SURF tender SURF Educatie <F> GIPSY rapport 2004-5. Geo-informatie in o-ver-draagbaar multidisciplinair onderwijs gebaseerd op innovatieve ICT



Vergelijkbare documenten
Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten

Eindrapportage. Draadloos Digitaal Leren. Draadloos Digitaal Leren ICT&O ronde

Plan van Aanpak Pilot

Plan van Aanpak. <naam school> en Edutrainers samen op weg. Versie: EXPEDITIE

EEN LEAR N I NG ANALYTICS S ER VI CE JOHAN JEUR ING

TeleTrainer: training in de e van het leren

Projectvoorstel Grassroots VU

Het NHL InnovationLab : Learning outcomes, Design Thinking, UDL en Blended Learning in samenhangend perspectief. (draft version)

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

Succesvolle in- en doorstroom naar de w.o.-master voor w.o./hbo-bachelors

FIT-traject onderwijsvernieuwing met ICT en sociale media. draagvlak inspiratie motivatie vernieuwing 21st century skills borging

Web-deductie voor het onderwijs in formeel denken

Ict op de universitaire lerarenopleidingen: trends, issues & lessons learned. Alessandra Corda ICLON/UL Frits van Kouwenhove UOCG/RUG

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

BREDA UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302

Lessons Learned - Samenhang. Leo Kooijman

Eindverslag project Digitaal bewegend beeld: van beleid tot praktijk

Meetlat Projectplanning, monitoring & evaluatie

+$17(670(+$1WHVWVWXGHQWPDWHULDOHQPHW(SKRUXV)

15 16 Evaluatie Docentencursus Zuyd, juni Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Zelfevaluatie PASTEL project

1. Mobiliteitscoach, van idee tot project: Inleiding

Stimuleringsregeling Open en Online Onderwijs 2015 VOORLICHTINGSBIJEENKOMST 16 OKTOBER 2015

Best practices in academische vaardigheden bij bèta-bacheloropleidingen

Dit format kan ook gebruikt worden voor een uitvoeriger eindrapportage (svp apart aanleveren).

Verkenning Next DLO VU. Overzicht Alternatieve Systemen

Klaar voor persoonlijk leren

HOGESCHOOL WINDESHEIM

Rekenkamercommissie Houten. Jaarplan 2015

SOM= Effectief en plezierig werken

Sweeburg advies training opleiding

Ik ga het niet doen, en mijn mensen ook niet!

nog geen BKO behaald met > 5 jaar ervaring EWI KO niet afgerond EWI KO afgerond ervaring

Bantopa Terreinverkenning

Project Start Up Wat is het? Wie nemen er deel? Wanneer kies je voor een PSU? Hoe werkt het?

Veldwerk innovatie project

Naam: Draaiboek decentrale implementatie PAUW en Tridion

Cursusontwikkeling / Centrale ELO

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

ICT als aanjager van de onderwijstransformatie

Evaluatie pilots Dienstverlening op locatie en Papierloos werken

STRATEGISCHE AGENDA DE WAARDE(N) VAN WETEN EN OPEN ONDERWIJS

Informatiemanager. Doel. Context

Plan van Aanpak. Christophe Deloo, Roy Straver & Machiel Visser. Versie 4 ( )

Plan van Aanpak. Auteur: Roel Konieczny Docent: Stijn Hoppenbrouwers Plaats, datum: Nijmegen, 7 mei 2004 Versie: 1.0

CEL. Bouwstenen voor een elektronische leeromgeving

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

> 2 INTRODUCTIES > HENK DUBBELMAN > ICT DIRECTEUR > GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM > JOHN ONION > PRINCIPAL ASSOCIATE > ARLANDE

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee.

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Werksessie DLWO. 25 juni Nico Juist, Danny Greefhorst en Lianne van Elk

Portability, Interoperability of toch maar Connectivity Portability, Interoperability of toch maar Connectivity.

Eindrapportage Interactieve Leerlijnen. Auteur(s) : Annemarieke Schepers Versienummer : januari Kennisnet.

Avans visie Onderwijs & ICT

Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s

Technische implementatie De infrastructuur rondom Transit kent de volgende rollen:

Klik op een van onderstaande linken om direct naar het betreffende onderdeel te gaan:

Werkplekvisie. Hans van Zonneveld Senior Consultant Winvision

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net

Voorbeeld projectplan

Didactische meerwaarde van de ELO in het Primair Onderwijs

Toll-net: samenwerken aan e-leren en gecombineerd leren voor volwassenen

Raspberry Pi Webhosting Datacenter

Plan van Aanpak. Project: Portfolio Online Jeremy de Jager INHOLLAND

W-learning voor Geo-informatie

hoofdlijnen herziening projectplan Het Atelier 30 mei 2001 hogeschool rotterdam w.v.ravenstein

Evaluatie Grassrootsproject : KENNISCLIPS VOOR ACTIVEREND ONDERWIJS (FNWI)

PROJECT PLAN VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN EEN STANDAARD SITE VOOR DE VERENIGING O3D

Kernmodules voor vervolgvakken

Medewerker onderwijsontwikkeling

Op weg naar persoonlijk leren

Plan van aanpak: werken met Acadin in je eigen groep en je school

De school komt naar u toe.

Make it work! Virtuele mobiliteit in internationale stages integreren: een snelgids

ICLON Powerpoint sjabloon

Samen een half uurtje delen met Roer en Overmaas. Harry Pergens

Ontwikkelaar ICT. Context. Doel

Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs

project Voortgangstoetsen in de propedeuse - Lessons Learned

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE ONDERWIJS- & ONDERZOEKSONDERSTEUNING VAARDIGHEIDSDOCENT VERSIE 3 APRIL 2017

Grassroots en shoots subsidies voor onderwijsinnovatie

Voortgangsverslag werkend leren

AANVRAAGFORMULIER ONDERSTEUNING ONDERWIJSCENTRUM VU 2004

MINOR SOFTWARE KWALITEIT EN TESTEN. 15 mei 2019 Maurice van Haperen

A. Persoonlijke gegevens

CURRICULUM PLANNING SCENARIO S TON PEETERS, DICK KAMPMAN

Projectverslag Gebruik van ICT-tools bij de cursus: Biodiversiteit en Ecologisch Veldwerk

Experience Mathness: Oefen- en ingangstoetsing voor bachelor studenten TUE

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Door Pieter Swager, Lectoraat elearning, mei 2006

Voortgangsrapportage

Campus Challenge 2013: HBO en MBO

Woonbeleid Vergelijking resultaten Kempengemeenten

Functieprofiel Young Expert

Nieuwe didactiek vwo 2 en 3 Connect College: resultaten van een onderzoek. Prof. dr. Perry den Brok

Porfolio. Politie Vormingscentrum

Dagdeel Een dagdeel is bij BOGO standaard 3 uur, tenzij anders vermeld in de lescyclus van de BOGO.

Evaluatie AnatomyTOOL Effect op doelmatigheid

Transcriptie:

GIPSY Geo-informatie in o-ver-draagbaar multidisciplinair onderwijs gebaseerd op innovatieve ICT Geo-information for Integrating Personal learning environments by web and mobile ICT SYstems End review - Katholieke Universiteit Nijmegen Wageningen Universiteit Vrije Universiteit Amsterdam Ron van Lammeren, Mathilde Molendijk, Paul van den Heuvel, Februari 2004 GIPSY rapport 2004-5 v. 2.0 Page 1 GIPSY

VOORWOORD Het GIPSY project startte in het voorjaar van 2001 dankzij de een advies van Hans Bronkhorst. Hij zorgde via een telefoontje voor een eerste ontmoeting tussen de projectpartners. Tussen Mathilde Molendijk, Euro Beinat, Arend Ligtenberg, Paul van de Heuvel en mijn persoon ontstond via een tweetal brain storms een spannend en ambitieus plan om mobiele technologie en geoinformatiekunde te verknopen ten behoeve van het onderwijs. Een plan dat in goede aarde viel bij de bureaus van alle drie de instituten en evenzo bij SURF. Vanaf december 2001 tot en met februari 2003 hebben zich vele personen ingespannen om dit project tot een goed einde te brengen. Een ieder wil ik namens het projectteam danken. Enkele namen moeten worden genoemd. Allereerst Frans Kampers, die als gemandateerde namens de opdrachtgever, zorgdroeg voor de live-link met het bureau van de WU; de klankbordleden Hank Bartelink, Piet Nienhuis, Henk Scholten en Arnold Bregt en alle externe enthousiastelingen van O2/Telfort, Fujitsu Siemens, Geomedia, ESRI Nederland, Scholten Awater, Geodan, Vertis, WISL, Alterra, KPN, NWO, TDN en Oracle die allen op uiteenlopende wijze support hebben gegeven. Ook vanuit SURF is voor een prima ondersteuning gezorgd; Desirée van den Bergh, Dik van Ingen Schenau en Regina Zwarthoed waren er op de juiste momenten. Pro-actieve collega s die op passende wijze invulling geven aan de uitvoering van de werkpakketten zijn essentieel. Ik wil dan ook Peter de Klein, Bram Aarts, Sytze de Bruin, Lammert Kooistra, Oscar Vonder, Alfred Wagtendonk, Gertjan Geerling, Ron Wunderink, Nils de Reus, Petra Wentzel, Sytze Boschma, Patris van Boxtel, Natasja Vugts, Brit Buisman, Aldo Bergsma, Willy ten Haaf, Menno Ribbens, Janhein Loedeman, Philip Wenting, Truus van de Hoef, Erik Ploegmakers, Frans Rip, Marjanne Fontijn en Nancy Omtzigt bedanken voor de prettige samenwerking. Tenslotte wil ik alle studenten bedanken voor hun bijdrage. In het eerste jaar van het GIPSYproject waren zij de guinee pigs, hoewel de studentenpanels in datzelfde jaar aantoonden dat zij de techniek kritisch apprecieerden ( vet cool, maar kan het ook.. ) en diverse ideeën voor het gebruik aanreikten. In het tweede jaar bleken de ouderejaars studenten zeer enthousiast en gedegen met de producten aan de slag te gaan. De jongerejaars lijken zich nog steeds te verbazen: Met mobieltjes leren? v. 2.0 Page 2 GIPSY

INHOUDSOPGAVE 1. SAMENVATTING... 5 2. PROJECT KARAKTERISTIEKEN... 7 DOELSTELLINGEN... 7 BEOOGDE RESULTATEN... 8 PROJECTPERIODE... 8 PARTICIPERENDE INSTELLINGEN... 10 3. PROJECT REALISATIE... 11 DOELSTELLINGEN... 11 UITVOERING TEN OPZICHTE VAN PLANNING... 12 4. LESSONS LEARNED... 15 PROJECTTEAM EN -ORGANISATIE... 16 TECHNOLOGIE... 16 DIDACTIEK... 17 ONDERWIJSMATERIALEN... 17 STANDAARDISATIE... 18 KOSTEN... 18 ONDERWIJS-ONDERSTEUNING:... 18 5. PROJECT EFFECTEN... 19 INSTITUUTSPECIFIEK... 19 SAMENWERKINGSSPECIFIEK... 19 GEO DATA... 19 DIDACTIEK... 19 6. KOSTENOVERZICHT... 21 BEGROTING VS. UITVOERING... 21 EINDDECLARATIE... 22 TIP... 22 7. CONCLUSIES... 23 v. 2.0 Page 3 GIPSY

v. 2.0 Page 4 GIPSY

1. SAMENVATTING Dit rapport geeft een terugblik op de resultaten van het SURF Educatie<F> project GIPSY zoals die in de periode januari 2003 tot januari 2004 1 zijn gerealiseerd. Daartoe wordt in dit rapport achtereenvolgens ingegaan op de oorspronkelijke projectdoelstellingen, de wijze waarop deze gerealiseerd zijn en de daarbij geleerde lessen. Het project heeft het merendeel van de beoogde resultaten ( twee cursussen waarin mobiele ICT wordt ingezet voor ondersteuning van individuele en groep-leerprocesen) gerealiseerd. Vervolgens wordt ingegaan op de effecten van dit project op de drie in dit project samenwerkende organisaties. Daaruit blijkt dat de participerende instituten op uiteenlopende wijzen en deels gezamenlijke voortzetting geven aan dit project. Daarna gaat de aandacht uit naar de begrote en de gerealiseerde kosten. In dit project is sprake van een overschrijding van het projectbudget met 9%. Tenslotte worden de belangrijkste conclusies vermeld. Voor locatie gebaseerd leren zijn de volgende conclusies van belang. - Met het oog op de evaluatie van de didactische aspecten van de inzet van mobiele technologie zullen in de toekomst duidelijkere criteria moeten worden gedefinieerd. - De kwaliteit en de beschikbaar van software blijft een kritische factor in Location Based Service projecten. - Het op grote schaal uitvoeren van studententests is bij wireless gebaseerde ICT toepassingen alleen goed mogelijk indien de studenten op grote schaal de beschikking hebben over deze technologie. Binnen het GIPSY project vormde dit een probleem. Voor de resultaten in detail wordt via de bijlage verwezen naar de GIPSY-rapporten en project URL s. 1 In de maanden januari en februari 2004 is werkpakket A afgerond v. 2.0 Page 5 GIPSY

v. 2.0 Page 6 GIPSY

2. PROJECT KARAKTERISTIEKEN Het GIPSY project heeft de intentie van het voorstel het individueel- en groepsgericht-leren met betrekking tot onderwerpen uit de Geo-Informatiekunde plaats- en tijds-onafhankelijkheid te ondersteunen. De naam GIPSY refereert aan een toekomstige leren op mobiele, wellicht zwervende -maar toch geleide- wijze via het gebruik van draadloze ICT en plaatsbepalingtechnologie. Doelstellingen Alle drie de instellingen, te weten KUN, VU en WU, hebben belang bij een goede onderwijskundige aanpak van de geo-informatie als onderwijsveld. Dit vakgebied is van belang voor diverse meer toepassingsgerichte opleidingen, zoals de milieuwetenschappelijke en geografische opleidingen. Doordat de Geo-informatiekunde als onderwijsgebied ook technisch van aard is, biedt het goede mogelijkheden tot het inzetten van innovatieve ICT. Het samenwerkingsverband van KUN, WU en VU kan door zijn schaalgrootte en complementaire expertise het doorvoeren van deze innovaties aanzienlijk vergemakkelijken. De drie partners in het project zijn actief op het gebied van onderwijs en ruimtelijke informatie en zien het project dan ook als een interessante uitdaging. Vernieuwend is het samenwerkingsaspect van het voorstel, aangezien het de eerste keer is dat de instellingen een intensieve samenwerking aangaan op het gebied van geo-informatie, daartoe ervaringen en materiaal uitwisselen en samen onderwijsmaterialen zullen definiëren, bouwen, onderhouden en evalueren. Ook zijn de toepassing van de ICT-mogelijkheden in het onderwijs innovatief, voor het Web gedeelte (oa. geo-informatie warenhuis) geldt dit, maar met name voor het mobiele deel over het draadloos aanbieden van onderwijs, draadloos veldwerk en de toepassing van bestaande wireless GIS technologieën. De implicaties hiervan op de organisatorische en ICT-infrastructuur bij de universiteiten vormt daarbij en passant een extra verkenning. Tenslotte is het project ook vanuit didactisch oogpunt innovatief. Ten eerste omdat de praktijkervaring bij de WU en VU geleerd heeft dat het creëren van een leergemeenschap bij afstandsonderwijs een lastige zaak is, en dit project de mogelijkheid biedt door combinatie van technische, didactische en inhoudelijke input hier oplossingen voor aan te dragen. Ten tweede is het vernieuwend een cursus op maat aan te bieden, rekening houdend met verschillende interesses, niveaus en leerstijlen van studenten. Tenslotte is er nog weinig bekend over didactische mogelijkheden en implicaties van wireless education. v. 2.0 Page 7 GIPSY

Beoogde resultaten De beoogde resultaten bestaan uit twee cursussen, de basiscursus Geo-informatie en de cursus Kennis integratie omgevingsbeleid, die via een web-gebaseerde leeromgeving Figuur 1: Samenhangende werkpakketen binnen het SURF Educatie<F> project GIPSY (I verwijst naar werkpakketten (WP) A.1 en B.1, II naar Wp A.2 en B.2 en III naar WP A.3 en B.3). De Helpdesk naar WP H. beschikbaar zijn en waarvan sommige onderdelen geschikt zijn voor draadloos internet. De cursussen zijn flexibel en modulair, al naar gelang de specifieke inhoudelijke interesse en benodigd aantal studiepunten van een student. Afgezien daarvan zal er inhoudelijke, didactische en technische kennis gegenereerd en gedissemineerd zijn over GIS- en ICTonderwijstoepassingen (web, draadloos internet). Projectperiode Het project is onderverdeeld in 7 werkpakketten (figuur 1) en een disseminatie werkpakket. Tweemaal drie werkpakketten zijn gericht op de ontwikkeling van de twee vakken, te weten de cluster basiscursus Geo-Informatie bestaande uit de werkpakketten A1, A2 en A3 en de cluster cursus kennisintegratie omgevingsbeleid bestaande uit de werkpakketten B1, B2 en B3. De inhoudelijke definitie alsmede de aansluiting op kennisniveaus vormt daarbij een eerste insteek (werkpakketten A1 en B1). Vervolgens wordt de rol van Web-technologie, in relatie tot geoinformatie-technologie, ter ondersteuning van enerzijds individueel onderwijs (werkpakket A2) en anderzijds multidisciplinair projectonderwijs (werkpakket B2) uitgewerkt binnen de definities uit werkpakketten A1 en B1. De web- en geo-informatie-technologieën worden in werkpakketten A3 v. 2.0 Page 8 GIPSY

en B3 onderzocht op hun mobiele bruikbaarheid. In werkpakket A.3 staat de behoefte aan onderwijsmateriaal van de individuele student centraal. De afstemming tussen veldwerk en laboratorium- c.q. deskwerk krijgt een accent via werkpakket B3. In brede zin worden de twee ICT-gebaseerde cursussen gefaciliteerd via het werkpakket H. In dit werkpakket vindt een verkenning plaats van de structurele behandeling van studentenvragen m.b.t. inhoud en technologie van de twee vakken alsmede de inbedding van die behandeling in de organisaties. Het project kent een looptijd van 2 jaar. Het project start in december 2001 met de 'kick-off' bijeenkomst (moment 0 in figuur 2). Vervolgens kent het project een doorlooptijd vanaf januari 2002 (moment 1 in de tabel is gelijk met de maand januari) en eindigt in december 2003 (moment 24). In het kader van onderwijsvernieuwing bij o.a. KUN en WU kan het ontwikkelde cursusmateriaal Figuur.2. Overall planning: A.1 t/m A.3 verwijzen naar de ontwikkeling van het basisvak gebaseerd op een individueel leertraject. B.1 t/ B.3 verwijzen naar de ontwikkeling van het integratievak gebaseerd op groepsleren. H verwijst naar de ontwikkeling van de Helpdesk en Y naar de kennisdisseminatie. vanaf januari 2003 worden ingezet. Het schema toont de perioden waarin de beoogde resultaten per werkpakket worden gerealiseerd. v. 2.0 Page 9 GIPSY

Participerende instellingen Met de uiteindelijk verkregen cursussen en digitale cursusomgevingen zullen zowel docenten als studenten van alle drie de instellingen daadwerkelijk aan de slag gaan. Bij de KUN betreft dat opleidingen binnen de Faculteit der Beleidswetenschappen (m.n. Planologie, Sociale Geografie, Milieu-maatschappijwetenschappen), de Faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (m.n. Milieu-natuurwetenschappen, Biologie, Informatiekunde) en mogelijk ook de opleidingen Economie en Sociale Geneeskunde. Bij de VU gaat het om de opleidingen Water, Natuur en Ruimte / Milieu-Natuurwetenschappen (Faculteit Aard - en Levenswetenschappen), UNIGIS (FEWEB/RE), EPCEM (IVM) en de vakken GIS en Remote Sensing (FdA), Netwerk en Informatie Economie (FEWEB/RE) en veldwerk (FdA). Bij de WU zijn de opleidingen Landinrichting, Bos-en Natuurbeheer en Milieukunde van het Onderwijsinstituut Omgevingswetenschappen (OWI-O) erbij betrokken. Tabel 2.1 geeft aan welke aantallen studenten en docenten gebruik zullen maken van de resultaten. De aantallen zijn gebaseerd op de huidige trends in vergelijkbaar onderwijs en de inbedding van de twee cursussen in de periode 2001-2004, voorzover die nu (voorafgaand aan de Master-Bachelor invulling) bekend zijn. Instelling Studenten Docenten VU 80 6 KUN 120 10 WU 200 10 Tabel 2.1: Aantal betrokken studenten en docenten getotaliseerd voor de twee beoogde cursussen 2 Het project wordt uitgevoerd door Centrum voor Milieuwetenschappen van de KUN, het Spinlab van de VU en het Centrum voor Geo-Informatie van WU. 2 In het totaal hebben de afgelopen 2 projectjaren ruim 300 studenten het basisvak gevolgd. In dezelfde periode hebben 62 studenten het integratievak gevolgd. Het aantal docenten dat betrokken is geweest bedroeg bij de KUN 9, de VU 9 en de WU 12. v. 2.0 Page 10 GIPSY

3. PROJECT REALISATIE Doelstellingen Werkpakket A1 t/m A3 - Basiscursus Geo-Informatie: er is een modulair opgebouwde basiscursus ontwikkeld (Web-based en deels mobiel). De cursus kent een intake waardoor een student kan achterhalen welke kennis hij niet direct paraat heeft. Vanuit deze intake kan de student naar diverse modulen gaan. De cursus biedt studenten de mogelijkheden om via internet (zowel via de Desktop en Mobiel device) een module te bestuderen en te toetsen (self-assessment). De internetversie is, in verschillende vormen, door tenminste 150 studenten gebruikt. De mobiele versie is slechts door 5 studenten gebruikt (dit ivm. beschikbaarheid van test-server en devices). Werkpakket B1 t/m B3 - Kennis-Integratie Omgevingsbeleid: er is een cursus ontwikkeld (web based en deels mobiel) en in resp. 2003 (test) en 2004 aangeboden aan studenten. In totaal hebben 63 studenten daaraan deelgenomen. Er zijn in het eerste jaar 3 cases ontwikkeld en beschikbaar gesteld. In het tweede jaar betrof het 12 cases. De uitvoering van iedere case met daarin een specifieke veldwerk-component waarin wireless middelen werden gebruikt (XDA/lap top met GPRS en GPS) heeft in 10 gevallen plaatsgevonden. Werkpakket H - Helpdesk: er is een conceptueel model voor de virtuele helpdesk ontwikkeld. De beoogde, technische implementatie daarvan is niet gerealiseerd. Wel is aan de KUN een fysieke helpdesk, analoog aan die van de VU en WU gerealiseerd. Werkpakket Y - Kennisdisseminatie: op diverse wijze zijn de opgedane kennis en ervaringen uit- en overgedragen. Centraal daarbij stonden lezingen, workshops en artikelen. De meeste disseminatie-doelstellingen zijn gerealiseerd. De Digital Learning Objects-studiedag heeft niet plaatsgevonden in de omvang die wij oorspronkelijk hadden beoogd. Aantekeningen Een nadere blik op de realisatie van de beoogde produkten wordt in bijlage 1 gegeven. In didactisch opzicht valt nog weinig te zeggen omtrent de ideeën mbt. plaats ( pak je school op en leer ) en tijdsonafhankelijkheid ( 24 uurs leren) van het leren. Uit de evaluaties van het mogelijk gebruik van XDA s ter ondersteuning van het leren werden deze mogelijkheden wel door studenten herkend en erkend. In hoeverre dit gaat gebeuren hangt niet alleen van het aanbod van onderwijsmateriaal af, maar momenteel in sterke mate van de technologie en de kosten daarvan (oa.mobile devices en transmissiekosten). Het werken in teamverband in het integratievak leverde mede door de aard van de cases, de combinatie van veldwerk en deskwerk en de rol van Geo-ICT daarbij enthousiaste projectgroepen. De projectgroepen kwamen tot zeer interessante resultaten die in veel opzichten verder gingen dan de beoogde leerdoelen. Studenten waardeerden het gebruik van ICT. v. 2.0 Page 11 GIPSY

Uitvoering ten opzichte van planning Uitgaande van de beoogde planning kunnen aan de hand van de bovenstaande overzicht de volgende observaties worden gedaan. v. 2.0 Page 12 GIPSY

Binnen het projectteam was nadrukkelijk meer interesse in en bevlogenheid ten aanzien van de mobile werkvormen aan de gang te gaan. Dit hield oa. in dat werkpakket B een vervroegde start kende en een jaar eerder dan gedacht een onderwijstest kon uitvoeren. Het betekende ook dat de totale doorlooptijd van de werkpakketten B versneld werd gerealiseerd. Dit in tegenstelling tot werkpakket A. Hier trad een nadrukkelijke vertraging op toen duidelijk werd dat de IMS Global Learning Consortium -concept mbt. het creëren van meta-informatie nog niet door docenten als zinvol wordt ervaren, dit veel tijd vraagt om in te voeren en dit alleen zinvol lijkt indien de technische infrastructuur (in dit geval een database structuur) al beschikbaar is. Het beschikbaar krijgen van die infrastructuur heeft uiteindelijk voor een forse stagnatie gezorgd. Pas na de midterm review is een keuze gemaakt die haalbaar bleek. Door allerlei omgevingsfactoren kon de feitelijke implementatie pas in de tweede helft van 2004 plaatsvinden. In de maanden december 2003, januari en februari 2004 zijn de laatste testen met studenten gerealiseerd. Het idee mbt. byte chuncks, DLO s die zijn te gebruiken via smart phones en PDA s met draadloos dataverkeer, blijft een belangrijk uitgangspunt voor de opzet van cursussen en tests. Werkpakket H kende teveel technische-implementatie (oa. conversie van Oracle portal 1.0 naar 2.0) problemen om daadwerkelijk uitvoering te geven aan de beoogde doelen. v. 2.0 Page 13 GIPSY

v. 2.0 Page 14 GIPSY

4. LESSONS LEARNED Rol van mobiele technologie Het draadloos digitaal leren kent vele gedaanten. Deze lopen uiteen van het gebruik van een Wireles LAN (WLAN) tot en met volledig veldlocatie-gebaseerd leren (location based learning). De verschillen tussen deze uiterste vormen hebben naast de didactische insteek ook te maken met de aanwending van de digitale technologie. Plaatsbepaling, transmissie-snelheid en de benodigde communicatie-vorm zijn daarbij van belang. Een belangrijk uitgangspunt om te komen tot afbakening en keuzen van een draadloze onderwijsomgeving heeft in aanvang te maken met de locatie van de student. Uit het GIPSY project zijn enkele van die criteria besproken. In figuur 3 staat de ID-matrix. Een matrix waarmee didactische en ict kenmerken aan elkaar zijn te relateren. Wanneer de matrix bekijken kunnen we de volgende aspecten bespreken. Figuur 3: ITC-Didactiek matrix Allereerst moet worden uitgezocht worden welke rol de leerlocatie van de student in het leertraject een rol speelt. Indien de leerlocatie eenduidig is, bijvoorbeeld het practicumlokaal, dan speelt E- learning (E) een belangrijke rol. Indien die locatie minder specifiek is, bijvoorbeeld in gebouw A vindt het onderwijs plaats, dan kan een Wlan (W) al een belangrijke invulling van het draadloos werken vormen. Indien de leerlocatie niet bepaald is, bijvoorbeeld omdat het leren overal kan plaatsvinden, dan is een Mobiele draadloze vorm (M) van belang. Vervolgens kan de aard van de mogelijke technologie worden bepaald. Daarvoor kan gekeken worden naar de didactisch vragen. Is het leerproces een individueel of groepsproces, kent het feedback van een of meerdere begeleiders, zijn er specifieke overlegvormen binnen de groep nodig. Indien de het leertraject vraagt om een draadloze omgeving dan is het zinvol om de rol de technologie nader te bepalen. Indien we opnieuw naar figuur 3 kijken dan kan het daarbij gaan om de rol van plaatsbepaling. Indien de plaatsbepaling essentieel onderdeel is van de leerstof of de feedback, dan richt zich de volgende vraag op de nauwkeurigheid van die plaatsbepaling. Veronderstel dat een student veldproeven moet uitvoeren op zes geprepareerde meetpunten dan is het noodzaak dat de student nauwkeurig naar die locatie kan navigeren. Het gebruik van een global positioning system (GPS) als onderdeel van die mobiele leeromgeving is dan gewenst. Als v. 2.0 Page 15 GIPSY

die eisen lager zijn dan kan volstaan worden met de identificatie binnen het mobiele netwerk (Cell- ID). Transmissie-snelheid heeft te maken met de hoeveelheid data die binnen de digitale leeromgeving wordt opgevraagd (downloaden) en opgestuurd (uploaden). In de mobiele leeromgeving vormt dit, ook met UMTS, een probleem. Het communicatie-protocol richt zich op het gebruik van voice en data en de aspecten van asynchroon of synchroon communiceren. Overigens is het communicatie-protocol niet mobiel specifiek, daar op de vast werkplek de variatie tussen e-mailen, chatten, telefoneren en videoconfereren ook allang geldt. Wel anders bij dit communicatie-protocol in de veldwerksituatie vormt de rol van de veldwerk-omgeving. Zo beïnvloeden het achtergrondsgeluid de verstaanbaarheid en de atmosferische omstandigheden de leesbaarheid van het beeldscherm. Er is dus een daadwerkelijk onderscheid te maken tussen mobiel leren en locatiegebaseerd leren. Projectteam en -organisatie Bij aanvang van het project is er via een E-xchange cursus aandacht besteed via oa. de Belbintest aan de aard van de teamleden. Terugblikkend op de testresultaten en het functioneren van het team blijkt dat de Belbin-test een goede indicatie kan geven van de teamopbouw. Als projectleider sturing geven aan een projectteam, dat bestaat uit medewerkers van verschillende instituten, vereist vooraf aan het project inzicht in de aard van de aanstelling van die projectmedewerkers. Verantwoordelijkheid en rapportageplicht neerleggen bij trekkers van werkpakketten werkt zeer prettig en stimulerend. De back-up van de projectcoördinator door een financieel deskundige is essentieel en voorkomt onduidelijkheden mbt. tarieven en contra-financiering. De opdrachtgever en de klankbordgroep zijn belangrijk maar vereisen op de juiste momenten input. Integraal verslagleggen van werkzaamheden en resultaten vereist in een dergelijk, omvangrijke project nog meer aandacht en tijdsreservering. In dit project zijn vele applicaties, voorbeelden en tests uitgevoerd. Daarnaast is veel literatuur en web-site onderzoek gedaan. In de kwartaalrapportages is daarnaar verwezen en zijn de resultaten vermeld. Bij de eindrapportage blijkt echter dat het gestructureerd en geordend integreren van die resultaten een omvangrijke klus blijft. Om dit te voorkomen moet de projectleider cq. werkpakketverantwoordelijke per kwartaal meer tijd reserveren voor het geïntegreerde verslag. Technologie De inzet van ICT in het onderwijs vraagt per definitie om het gebruik van die technologie. In dit project is gebleken dat het gebruik niet alleen afhangt van een beschikbare dan wel te ontwikkelen applicatie, maar ook van de beschikbaarheid van versies, licensies en servers, die beheerd worden en waarop experimenten mogen worden uitgevoerd. In een SURF-project waarin meerdere instituten participeren neemt de complexiteit van deze afhankelijkheid alleen maar toe. Een toename die voortkomt uit het gebruik van beveiligingsprotocollen, verschillende software, dan wel versies, en de toegankelijkheid voor studenten van andere instellingen. Ook hier geldt dat voorafgaand aan een projectstart, dan wel in de eerste fase van een project, synchronisatie en afstemming tussen de partners mbt. voornoemde aspecten (voorzover zinvol en relevant) moet plaatsvinden. De inmenging van SURF kan hierbij wellicht een sturend effect hebben. Ontwikkeling van applicaties door derden moet minstens een half jaar voor aanvang, ivm. offertetrajecten ed., worden opgestart. v. 2.0 Page 16 GIPSY

De huidige transmissie-snelheid voor het uploaden en downloaden op basis van UMTS is weliswaar bruikbaar, maar wordt door studenten als te traag ervaren. De dekking van het door ons gebruikte UMTS-netwerk is goed. De wireless technologie vraagt om investeringen in nieuwe middelen (PDA s, TabletPC s, ed.) om uitgebreide studententests te kunnen uitvoeren. In dit project is daartoe, en gegeven de randvoorwaarde dat er geen bulk-aanschaf mag worden gerealiseerd, geen uitgebreide evaluatie van het wireless deel van werkpakket A uitgevoerd. Tijdens de midterm review is, in overleg met SURF, besloten om een extensie van Blackboard nl. Blackboard togo / unplugged in te zetten. Ondanks de interventie vanuit SURF bleek dat frontlinieprojecten kritisch zijn. De software hebben we niet werkende gekregen en daardoor wederom alternatieven moeten zoeken. Didactiek In het project is enerzijds gezocht, via de Basiscursus, naar middelen om een Individueel leertraject te ondersteunen. Daarnaast is gezocht naar een opzet om het groepsleren, via het integratievak, te ondersteunen. Voor het individueel leren is dit niet in volle omvang gelukt omdat de uitgangspunten waarop het individueel leren stoelt niet duidelijk als vertrekpunt zijn uitgewerkt. Ook is het onderwijsmateriaal dat werd gebruikt te sterk gericht op de traditionele vorm van kennisverwerving. Dit in tegenstelling tot het groepsleren waarbij die uitgangspunten wel helder zijn geformuleerd en waarbij nadrukkelijk initiatieven, pro-actieve houding en samenwerking zijn ingebouwd. In de aanvangsfase van een project en indien de doelstellingen van het project daarop gericht zijn moeten de didactische criteria expliciet worden benoemd, alsmede de wijze waarop deze worden geëvalueerd. Overigens is de energie van de projectmedewerkers vnl. gericht geweest op het realiseren van het onderwijs, het aan de praat krijgen van de technologie en het instrueren van studenten en collega s. Hierdoor is op de evaluaties na geen tijd geweest om gericht onderzoek te doen naar de didactische effecten. Onderwijsmaterialen Tijdens het project was niet altijd duidelijk welke rechten aan welke onderwijsmaterialen (digitale en analoge teksten (incl. formules), opdrachten, gegevens, beeldmateriaal en softwareapplicaties) zijn verbonden. Met betrekking tot de Auteursrechten is in het project aangenomen dat 1.a) de ingebrachte leermaterialen per definitie toebehoren aan het instituut waar de leermaterialen oorspronkelijk zijn gemaakt. De project-participanten gebruiken deze materialen in licensie. 1.b) De tijdens het project ontwikkelde materialen zijn gemeenschappelijk eigendom van de participerende instituten. 1.c) Via bemiddeling van SURF kunnen andere onderwijsinstellingen de ontwikkelde materialen in licensie gebruiken. 2.a) Mbt. ontwikkelde softwarecode moeten aparte afspraken worden gemaakt. Tav. data, en met name de geografische gegevens, bleek in het project dat niet alle partners eenvoudig over deze gegevens kunnen beschikken. Indien een van de partners over een licnesie beschikt kan niet per definitie door alle partners gebruik worden gemaakt van de data. In het GIPSY-project is een spin-off project opgestart met NWO en TDN om de universiteiten en HBO s beschikking te laten krijgen over de TDN-gegevens tegen een geringe, jaarlijks vergoeding. v. 2.0 Page 17 GIPSY

Het probleem van de geografische gegevens doet zich ook voor mbt. het wederzijds gebruik van software-licensies. Uit oa. de project-contacten met Oracle bleek dat er weinig bereidheid bij de software-leveranciers aanwezig is om binnen een project de software voor de projectduur voor alle instituten op gelijkwaardige wijze beschikbaar te stellen. Tenslotte blijken ook de providers van telecom-diensten wel bereid om mee te denken en mee te praten, maar de benodigde licensies om gebruik te maken van UMTS diensten vereist wel degelijk een bedrijfs-contract. Opvallend is ook dat er mbt. prijsafspraken en tarieven nog veel ontwikkelingen gaande zijn. Tijdens het GIPSY-project hebben zich minstens vier tariefwisselingen voorgedaan. Wisselingen die niet beheersbaar zijn. Standaardisatie In de oorspronkelijke projectopzet is de term cursuswarenhuis gehanteerd om daarmee de link te leggen naar de zgn. clearinghouses en de daartoe ontwikkelde meta-informatie standaarden. Uit het project is gebleken dat aan de docentenkant het nut en noodzaak om Digitale Leer-Objecten (DLO) te beschrijven via meta-informatie niet erkend wordt. De discussie richt zich daarbij met name op het detail, de kleinste DLO die omschreven kan worden. In de discussie is ook aangegeven dat DLO een aspect is maar de inhoudelijke en volgordelijke relaties tussen DLO s tussen DLO s een andere. IMS voorziet daar niet in. Tussentijdse ervaringen lieten zijn dat het invoeren en controleren van de meta-informatie veel tijd vraagt. Bovendien bleek dat IMS niet geïmplementeerd voor handen is. IMS-achtige oplossingen vragen om aparte projecten c.q. trajecten en zijn vergelijkbaar met het archiveren zoals dat door bibliotheken wordt gedaan. Kosten De terugkoppeling per kwartaal op basis van begrote tijdsbesteding en daadwerkelijke tijdsbesteding is zinvol. Toch is bijsturing niet altijd mogelijk ivm. contractafspraken die, door de instellingen die als werkgever fungeren, al zijn aangegaan met projectmedewerkers. Onderwijs-ondersteuning: de inzet van wireless faciliteiten in het onderwijs vereist een specifiek beheer van middelen en software. Tijdens het GIPSY-project werden deze middelen verstrekt door de participerende instellingen. Het betekende allereerst een extra beheersinspanning. De wireless devices (Tablet PC, XDA, PDA, mobile phones en GPS incl. allerlei batterijen) vereisen dat zij geregeld worden opgeladen, ivm. diefstal gevoeligheid moet dit in een afsluitbare ruimte gebeuren. Zowel het OS (Windows CE) en de pocket PC applicaties vragen om onderhoud en updates. Ivm. het wireless dataverkeer moeten ook de SIMS worden beheerd (welke SIM (pin, puk, nummer, datacapaciteit) Waardoor duidelijk blijft bij wie, voor welke perioden, in welk devices deze in gebruik zijn. Het verstrekken en instrueren (oa. via help desk) van de wireless devices vereist extra inspanning. Ivm. kosten moet ook duidelijk worden op welke wijze data- en voice- activiteiten zijn te reguleren. v. 2.0 Page 18 GIPSY

5. PROJECT EFFECTEN Instituutspecifiek De effecten van het GIPSY-project zijn, ondanks allerlei onderwijsveranderingen in het kader van Bsc/MSc implementatie, per instituut verschillend maar uiterst positief. Bij de KUN heeft het project geleid tot de formele instelling van een fysieke helpdesk, de beschikbaarheid van de Basiscursus via Blackboard en het aanbod van Wageningse GIS-vakken in de diverse curricula. Bij de VU heeft het project geleid tot de beschikbaarheid van de Integratiecursus via Blackboard, de vraag vanuit diverse opleidingen om de veldwerkgerichte onderdelen van vakken te ondersteunen met mobiele oplossingen, de samenwerking met ICTO is veel intenser geworden en de resultaten hebben geleid tot een uitwerking in de UNIGIS-cursus. Bij de WU heeft de basiscursus geleid tot het intensiever gebruik van intake en self-assessments en de integratiecursus heeft met ingang van studiejaar 2003/2004 de status gekregen van een zogenaamd Academic Master Course. Dit vak is projectgericht en vormt een verplicht onderdeel van alle (!) MSc-opleidingen in de omgevingswetenschappen. Daarnaast is er net als bij de VU een breed appel om de mobiele technologie in meerdere vakken (met name met veldwerk) beschikbaar te krijgen. De realisatie binnen de opleidingen van de instituten is tav. de WU en de KUN gelukt binnen de beoogde doelstellingen. Bij de VU is dit uiteindelijk alleen binnen de opleiding FALW (voorheen FRA) gerealiseerd via de cursussen Digital Spatial Information (2 de jaars), Advanced spatial techniques (4 de jaar) en Meet en Veldtechnieken Twente (4 de jaars). Samenwerkingsspecifiek De samenwerking tussen de VU en de WU enerzijds en de KUN en de WU anderzijds zullen op passende wijze worden voortgezet. De VU en de WU hebben elkaar nadrukkelijk gevonden in de technologie en de toepassing van het plaatsgebonden leren. De KUN en de WU met name op het terrein van GIS-applicaties in het milieu-omgevingsonderwijs en onderzoek in het kader van SWING. De VU en WU zullen in een vervolgproject van SURF het project MANOLO werken aan een verdergaande disseminatie van de mobiele technologie in het onderwijs. Geo data In verband met de problemen ten aanzien van het gebruik van Geo-data is met NWO en TDN een traject ingezet om de universiteiten en hogescholen de beschikking te geven, tegen een beperkt jaartarief (6000 euro), over de authentieke topografische data set TOP10 VEC. Didactiek De samenwerking tussen didactici en geo-informatiekunde-specialisten en docenten heeft in dit project goed gewerkt. Vooral de meer onderwijskundig gerichte verkenningen en evaluaties zijn in samenwerking met de onderwijskundigen uitgevoerd. Bij de VU (ICTO) en de WU (CIO) heeft deze samenwerking tot nieuwe afspraken en projecten geleid. v. 2.0 Page 19 GIPSY

v. 2.0 Page 20 GIPSY