niet naar te kan waar men graag naar te had willen gaan, 9% heeft sms prblemen en 5% heeft bijna altijd prblemen met verver. Met name persnen van 75 jaar en uder (27%) en vruwen (19%) hebben prblemen met verver. Aan de mensen die aangeven prblemen te hebben met het verver, is gevraagd wat de rzaak hiervan is. De meest genemde redenen zijn dat het penbaar verver te ingewikkeld is (8%), men lichamelijk niet in staat is m met het penbaar verver te reizen (6%) en ik durf niet meer te fietsen (6%). Trend: Het aantal uderen dat prblemen ervaart met het penbaar verver is gelijk gebleven sinds 2007. 23

8 Samenvatting van de belangrijkste resultaten Dit rapprt vrmt een nderdeel van de uderenmnitr die in de regi IJsselland gehuden is nder 5000 mensen van 65 jaar en uder. Deze uderen hebben eind 2010 een vragenlijst ingevuld ver gezndheid, welzijn en leefstijl. In de gemeente Staphrst zijn 600 vragenlijsten uitgezet, daarvan zijn er 279 gereturneerd. Hiernder is een samenvatting weergegeven van de belangrijkste resultaten in de gemeente Staphrst. Algemeen: ruim 30% van de uderen heeft alleen de beschikking ver een AOW uitkering één derde van de uderen wnt alleen, dit is een tename van ruim 7 prcent sinds 2007. Sciale mgeving: 76% van de uderen krijgt nvldende sciale steun 37% van de uderen velt zich (matig) eenzaam In vergelijking met de regi participeren uderen in Staphrst minder in bijna alle nderzchte maatschappelijke activiteiten. Leefstijl: Een kwart van de uderen eet te weinig grenten en fruit Twee derde van de uderen drinkt te weinig (vcht) 65% van de uderen heeft vergewicht 17% van de uderen gebruikt vermatig alchl Gezndheid: Een kwart heeft mbiliteits-, gehr- en/f gezichtsprblemen Drie kwart van de uderen geeft aan een (zeer) gede ervaren gezndheid te hebben. Dit zijn iets meer uderen dan in 2007. 45% van de uderen geeft aan belemmeringen te ervaren vanwege chrnische aandeningen Omgeving: 14% van de uderen heeft (sms) prblemen met verver Een deel van de uderen is niet p de hgte van de vrzieningen die er zijn f weet niet waar deze aangevraagd kunnen wrden Veel uderen ventileren hun huis niet vldende In een tweetal factsheets, ver wnen, welzijn en zrg en ver gezndheid en leefstijl, zijn de reginale resultaten van de mnitr pgenmen. In deze factsheets staan cnclusies en aanbevelingen vr de hele regi. Deze aanbevelingen zijn k relevant vr de gemeente Staphrst. Cnclusie: Met veel uderen in Staphrst gaat het ged. Zij beschikken ver een (gede) gezndheid. Wel is er een duidelijke tename in ngezndheid met het tenemen van de leeftijd. Bij het uder wrden, wrdt k vaker een berep gedaan p vrzieningen en p de (sciale) mgeving van de udere. Het is van belang m hier z ged mgelijk p in te blijven spelen. 24