Raadsvoorstel Aan de gemeenteraad Van : College van B&W Datum : 07-05-2019 Pfh. : H. H. van der Woude Steller : Zoë Bos tel.nr. : 06-22914216 e-mail : zbos@delft.nl Registratie nr. : 3921862 BBV : 3921858 Griffienr. : 1919330 Onderwerp : Wijzigingen Verordening Jeugdhulp Delft Gevraagde beslissing: De gewijzigde Verordening jeugdhulp gemeente Delft 2015 vast te stellen. Samenvatting Met ingang van 2015 is de Verordening jeugdhulp gemeente Delft 2015 van kracht. In de verordening is het wettelijk kader van de jeugdhulp opgenomen zoals deze geldt in Delft. Om een juiste naleving van de Jeugdwet te garanderen is het wenselijk hierop te controleren. Voor de Jeugdwet is nog geen rechtelijke grondslag voor dergelijk toezicht. Daarnaast mist in de verordening rechtelijke grondslag voor de bepaling van het tarief voor het persoonsgebonden budget (hierna: pgb). Middels toevoegingen aan de verordening kan voor beide kwesties deze rechtelijke grondslag worden bewerkstelligd. Het college vraagt de raad de gewijzigde Verordening Jeugdhulp gemeente Delft 2015 vast te stellen. 1. Aanleiding Binnen de regio (H10) is een netwerk van toezichthouders opgezet om toezicht en handhaving uit te voeren voor de Wmo en de Jeugdwet. Middels dit toezicht en deze handhaving wordt op een juiste naleving van deze wetten gecontroleerd. Voor de uitvoering van dit toezicht is rechtelijke grondslag nodig, welke in de Wmo is opgenomen. Aangezien dit in de Jeugdwet niet is opgenomen, kan deze rechtelijke grondslag worden bewerkstelligd middels een toevoeging aan de verordening Jeugdhulp. Ook is geconstateerd dat in de verordening Jeugdhulp niet is opgenomen hoe het tarief voor het pgb tot stand komt. Hierdoor kan niet onderbouwd worden waarom het formele dan wel het informele tarief wordt uitgekeerd. Middels enkele wijzigingen aan artikel 11 wordt deze onderbouwing in de verordening bewerkstelligd. De desbetreffende toevoegingen in de verordening zijn als volgt:
Artikel 12a Toezichthouders Het college wijst toezichthouders aan die belast zijn met het houden van toezicht op de naleving van de wet, waaronder de bestrijding van misbruik, oneigenlijk gebruik en (onterecht) niet gebruik van de wet. De bijbehorende toegevoegde toelichting: Artikel 12a. Toezichthouders In de Jeugdwet is het toezicht op de kwaliteit belegd bij de Inspectie gezondheidszorg en jeugd; het toezicht op de rechtmatigheid is een bevoegdheid van de gemeente zelf. In de Jeugdwet is niet vastgelegd hoe de gemeente het toezicht op rechtmatigheid moet vormgeven. Hierin heeft de gemeente beleidsvrijheid. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) geeft de mogelijkheid om een toezichthouder aan te wijzen, als dit is geregeld bij een wettelijk voorschrift (artikel 5:11 Awb en verder). Artikel 11. Regels voor pgb 1. Het college verstrekt een pgb in overeenstemming met artikel 8.1.1 van de wet. 2. Het tarief van een pgb: a. wordt bepaald aan de hand van een door de jeugdige en ouders opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden; b. is toereikend om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede voorzieningen en andere maatregelen die tot de individuele voorzieningen behoren, van derden te betrekken en c. bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate voorziening in natura. 3. Het tarief van een pgb is opgebouwd uit verschillende kostencomponenten, zoals salaris, vervanging tijdens vakantie, verzekeringen en reiskosten. 4. De persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, kan de jeugdhulp betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk, onder de hiernavolgende voorwaarden: a. dat deze persoon voor zijn diensten maximaal het op grond van de Wet langdurige zorg geldende pgb-uurtarief voor hulp van niet-professionele zorgverleners krijgt betaald, en b. dat deze persoon heeft aangegeven dat de zorg aan de jeugdige voor hem niet tot overbelasting leidt, en c. dat tussenpersonen of belangbehartigers niet uit het pgb mogen worden betaald. 5. De Sociale verzekeringsbank verricht de betalingen namens het college, in overeenstemming met artikel 8.1.8 van de wet. 6. Het college kent geen pgb toe voor zover het is bestemd voor besteding in het buitenland, tenzij het college hier vooraf expliciet toestemming voor verleent. 7. Geen pgb wordt verstrekt voor de functie vervoer tenzij de jeugdige geen gebruik kan maken van collectief vervoer. 8. Het college betaalt het pgb overeenkomstig het informele pgb-tarief indien: a. de individuele voorziening niet beroepsmatig wordt geboden door een persoon uit het sociale netwerk; b. de individuele voorziening beroepsmatig geboden wordt door een bloed- of aanverwante in de 1e of 2e graad van de budgethouder of door een ander persoon die deel uitmaakt van de leefeenheid. c. In alle andere gevallen betaalt het college het pgb overeenkomstig het formele pgb-tarief.
2. Bevoegdheid Volgens artikel 147 en artikel 149 van de Gemeentewet is de bevoegdheid tot vaststelling en wijziging van gemeentelijke verordeningen een verantwoordelijkheid van de gemeenteraad. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) geeft de mogelijkheid om een toezichthouder aan te wijzen, als dit is geregeld bij een wettelijk voorschrift (artikel 5:11 Awb en verder). 3. Historie / relatie met eerdere besluiten/ proces De Verordening Jeugdhulp gemeente Delft 2015 (kenmerk 1724128) werd op 14 oktober 2014 vastgesteld en trad op 1 januari 2015 in werking. Op 13 februari 2018 is door het college van B&W de functienaam Medewerker handhaving en toezicht; sociaal rechercheur aangewezen als toezichthouder op grond van de Wmo (kenmerk 3622437). Op 11 december 2018 is door het college van B&W besloten om de functienamen van de reeds aangestelde toezichthouders uit te breiden (kenmerk 3829366). 4. Wat willen we bereiken? (Beoogd effect) - Toezicht en handhaving op een juiste naleving van de Jeugdwet in Delft. - Duidelijkheid voor de burger over het pgb-tarief waar hij/zij recht op heeft. 5. Wat gaan we daarvoor doen? (Oplossingsrichtingen / kanttekeningen) - Het bewerkstelligen van rechterlijke grondslag voor de uitvoering van toezicht en handhaving op de Jeugdwet in Delft. Het regionale netwerk toezichthouders (H10) zal hierdoor naast de participatiewet en Wmo ook kunnen toezien op de Jeugdwet. Hiervoor zal regionaal handhavingsbeleid worden ontwikkeld. - Het opnemen van de voorwaarden voor de totstandkoming van het formele en het informele pgb-tarief in de verordening Jeugdhulp. 6. Verdere procedure Toezichthouders: Nadat de rechtelijke grondslag voor de toezichthouders is bewerkstelligd zal het college van B&W gevraagd worden de toezichthouders voor Jeugd aan te stellen. PGB: Nadat de gewijzigde verordening Jeugdhulp is vastgesteld door de gemeenteraad, zal het college van B&W gevraagd worden Wijziging 3 nadere regels persoonsgebonden budget Jeugdhulp Delft 2015 vast te stellen. Bijlagen: Gewijzigde Verordening jeugdhulp gemeente Delft 2015 Raadsbesluit
Hoogachtend, He-t college van burgemeester en wethouders van Delft, burgemeester. secretaris.
Raadsbesluit Datum : #*dd-maand-jaar*# Registratie nr. : 3921862 BBV : 3921858 Griffienr. : 1919330 Onderwerp : Wijziging Verordening Jeugdhulp Delft De raad van de gemeente Delft; Gelezen het voorstel van het college van 7 mei 2019; BESLUIT: De volgende wijzigingen van de Verordening jeugdhulp gemeente Delft 2015 vast te stellen: A. Artikel 11 wordt herzien. De nieuwe tekst is als volgt: Artikel 11. Regels voor pgb 1. Het college verstrekt een pgb in overeenstemming met artikel 8.1.1 van de wet. 2. Het tarief van een pgb: a. wordt bepaald aan de hand van een door de jeugdige en ouders opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden; b. is toereikend om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede voorzieningen en andere maatregelen die tot de individuele voorzieningen behoren, van derden te betrekken en c. bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate voorziening in natura. 3. Het tarief van een pgb is opgebouwd uit verschillende kostencomponenten, zoals salaris, vervanging tijdens vakantie, verzekeringen en reiskosten. 4. De persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, kan de jeugdhulp betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk, onder de hiernavolgende voorwaarden: a. dat deze persoon voor zijn diensten maximaal het op grond van de Wet langdurige zorg geldende pgb-uurtarief voor hulp van niet-professionele zorgverleners krijgt betaald, en b. dat deze persoon heeft aangegeven dat de zorg aan de jeugdige voor hem niet tot overbelasting leidt, en c. dat tussenpersonen of belangbehartigers niet uit het pgb mogen worden betaald. 5. De Sociale verzekeringsbank verricht de betalingen namens het college, in overeenstemming met artikel 8.1.8 van de wet. 6. Het college kent geen pgb toe voor zover het is bestemd voor besteding in het buitenland, tenzij het college hier vooraf expliciet toestemming voor verleent. 7. Geen pgb wordt verstrekt voor de functie vervoer tenzij de jeugdige geen gebruik kan maken van collectief vervoer. 8. Het college betaalt het pgb overeenkomstig het informele pgb-tarief indien: a. de individuele voorziening niet beroepsmatig wordt geboden door een persoon uit het sociale netwerk;
b. de individuele voorziening beroepsmatig geboden wordt door een bloed- of aanverwante in de 1e of 2e graad van de budgethouder of door een ander persoon die deel uitmaakt van de leefeenheid. c. In alle andere gevallen betaalt het college het pgb overeenkomstig het formele pgb-tarief. B. Artikel 12a wordt toegevoegd en is als volgt: Artikel 12a Toezichthouders Het college wijst toezichthouders aan die belast zijn met het houden van toezicht op de naleving van de wet, waaronder de bestrijding van misbruik, oneigenlijk gebruik en (onterecht) niet gebruik van de wet. C. De toelichting van Artikel 12a wordt toegevoegd en is als volgt: Artikel 12a. Toezichthouders In de Jeugdwet is het toezicht op de kwaliteit belegd bij de Inspectie gezondheidszorg en jeugd; het toezicht op de rechtmatigheid is een bevoegdheid van de gemeente zelf. In de Jeugdwet is niet vastgelegd hoe de gemeente het toezicht op rechtmatigheid moet vormgeven. Hierin heeft de gemeente beleidsvrijheid. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) geeft de mogelijkheid om een toezichthouder aan te wijzen, als dit is geregeld bij een wettelijk voorschrift (artikel 5:11 Awb en verder). Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van #* DD/MM/JJJJ *#,burgemeester.,griffier.