ARBO Zeevaart 2007/2008



Vergelijkbare documenten
Eindrapportage ARBO Zeevaart 2008/2010

LADINGOVERSLAG ZEESCHEPEN

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

ARBEIDSINSPECTIE MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

In het project zijn verder de volgende inspectiepunten meegenomen: -verdrinkingsgevaar, -instructie, -persoonlijke beschermingsmiddelen en -werkdruk

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430)

Eindrapportage Toezicht Bemanning

EUROPEAN CONSTRUCTION CAMPAIGN 2004

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

Veilig werken met apparaten en machines

Melden arbeidsongevallen

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

Tijdelijk werken op hoogte

Arbeidsomstandighedenbeleid

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

PROJECT Legionella Binnenvaart 2000 A412

Een introductie op de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet?

Voorlichting, onderricht & Toezicht

Protocol voor het handelen bij ongevallen

Helger Siegert. Agenda

Toetsmatrijs Veiligheid & Milieu

Agenda. Bijeenkomst Veiligheidscoaches Gilde van Vrijwillige Molenaars. 1. Opening. 3. Arbowet- en regelgeving (1)

Meta(al)morfose Inspecties op het gebied van machineveiligheid, geluid en arbobeleid in de metaalindustrie

arboregelgeving Informatiebron Arbo-aspecten bij het gebruiken van biomassa voor energie-opwekking arbowet

1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit

Weet u wie uw arbeidsmiddelen mag keuren?

Wat doet de Arbeidsinspectie? Alles over de taken en werkwijze van de Arbeidsinspectie

ANALYSE VAN ONGEVALLEN IN DE SECTOR TRANSPORT EN LOGISTIEK

Meldingsplichtige arbeidsongevallen. Meld ze direct bij de Inspectie SZW

Meldingsplichtige arbeidsongevallen. Meld ze bij de Arbeidsinspectie

Over de meerwaarde van een EKH erkend keurbedrijf

Veiligheid van speeltoestellen op het schoolplein

Securityrapportage zeevaart 2010

Toezicht kermisattracties

Meldingsplichtige arbeidsongevallen. Meld ze bij de Arbeidsinspectie

Kamervraag/vragen van de leden Ulenbelt en Van Huijm

Toolbox-meeting Arbeidsinspectie en handhaving

Opgesteld door: CCV. Examenonderdeel: Veiligheid en milieu Code: BVVM Naam: Schipper Toetsvorm: Schriftelijk: meerkeuzevragen.

Risico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker

Holland Solar heet u welkom. Veilig werken op daken. Solar Solu(ons 2015

Veilig opslaan van glas op glasbokken en -karren, schuif- en rolstellingen

Meldingsplichtige arbeidsongevallen. Meld ze direct bij de Inspectie SZW

Security Rapportage 2008

BEOORDELINGSGRONDSLAG. voor ARBO & MILIEU. in de HOUTBRANCHE

Aan de slag met RI&E RI& onderdeel Preventiebeleid. Waar ik kort over kan zijn

Unispect - Toolbox 10 - Werken op hoogte. Inleiding

Arbobeleidskader Lucas

Rapport Inspectie Arbeidsomstandigheden

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

BIJLAGE PM PREVENTIEMEDEWERKER

Workshop: Training preventiemedewerker. Door: Mark Smakman Arbeids- & Organisatieadviseur/Veiligheidskundige

VEILIG WERKEN OP HOOGTE

VERSLAG INSPECTIEPROJECT ASBEST OP STORTPLAATSEN

Rapport. Risico-inventarisatie & -evaluatie daken. Gymzaal

KONINKRIJK BELGIE --- [Met de scheepvaartcontrole belaste dienst] REGISTER VAN LAAD- EN LOSGEREI

Inspectierapport. Autowas- en autopoetsbedrijven

T F E info@vhg.org I

Droomsessie. Hoe gaat de Inspectie SZW om met veiligheid in 2025? Hielke Kuitert Inspectiebreed Kenniscentrum

Arbeidsomstandighedenregeling. Hoofdstuk 4. Veiligheid tankschepen en gevaarlijke stoffen. Paragraaf 4.1 Veiligheid aan op of in tankschepen

Projectverslag Leerindustrie

HANDHAVING DOOR INSPECTIE SZW. Jan Vermeiren Inspectie SZW

Melden van (bijna )ongevallen en gevaarlijke situaties

Gezond & veilig werken in kleinschalige zorgvoorzieningen dát maakt zorg beter

Factsheet ongevallen tijdens werkzaamheden aan of nabij het spoor

Arbowet, beleid & arbeidsomstandigheden

Ernstige arbeidsongevallen

Verreiker: Gebruik als multifunctioneel werktuig.

Veranderingen in de wetgeving, waar kwamen we ook al weer vandaan? oktober 2013

Procedure melden ongeval, incident/bijna ongeval of gevaarlijke situatie

Adembescherming de gebruiksfase

Bureau KAM/Arbo Waternet Deel RI&E Bodem- en Milieu Technologie

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes

Veilig werken in de metaalsector Effecten meerjarenaanpak

ARBOCATALOGUS PKGV- INDUSTRIE De arbocatalogus PKGV- industrie is een in fasen ontwikkelde catalogus die beheerd wordt door het Verbond Papier- en

Arbeidsomstandigheden

1. Arbowet: plichten van de werkgever

LANDELIJK PROJECTVERSLAG HOUT EN MEUBEL 1999

Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid TITELPAGI NA. Hollen. Stilstaan bij Werkdruk. dát maakt zorg beter.

Factsheet ongevallen havensector

Arbobesluit over werken op hoogte.

Van risico s naar beheersmaatregelen. Door: Huib Arts, ArboProfit

Addendum op naslagwerk Werken met kwaliteit Aanpassingen en aanvullingen ISBN Januari 2012

Asbestonderzoek bij scheepswerven en treinonderhoudsplaatsen deelproject asbestobjecten Datum 16 mei 2011 Status Definitief

PROJECTNUMMER: A439 EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT BROODBAKKERIJEN

Melding incidenten op school protocol + formulier

Artikel Afmeting van de werkplekken Werkplekken moeten zo groot zijn dat iedere persoon die er werkt voldoende bewegingsvrijheid heeft.

Risico-inventarisatie & evaluatie

Aantal onderzochte ongevallen top 3 sectoren

Factsheet ongevallen met kranen feb 2004 en

FNV Bondgenoten. Checklist Beleid chemische stoffen, zwangerschap en voortplanting in bedrijven

Peek Bouw & Infra BV. T.a.v. Mevr. N. van Hienen Postbus GB Houten. Betreft: Toetsing RI&E. Geachte mevrouw van Hienen,

INFOBLAD 01. Toelichting op nieuw TCVT schema W3-11

Procedure Werken in besloten ruimten

Speeltoestellen in de Kinderopvang

Onderzoek Toegevoegde waarde OHSAS certificatie bij gecertificeerde organisaties

Pesten. Wie heeft welke rol

RAPPORT VAN BEVINDINGEN MELDING EN REGISTRATIE VERZUIM EN VERLOF. Eerste onderzoek

Korte functieomschrijving (mag ook als bijlage worden toegevoegd):

Transcriptie:

1 TUSSENRAPPORTAGE ARBO Zeevaart 2007/2008 Unit Vlaggenstaat

2 0. MANAGEMENTSAMENVATTING Het toezicht op de naleving van de arbeidsomstandighedenwetgeving aan boord van Nederlandse zeeschepen behoort tot de taken van de, Toezicht Eenheid Zeevaart (verder: de inspectie). Deze taak werd door de Unit Vlaggenstaat uitgevoerd als onderdeel van het inspectieprogramma op Nederlandse zeeschepen. Doelstelling Doel van de thema-inspectie ARBO Zeevaart 2007 is: de mate van naleving van de Arbowet aan boord van Nederlandse zeeschepen vaststellen; een bijdrage leveren aan het voorkomen van arbeidsongevallen door doelgerichte inspecties aan boord; het verstrekken van voorlichting aan de scheepsbeheerder en bemanning over de hernieuwde Arbowet, met o.a aandacht voor zelfwerkzaamheid en ontwikkeling van een arbocatalogus door de branche. Doel van deze rapportage is: het presenteren van de inspectieresultaten van de thema-inspectie ARBO Zeevaart 2007. Belangrijkste resultaten In de periode mei 2007 t/m april 2008 zijn door de inspectie een groot aantal arbo of arbo-gerelateerde inspectiepunten gecontroleerd waarbij de volgende bevindingen zijn geconstateerd: door de inspectie zijn 182 schepen geïnspecteerd waarbij in totaal 304 gebreken zijn geconstateerd. Op 65 schepen zijn geen gebreken geconstateerd, hetgeen betekent dat op de resterende 117 schepen in totaal 304 gebreken zijn geconstateerd; de meest voorkomende gebreken hebben betrekking op de organisatorische aspecten Risicoinventarisatie en -evaluatie (RI&E) en Plan van Aanpak (PvA). In totaal is op 66 schepen geconstateerd dat er iets niet in orde was met de RI&E. Hetzelfde geldt voor 67 schepen ten aanzien van het PvA; technische gebreken. Op 33 schepen is geconstateerd dat er iets niet in orde was met de luikenwagen. De luikenwagen komt veelvuldig voor op Nederlandse short-sea schepen; technische gebreken. Op 23 schepen is geconstateerd dat er iets niet in orde was met de vaste slijpmachine; organisatorische gebreken. Op 16 schepen is geconstateerd dat er iets niet in orde was met de arbeids- en rusturen;

3 technische gebreken. Op 16 schepen is geconstateerd dat er iets niet in orde was met de lasgenerator; technisch/organisatorisch. Op 12 schepen is geconstateerd dat er iets niet in orde was met de zorg voor het drinkwater; de resterende 71 gebreken betroffen vooral technische gebreken en kwamen voor in de frequentie van 8 naar 1. Conclusie de naleving van de Arbowet aan boord verdient verbetering, maar de meeste geconstateerde gebreken konden worden afgedaan met het schrijven van een inspectierapport ter verbetering van de aangetroffen situatie. Omdat acuut gevaar ontbrak is geen gebruik gemaakt van het middel stillegging of het middel aanhouding; bij elke inspectie aan boord is aandacht besteed aan de organisatorische aspecten van de arbeid, namelijk de RI&E en het PvA, als middel om de kans op een arbeidsongeval te verkleinen. Ook is aandacht aan andere organisatorische gebreken besteed, zoals de procedure voor het gebruik van luikenwagens en de procedure voor het betreden van besloten ruimten; aanvankelijk is ingezet op het informeren van kapiteins ten aanzien van de hernieuwde Arbowet. Echter uit de eerste inspectieresultaten bleek dat de meeste kapiteins aan boord nog niet op de hoogte waren van de recente wijzigingen van de arbowetgeving. Het bleek dat de brancheorganisaties nog druk bezig waren met het ontwikkelen van arbocatalogi. Kortom het implementeren van de nieuwe arbowetgeving kost voor alle betrokken partijen in de zeevaart meer tijd dan van tevoren was ingeschat. Dit inspectie-item zal dan ook worden meegenomen in het inspectieprogramma voor 2009.

4 Inhoudsopgave 0. MANAGEMENTSAMENVATTING 2 1. INLEIDING 5 2. DOELSTELLING 6 3. WERKWIJZE 7 3.1 Uitgevoerde inspecties 7 3.2 Inspectiemethodiek 7 3.3 Interventie 7 3.4 Publiciteit 8 4. GEBREKEN 9 4.1 Aantal gebreken 9 4.2 Overzicht gebreken 10 4.3 Toelichting gebreken 12 4.4 Andere punten 18 5. MOTIEVENONDERZOEK - de TAFEL VAN ELF 20 MELDEN VAN ARBEIDSONGEVALLEN 5.1 Uitvoering 20 5.2 Resultaten 21 6. CONCLUSIE 26 7. AANBEVELINGEN 28 8. BIJLAGE 30 8.1 Inspectielijst ARBO Zeevaart 2007 30

5 1. INLEIDING De,, Unit Vlaggenstaat (verder: de inspectie) is belast met het toezicht op Nederlandse zeeschepen. Op dit moment omvat het toezicht van de inspectie aan boord van Nederlandse zeeschepen de volgende inspecties: arbeidsomstandigheden, arbeids- en rusturen, bemanningssamenstelling, anti-fouling certificaat, koelinstallaties (CFK), security (ISPS), scheepsafval zoals afgewerkte olie en vuilnis (HOI), zwavelgehalte van brandstoffen (Annex 6) en het motievenonderzoek de Tafel van elf. Aan de Tafel van elf is uitgebreid aandacht besteed in hoofdstuk 5 van deze rapportage. Voor u ligt de tussenrapportage ARBO Zeevaart 2007 van de inspectie. Aan de hand van deze tussenrapportage zal gekeken worden of en waar het inspectieprogramma moet worden aangepast. Tevens worden de beleidswensen van de Arbeidsinspectie (AI) voor 2009 meegenomen bij het aanpassen van het vervolg arboinspectieprogramma. Dit laatste is van belang omdat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de verantwoordelijke bewindspersoon voor het toezicht op de naleving van de Arbowet is en het handhavingsbeleid vaststelt. De inspectie fungeert daarbij als eerste aanspreekpunt binnen dit vervoersdomein en houdt tevens toezicht op de naleving van de Arbowet.

6 2. DOELSTELLING Doel van de thema-inspectie ARBO Zeevaart 2007 is: de mate van naleving van de Arbowet aan boord van Nederlandse zeeschepen vaststellen; een bijdrage leveren aan het voorkomen van arbeidsongevallen door doelgerichte inspecties aan boord; het verstrekken van voorlichting aan de scheepsbeheerder en bemanning over de hernieuwde Arbowet, met o.a aandacht voor zelfwerkzaamheid en ontwikkeling van een arbocatalogus door de branche. Doel van deze rapportage is: het presenteren en analyseren van de inspectieresultaten van de thema-inspectie ARBO Zeevaart 2007. Op grond van de analyse zal worden bepaald welke onderdelen in het vervolg arboinspectieprogramma zullen worden meegenomen.

7 3 WERKWIJZE 3.1 Uitgevoerde inspecties In de periode van mei 2007 t/m april 2008 zijn 182 arboinspecties uitgevoerd aan boord van Nederlandse zeeschepen. Van tevoren zijn de schepen niet geïnformeerd dat een inspectie zou worden uitgevoerd. De inspecties zijn uitgevoerd in verschillende Nederlandse havens hoewel het zwaartepunt lag in de regio Rotterdam/Dordrecht/Moerdijk. De schepen zijn zoveel mogelijk geselecteerd op grond van eerdere inspectieresultaten. Dit betekent dat een vorm van selectief toezicht wordt toegepast waarbij de goede ondertoezichtstaanden worden ontzien. Daarnaast is geselecteerd op diversiteit van scheepstype, scheepsgrootte, type vaart en rederij/kapitein-eigenaar. In het projectplan van 1 mei 2007 stond dat gestreefd zou worden naar een 150-tal arboinspecties die elk ongeveer 2 uur zou duren. De arboinspectie maakt deel uit van een cluster van Vlaggenstaat inspecties. 3.2 Inspectiemethodiek Na zijn komst aan boord heeft de inspecteur uitleg gegeven aan de kapitein over het doel van de inspectie, welke inspecties zullen worden uitgevoerd en hoelang de inspecties zullen duren. Meestal is begonnen met controle van scheepscertificaten, bemanningspapieren, RI&E (Risicoinventarisatie en evaluatie) en daarna een inspectieronde over het schip, met name dek, luikenwagen, scheepslaad- en losgerei, ruim(en), bak, machinekamer en de accommodatie met kombuis. Aan de volgende drie onderwerpen is extra aandacht besteed: - melding bij ongevallen en de registratieverplichting aan boord; - veilig gebruik van de luikenwagens; - arbeids- en rusttijden van de bemanning. 3.3 Interventie Na afloop van elke inspectie is een inspectierapport aan boord achtergelaten. In dit inspectierapport stonden de eventuele geconstateerde tekortkomingen met de termijn waarbinnen de tekortkoming of overtreding moest zijn opgeheven. De inspecteurs hebben geen gebruik gemaakt van de instrumenten stillegging (van een specifieke werkzaamheid) of aanhouding (van het schip) voor wat betreft het arbodeel van de inspectie. Dit omdat de ernst van de gebreken van dien aard

8 was dat deze konden worden afgedaan met het schrijven van een inspectierapport ter verbetering van de aangetroffen situatie. Voorlichting en advies zijn vrijwel bij elke inspectie aan de orde geweest. 3.4 Publiciteit De inspecteurs van de Unit Vlaggenstaat zijn onaangekondigd aan boord gekomen. Ook zijn rederijen en kapitein-eigenaren van tevoren niet geïnformeerd over de voorgenomen inspectiebezoeken. Wel zijn de branche-organisaties KVNR (Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders), VBKO (Vereniging van Waterbouwers in Bagger-, Kust- en Oeverwerken) en Nautilus NL (Vakbond voor werknemers in de maritieme sector) geïnformeerd, waarbij deze organisaties de mogelijkheid hebben gehad om input te leveren op het concept inspectieprogramma. Na de definitieve vaststelling is het projectplan openbaar gemaakt. (http://www.ivw.nl/onderwerpen/koopvaardij/vlaggenstaat/inspectiepro gramma%5f2008/)

9 4. GEBREKEN Al eerder is beschreven dat na afloop van elke inspectie een inspectierapport aan boord is achtergelaten. Niet altijd zijn alle geconstateerde gebreken genoteerd op het inspectierapport, omdat in een aantal gevallen de gebreken ter plaatse of tijdens de inspectieronde konden worden verholpen. Deze gebreken zijn dus niet op het inspectieformulier vermeld en worden dus ook niet in deze cijfers meegenomen. Omdat arbeids- en rusturen een onderdeel zijn van het arboinspectieprogramma, zijn de gebreken ten aanzien hiervan wel in de cijfers meegenomen. 4.1 Aantal gebreken Van de 182 geïnspecteerde schepen waren 65 schepen zonder gebreken. Dat komt overeen met ruim 35% van de geïnspecteerde schepen. In totaal zijn op de overgebleven 117 schepen, ten aanzien van arbeidsomstandigheden en van arbeids- en rusturen, 304 gebreken geconstateerd. In de onderstaande tabel is weergegeven hoe het totaal aantal gebreken is verdeeld over de 182 geïnspecteerde schepen. Aantal gebreken Aantal schepen Percentage van de per schip geïnspecteerde schepen 0 65 35 % 1 23 13 % 2 47 26 % 3 25 14 % 4 11 6 % 5 5 3 % 6 2 1 % 7 2 1 % 8 1 0,5 % 9 1 0,5 % Totaal: 182 schepen 100 %

10 4.2 Overzicht gebreken Punt Onderwerp Gebreken 1a Risicoinventarisatie en -evaluatie (RI&E) RI&E is verouderd, kon niet worden getoond of is nooit gemaakt (61) RI&E niet in de Engelse taal (5) 1b Plan van Aanpak (PvA) PvA is verouderd, kon niet worden getoond, is nooit gemaakt of is niet uitgevoerd overeenkomstig het tijdschema (67) 2 Luikenwagen bel en zwaailicht ontbreken of defect (17) onveilige toegang tot de bedieningsplaats, ladder ontbreekt of is defect (9) bij de bedieningshandels ontbreekt het plaatje met de functieaanduidingen (6) noodstop functioneert niet (1) 3 Vaste slijpmachine plexiglas ruitjes ontbreken 4 Arbeids- en rusturen werklijsten niet of onjuist ingevuld 5 Elektrisch lassen lasgenerator voldoet niet aan norm 6 Legionella geen beheersplan, geen beheersmaatregelen genomen, UV-lamp niet orde of temperatuur boilerwater te laag 7 Hijs- en hefwerktuigen niet periodiek gekeurd, geen certificaten, haak niet voorzien van veiligheidsklepje, staaldraad ondeugdelijk 8 Knelgevaar ontbreken van beschermkappen bij draaiende delen 9 Vallen van hoogte / valgevaar ontbreken van relingwerk, scepters en geleidingsdraden, werken op containers (5) ontbreken van treden bij ladders (2) 10 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM s) PBM s ontbreken of worden niet gedragen 11 Borging van luiken en deuren borging van luiken, deuren of mechanische delen niet in orde Aantal gebreken Percentage van 182 schepen 66 36,3 % 67 36,8 % 33 18,1 % 23 12,6 % 16 8,8 % 16 8,8 % 12 6,6 % 8 4,4 % 7 3,8 % 7 3,8 % 5 2,7 % 4 2,2 %

11 12 Elektrisch handgereedschap beschermkap van handslijpmachine ontbreekt / bedrading ondeugdelijk 13 Pictogrammen ontbreken bij nooduitgangen of in de werkplaats 14 Stagen in slechte staat 15 Accommodatieladder / loodsladder accommodatieladder ondeugdelijk (1) staaldraad ondeugdelijk (1) loodsladder ondeugdelijk (1) 16 Emergency exit niet vrij van obstakels (2) deur sluit niet goed (1) 17 Sjorren / zeevasten oliedrums en onderdelen zijn niet zeevast gesjord 18 Veiligheidsinformatiebladen (VIB) ontbreken 19 Werkbakken ontbreken van verplichte opschriften 20 Looproosters en vloerplaten / vloeropeningen looproosters niet geborgd (1) open vloeropening niet afgeschermd (1) 21 Paint store ondeugdelijke verlichting (1) niet opgeruimd en toegankelijk (1) 22 Trossen in slechte staat 23 Autogeen lassen geen scheiding tussen acetyleen en zuurstof fles 24 Besloten ruimten geen of onjuiste procedures 25 Eye wash ontbreekt 26 In hoogte verstelbare brug waarschuwingssignaal ontbreekt 27 Klapluiken staaldraad beschadigd 28 Ontvetter (MK) ongeschikt voor gebruik 29 Verlichting ontbreekt bij het bakdek 4 2,2 % 4 2,2 % 4 2,2 % 3 1,6 % 3 1,6 % 3 1,6 % 3 1,6 % 3 1,6 % 2 1,1 % 2 1,1 % 2 1,1 % 1 0,5 % 1 0,5 % 1 0,5 % 1 0,5 % 1 0,5 % 1 0,5 % 1 0,5 %

12 4.3 Toelichting gebreken Punt 1a Risicoinventarisatie en evaluatie (RI&E) Om een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid te kunnen voeren, is het nodig dat de werkgever een goed inzicht heeft in de gevaren die zich kunnen voordoen in zijn bedrijf. Om deze reden is in de Arbowet opgenomen dat voor elk bedrijf of arbeidsorganisatie een inventarisatie van de risico s moet zijn gemaakt, de zogenaamde Risicoinventarisatie en -evaluatie (RI&E). Bij 61 van de 182 geïnspecteerde schepen bleek dat er iets met de RI&E niet in orde was. In de meeste gevallen is er nooit een RI&E gemaakt of was de RI&E niet aan boord. In slechts enkele gevallen bleek de RI&E verouderd of onvolledig. Bij 5 schepen was de RI&E/PvA niet in de Engelse taal opgesteld, terwijl de bemanning volledig uit buitenlandse zeevarenden bestond. Punt 1b Plan van Aanpak (PvA) Het Plan van Aanpak maakt deel uit van de RI&E. In het Plan van Aanpak moet zijn aangegeven welke maatregelen zullen worden genomen in verband met de geconstateerde risico s. Tevens moet in het Plan van Aanpak de termijn zijn aangegeven waarbinnen deze maatregelen zullen zijn uitgevoerd. Bij 67 van de 182 geïnspecteerde schepen bleek dat er iets met het Plan van Aanpak niet in orde was. In de meeste gevallen was er helemaal geen Plan van Aanpak aanwezig of waren de maatregelen niet binnen de aangegeven termijn uitgevoerd. Punt 2 Luikenwagen Een luikenwagen is een hefwerktuig dat is geconstrueerd om pontonluiken te heffen en in lengterichting van het schip te verplaatsen. Met de luikenwagen kan ook een graanschot worden gehesen en worden verplaatst. Voor een luikenwagen geldt dezelfde wettelijke basis als voor andere hijs- en hefwerktuigen. Omdat in het recente verleden meerdere ernstige ongevallen met zelfs dodelijke afloop zijn gebeurd, is het van groot belang dat luikenwagens technisch in goede staat verkeren, dat veilig met luikenwagens wordt gewerkt en dat er duidelijke procedures voorhanden zijn. In totaal zijn 33 technische opmerkingen gemaakt t.a.v. luikenwagens. In 17 gevallen waren er problemen met de bel en/of het zwaailicht en in 9 gevallen was de toegang tot de bedieningsplaats onveilig doordat de toegangsladder ontbrak of defect was. Het ontbreken van het plaatje met de functieaanduidingen bij de bedieningshandels ontbrak in 6 gevallen. Bij 1 luikenwagen bleek de noodstop niet te functioneren.

13 Punt 3 Vaste slijpmachine Vast opgestelde slijpmachines moeten zijn voorzien van een afscherming uit plexiglas. Bij een vast opgestelde slijpmachine moet tevens een veiligheidsbril onder handbereik zijn opgehangen en moet een waarschuwingssticker zijn geplakt. Handslijpmachines moeten zijn voorzien van een metalen kap ter afscherming van de slijpschijf. Personen die werken met slijpmachines moeten een veiligheidsbril dragen. Bij 23 van de 182 geïnspecteerde schepen bleek dat een vast opgestelde slijpmachine niet voorzien was van plexiglas ruitjes. Punt 4 Arbeids- en rusturen Werklijsten: De kapitein zorgt er voor dat zijn arbeids- en rusttijden en die van elke schepeling uiterlijk na een week op een werklijst zijn geregistreerd. De volledig ingevulde werklijst wordt getekend door de kapitein en de desbetreffende schepeling. Bij 16 van de 182 geïnspecteerde schepen bleek dat de werklijsten niet of onjuist waren ingevuld. Punt 5 Elektrisch lassen Elektrisch lassen aan boord van een schip kan plaatsvinden in een zogenaamde omgeving met een verhoogd gevaar voor een elektrische schok doordat wordt gewerkt in een vochtige ruimte bij een relatief hoge omgevingstemperatuur. Indien een lastoestel is geconstrueerd overeenkomstig norm NEN-EN-IEC 60974-1, voldoet het lastoestel aan de gestelde eisen en mag aan boord worden gebruikt. De Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 328/2001 betreffende elektrisch lassen is ontstaan omdat in het verleden verschillende dodelijke ongevallen zijn gebeurd aan boord van schepen. In 16 gevallen voldeed het lastoestel niet aan de hierboven vermelde norm of kon niet worden vastgesteld of het lastoestel aan de norm voldeed. Punt 6 Legionella Bij elk waterleidingsysteem is er risico aanwezig dat een besmetting met de legionellabacterie optreedt. De werkgever is verplicht om maatregelen te nemen die de kans op besmetting met de legionellabacterie zo klein mogelijk maakt. In eerste instantie moet het onderwerp legionella in de gewone Risicoinventarisatie en evaluatie (RI&E) zijn behandeld. Als uit deze RI&E blijkt dat legionella aan boord een risico is, moet een legionella Risicoinventarisatie en Beheersplan zijn opgesteld. Wanneer de beheersmaatregelen strikt worden uitgevoerd, wordt het gevaar op een legionellabesmetting verkleind. In 12 gevallen was de bestrijding van de legionellabacterie aan boord onvoldoende geregeld.

14 Punt 7 Hijs- en hefwerktuigen De meeste schepen beschikken over hijs- en hefwerktuigen, zowel benedendeks als bovendeks. Benedendeks, in de machinekamer of pompkamer, kan men kolomkranen, bovenloopkranen, elektrische lieren of heftafels aantreffen. Bovendeks worden ze gebruikt voor het verplaatsen van pontonluiken en graanschotten, het hijsen van ladingslangen op chemicaliëntankers en het overdraaien van proviand en machinekameronderdelen. Hijs- en hefgereedschappen als kettingen en stroppen worden aan boord veelvuldig gebruikt, zowel om te hijsen als om te sjorren. Hijs- en hefgereedschap moet ten minste eenmaal per jaar door een deskundige onderzocht waarbij het zonodig wordt beproefd. Handtakels moeten periodiek worden onderzocht. Bewijsstukken van beproevingen of onderzoeken moeten kunnen worden getoond. In 8 gevallen waren bleken hijs- en hefwerktuigen of hijs- en hefgereedschappen niet in orde. Punt 8 Knelgevaar Indien bewegende delen van arbeidsmiddelen (machines) knelgevaar kunnen opleveren, moeten deze delen zodanig zijn afgeschermd dat het gevaar zoveel mogelijk wordt voorkomen. In 7 gevallen is knelgevaar geconstateerd. Punt 9 Vallen van hoogte / valgevaar Arbeidsplaatsen moeten zodanig zijn uitgerust dat gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers zoveel mogelijk is voorkomen. Dit betekent dat elke vorm van valgevaar moet zijn uitgesloten. Valgevaar kan optreden bij werken op hoogte zoals bij kranen, masten, luikenwagen, sjorren van lading, alsmede bij werkzaamheden in ruimen, rond het luikhoofd en bij de reling en de verschansing. In het algemeen kan worden gesteld dat plaatsen met valgevaar moeten zijn afgeschermd door middel van hekwerken, leuningen, draden of andere technische voorzieningen. Indien valgevaar niet kan worden afgeschermd, moet gebruik worden gemaakt van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Er zijn 7 gevallen geconstateerd waarbij valgevaar aanwezig was, terwijl er geen adequate maatregelen waren genomen. Punt 10 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM s) Gevaren voor de veiligheid of de gezondheid moeten zoveel mogelijk worden voorkomen of beperkt door het nemen van maatregelen bij de bron. Wanneer blijkt dat gevaren slechts gedeeltelijk bij de bron zijn te voorkomen, moeten andere doelmatige maatregelen worden genomen die een vergelijkbaar effect hebben. Het ter beschikking stellen van persoonlijke beschermingsmiddelen is hierin de laatste stap.

15 In 5 gevallen ontbraken persoonlijke beschermingsmiddelen of werden ze niet gedragen. Punt 11 Borging van luiken en deuren Om knelgevaar te voorkomen moeten luiken en deuren in de open stand deugdelijk geborgd kunnen worden tegen dichtslaan of dichtvallen. Hetzelfde geldt voor de borging van een neerklapbare mast. In 4 gevallen bleek deze borging niet in orde. Punt 12 Elektrisch handgereedschap Elektrische handgereedschappen moeten in goede staat van onderhoud verkeren. Elektrische machines moeten droog en vetvrij zijn, beschermkappen mogen niet ontbreken en elektrische draden en stekkers moeten onbeschadigd zijn. In 4 gevallen was elektrisch handgereedschap niet in orde. Punt 13 Pictogrammen In 4 gevallen bleken pictogrammen te ontbreken. Punt 14 Stagen Een neerklapbare voormast is in opstaande positie voorzien van stagen. In 4 gevallen bleken deze stagen in slechte staat. Punt 15 Accommodatieladder / loodsladder Bemanningsleden en walpersoneel moeten op een veilige manier van en aan boord kunnen komen om hun werkzaamheden uit te voeren. De toegang tot het schip bestaat meestal uit een accommodatieladder of een loopplank welke tweezijdig is voorzien van scepters met verbindingstouwen. Bij 1 van de 182 geïnspecteerde schepen had een accommodatieladder vervangen moeten zijn, hetgeen nog niet was gebeurd. Daarnaast was bij 2 andere schepen een staaldraad van een accommodatieladder in zodanig slechte staat dat deze moest worden vervangen. Ook was op 1 schip de loodsladder in zodanig slechte staat, dat deze moest worden vervangen. Punt 16 Emergency exit In 2 gevallen bleek een emergency exit niet vrij te zijn van obstakels en in 1 geval sloot de deur niet goed. Punt 17 Sjorren / zeevasten Los materiaal en vloeistofdrums moeten tijdens de zeereis zijn gesjord. In 3 gevallen zijn aanwijzingen gegeven om onderdelen en drums voor vertrek naar zee te sjorren.

16 Punt 18 Veiligheidsinformatiebladen (VIB) Van chemicaliën/schoonmaakmiddelen moeten Veiligheidsinformatiebladen voorhanden zijn zodat in geval van een calamiteit passende maatregelen genomen kunnen worden. In 3 gevallen bleken Veiligheidsinformatiebladen niet voorhanden. Punt 19 Werkbakken Sommige schepen beschikken over werkbakken van waaruit werkzaamheden worden uitgevoerd zoals het borgen van graanschotten. Het is niet toegestaan om met deze werkbakken walpersoneel of bemanningsleden te vervoeren tussen kade en schip. Aan de buitenzijde van de werkbak moet duidelijk en onuitwisbaar de toelaatbare werklast, de eigen massa en het toelaatbare aantal personen zijn aangegeven. In 3 gevallen bleken deze opschriften te ontbreken. Punt 20 Looproosters en vloerplaten / vloeropeningen Wanneer in een machinekamer vloerdelen worden verwijderd om werkzaamheden uit te voeren, moeten deze plaatsen worden afgeschermd en gemarkeerd. Looproosters en vloerplaten moeten deugdelijk zijn bevestigd met klemmen. In 2 gevallen bleek dit niet in orde. Punt 21 Paint store Verfblikken in de paint store moeten zijn afgesloten en adequaat gesjord. De paint store zelf moet geventileerd kunnen worden en moet zijn voorzien van een deugdelijke verlichting. In 2 gevallen bleek de paint store niet in orde te zijn. Punt 22 Trossen In 2 gevallen bleek een tros in slechte staat. Punt 23 Autogeen lassen Een machinekamer kan beschikken over een autogene lasinstallatie. Als een acetyleenfles en een zuurstoffles in een laswagen zijn opgesteld, moet tussen de flessen een brandscherm zijn aangebracht. Dit brandscherm moet tussen en achter de koppen van de flessen zijn aangebracht en boven de koppen uitreiken. De acetyleenfles moet zijn voorzien van een vlamdover tussen het reduceertoestel en de brander. In 1 geval bleek geen brandscherm te zijn aangebracht. Punt 24 Besloten ruimten Bij het betreden van besloten ruimten moet rekening worden gehouden met ernstige gevolgen voor de veiligheid en gezondheid van personen. Verstikkingsgevaar ontstaat wanneer in een besloten ruimte onvoldoende zuurstof aanwezig is. Zuurstoftekort kan ontstaan door chemische

17 reacties (roesten, uitharden van verf), biologische reacties (gisten, rottingsprocessen, kiemen van granen en zaden), gebruik van inerte gassen (vermindering van brand- en explosiegevaar, productbescherming). Brand- of explosiegevaar kan ontstaan wanneer in een besloten ruimte vluchtige brandbare vloeistoffen of gassen aanwezig zijn. Bedwelmings- of vergiftigingsgevaar kan ontstaan wanneer in een besloten ruimte schadelijke gassen of dampen aanwezig zijn die vrijkomen uit de lading, bij gisten of rottingsprocessen, bij elektrisch lassen of het werken met snijbranders. De werkgever moet de arbeid aan boord zodanig organiseren dat de veiligheid en de gezondheid van de werknemers zijn gewaarborgd. In 1 geval ontbrak de procedure om veilig in een besloten ruimte te kunnen werken. Punt 25 Eye wash Soms zijn de werkzaamheden aan boord van zodanige aard dat een eye wash onder handbereik moet zijn. In 1 geval ontbrak een eye wash Punt 26 In hoogte verstelbare brug In 1 geval ontbrak het waarschuwingssignaal bij het in hoogte verstellen van de brug. Punt 27 Klapluiken In 1 geval bleek de staaldraad van de klapluiken in slechte staat te zijn. Punt 28 Ontvetter Gasolie is niet het juiste middel om onderdelen te ontvetten. Daarvoor zijn in de handel middelen beschikbaar, die geschikt zijn voor de mens. In 1 geval werd niet de geschikte ontvetter gebruikt. Punt 29 Verlichting In 1 geval ontbrak een adequate verlichting bij het bakdek.

18 4.4 Andere punten Arbeidsongevallen De eerste prioriteit in geval van een arbeidsongeval aan boord, is hulp aan het slachtoffer. In ernstige gevallen kan hulp wordt ingeroepen van de Radio Medische Dienst. 1 Arbeidsongevallen worden in geval van rederijschepen altijd gerapporteerd aan het rederijkantoor en in geval van kapitein-eigenaar aan de eigen organisatie, zo bleek tijdens de inspecties. Daarnaast worden arbeidsongevallen vermeld in het scheepsjournaal en besproken in de veiligheidscommissie aan boord. Arbeidsongevallen die leiden tot de dood, een blijvend letsel of een ziekenhuisopname moeten echter door de werkgever direct worden gemeld aan de daartoe aangewezen toezichthouder, namelijk de inspectie. Uit gesprekken met kapiteins aan boord van Nederlandse schepen blijkt dat zij arbeidsongevallen altijd doormelden aan het rederijkantoor. Het is echter bekend 2 dat slechts een deel van de meldingsplichtige arbeidsongevallen wordt gemeld bij de inspectie. De oorzaak hiervan moet derhalve liggen bij de rederijkantoren die arbeidsongevallen voor een deel niet doormelden aan de inspectie. Een speciaal hoofdstuk, namelijk Hoofdstuk 5, is gewijd aan het melden van arbeidsongevallen op basis van de TAFEL VAN ELF 3. Beroepsziekten Beroepsziekten zijn ter sprake gebracht, maar er zijn geen gevallen naar voren gekomen die gerelateerd zijn aan dat betreffende schip. Nieuwe arbowetgeving Per 1 januari 2007 is de arbowetgeving gewijzigd, niet alleen inhoudelijk maar ook wat betreft de intentie van de wetgeving. In de nieuwe wetgeving krijgen werkgevers en werknemers meer verantwoordelijkheid voor het arbobeleid. De overheid stelt alleen nog doelvoorschriften vast. Doelvoorschriften is het niveau van bescherming dat bedrijven moeten bieden aan de werknemers, zodat zij veilig en gezond kunnen werken. Het is echter de taak voor werkgevers en werknemers om te bepalen op welke manier zij invulling geven aan deze doelvoorschriften. Het is de bedoeling dat werkgevers en werknemers binnen hun branche zogenoemde arbocatalogi opstellen. Hierin staan verschillende methoden en oplossingen beschreven die werkgevers en werknemers willen realiseren om aan de doelvoorschriften te voldoen. De 1 artsen van de Radio Medische Dienst zijn bij spoedgevallen 24 uur per dag oproepbaar om radio medisch advies te geven aan de zeescheepvaart 2 uit vergelijking van cijfers van verzekeringsmaatschappijen 3 zie voor nadere uitleg Hoofdstuk 5 van deze Tussenrapportage

19 verantwoordelijkheid voor de arbocatalogi ligt volledig bij de werkgevers óf bij de brancheorganisaties en werknemers. Omdat de overheid ervan uitgaat dat werkgevers en werknemers goed in staat zijn om een professionele arbocatalogus te realiseren, wordt de arbocatalogus niet uitgebreid getoetst door de toezichthouder. Wel wordt getoetst of de realisatie goed is verlopen en of de catalogus adequaat is. Na dit toetsingsproces controleert de toezichthouder of werkgevers en werknemers zich houden aan de wet- en regelgeving. Wat betreft de kapiteins aan boord bleken zij meestal nog niet op de hoogte te zijn van de recente wijzigingen van de arbowetgeving en de te ontwikkelen arbocatalogi. De belangrijkste reden is dat de brancheorganisaties nog druk bezig zijn met het ontwikkelen van een arbocatalogus voor de zeevaart. Kortom het implementeren van de nieuwe arbowetgeving kost voor alle betrokken partijen in de zeevaart meer tijd dan van tevoren was ingeschat.

20 5. MOTIEVENONDERZOEK - de TAFEL VAN ELF MELDEN VAN ARBEIDSONGEVALLEN 5.1 Uitvoering De Tafel van elf is een door het Ministerie van Justitie ontwikkeld instrument dat inzicht kan verschaffen over de oorzaken en motivatie van nalevingsgedrag. De redenen voor het niet-naleving zijn aan de hand van elf factoren in te delen. Korte tijd na het begin van de arboinspecties in mei 2007 is besloten om de Tafel van elf uit te voeren voor een specifiek en belangrijk inspectiepunt namelijk het melden van arbeidsongevallen aan de toezichthouder. Ongevallen in de ruime betekenis moeten worden gemeld aan toezichthouder IVW. In het bijzonder arbeidsongevallen moeten worden gemeld zowel op basis van de schepenwetgeving als op basis van Artikel 9 van de Arbowet. De reden dat is gekozen voor het onderwerp melden van arbeidsongevallen is dat er signalen zijn dat slechts een deel van de meldingsplichtige arbeidsongevallen worden gemeld. De 11 factoren van de Tafel van elf zijn: Spontane naleving 1. Kennis van regels 2. Kosten/baten van naleving 3. Mate van acceptatie 4. Normgetrouwheid 5. Maatschappelijke controle (door niet overheid) Controle 6. Meldingskans (door niet overheid) 7. Controlekans (door overheid) 8. Kans gesnapt te worden 9. Selectiviteit Sanctie 10. Kans op een sanctie 11. Hoogte van een sanctie Bij het maken van de vragen is besloten om de factoren 8 en 9 te laten vallen, zodat 9 vragen zijn overgebleven. In de periode van juni 2007 t/m februari 2008 zijn 58 onderzoeken uitgevoerd. Dat is een gemiddelde van 7 onderzoeken per maand hetgeen betekent dat op bijna de helft van de geïnspecteerde schepen in die periode een motievenonderzoek is uitgevoerd. Kapiteins hebben in alle gevallen positief gereageerd op het motievenonderzoek, hoewel het geven van een antwoord op de schaal van 0 tot 10 soms hoofdbrekens gaf. Aan kapiteins aan wie het motievenonderzoek is

21 voorgelegd, is verklaard dat het geven van antwoord op de vragen geen consequenties zou hebben, maar dat het alleen tot doel heeft om inzicht te verkrijgen m.b.t. het melden van ongevallen. 5.2 Resultaten Factor 1. Kennis van regels Bent u ermee bekend dat kapiteins volgens de Arbowet arbeidsongevallen moeten melden bij de Inspectie? niet bekend 0 --------------- 10 wél bekend 60 50 40 30 20 10 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Totaal 58 antwoorden Toelichting: 48 van de 58 kapiteins waren ervan op de hoogte dat arbeidsongevallen bij de Inspectie moeten worden gemeld. Daarnaast waren 8 kapiteins wel op de hoogte maar wisten niet precies wat van hen werd verlangd. Slechts 2 kapiteins kenden de meldingsplicht niet. Uit gesprekken blijkt dat een arbeidsongeval altijd in het journaal wordt vermeld en altijd aan het rederijkantoor worden gemeld. Dat de Inspectie in een aantal gevallen geen melding ontvangt, komt doordat het doormelden van het rederijkantoor naar de Inspectie niet gebeurt. Factor 2. Kosten/baten van naleving Denkt u dat kapiteins er voordeel bij hebben als zij arbeidsongevallen niet melden? geen voordeel 0 --------------- 10 wél voordeel

22 50 40 30 20 10 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Totaal 57 antwoorden Toelichting: 43 van de 57 kapiteins zeiden dat ze geen voordeel zien om een arbeidsongeval niet te melden. Slechts 3 kapiteins zeiden volmondig dat het voordeel zou hebben om een arbeidsongeval stil te houden omdat ze bang waren dat ze een verzwaard inspectieregiem zouden krijgen. Factor 3. Mate van acceptatie Vindt u het een goede zaak dat arbeidsongevallen bij de Inspectie moeten worden gemeld? slechte zaak 0 --------------- 10 goede zaak 50 40 30 20 10 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Totaal 58 antwoorden Toelichting: De algemene tendens is dat kapiteins het een goede zaak vinden dat arbeidsongevallen bij de Inspectie moeten worden gemeld. Factor 4. Normgetrouwheid Denkt u dat kapiteins zich in het algemeen aan de regels houden? niet aan de regels houden 0 --------------- 10 wél aan de regels houden

23 40 30 20 10 Totaal 57 antwoorden 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Toelichting: De algemene tendens is dat kapiteins denken dat de brede groep van kapiteins van schepen onder Nederlandse vlag zich van gemiddeld tot geheel aan de regels houden. Factor 5. Maatschappelijke controle (door niet overheid) Denkt u dat anderen (collega s, familie, bemanning) steun geven aan kapiteins die ongevallen melden? geen steun 0 --------------- 10 wél steun 30 25 20 15 10 5 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Totaal 51 antwoorden Toelichting: De helft van de geïnterviewde kapiteins was van mening dat het door hemzelf genomen besluit om arbeidsongevallen te melden de brede steun zou hebben van derden. De andere helft was van mening dat zij gemiddeld tot veel steun daarvoor zouden krijgen. Factor 6. Meldingskans (door niet overheid) Hoe groot acht u de kans dat het ongeval door iemand anders gemeld wordt? zeer klein 0 --------------- 10 zeer groot

24 25 20 15 10 5 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Totaal 51 antwoorden Toelichting: Bij deze factor is het beeld verdeeld. Twee derde van de kapiteins gelooft dat op een of andere wijze een arbeidsongeval aan de autoriteiten zal worden gemeld. De rest denkt niet dat zal gebeuren. Er zijn kapiteins die denken dat in noordelijke West-Europese landen eerder zal worden gemeld. Daarbij denkt men dat ook eerder zal worden gemeld door direct betrokkenen van bemanningleden, als er bemanningsleden bij betrokken zijn. Factor 7. Controlekans (door overheid) Hoe groot acht u de ontdekkingskans als kapiteins ongevallen niet melden? zeer klein 0 --------------- 10 zeer groot 25 20 15 10 5 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Totaal 54 antwoorden Toelichting: De helft van de kapiteins denkt dat het niet melden van een arbeidsongeval uiteindelijk zal worden ontdekt. De andere helft heeft daarbij geen duidelijk beeld.

25 Factor 10. Kans op een sanctie Hoe groot acht u de kans dat kapiteins een sanctie krijgen bij niet melden? zeer klein 0 --------------- 10 zeer groot 15 10 5 Totaal 50 antwoorden 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Toelichting: De kans op een sanctie is redelijk gelijkmatig verdeeld. Er zijn slechts 14 kapiteins die de kans op een sanctie zeer groot achten. Factor 11. Hoogte van een sanctie Denkt u dat de sancties hoog zijn wanneer ongevallen niet worden gemeld? lichte sancties 0 --------------- 10 zware sancties 15 10 5 Totaal 47 antwoorden 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Toelichting: De meeste kapiteins hebben geen enkel idee omtrent de hoogte van een sanctie, vandaar dat het aantal antwoorden in de midden moot (4-5-6) samen met kapiteins die geen antwoord konden of wilden geven, totaal de helft bedraagt.

26 6. CONCLUSIE a. met betrekking tot naleving van de Arbowet De conclusie kan worden getrokken dat de naleving van de Arbowet aan boord van Nederlandse zeeschepen niet optimaal is. In totaal zijn 304 gebreken geconstateerd op 117 schepen. Dit betekent dat op 65% van de 182 geïnspecteerde schepen één of meerdere gebreken zijn geconstateerd. De aard van deze gebreken was ongeveer gelijk verdeeld in organisatorische en in technische gebreken. De ernst van deze gebreken was van dien aard dat deze konden worden afgedaan met het schrijven van een inspectierapport ter verbetering van de aangetroffen situatie. Er is weliswaar een aanzienlijk aantal gebreken geconstateerd, maar omdat acuut gevaar ontbrak is geen gebruik gemaakt van het middel stillegging of het middel aanhouding. b. met betrekking tot het voorkomen van arbeidsongevallen Tijdens elke inspectie aan boord is aandacht besteed aan de Risicoinventarisatie en -evaluatie (RI&E) als middel om de risico s aan boord te inventariseren. In 66 gevallen bleek de RI&E niet in orde. Aan het Plan van Aanpak (PvA), waarin is aangegeven welke maatregelen zullen worden genomen in verband met de bedoelde risico s, is eveneens aandacht besteed. Door het uitvoeren van doelgerichte inspecties aan boord zijn in totaal 304 arbo gerelateerde gebreken geconstateerd die mogelijk op termijn de oorzaak van een ongeval zouden kunnen zijn. Ook zijn een aanzienlijk aantal gebreken geconstateerd die ter plaatse of vóór het beëindigen van de inspectie aan boord konden worden verholpen. Er is niet alleen aandacht besteed aan de RI&E/PvA en de geconstateerde gebreken, maar daarnaast aan het veilig organiseren van de arbeid, met name ten aanzien van het gebruik van luikenwagens en het betreden van besloten ruimten. c. met betrekking tot het geven van voorlichting over de hernieuwde Arbowet aanvankelijk is ingezet op het informeren van kapiteins ten aanzien van de hernieuwde Arbowet. Echter uit de eerste inspectieresultaten bleek dat de meeste kapiteins aan boord nog niet op de hoogte

27 waren van de recente wijzigingen van de arbowetgeving. Het bleek dat de brancheorganisaties nog druk bezig waren met het ontwikkelen van arbocatalogi. Kortom het implementeren van de nieuwe arbowetgeving kost voor alle betrokken partijen in de zeevaart meer tijd dan van tevoren was ingeschat. Dit inspectie-item zal dan ook worden meegenomen in het inspectieprogramma voor 2009.

28 7. AANBEVELINGEN a. Gezien de in Hoofdstuk 4 van deze Tussenrapportage beschreven inspectieresultaten, moeten de arboinspecties aan boord van Nederlandse zeeschepen onverminderd worden voortgezet. Voortzetting zal een positief effect hebben op de naleving van de Arbowet. Toename van de naleving van de Arbowet kan leiden tot afname van het aantal potentiële gevaren en van eventuele arbeidsongevallen als gevolg daarvan. Overigens is de frequentie van de arboinspecties aan boord vrij laag. In een periode van 12 maanden (mei 2007 t/m april 2008) zijn 182 arboinspecties uitgevoerd op een totaal van ± 650 schepen van > 500 gt. Voor de regio Rotterdam/Dordrecht/Moerdijk 4 betekent dat er een gemiddelde kans is van één keer in de 2 jaar en 10 maanden dat een arboinspectie wordt uitgevoerd. b. Uit de inspectieresultaten blijkt dat de helft van de geconstateerde gebreken van organisatorische aard is, met name de Risicoinventarisatie en evaluatie, het Plan van Aanpak en de Arbeids- en rusturen. Door middel van deze rapportage wordt dit onder de aandacht gebracht van de verschillende brancheorganisaties zoals de KVNR, VBKO en Nautilus NL met het verzoek om hun leden te informeren en te activeren op dit punt. c. Het verdient aanbeveling om het arboinspectieprogramma inhoudelijk aan te passen. 1 e Op grond van de bevindingen met 182 arboinspecties welke in de periode mei 2007 t/m april 2008 zijn uitgevoerd. 2 e Op grond van de samenwerkingsafspraken tussen de AI en de inspectie. Namelijk overeenkomstig het Inspectieprogramma 2009 van de Arbeidsinspectie moet aandacht worden besteed aan werkdruk en fysieke belasting van de bemanning. 3 e Tevens moet op grond van dezelfde samenwerkingsafspraken aandacht worden besteed aan verkennende inspecties op visserijschepen en baggerschepen. Dit als voorbereiding van de toekomstige strategievorming betreffende het inspecteren van dergelijke schepen. 4 80% van de Nederlandse zeeschepen, of te wel 520 zeeschepen, doet 1 maal per jaar de regio Rijnmond aan

29 d. Uit vergelijking tussen cijfers van verzekeringsmaatschappijen en aan de inspectie gemelde ongevallen blijkt dat slechts een deel van de meldingsplichtige arbeidsongevallen bij de inspectie wordt gemeld. Tevens blijkt uit de resultaten van het motievenonderzoek de TAFEL VAN ELF dat arbeidsongevallen altijd door het schip worden gemeld aan het rederijkantoor, maar dat het rederijkantoor in een onbekend aantal gevallen verzuimt om het arbeidsongeval door te melden aan de inspectie. Door middel van deze rapportage wordt dit onder de aandacht gebracht van de verschillende brancheorganisaties zoals de KVNR, VBKO en Nautilus NL met het verzoek om hun leden te informeren en te activeren op dit punt. 8. BIJLAGE

30 8.1 INSPECTIELIJST ARBO Zeevaart 2007 Naam schip: Datum bezoek: Naam inspecteur: Roepnaam: Ligplaats: ID-nummer: Haven nummer: Inspectietijd: IMO-nummer: Kapitein: Reistijd: 4.1 Arbeidsomstandighedenbeleid Risicoinventarisatie en evaluatie (RI&E) Is een schipgebonden RI&E aan boord? Ja / Nee Arbowet art. 5 lid 1 Is de RI&E getoetst? Ja / Nee Arbowet art. 14 lid 1 Is de RI&E door een arbodienst getoetst? Ja / Nee Vóór 1 juli 2005 alleen arbodienst. Is de RI&E ouder dan 5 jaar? Ja / Nee Zijn de werkmethoden of werkomstandigheden de laatste 5 jaar veranderd? Ja / Nee Arbowet art. 5 lid 4 Plan van Aanpak Maakt het Plan van Aanpak deel uit van de RI&E? Ja / Nee Arbowet art. 5 lid 3 Is het Plan van Aanpak uitgevoerd overeenkomstig de afgesproken termijn? Ja / Nee Arbowet art. 5 lid 3

31 Arbeidsongevallen Worden arbeidsongevallen gemeld aan de Ja / Nee Arbowet art. 9 lid 1 toezichthouder? Wordt ook schriftelijk gerapporteerd aan de Ja / Nee Arbowet art. 9 lid 1 toezichthouder? Wordt aan boord een lijst van arbeidsongevallen bijgehouden? Ja / Nee Arbowet art. 9 lid 2 Beroepsziekten Weet u of aan boord beroepsziekten zijn voorgekomen? Ja / Nee Arbowet art. 5 lid 3 4.2 Nieuwe arbowetgeving Nieuwe Arbowet Heeft u al gehoord dat de Arbowet per 1 januari 2007 Ja / Nee is gewijzigd? Weet u wat de bedoeling is van de herziene Arbowet? Ja / Nee Heeft u gehoord over de arbocatalogi? Ja / Nee Heeft u al informatie ontvangen van de rederij over Ja / Nee de herziene Arbowet?

32 4.3 Arbeids- en rusttijden Werklijsten Zijn van alle bemanningsleden werklijsten aanwezig? Ja / Nee ATB vervoer 6.4:2 Worden de werklijsten zélf bijgehouden door de Ja / Nee betrokkene? Worden de werklijsten ondertekend door betrokkene Ja / Nee ATB vervoer 6.4:2 én door de kapitein? Zijn er naast werklijsten ook overwerklijsten aan Ja / Nee boord? Komen de gegevens op de overwerklijsten overeen Ja / Nee met de gegevens op de werklijsten? Blijkt uit controle van de werklijsten, het journaal en evt. verklaringen van bemanningsleden dat de werklijsten waarheidsgetrouw worden ingevuld? Ja / Nee ATB vervoer 6 Rusttijd Blijkt uit controle van de werklijsten dat voldaan Ja / Nee ATB vervoer 6.5:2 wordt aan de eisen m.b.t arbeids- en rusttijden? Blijkt uit controle van de werklijsten, het journaal en evt. verklaringen van bemanningsleden dat er een uitkijk op de brug is tijdens donkere uren? Ja / Nee STCW 95 section A VIII / 2 part 3-1

33 4.4 Algemene veiligheid Accommodatieladder / loopplank Kan op een veilige wijze aan boord worden gekomen? Ja / Nee Arbobesluit art. 3.2 lid 1 Is een accommodatieladder of loopplank uitgelegd? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.24 Is een vangnet aangebracht? Ja / Nee Is de accommodatieladder of loopplank deugdelijk? Ja / Nee Arbobesluit art. 3.2 lid 1 Borging van deuren en toegangsluiken Kunnen deuren en toegangsluiken in open positie Ja / Nee Arbobesluit art. 3.2 lid 1 deugdelijk worden geborgd? Zijn borgpennen bevestigd d.m.v. een ketting of kabel? Ja / Nee Geen mobiele arbeidsmiddelen in werkzone Zijn maatregelen genomen om te voorkomen dat personen zich bevinden in de werkzone? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.17c Geen personen onder hangende lasten Zijn maatregelen genomen om te voorkomen dat personen zich bevinden onder hangende lasten? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.18 lid 7

34 Open vloerdelen Zijn plaatsen met open vloerdelen afgeschermd? Ja / Nee Arbobesluit art. 3.16 Zijn plaatsen met open vloerdelen gemarkeerd? Arbobesluit art. 3.15 Ruimtoegangen Zijn de ruimen vrij toegankelijk zonder obstakels? Ja / Nee Arbobesluit art. 3.2 lid 1 Zijn de ruimladders in goede staat? Ja / Nee Arbobesluit art. 3.2 lid 1 Zijn de toegangsluiken deugdelijk geborgd? Ja / Nee Arbobesluit art. 3.2 lid 1 Zijn de ruimtoegangen voorzien van verlichting? Ja / Nee Arbobesluit art. 3.7 en art. 6.3 Valgevaar Zijn er aan boord plaatsen met valgevaar? Ja / Nee Arbobesluit art. 3.16 Worden plaatsen met valgevaar gemarkeerd? Ja / Nee Arbobesluit art. 3.15 Welke maatregelen zijn genomen om valgevaar te Ja / Nee Arbobesluit art. 3.2 lid 1 voorkomen? Zijn er aan boord PBM-en i.v.m. valgevaar? Ja / Nee Arbobesluit art. 8.1 t/m art. 8.3 Worden aan boord veiligheidsharnassen gebruikt? Ja / Nee Arbobesluit art. 8.1 t/m art. 8.3 Betreden besloten ruimten Is er een procedure voor het betreden van besloten ruimten? Ja / Nee Arbobesluit art. 4.1b t/m art. 4.10d; Arbobesluit art. 6.2 Gaat men alléén of met iemand anders in een besloten ruimte? Ja / Nee Idem

35 Blijft een hulpverlener wachten bij de toegang als men de besloten ruimte ingaat? Is aan boord getraind op het verlenen van hulp bij problemen in besloten ruimten? Ja / Nee Idem Ja / Nee idem 4.5 Hijsen en heffen Laad- en losgerei Heeft het schip laad- en losgerei? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.29 Wordt het laad- en losgerei elke 5 jaar door klasse Ja / Nee Arbobesluit art. 7.29 lid 4. onderzocht? Is het beproevingscertificaat aan boord? Ja / Nee Arbobesluit art. 4.29 lid 9. Is het Register voor laad- en losgerei aan boord? Ja / Nee Arbobesluit art. 4.29 lid 10. Wordt het laad- en losgerei jaarlijks door een Ja / Nee Arbobesluit art. 4.29 lid 5. deskundige onderzocht? Wordt het Register voor laad- en losgerei jaarlijks door een deskundige afgetekend? Ja / Nee Arbobesluit art. 4.29 lid 5. Hijs- en hefwerktuigen Heeft het schip hijs- en hefwerktuigen? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.18 en 7.18a Wordt onderhoud gepleegd aan de hijs- en hefwerktuigen? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.5 lid 1 Wordt een onderhoudsboek bijgehouden? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.5 lid 4 Staat op het werktuig de bedrijfslast vermeld? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.18 lid 1

36 Heeft het schip takels / kettingen / stroppen Ja / Nee Arbobesluit art. 7.20 Wordt onderhoud gepleegd aan de takels / kettingen Ja / Nee Arbobesluit art. 7.20 / stroppen? Zijn certificaten aanwezig van de takels / kettingen / Ja / Nee Arbobesluit art. 7.20 stroppen? Wordt een onderhoudboek bijgehouden? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.20 Staat op takels / kettingen / stroppen de bedrijfslast vermeld? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.20 Luikenwagens Heeft het schip een luikenwagen? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.18 en 7.18a Is een bedieningsprocedure aanwezig? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.11a Wordt deze bedieningsprocedure nageleefd? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.11a Met hoeveel personen wordt de luikenwagen Ja / Nee bediend? Hebben de personen, die de luikenwagen bedienen, Ja / Nee Arbobesluit art. 7.18 lid 3 specifieke deskundigheid? Kan veilig met de luikenwagen worden gewerkt? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.4 Wordt onderhoud gepleegd aan de luikenwagen? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.5 lid 1 Wordt een onderhoudsboek bijgehouden? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.5 lid 4 Werkt de alarmbel en de zwaailamp? Ja / Nee Zijn de bedieningshandels voorzien van functieaanduidingen. Ja / Nee Arbobesluit art. 7.13 lid 4

37 Werkbakken Worden aan boord personen-werkbakken gebruikt? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.23d Beleidsregel 7.4-6 Beleidsregel 7.5-1 Zijn deze werkbakken deugdelijk? Ja / Nee Beleidsregel 7.23d Zijn deze werkbakken voorzien van opschriften? Ja / Nee Beleidsregel 7.4 6 onder h Is het kettingwerk deugdelijk en gecertificeerd? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.20 4.6 Chemicaliën Chemicaliën Zijn bij de opslag van chemicaliën lekbakken aangebracht? Ja / Nee Arbobesluit art. 4.4, art. 4.6 en art. 4.7 Is de hoeveelheid chemicaliën beperkt tot voor de Ja / Nee idem bedrijfsvoering noodzakelijk is? Zijn betrokkenen geïnstrueerd hoe zij met chemicaliën Ja / Nee om moeten gaan? Zijn persoonlijke beschermingsartikelen voorhanden? Ja / Nee Arbobesluit art. 8.1 t/m 8.3 Worden persoonlijke beschermingsartikelen Ja / Nee Arbobesluit art. 9.3 lid 1 gedragen? Zijn veiligheidsinformatiebladen voorhanden? Ja / Nee Arbobesluit art. 4.2

38 4.7 Diverse inspectiepunten Autogeen lassen Beschikt men aan boord over autogene Ja / Nee lasapparatuur? Zijn de acetyleen- en zuurstoffles deugdelijk Ja / Nee Beleidsregel 7.4-1 vastgezet? (b.v. in een laswagen) Zijn de acetyleen- en zuurstoffles gescheiden door een schot? Ja / Nee Beleidsregel 7.4-1 Elektrisch lassen Beschikt men aan boord over elektrisch lasapparaat? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.3 Voldoet dit elektr. lasapparaat aan NEN-ISO 60974-1 Ja / Nee Bekendmaking a d S. nr. 328/2001 Dieselmotorenemissie Wordt in de ruimen gebruik gemaakt van voertuigen Ja / Nee Arbobesluit art. 4.3a met dieselmotoren? Zijn deze voertuigen van het schip of van de stuwadoor? Ja / Nee Arbobesluit art. 4.3a

39 Elektrische handgereedschappen Zijn aan boord elektrische handgereedschappen? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.4 Worden deze elektrische handgereedschappen Ja / Nee Arbobesluit art. 7.4a periodiek onderzocht? Worden deze onderzoeken administratief Ja / Nee Arbobesluit art. 7.4a bijgehouden? Zijn elektrische draden en stekkers in goede staat? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.4a Is de handslijpmachine voorzien van een beschermkap? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.4a Knelgevaar Zijn bewegende delen afgeschermd om knelgevaar te voorkomen? Ja / Nee Arbobesluit art. 7.7 Legionella RI&E en Beheersplan Is een legionella risico-inventarisatie en evaluatie Ja / Nee Arbobesluit art. 4.85 opgesteld? Is een legionella beheersplan opgesteld? Ja / Nee Arbobesluit art. 4.85 Worden watermonsters periodiek onderzocht? Ja / Nee Arbobesluit art. 4.87b lid 2. Wordt chloor aan het drinkwater toegevoegd? Ja / Nee Arbobesluit art. 4.87a lid 3. b.v. Hadex Wordt de UV-lamp perodiek vervangen? Ja / Nee Arbobesluit art. 4.87a lid 3.