Stenden Hogeschool. HBO Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening



Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Business IT & Management van de Hogeschool Rotterdam

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Management & Organisatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Christelijke Hogeschool Nederland Opleidingen: Sociaal-pedagogische hulpverlening, hbo-bachelor Varianten: voltijd en deeltijd

hbo-bachelor Sociaal-Juridische Dienstverlening (240 ECTS) 22 oklober 2012 voltijd, deeltijd

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Hogeschool Inholland

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool van Amsterdam

Hogeschool Rotterdam. HBO Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

27 maart en 24 mei 2012 november besluit van 23 juli 2013, looptijd accrediatie van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Fontys Hogescholen. HBO-Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt.2014, nr. 9832).

Protocol PDG en educatieve minor

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

(versie d.d. 28 september 2005) Protocol toetsing kort programma in de hbo-bacheloropleiding door de NVAO 13 september 2005

BASISGGEVENS. Naam Functie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zorgcampus Rotterdam BV

Hogeschool Rotterdam. HBO-Bachelor Logistiek en Economie Logistiek en Technische Vervoerskunde

Toetsing en examinering bij accreditaties. door Inge de Jong

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus AJ LEIDEN

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie voltijd en deeltijd

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Avans Hogeschool

Ontwerpkaders: Leerwegonafhankelijk toetsen (LOT) Versie 1.0/ november 2016

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. HBO-Bacheloropleidingen Chemie Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek

AVANS Hogeschool. HBO-Bachelor Civiele Techniek

Bijlage A Competenties van de opleiding

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Opleiding Middenkaderfunctionaris bouw en infra

NSE: Van vraag naar verbetering

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Bedrijfskunde (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Financiële Dienstverlening (AVD)

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Personeel en Arbeid

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Tuinbouw & Agribusiness van de Hogeschool Inholland

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Instituut voor Sociale Opleidingen

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA

HBO en HBO-niveau in het CAM veld

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Christelijke Hogeschool Windesheim. HBO-Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Christelijke Hogeschool Windesheim. HBO-Bacheloropleiding Accountancy

Definitief, 22 maart 2007 School of Social Work Rotterdam, Hogeschool INHOLLAND.

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Toelatings- en vrijstellingsbeleid Hbo Bachelor Verpleegkunde

Financiële Dienstverlening (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Bedrijfskunde (AVD)

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Kritische reflectie voor de beperkte opleidingsbeoordeling. (naam opleiding) (naam Academie) Avans Hogeschool. Colofon

Alliantie Kunsten Fontys Zuyd. Master Kunsteducatie

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Toegepaste Wiskunde van de Hogeschool van Amsterdam

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Informatie werkplekleren

Avans Hogeschool, Breda. HBO-Bachelor Technische Informatica

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt, 2014, nr 36791).

Christelijke Hogeschool Nederland

Hogeschool West-Nederland. HBO-Bacheloropleiding Tolk-Vertaler

Transcriptie:

Stenden Hogeschool HBO Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening Netherlands Quality Agency (NQA) November 2010

2/79 NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH

Managementsamenvatting Dit rapport is het verslag van het auditteam dat in opdracht van Netherlands Quality Agency (NQA) een bestaande hbo-bacheloropleiding heeft beoordeeld. Het beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het rapport is conform het NQA Protocol 2010 hbo-bacheloropleiding opgesteld. De rapportage heeft betrekking op: Instelling Stenden Hogeschool Opleiding(en) Sociaal Pedagogische Hulpverlening Variant(en) Voltijd en deeltijd Croho-nummer 34617 Locatie(s) Leeuwarden Auditdatum 10 juni 2010 Auditteam De heer drs. J. Loovers (vakdeskundige, voorzitter) Mevrouw drs. A.L.M. Groen, MCM (vakdeskundige) Mevrouw P. Taken (studentlid auditteam) De heer drs. ing. A.G.M. Horrevorts (NQA-auditor) Door Stenden Hogeschool is een dossier ingediend bij NQA voor de beoordeling van de bestaande hbo-bacheloropleiding SPH. Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen die NQA in het NQA Protocol 2010 hbo-bacheloropleiding stelt. Voor de beoordeling van de kwaliteit en het niveau van de bestaande opleiding heeft NQA een auditteam samengesteld, dat voldoet aan de eisen van de NVAO. Het team heeft de kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het auditteam in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen. Doelstellingen van de opleiding Het panel stelt vast dat de opleiding eindkwalificaties heeft geformuleerd die zijn ontleend aan de beroepspraktijk. Tevens stelt het auditteam vast dat de opleiding de doelen en uitgangspunten van het SPH programma vergeleken heeft met vergelijkbare opleidingen in het buitenland. De opleiding heeft de eindkwalificaties zodanig beschreven dat deze in overeenstemming zijn met de internationaal erkende standaard voor het bachelorniveau: de Dublin descriptoren. Zowel landelijk als in de Friese regio is het beroepenveld betrokken bij het vormgeven van de opleidingsdoelen. Bestudering van de doelen leidt tot de conclusie dat de SPH-opleiding beroepsgeoriënteerd is en, gezien de formulering van de doelen, opleidt tot het niveau van een hbo-bachelor. NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH 3/79

Programma Het auditteam is positief over de kwaliteit van het aangeboden programma: het is actueel, besteedt voldoende aandacht aan beroepsvaardigheden en sluit goed aan op de praktijk van sociaal pedagogische hulpverlening. De onderzoekende houding van de SPH er krijgt voldoende aandacht en is in ontwikkeling. De input van het lectoraat is daarbij een stimulerende factor. Het auditteam is hierover positief. De opleiding heeft de doelstellingen goed in het programma verwerkt. Het programma vertoont samenhang Het auditteam stelt vast dat de opleiding een programma aanbiedt waarin goed rekening wordt gehouden met een evenredige studiebelasting over de jaren. Daar waar er naar het oordeel van de studenten knelpunten ontstaan, wordt gezocht naar oplossingen. De studenten oefenen direct invloed op de opleiding uit. Dat doen ze via de studentenraad (STURA) en de opleidingscommissie. Het auditteam vindt dat de opleiding voldoende rekening houdt met de vooropleiding van de instromende studenten. De opleiding voldoet aan de eisen die er aan de duur van een hbobacheloropleiding worden gesteld: 240 EC. De opleiding gebruikt in de deeltijd en de voltijdvariant een goede mix aan werkvormen. De werkvormen zijn afgestemd op de verschillende leerdoelen en leerlijnen van het onderwijsprogramma. Het auditteam stelt vast dat de opleiding het toetsbeleid voldoende helder heeft geformuleerd. Er is een groeiende onderlinge afstemming tussen docenten over het beoordelen. De discussie over de omschrijving en waardering van de verschillende niveaus leidt tot een gezamenlijk gedragen normering voor toetsen en beoordelen. Het auditteam stelt vast dat de niveaubeelden (normen voor het vaststellen van niveaus in de verschillende fasen van de opleiding) nog in ontwikkeling zijn. De opleiding is bezig met het verder onderling afstemmen van de toetspraktijk met docenten en beoordelaars in het werkveld. Het auditteam beoordeelt dit proces van interne en externe afstemming en het verder concretiseren van de niveaubeelden positief. Inzet van Personeel Het auditteam heeft een docententeam aangetroffen dat goed op de hoogte is van de praktijk van het SPH-werkveld. Er is een structuur die er voor zorgt dat docenten voeling houden met de praktijk. Ook wordt de praktijk de opleiding ingehaald via gastdocenten. Het lectoraat geeft een goede impuls aan het ontwikkelen en versterken van de onderzoekende houding van de SPH-professional via professionalisering van docenten (met name in de rol van onderzoeker). Het auditteam stelt vast dat de opleiding met de huidige bezetting onderwijs verzorgt dat kwalitatief aan de maat is. Het docententeam ervaart echter een te hoge werkdruk. Dat houdt, aldus het auditteam, op termijn een risico in voor de opleiding. Het auditteam stelt vast dat het management adequaat reageert op de signalen. Of de werkdruk daadwerkelijk door deze maatregelen zal afnemen, zal de toekomst moeten uitwijzen. De opleiding beschikt over gekwalificeerd personeel dat goed geschoold is om het programma op het gewenste niveau te kunnen verzorgen. De professionalisering van het docententeam (versterken van het praktijkonderzoek in het programma) is goed vormgegeven. 4/79 NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH

Voorzieningen De materiële voorzieningen van de opleiding SPH (mediatheek, lokalen, specifiek ruimten voor muzisch-agogische onderdelen van het programma, elektronische leeromgeving) voldoen aan de eisen die gesteld mogen worden aan de beroepsgerichte SPH-opleiding. Studenten zijn, blijkens evaluaties, (zeer) tevreden over de huisvesting en materiële voorzieningen. De begeleiding van de voltijd en deeltijdstudenten is goed doordacht. Studenten tonen zich in algemene zin tevreden over de begeleiding. In de uitvoering van leerprocesbegeleiding (LPB) is nog winst te behalen, zo blijkt ook uit de interne evaluatie van LPB. De informatievoorziening is deels in orde. De tijdigheid van informatie over toetsen en roosters en roosterwijzigingen scoort in evaluaties laag. Interne kwaliteitszorg De opleiding heeft een goed beschreven systeem van kwaliteitszorg. Uit rapportages blijkt dat dit systeem in de praktijk tot uitvoering wordt gebracht. Uit de gesprekken die het auditteam heeft gevoerd met het management, docenten en studenten en inzage in evaluaties en rapportages daarover, maakt het team op dat de opleiding structureel werk maakt van het evalueren van de eigen prestaties en het nemen van maatregelen die ertoe moeten leiden dat het onderwijs verbetert. De opleiding is gestart met het beter communiceren van ondernomen verbeteracties naar studenten. Het auditteam stelt vast dat de betrokkenheid van studenten en docenten bij de kwaliteitszorg sterk is. Wat betreft alumni en werkveld kan de inbreng van het werkveld bij de bewaking van de kwaliteit van de opleiding sterker worden vormgegeven. Resultaten Het auditteam stelt vast dat de opleiding de eindwerkstukken zorgvuldig beoordeelt. De eindwerkstukken voldoen alle aan het niveau dat van een bacheloropleiding verwacht mag worden. Het auditteam merkt op dat de beoordeling, met name van de onderzoekscompetenties, nog meer verduidelijking behoeft in de normering. Het auditteam heeft vast kunnen stellen, dat de opleiding de onderzoeksvaardigheden in de opleiding sterker gaat aanzetten door het verder ontwikkelen van de onderzoekslijn. Het auditteam stelt vast dat de opleiding SPH op landelijk niveau wat rendementen betreft gemiddeld scoort. De eigen streefnormen van Stenden Hogeschool haalt zij echter niet altijd. Daar ligt nog een inspanning voor de opleiding. Totaal oordeel Alles overziend komt het auditteam van NQA tot de conclusie dat de kwaliteit en het niveau van de bestaande hbo-bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening van Stenden Hogeschool aan de vereiste basiskwaliteit voldoet. Een onderbouwing van deze conclusie is opgenomen in hoofdstuk 2. NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH 5/79

6/79 NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH

1 Basisgegevens 9 2 Beoordeling 13 2.1 Doelstellingen van de opleiding 13 2.2 Programma 18 2.3 Inzet van personeel 30 2.4 Voorzieningen 34 2.5 Interne kwaliteitszorg 38 2.6 Resultaten 42 3 Bijlagen 47 Bijlage 1 Deskundigheden auditteam 49 Bijlage 2 Onafhankelijkheidsverklaring auditteam 55 Bijlage 3 Bezoekprogramma 59 Bijlage 4 Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal 61 Bijlage 5 Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties 71 NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH 7/79

8/79 NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH

1 Basisgegevens De basisgegevens van de bestaande hbo-bacheloropleiding SPH zijn in onderstaande tabel weergeven. 1. Naam instelling Stenden Hogeschool 2. Status instelling Bekostigd 3. Naam opleiding in CROHO Sociaal Pedagogische Hulpverlening 4. Registratienummer in CROHO 34617 5. Oriëntatie en niveau Hbo-bachelor 6. Aantal studiepunten 240 EC 7. Afstudeerrichting(en) Geen 8. Locatie(s) Leeuwarden 9. Code of conduct Stenden Hogeschool heeft de code ondertekend 10. Variant(en) Voltijd en deeltijd 11. Inhoudelijk profiel opleiding De Opleiding SPH leidt studenten op tot beginnend professional in het gehele veld van de sociaalpedagogische zorg, zowel intramuraal als extramuraal 12. Beoogd werkveld alumni Ouderenzorg Jeugdzorg Gehandicaptenzorg Maatschappelijke opvang Justitiële en forensische hulpverlening Psychiatrie Vluchtelingenwerk 13. Plaats opleiding in organisatiestructuur hogeschool 14. Jaar vorige visitatie en datum besluit NVAO 15. Belangrijkste wijzigingen in opleiding sinds vorige visitatie Bij Stenden Hogeschool wordt het onderwijs uitgevoerd op het niveau van Opleidingen onder leiding van een Dean en een of meer teamleiders. De Dean rapporteert rechtstreeks aan het lid van het College van bestuur belast met onderwijs en onderwijsontwikkeling. Visitatie in 2005 Besluit 14 maart 2006 Herinrichting van de deeltijdopleiding 16. Schema opbouw programma Zie de curriculumschetsen van de voltijd en deeltijd op de volgende pagina s Volgens opgaaf opleiding SPH Stenden Hogeschool NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH 9/79

Thematische modules van 10 weken 1.1 Beroepsoriëntatie 1.2 Levensloop 1.3 De cliënt centraal 1.4 Methodisch werken Jaar 1 2.1 Methodisch werken in instelling 2.2 Leren in de praktijk (stage) 2.3 Leren in de praktijk (stage) 2.4 Professionalisering en actualiteit in hulpverlening Jaar 2 3.1 Project 3.2 Project 3.3 Minor 3.4 Minor Jaar 3 4.1 Stage 4.2 Stage 4.3 Stage 4.4 Stage Jaar 4 CWS CWS CWS CWS Figuur 1. Curriculumschets SPH voltijd 10/79 NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH

Samenhangende modules van 10 weken Jaar 1: Oriëntatie op beroep Ori SPH op HBOniveau Levensloop Cliënt & Hulpvraag Oriëntatie Methodisch Werken Jaar 2: Uitvoering Methodisch werken in een instelling Methodisch werken II Normatieve professionaliteit Professionalisering & Actualiteit Jaar 3: Beleid Preventie I Preventie II Systeemgericht werken I Systeemgericht werken II Jaar 4: Leiderschap Maatschappelijke professionaliteit Leiderschap Scriptie & CB Scriptie & CB PGO (groepswerk) Projectonderwijs (individueel) Figuur 2: Curriculumschets SPH deeltijd NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH 11/79

12/79 NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH

2 Beoordeling Het auditteam komt samenvattend tot het volgende oordeel over de opleiding: Onderwerp Oordeel Facet Voltijd Deeltijd 1 Doelstellingen P 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau 1.3 Oriëntatie hbo 2 Programma P 2.1 Eisen hbo 2.2 Relatie doelstellingen programma 2.3 Samenhang programma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming vormgeving inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing 3 Inzet personeel P 3.1 Eisen hbo 3.2 Kwantiteit 3.3 Kwaliteit 4 Voorzieningen P 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding 5 Interne kwaliteitszorg P 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen verbetering 5.3 Betrokkenheid 6 Resultaten P 6.1 Gerealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement G G G G G G G G Voldaan G V G V G G V G G V V V G G G G G G G G Voldaan G V G V G G V G G V V V Het auditteam stelt vast dat de kwaliteit en het niveau van de bestaande hbobacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening van Stenden Hogeschool aan de vereiste basiskwaliteit voldoet en adviseert de NVAO positief ten aanzien van de accreditatie van deze opleiding. Het auditteam beschrijft in de volgende paragrafen per onderwerp en per facet van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Elke paragraaf sluit af met een samenvattend oordeel op onderwerpniveau. 2.1 Doelstellingen van de opleiding Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH 13/79

Bevindingen In 1999 zijn 23 eindkwalificaties voor de SPH er vastgesteld (De creatieve professional, 1999). Het landelijk opleidingsoverleg SPH heeft deze 23 kwalificaties in 2009 geherformuleerd en teruggebracht tot vijftien eindkwalificaties en vastgelegd in het document De creatieve professional met afstand het meest nabij (2009). De 15 nieuwe kwalificaties zijn verbonden met de 23 oude eindkwalificaties. Hoe deze aan elkaar verbonden zijn is weergegeven in een bijlage van De creatieve Professional met afstand het meest nabij. Het werk van de SPH er wordt in drie segmenten geplaatst: de relatie tussen hulpverlener en cliënt, het werken van de hulpverlener in een instelling of organisatie en als laatste de ontwikkeling van de hulpverlener zelf en zijn bijdrage aan de ontwikkeling van de beroepsomgeving of de beroepsgroep. De eindkwalificaties zijn verdeeld over deze drie segmenten: bijvoorbeeld hanteren van de relatie en verantwoorden van handelen behoren bij het eerste segment, professioneel samenwerken, organiseren en beheren bij het tweede, en kritisch reflecteren en onderzoeken bij het derde segment (De creatieve professional met afstand het meest nabij, 2009). In 2004 hebben vijf hogescholen, waaronder Stenden Hogeschool, in het project SPH Competent de doelstellingen van de opleiding SPH beschreven in termen van competenties. Zij hebben de volgende acht competenties benoemd: - methodisch handelen en reflecteren - conceptueel en normatief handelen - communiceren - samenwerken - leiding geven - zelfhantering (zelfsturing van eigen ontwikkeling als professional) - anticiperen - innoveren De opleiding heeft, aldus het auditteam, in het zelfevaluatierapport op een inzichtelijke wijze de relatie tussen deze acht competenties en de vijftien eindkwalificaties van de SPH er aangetoond. In het Onderwijsbeleidsdocument (2005) van de opleiding zijn de 23 eindkwalificaties uit Creatieve Professional (1999) en de acht competenties uit het project SPH Competent sturend geweest voor het programma. De nadruk ligt bij Stenden SPH op de systeemgerichte benadering waardoor methodisch werken voorop is geplaatst. De opleiding heeft haar beroepsvisie verwoord in het document Boeiend en Bindend, Beleidsplan 2008-2012 Sociaal Pedagogische Hulpverlening (H. van Geffen, 2008), die gebaseerd is op het landelijke document Vele takken één stam (2009). Stenden SPH heeft de beroepsvisie besproken met het regionale beroepenveld. De opleiding wil studenten leren van de vraag van cliënten uit te gaan en te opereren in het spanningsveld tussen ontwikkeling en opvoeding enerzijds en het overnemen van verantwoordelijkheid anderzijds. 14/79 NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH

De opleiding profileert zich met een systeemgerichte en muzisch-agogische aanpak. De cliënt kan niet los van zijn omgeving worden gezien en interventies moeten op die van andere hulpverleners worden afgestemd. Bij de kwalificatie methodisch hulpverlenen maakt de opleiding gebruik van muzisch-agogische aspecten, hetgeen volgens de opleiding een wezenlijke verrijking van het hulpverleningsaanbod inhoudt. Met deze benadering onderscheidt de opleiding zich van andere SPH opleidingen (Bron: vergelijking van eigen studieprogramma met die van andere SPH-opleidingen). De opleiding is lid van de International Federation of Social Workers (IFSW) en van de International Association of Schools of Social Work (IASSW). Via deze lidmaatschappen en door het bezoeken van studiedagen vormt de opleiding zich volgens het zelfevaluatierapport een beeld van wat internationaal gangbaar is. De opleiding heeft deelgenomen aan een internationale benchmark: Benchmark Social Work of the University of Edinburgh and the Social Educational Care education of Stenden university (Klasien van der Deen, 2009) en Rapport onderzoek internationalisering SPH voltijd en deeltijd (Richard Weel en Klasien van der Deen, 2010). Volgens het zelfevaluatierapport presteert de opleiding op het in de Angelsaksische wereld gangbare bachelorniveau. De opleidingen in Edinbrugh en Leeuwarden streven vergelijkbare competenties na. Het Schotse onderwijs is academischer van aard en het Nederlandse is meer praktijkgericht. Overwegingen Het panel stelt vast dat de opleiding eindkwalificaties heeft geformuleerd die zijn ontleend aan de beroepspraktijk. Zowel het landelijke beroepenveld als het regionale beroepenveld is betrokken geweest bij het formuleren van de eindkwalificaties. De nieuwe eindkwalificaties (2009) zijn afgeleid van de oude uit 1999 en zijn nauw met elkaar verbonden. Het auditteam vast dat de opleiding de eindkwalificaties regelmatig afstemt met het werkveld en op basis daarvan de kwalificaties bijstelt. Tevens stelt het auditteam vast dat de opleiding de doelen en uitgangspunten van het SPH programma vergeleken heeft met vergelijkbare opleidingen in het buitenland. Conclusie Het auditteam komt op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen tot het oordeel goed. Niveau bachelor (facet 1.2) De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Bevindingen De opleiding baseert haar programma op de opleidingskwalificaties, de generieke hbokwalificaties en de Dublin-descriptoren. De opleidingskwalificaties zijn vertaald in competenties (zie facet 1.1). De opleiding heeft in 2010 de programma s van de voltijdse en deeltijdse opleiding naast de acht competenties en de vijftien eindkwalificaties gelegd. In een schema laat de NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH 15/79

opleiding zien hoe de competenties aan de eindkwalificaties en deze laatste vervolgens aan de Dublin-descriptoren worden gerelateerd (Professionaliteit present, zelfevaluatierapport bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening, 2010): methodisch handelen en reflecteren wordt bijvoorbeeld gekoppeld aan de eindkwalificaties methodisch hulpverlenen, ontwerpen van programma s, versterken van de cliënt, benutten van de context, verantwoorden van handelen, kritisch reflecteren en onderzoeken. De kwalificatie methodisch hulpverlenen wordt aan de Dublin-descriptoren kennis en inzicht, toepassing en oordeelsvorming gerelateerd. De competentie innoveren wordt gekoppeld aan de eindkwalificaties: methodisch hulpverlenen, signaleren en initiëren, sturen, innoveren en bijdragen aan beroepsontwikkeling. De kwalificatie innoveren is terug te vinden in de Dublin descriptoren oordeelsvorming en communicatie. Kennis en vaardigheden zitten vanaf het eerste studiejaar in het programma. De toepassing begint met de moduulopdrachten in het eerste jaar en wordt voortgezet in de stage in het tweede jaar, de projecten in het derde jaar en de stage en het contractwerkstuk in het vierde jaar. Communicatie en leervermogen zijn in het hele programma terug te vinden, bijvoorbeeld communicatie in het contractwerkstuk en leervermogen in Leerprocesbegeleiding. In 2010 wil de opleiding een nieuwe versie van het Onderwijsbeleidsdocument ontwikkelen waarin nieuwe ontwikkelingen moeten worden opgenomen, bijvoorbeeld een niveaubeschrijving van de start- en eindniveaus per studiejaar. In het landelijk overleg wordt de BOKSA, body of knowledge, attitudes and skills, ontwikkeld waaraan de opleiding bijdraagt. Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleiding de eindkwalificaties zodanig heeft beschreven dat zij in overeenstemming zijn met de internationaal erkende standaard voor het bachelorniveau: de Dublin descriptoren. Uit eigen onderzoek van de opleiding blijkt dat de opleiding presteert op wat in de Angelsaksische wereld als gangbaar bachelorniveau Social Work wordt gezien (internationale benchmark). Conclusie Het auditteam komt op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen tot het oordeel goed. Oriëntatie hbo bachelor (facet 1.3) De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist of dienstig is. 16/79 NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH

Bevindingen Het landelijk opleidingenoverleg SPH onderhoudt systematisch en structureel contacten met het werkveld. De opleiding heeft gemiddeld vijf keer per jaar contact met de Raad van Advies waarin de belangrijkste stakeholders zijn vertegenwoordigd. Het auditteam heeft notulen van de Raad van Advies ingezien en constateert dat de Raad van Advies een discussie gestart is over het verduidelijken van haar rol in het geheel van de opleiding. De opleiding heeft het landelijk vastgestelde beroepsprofiel uitgewerkt in een eigen beroepsprofiel: Boeiend en Bindend, Beleidsplan 2008-2012 Sociaal Pedagogische Hulpverlening (Hanny van Geffen, 2008). De opleiding kiest daarbinnen voor het opleidings- en beroepsprofiel van de sociaal-pedagogische hulpverlener en niet voor de breedte van social work. De opleiding profileert zich in systeemgerichtheid, een muzischagogische benadering, preventie, participatie en community building. De opleiding leidt studenten op voor de zeven SPH-werkvelden: jeugdhulp, verstandelijk beperkten, lichamelijk beperkten, ouderenzorg, psychiatrie, verslavingszorg en justitie. Afgestudeerden komen in alle werkvelden terecht en als beginnend professional vooral in de intramurale zorg. De hulp die de SPH er biedt, thuis of in een instelling, bestaat voornamelijk uit begeleiding en ondersteuning, waarbij zorgverlening en faciliteren aanvullend wordt geboden. Het betreft tijdelijke, langdurige of permanente hulp bij relaties, het gezin, opvoeding of eigen ontwikkeling van de cliënt. De vorm waarin de ondersteuning plaatsvindt kan variëren: woonbegeleiding, dagbesteding en ondersteuning van ontwikkeling en opvoeding, scholing, arbeidsbegeleiding en/of arbeidstoeleiding. Tijdens de opleiding kan een student eigen accenten leggen met betrekking tot het werken met bepaalde doelgroepen of thema s. Uit onderzoek onder alumni (HBO-Monitor en eigen onderzoek) blijkt dat alumni positief zijn over de aansluiting op de arbeidsmarkt. Het hbo-niveau wordt als voldoende tot goed gewaardeerd. Overwegingen Het auditteam stelt vast dat het werkveld betrokken is bij het formuleren van de eindkwalificaties. Zowel landelijk (zie facet 1.1) als in de Friese regio is het beroepenveld betrokken bij het vormgeven van de opleidingsdoelen. Bestudering van de doelen leidt tot de conclusie dat de SPH-opleiding beroepsgeoriënteerd is en, gezien de formulering van de doelen, opleidt tot het niveau van een hbo-bachelor. Conclusie Het auditteam komt op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen tot het oordeel goed. Samenvattend oordeel Doelstellingen opleiding Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp Doelstelling opleiding positief. NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH 17/79

2.2 Programma Eisen hbo (facet 2.1) Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen De opleiding heeft het programma competentiegericht opgezet en gebruikt daarvoor vier leerlijnen: de integratieve leerlijn, de vaardighedenlijn, de theoretische leerlijn en de leerlijn zelfmanagement. De eerste twee jaar van de studie zijn probleemgestuurd (PGO) ingericht, het derde jaar bestaat uit projectgestuurd onderwijs en het afsluitende jaar bestaat uit een stage en een contractwerkstuk. In de integratieve leerlijn komen alle acht competenties (en dus alle Dublin- descriptoren) aan bod in het probleemgestuurde onderwijs en de moduulopdrachten. Het buitenschools curriculum is belangrijk voor de integratie van kennis, vaardigheden en houding. Praktijkervaring doen studenten op tijdens vrijwilligerswerk in het eerste jaar, stages, projecten en het contractwerkstuk in de hogere jaren. Het vrijwilligerswerk is niet vrijblijvend: de student dient hierover te rapporteren en hij wordt hierop beoordeeld. In de vaardighedenlijn ligt de nadruk op de Dublin-descriptoren toepassen van kennis en overbrengen van informatie. Vaardigheden worden met name in de eerste helft van het programma tijdens practica geoefend. Het gaat om communicatieve vaardigheden, onderzoeksvaardigheden en muzisch-agogische vaardigheden. De theoretische leerlijn omvat de Dublin descriptoren het verwerven van kennis en inzicht in het vakgebied en het doen van onderzoek. De theorie staat ten dienste van integratieve PGO- of praktijkopdrachten en wordt daarom parallel aangeboden. Bij opdrachten dienen studenten een theoretische verantwoording te geven. Via PGO moeten studenten zelfstandig kennis verwerven, daarnaast wordt kennis aangeboden in hoorcolleges, en via verplichte en aanbevolen literatuur. Studenten krijgen onderricht in het systematisch opzetten van projecten. In de leerlijn zelfmanagement ligt de nadruk op de versterking van het zelfsturend en zelflerend vermogen van de student. Deze leerlijn sluit aan bij de Dublin-descriptor het vermogen om zelfstandig sturing aan het leerproces te geven. De opleiding maakt gebruik van verplichte en aanbevolen literatuur. Per moduul is verplichte literatuur aangegeven. Aanvullende, actuele informatie wordt in de vorm van readers aangeboden. De voorgeschreven standaardwerken worden ook door andere SPH-opleidingen gebruikt. Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat de opleiding gebruik maakt van actuele literatuur op het gebied van sociaal pedagogische hulpverlening. Ongeveer tien procent van de SPH-studenten volgt een stage in het buitenland, een deel van de studenten maakt gebruik van de buitenlandse campussites van de hogeschool. 18/79 NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH

De onderwerpen voor stages, projecten en het contractwerkstuk dienen ontleend te zijn aan de beroepspraktijk en de onderzoeksresultaten dienen bruikbaar voor de praktijk te zijn. Door deze aanpak zijn, aldus het auditteam, de opdrachten en vraagstukken in het curriculum actueel. Moduulopdrachten zijn gebaseerd op authentieke casussen. Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat opdrachten in samenspraak met het werkveld tot stand komen. Met name geldt dit voor het eindwerkstuk (contractwerkstuk). De muzisch-agogische aanpak is, aldus het auditteam, duidelijk te herkennen in de opdrachten en werkstukken van studenten. Het auditteam heeft diverse producten van studenten ingezien, waarin het spelelement prominent aanwezig is. Naast het werken in en het bezoeken van de praktijk (stages, symposia, excursies), wordt via gastdocenten de praktijk naar de opleiding gehaald. Gastdocenten geven colleges of schrijven taken voor opdrachten en projecten. De opleiding zoekt samen met het lectoraat Social Work and Art Therapies naar samenwerkingsverbanden voor het invullen van de onderzoekscomponent, bijvoorbeeld met Rebound, forensische psychiatrie, GGD Friesland en Kwadrantgroep (onderzoek naar toekomstscenario s voor de ouderenzorg). Studenten maken in het eerste jaar kennis met het beroep sociaalpedagogisch hulpverlener via de verschillende thema s: beroepsoriëntatie, levensloop, problemen bij levensloop en methodisch handelen. Bij de deeltijdse opleiding wijkt het vierde jaar af, omdat daar twee theoretische modules over leiderschap zijn opgenomen. De rest van het vierde jaar bestaat uit een afstudeeropdracht in de vorm van een praktijkgericht onderzoek. Zowel voltijdse als deeltijdse studenten krijgen in het vierde jaar supervisie van gecertificeerde supervisoren om de competentie zelfhantering als professional te ontwikkelen. Uit het jaarlijks onderzoek onder afgestudeerden blijkt de tevredenheid over de opleiding en over het hbo-niveau. Voltijdse studenten zijn positiever dan deeltijdse. Aandachtspunt blijft, zo blijkt uit deze evaluaties, de theoretische diepgang. De opleiding reageert hierop met het versterken van de onderzoeksleerlijn. Afgestudeerden zijn positief over de beroepsgerichtheid en de actualiteit van het programma. De praktijkbegeleiders zijn positief over het kennisniveau van de stagiairs. Andere, landelijke onderzoeken bevestigen dit beeld. Naast verbeteringen als de koppeling van moduulboeken aan de BOKSA (zie facet 1.2), wil de opleiding de onderzoekslijn meer gestalte geven door het koppelen van studenten aan docenten en lectoren. In het gesprek met de lector heeft het auditteam een goede indruk gekregen van de wijze waarop hier aan wordt gewerkt. Hert auditteam is hierover positief (zie ook facet 3.1 en 3.3). Overwegingen Het auditteam is positief over de kwaliteit van het aangeboden programma: het is actueel, besteedt voldoende aandacht aan beroepsvaardigheden en sluit goed aan op de praktijk van sociaal pedagogische hulpverlening. De onderzoekende houding van de SPH er krijgt voldoende aandacht en is in ontwikkeling. De input van het lectoraat SWAT is daarbij een stimulerende factor. Zowel in het doorontwikkelen van de onderzoeksleerlijn als de NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH 19/79

capaciteitsversterking van het docententeam op het gebied van onderzoeksvaardigheden (facet 3.1 en 3.3) wordt geïnvesteerd. Het auditteam is hierover positief. Conclusie Het auditteam komt op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen tot het oordeel goed. Relatie doelstellingen en inhoud programma (facet 2.2) Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen Het programma is als volgt opgebouwd: - eerste jaar: oriëntatie op het beroep van sociaalpedagogisch hulpverlener; studenten maken kennis met de zeven werkvelden; - tweede jaar: uitvoering in de vorm van methodisch handelen; - derde jaar: de SPH er als intermediair tussen beleid en uitvoering; - vierde jaar: gericht op leiderschap. Uitgaande van de drie segmenten uit De creatieve professional met afstand het meest nabij (2009) worden de eindkwalificaties als volgt verdeeld: - eerste segment: kwalificaties methodische hulpverlenen, ontwerpen van programma s, versterken van de cliënt, hanteren van de relatie, benutten van de context en verantwoorden van het handelen; - tweede segment: kwalificaties professioneel samenwerken, signaleren in initiëren, organiseren en beheren, sturen, en innoveren; - derde segment: kwalificaties reflecteren, bijdragen aan de beroepsontwikkeling, professionalisering en onderzoeken. In een schema in het zelfevaluatierapport heeft de opleiding de kwalificaties en de competenties gekoppeld aan programmaonderdelen, zowel voor de voltijd als voor de deeltijd is beschreven op welke wijze de competenties / kwalificaties aan bod komen in het programma: verkennend, voortbordurend op basiskennis en komt in volle breedte geïntegreerd aan bod. Het auditteam stelt vast dat het programma-aanbod is afgestemd op de competenties zoals deze zijn geformuleerd in Onderwerp 1 van dit visitatierapport. Iedere moduulperiode staan moduuldoelstellingen of periodedoelen centraal, gerelateerd aan de opleidingskwalificaties en competenties. Periodedoelen worden weer vertaald naar werk- of leerdoelen die bepalend zijn voor de toetsing. De opleiding heeft een curriculumcommissie die de onderwijsinhoud evalueert en het management adviseert. Modulen komen via een gestandaardiseerd stappenplan tot stand: een onderwijskundige stelt een blauwdruk op die wordt getoetst aan de Dublin descriptoren, eindkwalificaties en competenties. Een ontwikkelteam bepaalt de inhoud en 20/79 NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH

vereiste deskundigheden. De onderwijskundige controleert de formulering van leerdoelen. Na uitvoering wordt de module geëvalueerd. In de moduulboeken zijn leerdoelen beschreven. Deze zijn, aldus het auditteam, voldoende duidelijk gerelateerd aan de eindkwalificaties en Dublin descriptoren. Voor studenten is de relatie eindkwalificaties en doelen van de diverse studieonderdelen inzichtelijk weergegeven. Voor het afstuderen (CWS-gids VT en DT) zijn de competenties en beoordelingscriteria op het eindniveau beschreven. Studenten kunnen zich op basis van deze gids voorbereiden op het CWS en kennen de criteria waarop het eindwerkstuk wordt beoordeeld. Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleiding de doelstellingen goed in het programma heeft verwerkt. De curriculumcommissie bewaakt op een systematische wijze de relatie tussen de doelstellingen en de inhoud van het programma. Conclusie Het auditteam komt op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen tot het oordeel goed. Samenhang in opleidingsprogramma (facet 2.3) Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Bevindingen In de eerste twee jaar is de inhoud van het programma thematisch opgezet: de thema s zijn richtinggevend voort de inrichting van het onderwijs wat betreft kenniscomponent en vaardigheden. Er is sprake is van horizontale samenhang. In alle onderdelen wordt aan één thema uit de praktijk gewerkt. In de laatste twee jaar vindt integratie plaats in de projecten, stages en het contractwerkstuk. De koppeling en de samenhang met de theorie wordt tijdens de stages en projecten bewerkstelligd door respectievelijk de onderwijsdagen en colleges of zelfstudie. De verticale samenhang wordt gewaarborgd door de opbouw van het programma: na de oriëntatie op het beroep bouwen de volgende modules daarop voort: van normale levensloop naar afwijkingen. In de leerlijnen is een opbouw van eenvoudig naar complex, van begrijpen naar toepassen, van enkelvoudige naar meervoudige casuïstiek te zien, en van instructie naar zelfstandigheid. De verticale samenhang wordt tevens gewaarborgd door de systematische opbouw binnen de vier leerlijnen: Theoretische leerlijn De theoretische leerlijn kent een ontwikkelgang van kennen en begrijpen in het eerste en tweede leerjaar, naar toepassen van kennis in het tweede en derde leerjaar tot de transfer en het bijdragen aan nieuwe kennis in derde en vooral vierde leerjaar (projecten en contractwerkstuk). NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH 21/79

Vaardighedenleerlijn In de vaardighedenleerlijn zit een ontwikkeling van eenvoudige naar complexe vaardigheden en van basisvaardigheden die van belang zijn voor iedere hbo er (zoals presenteren en rapporteren) tot handelingsvaardigheden voor de sociaalpedagogisch hulpverlener (zoals de muzisch-agogische vaardigheden). Integratieve leerlijn In de integratieve leerlijn zit een ontwikkeling van enkelvoudige naar meervoudige casuïstiek en van de gesimuleerde naar de authentieke beroepssituatie. Zelfmanagementleerlijn In de zelfmanagementleerlijn zit ten slotte een opbouw (en dus samenhang) van instructie naar zelfstandig leren, van opvoeding naar zelfopvoeding. Het zelfmanagement is ondergebracht in de onderwijseenheden LeerProcesBegeleiding (LPB). Uit onderzoeken blijkt dat studenten de samenhang als voldoende waarderen. De opleiding wil de zichtbaarheid van de samenhang verbeteren. Zij zal dit onder andere doen door de onderzoeksvaardigheden eerder in het curriculum te programmeren. De onderzoekslijn vormt dan een rode draad door de opleiding. Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleiding de samenhang van het curriculum op een doordachte wijze structureert via thema s, projecten en leerlijnen. De samenhang wordt via diverse inrichtingsprincipes bewaakt. Studenten tonen zich tevreden over de samenhang. Conclusie Het auditteam komt op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen tot het oordeel goed. Studielast (facet 2.4) Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen Het programma wordt aangeboden in vier keer vier periodes (modulen) van tien weken met een studielast van vijftien EC per periode. In de moduulwerkboeken is het aantal credits, het aantal contacturen per week en de didactische werkvormen opgenomen. Over de hele opleiding zijn er in de voltijd 1728 studentcontacturen (45 minuten). In het eerste jaar zijn er meer contacturen gepland en in het laatste jaar minder. Voor de deeltijd geldt dat er een keer per twee weken lessen worden gevolgd (acht contacturen). Daarnaast studeren studenten eens in de veertien dagen acht uur op de hogeschool (overleggroepen). In de deeltijdstudie speelt leren op de eigen werkplek een belangrijke rol. De opleiding verwacht van de deeltijdstudent dat hij veel tijd besteedt aan zelfstudie (reflectie op eigen leerervaringen op de werkplek). De leerervaringen vormen de input voor de colleges en de werkgroepen. 22/79 NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH

Aan het begin van het eerste jaar is er een studiestartweek waarin studenten zich oriënteren op het studeren in het hoger onderwijs en bij Stenden. De eerste twee jaar stuurt de opleiding de student via stimuli om het huiswerk bij te houden in verband met de vereiste studeerdiscipline. Studenten worden regelmatig getoetst (twee kansen per jaar). De toetscommissie controleert of toetsen aansluiten op de inhoud en het niveau van de module. De opleiding informeert studenten over bereikte resultaten, roosters, roosterwijzigingen en dergelijke via Intranet en Bello (elektronische leeromgeving). Studenten hebben altijd en overal toegang tot deze gegevens. De opleiding werkt met weekroosters die op donderdag gepubliceerd worden en eventueel voor het weekeinde kunnen worden bijgesteld. Via een vrijstellingenprocedure kunnen studenten vrijstellingen verkrijgen. De vrijstellingsprocedure volgt de werkwijze zoals de opleiding deze toepast bij erkenning van verworven competenties (EVC-procedure). De propedeuse is gericht op oriëntatie, selectie en verwijzing. De opleiding wil hiermee bereiken dat studenten na de propedeutische fase weten dat ze aan de voor hen goede opleiding studeren. Studenten melden in het gesprek met het auditteam dat de geschiktheid als SPH er (hulpverlener) in de begeleidingsgesprekken nadrukkelijk aan bod komt. Voor de selecterende functie is het bindend studieadvies na het eerste jaar ingesteld. Studenten die in het eerste jaar minder dan 40 EC halen, krijgen een bindend negatief studieadvies. Om te kunnen beginnen met de stage in het vierde jaar moeten de studenten 165 EC behaald hebben. Studenten die hier niet aan voldoen, hebben hun competenties nog niet in voldoende mate ontwikkeld om (onder begeleiding) in de rol van beginnend beroepsbeoefenaar te treden. Uit evaluaties blijkt de studenten en afgestudeerden het programma studeerbaar vinden. Wel blijkt in zowel in de voltijdse als de deeltijdse opleiding de verdeling van de studielast een aandachtspunt te zijn. Bij de voltijd wordt het derde jaar als te weinig belastend ervaren en het vierde als zwaarbelast. De druk die in het laatste jaar door de studenten wordt gevoeld is, aldus de opleiding, een getrouwe afspiegeling van de beroepspraktijk. De opleiding heeft in 2010 maatregelen genomen om de studiebelasting in het derde en vierde jaar (voltijd) meer met elkaar in evenwicht te brengen. Uit recente evaluaties blijkt dat studenten dat studenten de ervaren werkdruk in het derde en vierde jaar beter aankunnen (door invoering van afstudeerkringen). Bij de deeltijd was de studielast, aldus de studenten, niet evenredig over de verschillende leerlijnen verdeeld. De opleiding heeft dit opgepakt door de studielast in het studiejaar 2009 2010 evenwichtiger over de leerlijnen te verdelen. Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleiding een programma aanbiedt waarin rekening wordt gehouden met een evenredige studiebelasting over de jaren. Uit evaluaties blijkt dat studenten in het algemeen tevreden zijn over de studielast. In verhouding tot de landelijke NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH 23/79

evaluaties scoort SPH-Stenden hoog op dit punt (Landelijke studentenenquête SPH voltijd, mei 2009). Daar waar er naar het oordeel van de studenten knelpunten ontstaan, wordt gezocht naar oplossingen. De opleiding peilt systematisch bij studenten naar hun mening over de opleiding (onder andere via panelbijeenkomsten en moduulevaluaties). De studenten oefenen direct invloed op de opleiding uit. Dat doen ze via de studentenraad (STURA) en de opleidingscommissie. Conclusie Het auditteam komt op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen tot het oordeel goed. Instroom (facet 2.5) Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen Voltijd Studenten met een havo-, vwo of mbo-diploma zijn toelaatbaar tot de opleiding. Studenten met een SPW-4-diploma krijgen 60 EC vrijstelling en volgen een verkorte route: de eerste twee jaar doen zij in één jaar. Studenten met een andere mbovooropleiding krijgen een intakegesprek en kunnen soms vrijstellingen krijgen. Studenten met werkervaring en zonder de benodigde vooropleiding kunnen op basis van een Ervaringscertificaat (EVC) een opleidingstraject op maat volgen (dit ter beoordeling van de examencommissie) Met zij-instromers vindt altijd een intakegesprek over studiekeuze en vrijstellingen plaats. De opleiding kent naast de instroom van Nederlandse studenten ook een Duitse instroom, met name in het derde studiejaar. Deze bedraagt zo n vijftien procent van de totale voltijdse instroom. Zij volgen vooraf en tijdens het eerste jaar een cursus Nederlands tot niveau NT2-5 is bereikt. Er is voor hen een speciaal introductieprogramma en zij krijgen een Nederlandse buddy-student. Om de aansluiting op de vooropleiding goed te laten verlopen, overlegt de opleiding met toeleverende scholen, biedt zij maatwerk aan verschillende doelgroepen en heeft zij in het programma rekening gehouden met de verschillen tussen vooropleiding en hboopleiding. De opleiding participeert in het platform VO-HBO Frieslân om de aansluiting van havoen vwo-studenten te waarborgen. Stenden participeert in de Aansluitingsmonitor waarin de aansluiting wordt onderzocht. Verder heeft de opleiding regelmatig overleg met SPW-opleidingen in Friesland, met name over werkvormen. Deze samenwerking heeft geresulteerd in een docentenuitwisseling tussen de opleiding en ROC Friesland. De opleiding verzorgt voorlichting via schoolbezoek, open dagen en lessen, proefstudeerdagen en dergelijke. 24/79 NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH

Voor de Duitse studenten van het Berufskolleg Bleibergquelle uit Velbert is een speciaal traject ontworpen, dat stoelt op een convenant. Deze studenten volgen tijdens de eerste twee jaar van hun Duitse opleiding een speciaal plusprogramma (met onder andere Nederlands) en stromen vervolgens op SPH Stenden in het derde jaar in. Alle Duitse studenten mogen gedurende het eerste jaar dat zij in Nederland studeren, bij het maken van toetsen gebruik maken van een woordenboek en krijgen voor het maken van de toets een half uur extra. Studenten krijgen in de eerste periode een introductie in het probleemgestuurd leren. Via leerprocesbegeleiding en studievaardigheden worden studenten voorbereid op het studeren in het hoger onderwijs. Deeltijd De instroom van SPH deeltijdstudenten is divers, qua vooropleiding, levenservaring en werkervaring. Om zicht te krijgen op de basiscompetenties van de student, wordt met elke student een intakegesprek gevoerd. De helft van de deeltijdstudenten stroomt in het tweede jaar in op grond van een SPW-vooropleiding. Deze studenten dienen een relevante werkplek te hebben van ten minste 16 uur, op ten minste SPW-niveau, waarin ze in een professionele relatie met cliënten kunnen treden, en de opdrachten van de opleiding kunnen uitvoeren. Indien een kandidaat beschikt over een Ervaringscertificaat SPH (resultaat van een afgeronde EVC-procedure), wordt de EVC-rapportage voorgelegd aan de examencommissie van SPH. Deze beslist zowel over toelating als over vrijstellingen in het curriculum die leiden tot een aangepast, individueel op maat gesneden programma. Deeltijdstudenten die de deeltijdopleiding willen volgen als switch in hun carrière, zonder SPW-opleiding of zonder relevante werkervaring, volgen het vierjarig traject, want ze bezitten te weinig, relevante verworven competenties. Bovendien hebben zij in de regel nog geen relevante SPH-werkkring bij de aanvang van de studie. De opleiding heeft voor deze studenten een voorziening getroffen door een op het voltijdonderwijs gelijkende inrichting van de beide eerste perioden van het eerste studiejaar. Deze studenten moeten dan passend werk hebben na twéé perioden, waarna het leren op de werkplek een rol in het onderwijs kan gaan spelen. Deeltijdstudenten zijn in de regel al enige tijd uit het onderwijsproces. Zij moeten wennen aan een studie en aan studeren. De opleiding is zó ingericht dat studenten één dag per week voor de opleiding beschikbaar hebben. Eenmaal per twee weken wordt die dag ingevuld binnen de schoolmuren. Op de andere dag vindt collaborative learning plaats (studiekring van een groep studenten die ervaringen en kennis uitwisselen). Evaluaties laten een gedifferentieerd beeld zien: uit de Landelijke Studentenenquête (2009) blijkt dat studenten vinden dat de aansluiting op de vooropleiding verbeterd kan worden. Met name havisten geven een matige score. De opleiding schrijft dit toe aan de beroepsgerichtheid vanaf het eerste jaar (die immers hoog scoorde: 3,7 bij de eerstejaars) en van het werken met PGO (voor havisten een compleet nieuwe werkvorm). Het auditteam lijkt dit een plausibele verklaring. Uit Elsevieronderzoek blijkt dat de opleiding in dit opzicht niet afwijkt van andere opleidingen in het land. In de Aansluitingsmonitor Noordoost Nederland 2008-2009 (september 2009) zijn studenten positief over de aansluiting. NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH 25/79

Overwegingen Het auditteam vindt dat de opleiding voldoende rekening houdt met de vooropleiding van de instromende studenten. Dit geldt voor zowel de deeltijd als de voltijdopleiding. Havisten zijn volgens de landelijke studentenenquête matig tevreden over de aansluiting op de opleiding, maar dit wordt niet bevestigd in de aansluitingsmonitor Noordoost Nederland. Conclusie Het auditteam komt op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen tot het oordeel goed. Duur (facet 2.6) De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten/european credit points. Bevindingen Het curriculum voor zowel de voltijdse als de deeltijdse studie omvat 240 EC. Studenten met een SPW-vooropleiding krijgen 60 EC aan vrijstellingen. Studenten met erkende EVC kunnen voor vrijstellingen in aanmerking komen. Dit ter beoordeling van de examencommissie. De opleiding bestaat uit vier maal vier periodes van vijftien EC. Jaarlijks wordt voor een nieuw cohort in de OER het aantal en de verdeling van de studiepunten opgenomen en ter advisering aan de opleidingscommissie aangeboden. Overwegingen De opleiding voldoet aan de eisen die er aan de duur van een hbo-bacheloropleiding worden gesteld: 240 EC. Conclusie Het auditteam komt op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen tot het oordeel: voldaan. Afstemming tussen vormgeving en inhoud (facet 2.7) Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Bevindingen Het onderwijs van de SPH-opleiding is competentiegericht en wordt gekarakteriseerd door het leren in een realistische taakomgeving. De werkvormen die bij de didactische uitgangspunten passen, zijn in het zelfevaluatierapport beschreven. De opleiding structureert dit aan de hand van de vier leerlijnen. De integratieve leerlijn De dominante werkvorm is de PGO-groep. Ook de stages en het CWS zijn onderdelen die tot de integratieve leerlijnen behoren, dat wil zeggen leren door werken en reflectie op 26/79 NQA Stenden Hogeschool: audit bestaande hbo-bacheloropleiding SPH