Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds TBI



Vergelijkbare documenten
Stichting Pensioenfonds TBI Jaarverslag 2009

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

JAARVERSLAG van STICHTING PENSIOENFONDS TBI

JAARVERSLAG van STICHTING PENSIOENFONDS TBI

Notulen van de deelnemersvergadering gehouden op 22 november 2010 in Villa Vijverbos, Mr. Lagrostraat 27 te Ammerzoden.

JAARVERSLAG van STICHTING PENSIOENFONDS TBI

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

JAARVERSLAG van STICHTING PENSIOENFONDS TBI

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Verkort jaarverslag 2013

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Terugblik 2011 in cijfers

27 september Deelnemersvergadering

Brochure Toeslagverlening

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

FINANCIËLE POSITIE EN TOESLAGVERLENING 2015

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

JAARVERSLAG 2016 van. STICHTING PENSIOENFONDS TBI (in liquidatie)

VERKORT JAARVERSLAG 2016

Toeslagverlening. Versie

Financiële positie pensioenfonds

Financiële positie en toeslagverlening 2014

Toeslagverlening. Versie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 25 juni 2015

stichting pensioenfonds wonen

Verslag deelnemersvergadering 2013, gehouden op dinsdag 10 december 2013 om uur in het Golden Tulip Alkmaar, Arcadialaan 6 te Alkmaar.

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

JAARVERSLAG van STICHTING PENSIOENFONDS TBI

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Overige. Wijziging rente. Rendement. Toeslagen. Uitkeringen. Premies

Toeslagverlening. Versie

Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019

VERKORT JAARVERSLAG 2017

Actuariële en bedrijfstechnische nota

Verzekeraar of Algemeen Pensioenfonds? Pensioen

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij, statutair gevestigd te Enschede, hierna te noemen: "het Fonds"

Kamervragen van de leden Omtzigt en Van Hijum (beiden CDA)

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

Haarlem 19 juni 2018 Boxmeer 21 juni 2018 Oss 21 juni 2018

Brochure. Toeslagverlening

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

FINANCIEEL CRISISPLAN STICHTING PENSIOENFONDS HUNTSMAN ROZENBURG. Bijlage bij de actuariële en bedrijfstechnische nota

Toeslagverlening Uitgave mei 2015

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620

Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland. Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

VOORGENOMEN LIQUIDATIE PENSIOENFONDS

Deelnemersvergadering 30 september 2010

Verkort jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds SABIC

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Vijftiende nieuwsbrief Stichting Pensioenfonds Croda Juli 2015

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

Aanpassing pensioenregeling een must. Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM

Pensioen. Verzekeraar of Algemeen Pensioenfonds? Een algemeen pensioenfonds als alternatief voor uw salaris-diensttijdregeling. meeus.

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

Notulen van de deelnemersvergadering gehouden op 24 november 2008 in Villa Vijverbos, Mr. Lagrostraat 27 te Ammerzoden.

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen.

Toeslag- verlening Uitgave mei 2015

UITVOERINGSOVEREENKOMST

Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw

TRANSPARANTIEDOCUMENT

Deelnemersbijeenkomst Stichting Jan Huysman Wz fonds 27 September 2016

Verkort jaarverslag 2016

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

ADDENDUM BIJ DE PENSIOENOVEREENKOMST

Stichting Norit Pensioenfonds

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 26 juni 2014

Supplement bij uitvoeringsovereenkomst d.d. 31 december 2012 hoofdlijnenakkoord tussen IBM Nederland B.V. en Stichting Pensioenfonds IBM Nederland

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

DNB-intern. 27 januari Volledig herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur,

Wijziging uitvoerder & pensioenregeling november 2014

Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur

Eisen voor bestuursleden

Brochure. Toeslagverlening

FINANCIËLE POSITIE. Deelnemersvergadering 29 november Financiële positie 29 november 2016 Pagina 1

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Pensioenen... Herstelplan 2017

Goed jaar Metro Pensioenfonds, toch geen verhoging pensioenen

Welkom op de jaarvergadering 2017

Transcriptie:

Jaarverslag 2010

Jaarverslag 2010

2 Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds TBI Inhoud 3 Kengetallen 4 Verslag van het bestuur 4 Profiel van het fonds 4 Organisatie 6 Financieel beleid van het fonds 9 Goed pensioenfondsbestuur 11 Financiële paragraaf 12 Beleggingenparagraaf 13 Pensioenparagraaf 14 Actuariële paragraaf 14 Risicobeheer 15 Toekomstparagraaf 16 Verslag van het verantwoordingsorgaan 17 Jaarrekening 2010 18 Balans per 31 december 2010 19 Staat van baten en lasten over 2010 19 Bestemming saldo baten en lasten 20 Algemene toelichting 24 Toelichting op de balans en staat van baten en lasten 37 Overige gegevens 38 Diversen 39 Actuariële verklaring 40 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 41 Bijlagen 42 Overzicht verzekerden 42 Demografie 43 Overzicht aangesloten ondernemingen

3 Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds TBI Kengetallen (x 1.000 ) 2008 2007 2006 Aantallen Deelnemers 572 614 548 558 569 Gewezen deelnemers 296 300 303 299 262 Pensioengerechtigden 381 364 339 303 280 Totaal 1.249 1.278 1.190 1.160 1.111 Reglementvariabelen Toeslagen actieven per 1 januari in % 0,70 2,80 3,20 2,20 n.v.t. Toeslagen inactieven per 1 januari in % 0,00 0,00 1,60 0,90 1,00 Premiebaten en pensioenuitkeringen Feitelijk te ontvangen premie 3.732 3.743 3.204 3.364 3.444 Incidenteel aanvullende premie 969 0 3.631 n.v.t. n.v.t. Gedempte premie 3.276 3.060 2.279 2.178 n.v.t. Kostendekkende premie 3.302 3.084 1.945 2.046 n.v.t. Pensioenuitvoeringskosten 1 263 297 254 93 386 Pensioenuitkeringen 2 - Ouderdomspensioen 4.942 4.253 3.414 3.056 - Partnerpensioen 809 729 709 686 - Wezenpensioen 31 29 33 38 - Afkopen 39 0 0 0 Totaal 5.821 5.011 4.156 3.780 3.556 Beleggingsportefeuille Aandelen 48.085 42.471 31.868 38.612 40.824 Vastrentende waarden 97.460 87.942 83.364 84.683 83.267 Annuïteitenlening 4.003 4.042 4.079 4.114 4.149 Overige beleggingen 682 1.196 981 103 320 Vermogenssituatie en solvabiliteit Pensioenvermogen 3 158.203 132.992 135.189 114.716 122.593 Pensioenverplichtingen 4 144.762 129.496 125.287 103.514 108.101 Aanwezige dekkingsgraad in % 109 103 108 111 113 Vereiste dekkingsgraad in % 5 100 102 100 100 100 Minimaal vereiste dekkingsgraad in % 100 100 100 100 100 Beleggingsperformance Beleggingsrendement in % 12,45 13,04-5,04-0,43 3,34 1 De kosten worden m.i.v. 2007 volgens RJ 610 gepresenteerd. 2 M.i.v. 2007 is er een onderverdeling in de uitkeringen. 3 M.i.v. 2007 wordt het pensioenvermogen bepaald op FTK in plaats van APP. 4 M.i.v. 2007 worden de pensioenverplichtingen bepaald op FTK in plaats van APP. Het betreft hier uitsluitend de technische voorzieningen voor risico herverzekeraar en voor risico fonds. 5 Ultimo 2009 is de credit rating van de herverzekeraar lager dan AA- en geldt voor het eerst een vereist eigen vermogen van 2,2%. In januari 2011 heeft De Nederlandsche Bank aangegeven dat herverzekerde fondsen vanaf 1 februari niet meer verplicht zijn om het kredietrisico te adresseren. Dat betekent dat er geen rekening meer hoeft te worden gehouden met een vereist eigen vermogen voor het kredietrisico en ook niet met een afslag bij de waardering van de vordering op de herverzekeraar. Het bestuur van het pensioenfonds heeft besloten de jaarrekening 2010 reeds te baseren op de nieuwe wetgeving. Ultimo 2010 wordt dan ook geen rekening gehouden met een vereist eigen vermogen voor het kredietrisico. 3

4 Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds TBI Verslag van het bestuur (x e 1.000) Profiel van het fonds Stichting Pensioenfonds TBI, statutair gevestigd te Rotterdam aan het adres Wilhelminaplein 37, is opgericht op 18 februari 1983. De laatste statutenwijziging dateert van 8 december 2009. Het fonds is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41128035. Het fonds is een ondernemingspensioenfonds en is aangesloten bij de koepelorganisatie Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen (OPF). Het fonds heeft tot doel uitvoering te geven aan de van toepassing zijnde (excedent) pensioenreglementen, zoals deze gelden voor TBI Holdings B.V. en de aangesloten ondernemingen. Het fonds voert de regelingen uit voor 1.249 rechthebbenden (actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden) en heeft een belegd vermogen van circa 150 miljoen. Voor een specificatie van de aangesloten ondernemingen wordt verwezen naar de bijlage. Het fonds voert de volgende pensioenregelingen uit: Pensioenregeling 2007: collectief beschikbare premieregeling op basis van voorwaardelijk geïndexeerd middelloon; Excedentregeling: individueel beschikbare premieregeling voor deelnemers met een salaris boven het maximumsalaris van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid of het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Metalektro; Prepensioenregelingen: een bruto- en een nettoprepensioenregeling op basis van eindloon voor een gesloten groep deelnemers; Excedentregeling Metaal en Techniek: betreft de door het Pensioenfonds Metaal en Techniek gedispenseerde excedent pensioenregeling boven het jaarlijks door dit bedrijfstakpensioenfonds vast te stellen grensbedrag van de bedrijfstakregeling. Het fonds betaalt hiervoor de doorsneepremie aan Nationale-Nederlanden Levensverzekering Mij; Compensatieregeling vroegpensioen UTA: individueel beschikbare premieregeling voor UTA-medewerkers die op grond van de CAO voor de Bouwnijverheid voor de jaren 2006 tot en met 2009 gecompenseerd moeten worden voor het vervallen van de vroegpensioenregeling, voor zover deze niet reeds door een verhoging van het opbouwpercentage van het ouderdomspensioen wordt gecompenseerd. Het betreft uitsluitend compensatie van het werkgeversdeel; Beschikbare premieregeling variabele bonussen: pensioenregeling waarin voor een gesloten groep deelnemers een beschikbare premie is toegezegd over hun variabele beloning. Het overlijdensrisico en arbeidsongeschiktheidsrisico voor de actieve deelnemers is herverzekerd bij Nationale-Nederlanden Levensverzekering Mij. Het fonds heeft de uitvoering van de pensioenregelingen ondergebracht bij een aantal externe partijen. Nationale-Nederlanden Levensverzekering Mij. ( Nationale-Nederlanden) voert de deelnemers- en uitkeringen administratie uit, A&O Pensioen Services (A&O) verzorgt de jaarrekening en ING Investment Management (ING IM) is de vermogensbeheerder. Aon Hewitt Actuarial Services (Aon Hewitt AS) adviseert en begeleidt het bestuur van het fonds. Ook de certificerend actuaris is werkzaam bij Aon Hewitt AS. Een gedragscode waarborgt de scheiding tussen advisering en certificering. Met de instellingen zijn ter zake overeenkomsten afgesloten. Organisatie Bestuur Bij een ondernemingspensioenfonds telt het bestuur ten minste evenveel vertegenwoordigers van werknemers en pensioengerechtigden als van de werkgever. Het aantal vertegenwoordigers van de pensioengerechtigden is daarbij niet groter dan het aantal vertegenwoordigers van de werknemers, tenzij het aantal pensioengerechtigden meer dan 90 procent van de totale populatie bedraagt. De benoeming van de werknemersvertegenwoordigers vindt plaats na verkiezing door en uit de deelnemers. De vertegenwoordigers van de pensioengerechtigden worden gekozen door en uit de groep van pensioengerechtigden. De werkgeversvertegenwoordigers worden voor onbepaalde tijd benoemd door de Raad van Bestuur van TBI Holdings B.V. Stichting Pensioenfonds TBI kent een bestuur dat uit zes (6) leden bestaat. Het bestuur is verantwoordelijk voor het beleid van het fonds.

5 Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds TBI Het bestuur van het fonds heeft de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden uitbesteed aan de volgende uitvoeringsorganisaties: Aon Hewitt AS bestuursondersteuning; A&O jaarrekening; Nationale-Nederlanden pensioen- en uitkeringenadministratie; ING IM vermogensbeheer. Uitgangspunt is dat het bestuur, conform de eisen van de pensioenwet, verantwoordelijk blijft voor de juiste uitvoering van de uitbestede taken. Dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur van het fonds wordt gevormd door de voorzitter en de secretaris. Het bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden conform de statuten en reglementen van het fonds, overeenkomstig de vastlegging in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN). Het bestuur heeft ter administratieve en secretariële ondersteuning de heer J.D. van der Wel als ambtelijk secretaris aangesteld. De ambtelijk secretaris is primair verantwoordelijk voor het toezicht op de administratie en de financiën. De heer Van der Wel zal per 1 mei 2011 met pensioen gaan en is in januari 2011 opgevolgd door mevrouw drs. J. Kooman AAG. Verantwoordingsorgaan Het bestuur legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het beleid en de wijze waarop het beleid is uitgevoerd. In het verantwoordingsorgaan hebben zitting de heren ir. G.J. Woudenberg (voorzitter Raad van Bestuur van TBI Holdings B.V. tot 1 juni 2010) namens de werkgever, ing. H. van Keulen (directeur Heijmerink Bouw B.V.) namens de deelnemers en J. Romijn (gepensioneerd directeur van B.V. Kunststoffenindustrie Attema (thans Attema B.V.) en oud-bestuurslid van het fonds) namens de pensioengerechtigden. Er is een reglement verantwoordingsorgaan opgesteld, waarin de rechten en bevoegd heden van het verantwoordingsorgaan worden beschreven. Intern toezicht Het intern toezicht is vormgegeven door middel van visitatie. Het bestuur zal de visitatiecommissie eens in de drie jaar de opdracht geven het functioneren van (het bestuur van) het fonds kritisch te bezien, waarbij in ieder geval de volgende zaken aan de orde komen: het beoordelen van beleids- en bestuursprocedures, bestuursprocessen en de checks en balances binnen het fonds; het beoordelen van de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd; het beoordelen van de wijze waarop door het bestuur wordt omgegaan met de risico s op de langere termijn. In 2009 heeft de visitatiecommissie voor het eerst haar toezicht uitgeoefend. De visitatiecommissie bestond uit: de heren W. Wittebol, J. Lindeman en H. Wiegers. In 2010 is er geen toezicht door de visitatiecommissie geweest. Wel heeft het bestuur in 2010 nadere aandacht geschonken aan een aantal bevindingen van de visitatie uit 2009. Een belangrijke aanbeveling betrof het goed vast leggen van de taken van het dagelijks bestuur, de beleggingscommissie en de ambtelijk secretaris. Het bestuur heeft besloten dit samen met de nieuwe ambtelijk secretaris verder vorm te geven en tijdens een studiedag voor het hele bestuur in april 2011 te behandelen. De samenstelling van het bestuur is als volgt: Naam Functie Vertegenwoordiging Lid sinds Einde zittingsduur Dhr. W. Poldervaart MIM Voorzitter Werkgever November 2004 Onbepaald Dhr. mr. H.G.C. Schouten Secretaris Werkgever November 2008 Onbepaald Dhr. A. de Hoog Lid Werkgever Maart 2007 Onbepaald Dhr. ing. F.W. van Meerkerk Lid Pensioengerechtigden Februari 2008 Eind 2011 Dhr. R. Lems Lid Werknemers November 2003 Eind 2011 Dhr. R. van Breemen Lid Werknemers November 2008 Eind 2012

6 Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds TBI Deelnemersvergadering De deelnemers en pensioengerechtigden worden schriftelijk uitgenodigd voor de deelnemersvergadering die eenmaal per jaar wordt gehouden. Bij belangrijke wijzigingen, zoals omschreven in de ABTN en statuten, legt het bestuur zijn besluiten voor aan de deelnemers. Sinds 2009 wordt voor de deelnemers aan de excedentregeling (individueel beschikbare premieregeling) een separate deelnemers vergadering georganiseerd door het fonds en Nationale-Nederlanden tezamen. Financieel beleid van het fonds Algemeen Het financieel beleid heeft als belangrijkste doelstelling de financiële positie van het fonds te kunnen beïnvloeden. Daartoe staan de volgende (hierna toegelichte) sturingsmiddelen ter beschikking: herverzekeringsbeleid, beleggingsbeleid, toeslagbeleid en premiebeleid. Binnen deze voorwaarden heeft het bestuur keuzevrijheid. Het beleggingsbeleid, in het bijzonder de beleggingsrendementen, zijn van wezenlijk belang; ze dienen namelijk overrente te creëren, waardoor toeslagen voor de inactieve deelnemers mogelijk worden. De beleggingsmix bestaat voor 70 procent uit vastrentende waarden en voor 30 procent uit zakelijke waarden. Binnen de vastrentende waarden wordt in zowel staats- als bedrijfsobligaties belegd. De duration van de vastrentende portefeuille is gelijk aan de duration van de VPV. De aandelen zijn wereldwijd belegd. Voor het deel van de middelen van het fonds waar geen pensioenverplichtingen tegenover staan, heeft het bestuur meer beleggingsvrijheid. Deze middelen zijn in mei 2010 ondergebracht in een apart depot. De beleggingsmix voor dit tweede depot is, qua verdeling over vastrentende waarden en aandelen, gelijk aan die van het hoofddepot. Binnen de vastrentende waarden is er in het tweede depot echter geen sprake van duration matching. Herverzekeringsbeleid De aanspraken uit de regelingen die het fonds uitvoert zijn volledig herverzekerd bij Nationale-Nederlanden. Hiertoe is een pensioenverzekeringsovereenkomst van kracht die geldt voor de periode 1 januari 2007 tot en met 31 december 2011. De verzekering van de verplichtingen, voortvloeiend uit de volgens de pensioenregeling gedane toezeggingen, geschiedt op basis van jaarlijkse affinanciering. De overeenkomst met de verzekeraar heeft de vorm van een garantiecontract. Dit houdt in dat de uitkering van de opgebouwde en gefinancierde pensioenaanspraken door de verzekeraar wordt gegarandeerd. Ook betekent dit dat als bij verlenging van de overeenkomst voor de toekomst zwaardere grondslagen worden toegepast, bijvoorbeeld vanwege toegenomen levensverwachtingen, de daaruit voortvloeiende verhoging van de Voorziening Pensioen verplichtingen (VPV) voor rekening komt van de herverzekeraar. Beleggingsbeleid Het bestuur kan het beleggingsbeleid slechts in beperkte mate beïnvloeden, omdat het fonds een garantiecontract heeft. De verzekeraar staat garant voor de uitkeringen nu en in de toekomst. Daarom stelt de verzekeraar een aantal voorwaarden ten aanzien van het beleggingsbeleid, bijvoorbeeld over duration matching en over het maximale percentage zakelijke waarden in de portefeuille. Toeslagbeleid Actieve deelnemers Op de reeds opgebouwde pensioenaanspraken van actieve deelnemers kan jaarlijks per 1 januari een toeslag worden verleend. Uitgangspunt voor de hoogte van deze voorwaardelijke toeslagverlening is de ontwikkeling van de loonindex bij TBI Holdings B.V. Het bestuur beslist jaarlijks in hoeverre de pensioenaanspraken van actieve deelnemers worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd. De toeslagverlening wordt gefinancierd uit een opslag op de premie en uit overrente uit hoofde van het garantiecontract. Gewezen deelnemers en pensioengerechtigden Op de pensioenrechten van alle pensioengerechtigden en op de pensioenaanspraken van alle gewezen deelnemers kan jaarlijks per 1 januari een toeslag worden verleend. Uitgangspunt voor de hoogte van deze voorwaardelijke toeslagverlening is de stijging van het consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens, zoals officieel wordt gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (periode oktober-oktober). De toeslagverlening wordt in beginsel gefinancierd uit overrente uit hoofde van het garantiecontract. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre de pensioenaanspraken en pensioenrechten worden aangepast. Het toeslagbeleid voor zowel actieve deelnemers als gewezen deelnemers en pensioengerechtigden van het

7 Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds TBI fonds is voorwaardelijk. Dat houdt in dat er alleen een toeslag kan worden verleend wanneer er voldoende financiële ruimte aanwezig is. Premiebeleid Voor de Pensioenregeling 2007 geldt een collectief toegezegde bijdrage van 36,3 procent van de pensioengrondslagsom. Hiervan komt 26,3 procent voor rekening van de werkgever en 10 procent voor rekening van de werknemer. De collectief toegezegde bijdrage wordt door het bestuur in principe eens in de vijf jaar vastgesteld, synchroon lopend met de contractperiode. Bij de vaststelling van de hoogte van de totale pensioenpremie is het uitgangspunt dat de hoogte van de totale pensioenpremie, over de periode waarover deze wordt vastgesteld, ten minste gelijk zal zijn aan de kostendekkende premie over die periode. Op het moment van vaststellen wordt met het aanwezige toeslagdepot rekening gehouden. Het toeslagdepot bestaat uit het verschil tussen de feitelijke betaalde en de actuarieel benodigde premie. De kostendekkende premie omvat: de actuarieel benodigde premie voor de reguliere pensioenopbouw en de dekking van de overlijdensen arbeidsongeschiktheidsrisico s; de opslag die het fonds nodig heeft voor het in stand houden van het vereiste eigen vermogen, zoals vast gelegd in de pensioenwet; een opslag voor de toeslagverlening voor actieve deelnemers; de herverzekeringspremie; alle uitvoerings- en advieskosten van het fonds. Aanwending van de premie Jaarlijks stelt het bestuur vast of de totale pensioenpremie voldoende is om de totale kosten van de pensioenregeling te dekken. Dit geschiedt als volgt: indien de totale pensioenpremie in enig jaar hoger, respectievelijk lager is dan de kostendekkende premie in dat jaar zal het verschil worden verrekend met het in het fonds aanwezige toeslagdepot; indien in enig jaar de totale pensioenpremie, samen met het aanwezige toeslagdepot, niet voldoende is om de in te kopen pensioenaanspraken te financieren, kunnen achtereenvolgens de volgende maatregelen worden genomen: de gewenste toeslagverlening op de opgebouwde pensioenaanspraken van de deelnemers zal zodanig worden beperkt dat het toeslagdepot niet negatief wordt; indien het volledig afzien van toeslagverlening op de opgebouwde pensioenaanspraken van de deelnemers niet voldoende is om het toeslagdepot positief te laten zijn, zal vervolgens een beperking plaatsvinden op de in dat jaar in te kopen pensioenaanspraken, zodanig dat het toeslagdepot niet negatief zal zijn. Resultaatbronnen De financieel belangrijkste resultaatbronnen, die het fonds kent, zijn: het resultaat op vrije reserve (inclusief beklemde reserve), interest, toeslagen en premies. Het resultaat van het fonds over boekjaar 2010 is positief en bedraagt 9.945. Reserves Het fonds beschikt over reserves ter grootte van 13.441. Hierbij is steeds uitgegaan van een VPV die bepaald is op actuele waarde. Voor deze bepaling publiceert De Nederlandsche Bank (DNB) maandelijks een rente termijnstructuur met de actuele rentes, behorend bij de verschillende looptijden. Beleggingsopbrengst tweede depot In mei 2010 zijn de vrije middelen ondergebracht in een tweede beleggingsdepot. De beleggingsopbrengst binnen dit depot bedraagt 326. Interest De afgedragen premies worden gestort in de premiereserve. De premiereserve bij Nationale-Nederlanden is belegd in een gesepareerd beleggingsdepot. Bij de vaststelling van de VPV en de actuariële premies wordt rekening gehouden met een minimumbeleggingsrendement van 4 procent per jaar. Het fonds heeft een garantiecontract met verzekeraar Nationale-Nederlanden. Dit heeft de volgende consequenties: Negatieve overrente Wanneer het werkelijk behaalde beleggingsrendement lager is dan de in de VPV ingecalculeerde opbrengst van 4 procent is er sprake van een negatieve overrente (voor zover dit volgens het verzekeringscontract in aan merking wordt genomen bij de overrentebepaling). Het effect van het garantiecontract is dat dit niet direct ten laste van het resultaat wordt geboekt, maar als vordering op de her verzekeraar wordt geactiveerd. Positieve overrente Wanneer het werkelijk behaalde beleggingsrendement hoger is dan de in de VPV ingecalculeerde opbrengst van

8 Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds TBI 4 procent is er sprake van een positieve overrente (voor zover dit volgens het verzekeringscontract in aan merking wordt genomen bij de overrentebepaling). Deze positieve overrente dient in eerste instantie te worden gebruikt om eventuele negatieve overrente af te lossen. Een eventueel surplus staat door middel van de egalisatiereserve ter beschikking aan het bestuur voor aanwending binnen de regeling. Premies De collectief beschikbare bijdrage bedraagt in het verslagjaar 36,3 procent van de pensioengevende salarissom. De werknemersbijdragen zijn hier onderdeel van. De werknemersbijdrage wordt op het salaris ingehouden en de herverzekeraar ontvangt de totale bijdrage van de werkgever. In de premie zit 2.860 aan CDC-premie en 1.841 aan overige premies. Ultimo 2008 en ultimo 2009 is, zoals opgenomen in de staat van baten en lasten in het depotverslag, een negatieve overrente geactiveerd van 15.072, respectievelijk 7.184. In het verslagjaar is positieve overrente gerealiseerd van 6.460, waardoor de cumulatieve negatieve overrente uitkomt op 724. Daarmee is de negatieve overrente uit het verleden voor het grootste deel weer goedgemaakt. Eventuele toekomstige positieve overrente zal eerst moeten worden gebruikt om het saldo van deze geactiveerde negatieve overrente te verminderen totdat dit nihil bedraagt. Toeslagen Alle toeslagen zijn voorwaardelijk en afhankelijk van de financiële situatie van het fonds (zie hiervoor pagina 27). Het bestuur heeft besloten de volgende toeslagen per 1 januari 2010 toe te kennen: actieve deelnemers: 0,7 procent; de loonindex bedroeg 0,7 procent; gewezen deelnemers en pensioengerechtigden: 0 procent; de prijsontwikkeling bedroeg 0,7 procent. Overige resultaatbronnen Kosten Het uitgangspunt hierbij is dat alle kosten gedekt moeten worden door de premies. Dit houdt in dat er in principe geen resultaat op kosten kan zijn. In de uitkeringsfase komen in de VPV gereserveerde excassokosten beschikbaar. Dit leidt tot een kleine winst op kosten die verrekend wordt met de totale kosten. Sterfte en arbeidsongeschiktheid Het fonds heeft een aanspraak op een gedeelte van een eventueel voordelig technisch resultaat van het garantiecontract bij Nationale-Nederlanden. Deze aanspraak wordt vastgesteld aan het einde van iedere vijfjarige contractperiode. Indien de som van de jaarlijkse technische resultaten positief is, komt hiervan 55 procent beschikbaar voor het fonds. Indien de bedoelde som negatief is, komt deze volledig voor rekening van Nationale-Nederlanden. Het totale onverdeelde technisch resultaat tot en met 2010 is 1.227. Het aandeel voor het fonds bedraagt hier 55 procent van, zijnde 675. In 2010 is besloten om aan de gewezen deelnemers en pensioengerechtigden per 1 januari 2011 geen toeslag te verlenen. Tevens is besloten dit besluit te heroverwegen, indien het Financieel Toetsingskader aangepast wordt, om wellicht een toeslag te kunnen verlenen met terugwerkende kracht per 1 januari 2011. Met ingang van 1 februari 2011 is dat gebeurd. Ondanks dat ultimo 2010 volgens de regelgeving formeel nog rekening gehouden moet worden met het kredietrisico, is reeds bekend dat de hiermee verband houdende reserves per 1 februari 2011 kunnen vrijvallen. Het bestuur heeft daarom in maart 2011 besloten zich te baseren op de wetgeving vanaf 1 februari 2011 en de pensioenen van de inactieven met terug werkende kracht te verhogen met 1,3 procent per 1 januari 2011. Deze verhoging wordt gefinancierd uit het rendement op de algemene reserve. Mutaties Bij bepaalde mutaties, zoals waardeoverdrachten, afkopen en/of uitkeringen, kunnen er verschillen ontstaan tussen de bedragen die in de VPV benodigd zijn of beschikbaar komen enerzijds en de werkelijke betalingen dan wel ontvangsten anderzijds. Deze verschillen zijn over het algemeen beperkt. Resultaatverdeling In 2010 is in het gesepareerd beleggingsdepot een positief resultaat van 7.282 behaald, waarvan een negatief bedrag van 127 tot de resultatendeling behoort. Deze bedragen zijn bepaald op basis van de her verzekerings grondslagen. Zie pagina 7 onder interest voor de aanwending van de overrente. Aan het eind van de contractperiode van het pensioenfonds met Nationale-Nederlanden, te weten op 31 december 2011,

9 Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds TBI wordt de som van de jaarlijkse technische resultaten bepaald ( resultaat stichtings collectiviteit ). Indien die som positief is, komt hiervan 55 procent beschikbaar voor het pensioenfonds. Indien de bedoelde som negatief is, komt deze volledig voor rekening van Nationale-Nederlanden. Bij de verdeling van het technisch resultaat wordt een verbinding gelegd tussen de technische resultaten over diezelfde periode, zoals die worden bepaald voor de overeenkomsten tussen enerzijds het fonds, TBI-ondernemingen met een ondernemingspensioenregeling en de TBI-bouwcollectiviteit en anderzijds Nationale-Nederlanden ( resultaat aangesloten ondernemingspensioenregelingen en de bouwcollectiviteit ). Een eventueel per saldo negatief technisch resultaat binnen een van de collectiviteiten wordt verrekend met het positieve technisch resultaat van de andere collectiviteit. Een eventueel resterend positief resultaat wordt binnen de betrokken collectiviteit verrekend. Wanneer alle collectiviteiten een positief resultaat hebben, vindt geen verrekening plaats. Ook indien alle collectiviteiten een negatief resultaat hebben, vindt geen verrekening plaats. Goed pensioenfondsbestuur Integere bedrijfsvoering Wettelijk is geregeld dat een pensioenfonds maatregelen dient te treffen die goed pensioenfondsbestuur waarborgen. Met de invoering van de pensioenwet per 1 januari 2007 zijn de STAR-principes voor pension fund governance (PFG) verankerd in het wettelijke kader. De 32 principes betreffen de onderdelen: zorgvuldig bestuur, transparantie, openheid en communicatie, deskundigheid, verantwoording en intern toezicht. Het bestuur richt de organisatie van het fonds zodanig in dat deze een beheerste en integere bedrijfsvoering waarborgt. Binnen het fonds is onder meer op de volgende wijze uitvoering gegeven aan de hiervoor beschreven eisen: medezeggenschap pensioengerechtigden door bestuursdeelname; oprichting van een verantwoordingsorgaan waarin de werknemers, de pensioengerechtigden en de werkgever een zetel bemensen; inrichting van het interne toezicht door middel van een visitatiecommissie, bestaande uit externe deskundigen; opstellen van een deskundigheidsplan ter bevordering en handhaving van het deskundigheidsniveau van het bestuur; vastleggen van een gedragscode ter voorkoming van belangenverstrengeling; opstellen van een klachten- en geschillenprocedure; herverzekering van de financiële risico s door middel van een garantiecontract; uitbesteding van de pensioenuitvoering op basis van een uitvoeringsovereenkomst en Service Level Agreement (SLA); communicatiebeleid, waarbij belanghebbenden op begrijpelijke wijze over de inhoud van de pensioenregeling, veranderingen en actuele ontwikkelingen worden geïnformeerd. Deelnemersvergadering De jaarlijkse deelnemersvergadering is in het verslagjaar gehouden op 22 november te Ammerzoden. In de vergadering zijn actuele pensioenzaken voorgelegd aan de deelnemers en pensioengerechtigden en is een uitgebreide toelichting gegeven op het jaarverslag. Verantwoordingsorgaan en intern toezicht Voor het afleggen van verantwoording moet met ingang van 2008 bij pensioenfondsen een verantwoordingsorgaan zijn ingesteld. Aan dit orgaan wordt door het bestuur verantwoording afgelegd over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd. In het verantwoordingsorgaan zijn de werknemers, pensioengerechtigden en de werkgever vertegenwoordigd. De zetels zijn gelijk verdeeld over deze geledingen. Het bestuur heeft besloten elk van de geledingen in te vullen door middel van één zetel. Er is een reglement verantwoordingsorgaan opgesteld, waarin de rechten en bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan worden beschreven. Voor de inrichting van het interne toezicht heeft het bestuur van het fonds gekozen voor een visitatiecommissie. De taken en bevoegdheden van de visitatiecommissie worden beschreven in de statuten van het fonds die in 2009 opnieuw zijn vastgesteld. Deskundigheidsbevordering In het verslagjaar is veel aandacht besteed aan de deskundigheidsbevordering van het bestuur. Het bestuur is hierbij uitgegaan van de eisen die zijn vastgelegd in het plan van aanpak deskundigheidsbevordering, zoals opgesteld door de pensioenkoepels. In het plan is vastgelegd aan welke

10 Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds TBI deskundigheidseisen de bestuursleden individueel én het bestuur als geheel moeten voldoen. De aandachtsgebieden zijn als volgt geformuleerd: 1. Het besturen van een organisatie. 2. Relevante wet- en regelgeving. 3. Pensioenregelingen en pensioensoorten. 4. Financieel technische en actuariële aspecten. 5. Administratieve organisatie en interne controle. 6. Uitbesteden van werkzaamheden. 7. Communicatie. In het kader van de deskundigheidsbevordering heeft op 6 september 2010 een studiedag voor het bestuur plaatsgevonden. De bestuursleden en de ambtelijk secretaris zijn in het najaar van 2009 getoetst op hun bestuursdeskundigheid middels de deskundigheidstoets van Aon Hewitt AS. Met deze toets wordt de deskundigheid van het bestuur ten aanzien van de eindtermen 1 en 2 uit het Plan van Aanpak van de koepels getoetst. Uit de deskundigheidstoets kwam naar voren dat de deskundigheid van het bestuur voldoende is, maar dat de kennis op een aantal aandachtsgebieden nog verbeterd zou kunnen worden. Tijdens de studiedag in september 2010 is daarom extra aandacht besteed aan deze specifieke punten. Tijdens deze studiedag zijn de volgende onderwerpen aan de orde gekomen: Deskundigheid ten aanzien van: - wet- en regelgeving; - financiën en actuariële aspecten; - uitbestedingen. Toekomst Pensioenfonds TBI - verkenning van de mogelijkheden. Het deskundigheidsplan van het fonds is in 2009 geactualiseerd met betrekking tot de huidige bestuurssamenstelling. Verder zijn de uitkomsten van de deskundigheidstoets verwerkt in het deskundigheidsplan. Tijdens een studiedag in april 2011 zal opnieuw aandacht aan het deskundigheidsplan worden geschonken. Gedragscode Het fonds kent een gedragscode ter voorkoming van belangenconflicten. De gedragscode draagt mede bij tot het integer functioneren van het fonds ten behoeve van al diegenen die bij het fonds belang hebben en tot het waarborgen van de goede naam en reputatie van het fonds als marktpartij. Toezichthouder In mei 2010 heeft periodiek onderzoek door de toezichthouder DNB plaatsgevonden. De belangrijkste opmerkingen van DNB naar aanleiding hiervan betreffen het actualiseren van het deskundigheidsplan, het uitvoeren van de zelfevaluatie van het bestuur en het oppakken van de opmerkingen van de visitatiecommissie. Deze punten zijn deels tijdens de bestuursvergaderingen in 2010 besproken en worden verder behandeld tijdens een aparte studiedag voor het bestuur in april 2011. Tevens heeft het bestuur met DNB gesproken over mogelijkheden om het kredietrisico te verzekeren. Zover is het in de praktijk niet gekomen. Inmiddels is duidelijk dat, op grond van nieuwe regelgeving, het kredietrisico niet meer geadresseerd hoeft te worden. Uitbesteding De pensioenwet schrijft onder meer voor dat er tussen de werkgever en de pensioenuitvoerder een uitvoeringsovereenkomst moet zijn. Het fonds is in de eerste plaats de uitvoerder van de pensioenregeling. In de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en het fonds is onder andere de premie opgenomen die de werkgever betaalt. Het fonds heeft vervolgens een deel van de werkzaam heden uitbesteed aan Nationale-Nederlanden. Nationale- Nederlanden heeft aangegeven dat de in het verleden gemaakte afspraken over de verzekering en de uitvoering van de pensioenregeling gelden als uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in de Pensioenwet. In aanvulling op de reeds gemaakte afspraken heeft Nationale-Nederlanden een aantal aspecten in het kader van de Pensioenwet nader ingevuld. Zelfevaluatie bestuur In 2010 heeft geen officiële evaluatie van het functioneren van het bestuur plaatsgevonden. Wel is besloten de zelf evaluatie, alsmede de procedure hiervoor, tijdens een aparte studiedag in april 2011 te behandelen. Naleving wet- en regelgeving Het bestuur is niet bekend met overtredingen van wet- en regelgeving. Communicatie In het verslagjaar is er aandacht geweest voor het verbeteren van de communicatie naar de deelnemers. Er is een website ontwikkeld (www.tbi.nl/pensioenfonds). Tevens heeft het bestuur besloten om de deelnemers voortaan periodiek te informeren via een nieuwsbrief. De eerste editie hiervan is in mei 2011 uitgebracht. Uiteraard hebben alle deelnemers daarnaast in 2010 een Uniform Pensioenoverzicht ontvangen.

11 Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds TBI Bestuursvergaderingen In het kalenderjaar 2010 heeft het bestuur viermaal vergaderd: op respectievelijk 15 maart, 7 juni, 27 oktober en op 22 november. Op 6 september 2010 vond de jaarlijkse studiemiddag plaats. Maandelijks vond overleg plaats tussen de leden van de diverse commissies en de adviseurs, met name over het aflopen van de overeenkomst met Nationale-Nederlanden per 31 december 2011. Aansluitend op de bestuursvergadering van 22 november vond te Ammerzoden de jaarlijkse deelnemersvergadering plaats voor deelnemers en pensioengerechtigden. In de vergadering zijn actuele pensioenzaken voorgelegd aan de deelnemers en is een uitgebreide toelichting gegeven op het jaarverslag. Op 7 december vond te Rotterdam de deelnemersvergadering voor deelnemers in de excedentregeling (individueel beschikbare premieregeling) plaats. Deze deelnemersvergadering wordt eveneens jaarlijks gehouden. Financiële paragraaf Samenvatting van de financiële positie van het fonds en ontwikkelingen gedurende het jaar Het merendeel van de pensioenfondsen is in 2010 verder hersteld van de klap die de financiële crisis in 2008 had veroorzaakt. Ook Pensioenfonds TBI heeft geprofiteerd van de positieve ontwikkeling van zijn beleggingsportefeuille. De dekkingsgraad (de verhouding tussen de aanwezige middelen en de verplichtingen) is in 2010 gestegen van 102,7 procent naar 109,3 procent. Los van de positieve beleggingsopbrengsten en de gestegen rente is de dekkingsgraad ook gestegen als gevolg van het niet meer waarderen van het kredietrisico op de verzekeraar Nationale-Nederlanden. Op 1 februari 2011 is het gewijzigde besluit Financieel Toetsingskader Pensioenfondsen in werking getreden. Dat besluit bepaalt dat een volledig herverzekerd pensioenfonds het kredietrisico op de verzekeraar buiten beschouwing mag laten bij de berekening van het vereist eigen vermogen en de waardering van de vordering op de herverzekeraar op marktwaarde. Het bestuur is zich bewust van het kredietrisico, maar is van mening dat dit niet te kwantificeren is. Het bestuur heeft besloten vooruitlopend op de per 1 februari 2011 gewijzigde wetgeving het kredietrisico eind 2010 al op nihil te waarderen. Het bestuur is van mening dat op deze wijze een zo transparant en realistisch mogelijk beeld van de financiële positie wordt geschetst. Bovendien wordt aangesloten bij de nieuwste inzichten. Pensioenvermogen Stand per 1 januari 2010 132.992 Premiebijdragen 4.701 Uitkeringen -5.821 Vrijval afslag herverzekeraar 7.579 Wijziging herverzekerdeel technische voorziening marktwaarde 15.266 Beleggingsopbrengsten 1.780 Overige 1.706 Stand per 31 december 2010 158.203 VPV 144.762 129.496 Dekkingsgraad in % 109,3 102,7 De verandering in de dekkingsgraad is grotendeels het gevolg van het niet meer toepassen van de afslag op de vordering op de herverzekeraar en van het resultaat op beleggingen. Het saldo van baten en lasten over de afgelopen jaren kan als volgt worden geanalyseerd: Premieresultaat 1.425 1.067 Interestresultaat 1.780 1.530 Afslag kredietrisico verzekeraar 7.579-7.579 Overig resultaat -839-1.424 9.945-6.406 De feitelijke premie is hoger dan de gedempte premie. Dit heeft te maken met de opslag die op de premie wordt gelegd ten behoeve van de toeslagverlening voor de pensioenen van de actieven. In het overig resultaat is vervolgens de toeslagverlening aan de actieve deelnemers als aparte resultaatpost opgenomen. Ultimo 2010 bedraagt de marktrente 3,553 procent, zijnde de rentetermijnstructuur bij de modified duration (11,6) ultimo boekjaar (2009: 3,8909 procent bij modified duration 11,9).

12 Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds TBI Spreiding van de beleggingen per 31 december 2010: Strategische allocatie (%) Feitelijke allocatie Feitelijke allocatie (%) Benchmark Vastrentende waarden 70 97.460 66,6 Barclays Euro Aggregate Unhedged + LDF Benchmark Zakelijke waarden 30 48.085 32,9 MSCI (DM) World (Net) Index en MSCI (EM) Emerging Markets Free (Net) Index Liquide middelen 0 682 0,5 Annuïteitenlening n.v.t. 4.003 n.v.t. Beleggingenparagraaf Algemeen Het bestuur is zich bewust van het feit dat het jaarverslag geen inzicht geeft in de dekkingsgraad binnen het gesepareerd beleggingsdepot. In de balans wordt immers niet de werkelijke waarde van de beleggingen weergegeven, maar de vordering op de herverzekeraar. Voor de besluitvorming omtrent toeslagverlening aan de inactieve deelnemers is echter de situatie binnen het gesepareerd beleggingsdepot bepalend. Het bestuur draagt er zorg voor dat de deel nemers hiervan op de hoogte zijn. De duration van het vastrentende deel van de portefeuille in het hoofddepot is sinds 2007 gematcht met de verplichtingen. Dit resulteert in stabiele cashflows, waardoor schokken in de dekkingsgraad, veroorzaakt door veranderde kapitaalmarktrente, worden gedempt. Beleggingsmix Voor de bij Nationale-Nederlanden verzekerde en door hen gegarandeerde pensioenverplichtingen, wordt een gesepareerd beleggingsdepot aangehouden. Voor het gesepareerde beleggingsdepot is ING IM als vermogensbeheerder aangewezen. De wijze van beleggen is vastgelegd in het beleggingsplan. Binnen het beleggingsplan heeft de vermogensbeheerder ruimte om invulling te geven aan de uitvoering. De beleggingsmix is voor 2010 vastgesteld op 30 procent zakelijke waarden en 70 procent vastrentende waarden, beide met een bandbreedte van 5 procent aan beide zijden van de strategische allocatie. Voor liquide middelen wordt geen bandbreedte aangehouden. De vrije reserves binnen het gesepareerde beleggingsdepot zijn met ingang van mei 2010 ondergebracht in een apart depot. Binnen dat depot wordt op dezelfde wijze belegd als in het hoofddepot, conform het bovengenoemde beleggingsplan. Binnen de vastrentende waarden portefeuille vindt alleen geen durationverlenging plaats. De aandelen hebben betrekking op fondsbeleggingen en hebben dus geen betrekking op een rechtstreeks aandelenbelang. Er wordt geen actief stemrecht uitgeoefend vanuit het fonds. Rendement Het rendement op de beleggingsportefeuille is als volgt: % % Vastrentende waarden 9,1 4,8 Aandelen 20,2 35,2 Totaal rendement 12,5 13,0 Benchmark 10,6 9,4 Overrente De overrente wordt verwerkt via de zogenaamde egalisatiereserve. De egalisatiereserve is een reserve om tot een gelijkmatige verdeling te komen van kosten en lasten. De verzekeraar gebruikt deze reserve om de behaalde overrente gedurende de contractperiode apart te zetten. Indien op enig moment een negatieve overrente wordt behaald, dient deze eerst ingehaald te worden, voordat een eventuele positieve overrente uitgekeerd kan worden. De egalisatiereserve geeft een negatieve overrente aan en is ultimo 2010 gelijk aan -/-724 (2009: -/-7.184). Beheerkosten beleggingen Nationale-Nederlanden berekent de beheerkosten van de beleggingen op jaarbasis en verrekent deze in de rekeningcourantverhouding. Ultimo 2010 bedraagt het geactiveerde saldo 284 (2009: 257).

13 Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds TBI Vooruitblik 2011 De vrije reserve van het fonds wordt sinds mei 2010 belegd in een apart depot. In dit depot vindt geen durationverlenging van de vastrentende waarden plaats. Dit enerzijds omdat er geen (langlopende) verplichtingen tegenover staan en anderzijds omdat het bestuur geen daling van de rente verwacht. Ook voor 2011 verwacht het bestuur eerder een stijging dan een daling van de rente. Daarom wordt er vooralsnog niet voor gekozen de duration van de vastrentende waarden in het depot met de vrije reserve te verlengen. De duration van de vastrentende waarden in het hoofddepot, waar de verplichtingen tegenover staan, blijf wel onverkort gematcht met de duration van de verplichtingen. Dit om schokken in de dekkingsgraad te dempen. Ten aanzien van de ontwikkeling van de voorzieningen kan opgemerkt worden dat, net als in voorgaande jaren, ook voor de toekomst hierin een stijgende lijn wordt verwacht. Pensioenparagraaf Kredietrisico herverzekeraar Op 1 februari 2011 is het gewijzigde besluit Financieel Toetsingskader Pensioenfondsen in werking getreden. Hier staat dat een volledig herverzekerd pensioenfonds het kredietrisico op de verzekeraar buiten beschouwing mag laten bij de berekening van het vereist eigen vermogen en de waardering van de vordering op de herverzekeraar op marktwaarde. Eind 2010 is het fonds formeel nog wel verplicht rekening te houden met een afslag op de vordering op de herverzekeraar en met een vereist eigen vermogen (VEV). Ultimo 2010 is de afslag op de vordering op de herverzekeraar gelijk aan 5,1 procent van de marktwaarde VPV en is het VEV gelijk aan 2 procent van de vordering op de herverzekeraar. Deze cijfers zijn verwerkt in de wettelijke verslagstaten die het fonds over 2010 heeft ingediend. In dit jaarverslag is echter geen rekening gehouden met het kredietrisico. Het bestuur is zich bewust van het kredietrisico, maar is van mening dat dit niet te kwantificeren is. Het bestuur heeft besloten vooruitlopend op de per 1 februari 2011 gewijzigde wetgeving het kredietrisico eind 2010 al op nihil te waarderen. Het bestuur is van mening dat op deze wijze een zo transparant en realistisch mogelijk beeld van de financiële positie wordt geschetst. Bovendien wordt aangesloten bij de nieuwste inzichten. Toenemende levensverwachting De levensverwachting van mannen en vrouwen vertoont sinds vele jaren een stijgende trend. Het fonds houdt hier in de sterftegrondslagen (voor de vaststelling van de VPV) rekening mee door gebruik te maken van de prognosetafel 2005-2050 van het Actuarieel Genootschap (AG). De laatste jaren blijkt dat de levensverwachting sneller toeneemt dan op grond van de AG- prognosetafel 2005-2050 verondersteld wordt. Het AG heeft in 2010 een nieuwe prognosetafel gepubliceerd: de AG -prognosetafel 2010-2060. Het bestuur heeft besloten bij de vaststelling van de VPV met ingang van 31 december 2010 uit te gaan van deze nieuwe prognosetafel. De prognosetafel van het AG is gebaseerd op waarnemingen van de gehele bevolking. De deelnemers aan het fonds behoren tot de werkende bevolking, die gemiddeld genomen een hogere levens verwachting heeft dan de gehele bevolking. Daarom worden op de AG- prognosetafel correctiefactoren toegepast. Het bestuur heeft besloten de nieuwste correctiefactoren van het Verbond van Verzekeraars te hanteren, te weten de correctiefactoren ES-P2A. Eind 2009 had het bestuur, vooruitlopend op de te verwachten nieuwe AG- prognosetafel, de VPV al met 3,5 procent verhoogt. Toepassen van de AG- prognosetafel 2010-2060 met de correctiefactoren ES -P2A leidt tot een additionele verhoging van de VPV met 3,9 procent per 31 december 2010. Premie Met inachtneming van hetgeen tussen partijen is overeengekomen met betrekking tot de inhoud van de pensioen regelingen, bepaalt het bestuur van het fonds de hoogte van de te betalen pensioenpremie. De totale pensioen premie wordt uitgedrukt in een percentage van de pensioengrondslagsom van alle deelnemers. De pensioenpremie wordt door het bestuur van het fonds in principe vastgesteld voor de contractperiode. Het bestuur van het fonds informeert partijen over de hoogte van de totale pensioenpremie. Daarbij zal het bestuur uitleg verstrekken over de wijze waarop en de uitgangspunten op basis waarvan de totale pensioenpremie is vastgesteld. Zie premiebeleid (pagina 7) voor een beschrijving van de samenstelling van de premie en de wijze van aanwending. Toeslagbeleid Het bestuur van het fonds heeft de ambitie om jaarlijks de pensioenrechten en pensioenaanspraken aan te passen.

14 Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds TBI De toeslag in een jaar is voorwaardelijk en is afhankelijk van de hoogte van de beschikbare premie en de overrente. De toeslagverlening over het opgebouwde deel van de pensioenaanspraken van actieve deelnemers wordt afgeleid van de ontwikkeling van de loonindex van de werkgever. De toeslagverlening over de ingegane pensioenen en de nog niet ingegane pensioenen van gewezen deelnemers wordt afgeleid van de stijging van de consumentenprijsindex (cpi), zoals vastgesteld per oktober door het CBS. Zie toeslagbeleid (pagina 6) voor een uitgebreidere beschrijving van het toeslagbeleid. In 2010 is een toeslag van 0,70 procent toegekend aan actieve deelnemers en in 2009 is tijdens de deelnemersvergadering door het bestuur gemotiveerd meegedeeld dat per 1 januari 2010 de toeslag voor inactieve deelnemers op nihil is vastgesteld. In 2011 is de toeslag per 1 januari 2011 voor de actieve deelnemers vastgesteld. Deze is gelijk aan de loonstijging van 1,60 procent. Voor de inactieve deelnemers is tijdens de bestuursvergadering van november 2010 besloten geen toeslag te verlenen. De vrije reserve dient op basis van de geldende wetgeving namelijk volledig als buffer aangehouden te worden. Dit in verband met de waardering van het kredietrisico bij de herverzekeraar. Onderdelen Premiebijdragen* 1.425 1.067 Toeslag -248-960 Sterfte en invaliditeit -70 254 Interest beleggingsresultaat 1.780 1.530 algemene reserve Afslag kredietrisico verzekeraar 7.579-7.579 Administratiekosten -68-58 Waardeoverdracht - - Pensioenuitkeringen - - Diverse mutaties en correcties 144 146 Premie en koopsom herverzekeraar -597-806 Resultaat boekjaar 9.945-6.406 * De premie is gestegen ten opzichte van vorig jaar in verband met de individuele stortingskoopsommen. De actuariële analyse van het resultaat (saldo van baten en lasten) komt tot stand door een confrontatie van de posten uit de staat van baten en lasten met de posten van de ontwikkeling van de VPV. Het hierboven genoemde positief resultaat van 9.945 is bepaald op basis van de grond slagen van het fonds. Als gevolg van de gewijzigde wetgeving hieromtrent met ingang van 1 februari 2011 heeft het bestuur het besluit over de toeslagverlening voor actieve deelnemers in maart 2011 heroverwogen. Besloten is de pensioenen van de inactieve deelnemers alsnog met 1,3 procent te verhogen, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2011. Deze verhoging wordt gefinancierd uit het in 2010 behaalde rendement op de algemene reserve. Verwachte wijzigingen in het komende jaar Per 31 december 2011 loopt het garantiecontract met Nationale-Nederlanden ten einde. In 2011 wordt zowel met Nationale-Nederlanden als met andere partijen gesproken over een nieuw contract. Actuariële paragraaf Actuariële analyse Het resultaat van het fonds over 2010 bedraagt 9.945. Om inzicht te verkrijgen in de totstandkoming van dit resultaat hebben wij onderstaand het resultaat naar de verschillende onderdelen verdeeld: Het effect van de doorgevoerde aanpassing actuariële grondslagen op het resultaat is nihil, gezien het feit dat behalve een toename van de verplichtingen de vordering op de herverzekeraar met eenzelfde bedrag ( 8.417) is toegenomen. Risicobeheer In de paragraaf Risicobeheer (zie pagina 29 en verder) wordt nader ingegaan op de risico s die het fonds al dan niet loopt. In 2010 heeft een uitgebreide risicoanalyse plaatsgevonden. Deze is gebaseerd op het FIRM-model van DNB. Naast de financiële risico s is ook expliciet aandacht besteed aan de niet-financiële risico s en de beheersing daarvan. De analyse heeft geresulteerd in een intern risicomodel.

15 Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds TBI Toekomstparagraaf Pensioenfonds TBI heeft in 2010 een studie naar de strategische organisatie van het fonds uitgevoerd. De conclusie daarvan is dat het fonds zelfstandig wil blijven bestaan. In 2011 zal het bestuur zich verder beraden over de best passende verzekeringsconstructie en verzekeringsmaatschappij. Rotterdam, 8 juni 2011 Bestuur Stichting Pensioenfonds TBI W. Poldervaart MIM (voorzitter) mr. H.G.C. Schouten (secretaris) R. van Breemen A. de Hoog R. Lems ing. F.W. van Meerkerk

16 Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds TBI Verslag van het verantwoordingsorgaan Algemeen Het verantwoordingsorgaan is op 1 januari 2008 ingesteld. Het bestuur van Stichting Pensioenfonds TBI (het fonds) heeft op 16 maart 2009 op basis van de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur een reglement verantwoordingsorgaan vastgesteld. In dit reglement zijn onder meer de frequentie van het overleg met het bestuur, de te behandelen onderwerpen met betrekking tot het bestuursbeleid en de wijze van verantwoording door het bestuur vastgelegd. Bevindingen Op 31 mei 2011 heeft het verantwoordingsorgaan overleg gevoerd met het bestuur en haar externe adviseur (Aon Hewitt Consulting) over het gevoerde beleid en de beleidsvoornemens voor de toekomst. Verder heeft het verantwoordingsorgaan op 8 september 2010 vergaderd zonder aanwezigheid van het (dagelijks) bestuur van het fonds. Het verantwoordingsorgaan heeft in het kader van zijn taakuitoefening kennisgenomen van het conceptjaar verslag 2010, de conceptjaarrekening 2010 en een aantal andere relevante documenten, waaronder de vastgestelde notulen van het verslagjaar. In 2009 heeft de visitatiecommissie voor het eerst haar toezicht uitgeoefend. De visitatiecommissie was van mening dat het bestuur van het pensioenfonds de zaken formeel en procedureel over het algemeen op orde heeft. Het bestuur lijkt in voldoende onafhankelijkheid en met voldoende deskundigheid te komen tot besluiten. Wel bevatte het rapport van de visitatiecommissie van 15 maart 2010 een aantal aan - bevelingen. Het verantwoordings orgaan is van mening dat het bestuur in het verslagjaar, maar ook in de eerste maanden van 2011, in voldoende mate uitvoering heeft gegeven aan de adviezen van de visitatiecommissie, te weten: het uitvoeren van een risicoanalyse gebaseerd op het zogenaamde FIRM-model van De Nederlandsche Bank; het vaststellen van een nieuw deskundigheidsplan; het vaststellen van een nieuwe gedragscode, met aanstelling van een compliance officer; een heldere vastlegging van de gedelegeerde taken aan het (dagelijks) bestuur, evenals de ambtelijk secretaris. In het verslagjaar 2010 heeft het verantwoordingsorgaan geen overleg gehad met de accountant en/of andere externe deskundigen. van het beleid, op een evenwichtige wijze de belangen van alle belanghebbenden behartigd. Ook zijn in 2010 de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur op een adequate wijze verder ingevoerd. Verder heeft het bestuur van het fonds in 2010 terzake van de toekenning van toeslagen een evenwichtig en prudent beleid gevoerd ten opzichte van alle belanghebbenden. Het verantwoordingsorgaan constateert dat het bestuur pro-actief heeft gehandeld ten aanzien van de expiratie van het verzekeringscontract met Nationale-Nederlanden per 31 december 2011. In 2010 is het bestuur reeds gestart met een oriëntatie van de verschillende uitvoeringsmogelijkheden voor de periode vanaf 2012. De communicatie en de uitwisseling van gegevens tussen het bestuur en het verantwoordingsorgaan zijn ook in 2010 goed verlopen. De openheid in communicatie vanuit het bestuur wordt door het verantwoordingsorgaan bijzonder op prijs gesteld. Het verantwoordingsorgaan kan zich vinden in het door het bestuur gevoerde beleid in het afgelopen jaar. Conclusie Het verantwoordingsorgaan concludeert, op basis van de ter beschikking gestelde documenten en mondelinge toelichtingen, dat het bestuur op adequate wijze uitvoering heeft gegeven aan zijn beleidsvoornemens en dat de beleidskeuzes voor de toekomst op adequate wijze aan het verantwoordingsorgaan zijn gecommuniceerd. Rotterdam, 8 juni 2011 Namens het verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds TBI Ir. G.J. Woudenberg Reactie van het bestuur Het bestuur van het fonds heeft kennis genomen van het verslag van het verantwoordingsorgaan. Het bestuur voelt zich door het oordeel van het verantwoordingsorgaan gesteund in zijn beleid. Rotterdam, 8 juni 2011 Namens het bestuur Stichting Pensioenfonds TBI Naar de mening van het verantwoordingsorgaan heeft het bestuur in 2010, zowel bij het uitvoeren als het vaststellen W. Poldervaart MIM mr. H.G.C. Schouten Voorzitter Secretaris

17 Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds TBI Jaarrekening 2010

18 Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds TBI Balans per 31 december 2010 na voorgestelde bestemming saldo van baten en lasten (x 1.000) Toelichting Activa Beleggingen voor risico fonds [5] 10.930 0 Beleggingen voor risico deelnemers [6] 7.715 5.968 Herverzekeringsdeel technische voorziening [7] 144.762 121.917 Vorderingen en overlopende activa [8] 3.181 11.296 Overige activa [9] 1 1 166.589 139.182 Passiva Reserves [10] 13.441 3.496 Technische voorzieningen risico fonds [11] 144.762 129.496 Technische voorzieningen risico deelnemer [12] 7.715 5.968 Overige schulden en overlopende passiva [13] 671 222 166.589 139.182 Dekkingsgraad (in %) 109,3 102,7