Inhoud 1. De zee is groot 2. Zonder zee geen leven 3. Golven 4. De zee is zout 5. De zee en rivieren 6. De kleur van de zee

Vergelijkbare documenten
inhoud blz. 1. Water is niet gewoon 2. Water, ijs en wolken 3. Een kring 4. Drinken 5. Water in de zee 6. Olie en water 7. Vuil water wordt schoon

inhoud Zee, strand en duin 1. Zand 2. Zon en wind 3. Het duin 4. Dieren in het duin 5. Eb en vloed 6. De jutter 7. Schelpen 8.

1. De maan 3 2. Volle maan 4 3. Een maand 6 4. De maan trekt 8 5. Een reis naar de maan 9 6. Op de maan Maanweetjes 11 8.

inhoud blz. Kou 1. Het weer 2. Rillen van de kou 3. Kleren 4. Koelkast en vriezer 5. Koude kleuren 6. Noordpool en Zuidpool 7.

inhoud blz. 1. Drijven of zinken? 2. Lucht is licht 3. De duikboot 4. De zwemles 5. Zout en zoet water 6. Olie en water 7.

inhoud 1. Overal sterren 2. Wat is een ster? 3. Het leven van een ster 4. Een ster dichtbij 5. De zon 6. Sterren en kleuren 7.

inhoud 1. Dieren op reis 2. Waarom dieren reizen 3. Op zoek naar eten 4. Op zoek naar een broedplek 5. Weg uit de kou 6. Filmpje Pluskaarten Bronnen

inhoud 1. Vuur in de natuur 2. Mens en vuur 3. De mens maakt vuur 4. Licht en warmte 5. Vuur en eten 6. Werken met vuur 7.

inhoud 1. In de lucht 3 2. Ik zweef 4 3. Een sigaar in de lucht 5 4. Brand! 6 5. In de luchtballon 7 6. Landen op water 8 7. Op reis 9 8.

Zintuigen. zien ruiken. horen. voelen. proeven

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

Inhoud inhoud blz. 1. Alles over ijs 2. Het water bevriest 3. IJspegels en ijsbloemen 4. Neerslag 5, Kunstijs 6. De polen 7.

inhoud 1. De ijsbeer 2. Hier woon ik 3. Mijn jas is warm 4. Mijn voeten 5. Jagen 6. In het hol 7. Erop uit 8. Bedreigd 9. Berenweetjes 10.

Inhoud 1. Allemaal botten 2. Stevig 3. Licht 4. Beschermen 5. Bewegen 6. Grote botten, kleine botten 7. In het gips 8. Dieren 9. Filmpje Pluskaarten

inhoud 1. Ontdek 2. Insecten 3. Een hart klopt 4. Het spoor 5. De magneet 6. Zie ik dat wel goed 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud 1. Bloemen 2. Planten 3. Wat is een bloem? 4. Binnen in de bloem 5. De bloem krijgt bezoek 6. Van stamper naar vrucht

inhoud blz. Vleugels 3 1. Zweven 4 2. Vleugels om te zwemmen 5 3. De boemerang 6 4. Vogels op de grond 7 5. Het geheim van vliegen 8 6.

inhoud blz. 1. Eten 3 2. De maaltijd 4 3. Het bestek 5 4. Planten en dieren 6 5. Uit eten 8 6. Eten in andere landen Dat lust ik niet

Inhoud 1. Het gebit 2. De eerste tanden 3. Wisselen 4. Een nieuw gebit 5. Zorg voor je gebit 6. De tandarts 7. Een gaatje 8. Zoet 9.

inhoud blz. 1. Haar 2. Met of zonder haar 3. Haar beschermt 4. Voelen met haar 5. Praten met haar 6. Mens en haar 7. Wenkbrauwen en wimpers

inhoud 1. Inleiding 2. Water is een wonder. 3. De kringloop van het water 4. Zoet, zout of brak 5. Drinkwater 6. Liter na liter

inhoud 1. Mijn fiets 2. De delen van een fiets 3. De loopfiets 4. Trappen maar! 5. Hoog op een wiel 6. De ketting 7. De damesfiets 8.

Inhoud blz. 1. Op reis 2. De trekschuit 3. De postkoets 4. De stoomtrein 5. De auto 6. Het vliegtuig 7. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud 1. Allemaal de kiebels 2. De bult 3. Kiebels in mijn haar 4. De kwal 5. De brandnetel 6. Huisdieren 7. Vlooien 8. Hooikoorts 9.

inhoud 1. De merel 2. Waar is mijn eten? 3. De tuin 4. Vogels helpen 5, Wat eten vogels? 6. Vogels in de tuin 7. Een goede plek 8.

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

inhoud blz. Lucht 1. Lucht is leven 2. Adem 3. Vieze lucht 4. Warme lucht 5. Wind: lucht beweegt 6. Lucht is sterk 7. Boeren en winden 8.

Het museum museum mu

inhoud blz. 1. Prikken en steken 2. De bij 3. De brandenetel 4. De mug 5. De kwal 6. De pieterman 7. De rode mier 8.

inhoud 1. Textiel? Wat is dat? 2. Weven met papier 3. Stoffen van textiel 4. Wol 5, Zijde 6. Katoen 7. Linnen 8. Filmpje Pluskaarten

inhoud blz. 1. Een wereld vol letters 2. Letters 3. Plaatjes lezen 4. Het pictogram 5. Van plaatje naar teken 6. Letters en klanken

inhoud blz. 1. Roofdieren 2. De leeuw 3. De tijger 4. De luipaard 5. De wolf 6. De ijsbeer 7. De bruine beer 8. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Torens 3 2. De kerktoren 4 3. Het kasteel 5 4. Nog meer torens 6 5. Beroemde torens 9 Pluskaarten 12 Bronnen 13 Colofon en voorwaarden 14

inhoud blz. 1. Zoet 2. Honing 3. Suiker 4. Zoet water 5. Smaak en proeven 6. Zoet en tanden 7. Wie zoet is. 8. Snoep 9. Filmpjes Pluskaarten

1. Bijen 3 2. Drie soorten bijen 4 3. Op zoek naar eten 5 4. Wonen 7 5. De imker 9 6. Honing Was Filmpje 13 Pluskaarten 14 Bronnen en

inhoud 1. Inleiding 3 2. Wat is een maan? 4 3. Het ontstaan van de maan 4. De maan en de maanden 5. Kijken naar de maan 6. Landing op de maan

inh oud 1. Dieren in de winter 2. De egel 3. De vleermuis 4. De eekhoorn 5. De merel 6. De ree 7. De pad 8. Het lieveheersbeestje 9.

inhoud 1. Mmmmm lekker zoet 2. Waar komt suiker vandaan? 3. Suiker vind je overal 4. Nog meer suiker 5. Te veel suiker 6. Hoe word je te dik?

inhoud 1. Groeien 2. In de buik 3. De baby 4. De peuter 5, De kleuter 6. Het schoolkind 7. De puber 8. Volwassen 9. Bejaard 10. Filmpje Pluskaarten

inhoud 1. Lekker 3 2. Bij de boer 3 3. Tarwe malen 4. Bij de bakker 7 5. Bruin of wit 5. Allemaal broden 6. Filmpje 7. Pluskaarten Colofon 15

inhoud blz. 1. Borst of fles 2. Zogen 3. De boer en zijn dieren 4. De fabriek 5. Slagroom, boter en karnemelk 6. Kaas 7. Meer zuivel 8.

inhoud Deze buurt is niet meer wat het geweest is,

inhoud 1. Oren 2. De vleermuis 3. De olifant 4. De uil 5. De dolfijn 6. De postduif 7. De tijgermot 8. De kat 9. De hond 10. Filmpjes Pluskaarten

inhoud blz. De zeppelin 1. Graaf von Zeppelin 2. Hoe vliegt een zeppelin? 3. Zeppelin of blimp 4. De ramp met de Hindenburg 5. Filmpjes Pluskaarten

inhoud blz. 1. Een wereld vol cijfers 2. Een bot met streepjes 3. Tellen 4. Turven 5. Oude getallen 6. Onze cijfers 7. Tellen in drie talen

inhoud blz. 1. Donker 3 2. Dikke jas 4 3. Het vriest 5 4. Sneeuw 6 5, Dieren in de winter 8 6. Bomen Winterkost Beweeg 12 9.

inhoud 1. Voeten en poten 2. De olifant 3. De vlieg 4. De uil 5. De sprinkhaan 6. De giraf 7. De struisvogel 8. De gekko 9.

inhoud 1. Vogels op reis 3 2. Vogeltrek 4 3. Zomervogels 4. Wintergasten 5. Standvogels 6. Deeltrekkers 7. Op reis

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8.

inhoud blz. 1. Wielen 2. Draaien maar! 3. De boomstam 4. Rollen maar! 5. Van rollen naar rijden 6. Lichter, beter, sterker 7.

inhoud blz. 1. Au! Dat prikt! 3 2. Stekels 4 3. Nacht 5 4. Op zoek naar eten 6 5, Egel, pas op! 7 6. Mensen 8 7. Het nest van de egel 9 8.

inhoud 1. Slangen 2. Een reptiel 3. Maten 4. Waar? 5. Ruiken 6. Gif 7. Wurgen 8. Hap, slik! 9. Een nieuwe jas 10. Weetjes 11. Filmpje Pluskaarten

inhoud 1. Dolfijnen 2. De bouw van een dolfijn 3. De zintuigen 4. De school 5. Voedsel 6. Sprongen en spel 8. Gevaar! 9.

inh oud 1. Inleiding 3 2. Kijken en zien 4 3. Proefjes 4. Hoogte, breedte en diepte 5. Gefopt door licht en donker 6. Gefopt door schuine lijnen

inhoud blz. Helikopters 3 1. De geboorte van de helikopter 4 2. De delen van de helikopter 6 3. In de cockpit 7 4. De rotor 8 5.

inhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon

Waarom? 3 1. Waarom heeft een zebra witte en zwarte strepen? 4 2. Waarom worden bladeren in de herfst geel en oranje? 5 3. Waarom hebben leeuwen

inhoud Het konijn 1. Bos en duin 2. Het hol 3. Keutels 4. Gevaar 5. Een huisdier 6. Rassen 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 6.

inhoud De wolf 3 1. Een roofdier 2. Ruiken, horen en zien 3. De roedel 4. De taal van de wolf 5. Wolf en hond 6. Soorten wolven 7.

Inhoud blz. 1. Honden 2. Van wolf naar hond 3. Rassen 4. Rashonden 5. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s Colofon en voorwaarden

inhoud 1. IJs 2. De ijspegel 3. De ijsberg 4. Kunstijs 5. De ijsbeer 6. De polen 7. Sporten op ijs 8. Beelden van ijs 9.

Raar, maar waar! Natuur Na

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

inhoud Airbus A De eerste vlucht 2. Samenwerken 3. Het vervoer 4. Aan boord 5. De motoren 6. Maten 7. Luchthavens 8. Airbusweetjes 9.

inhoud Neuzen 1. Je neus 2. Groot is mooi 3. Wroeten 4. Grijpneus 5. Speurneus 6. Onder water 7. Zoem, zoem, ik ruik je 8. Ruiken met je tong

inh oud Mars 1. Ons zonnestelsel 2. De rode planeet 3. Mars en de aarde 4. Leven op Mars? 5. Mars en fantasie 6. Een kijkje op Mars 7.

inh oud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 3. Vissen 4. Kwallen 5. Zoogdieren 6. Schaaldieren 7. Stekelhuidigen 8. Zeewier 9.

De kracht van de natuur

inhoud blz. Overal gereedschap 3 1. De timmerman 4 2. De schilder 5 3. De tandarts 6 4. De kok 7 5. De schoonmaker 8 6. De leerling 9 7.

inhoud 1. Staarten 2. Weg vlieg! 3. Evenwicht. 4. Een fopstaart 5. Hoe vind je mijn staart? 6. Een extra arm 7. Een praatstaart 8.

inhoud blz 1. Buideldieren 3 2. Kangoeroes 6 3. De wombat 8 4. De koala 9 5. De opossum De numbat De suikereekhoorn 12 8.

1. Seizoenen Lente Zomer Herfst Winter Filmpje Pluskaarten 17 Bronnen 19 Colofon en voorwaarden 20

inhoud 1. Kunst! Wat is dat? 2. Het schilderij 3. Het beeld 4. Het verhaal 5. De dans 6. Het gebouw 7. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s

In houd 1. Inleiding 2. De luchthaven 3. De vertrekhal 4. De douane 5. De wachtkamer 6. De bagage 7. Eten en drinken 8. De brandstof 9.

ligt. Druppelen: als ergens druppels vanaf vallen. Je haar druppelt bijvoorbeeld als je net uit het zwembad komt. Gieten: heel hard regenen.

Inhoud 1. Wat voor weer wordt het? 3 2. Het weerbericht 4 3. Temperatuur 5 4. Wind 5. Neerslag 6. Bewolking Filmpje Pluskaarten Bronnen 17

1. De zolder van opa 3 2. Spullen van vroeger 4 3. De stoof 5 4. Het leesplankje 6 5. De Keulse pot 7 6. De tol 8 7. De foto 9 8.

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 1

inhoud blz. 1. Huisdieren 3 2. De hond 5 3. De kat 6 4. De witte muis 7 5. De goudvis 8 6. Het konijn 9 7. De cavia De tamme rat 11 9.

inhoud blz. De computer 3 1. Wat is een computer De delen van een computer 5 3. Hoe werkt een computer? 8 4. Van groot naar klein 12 5.

inhoud blz. Inleiding 1. De haven 2. Soorten havens 3. Soorten vracht 4. Lossen en laden 5. Werken in de haven 6. Filmpjes Pluskaarten

inhoud blz. 1. Inleiding 2. Snavels 3. Wat eet ik 4. Nectar 5. Insecten 6. Zaden 7. Vissen en andere waterdieren 8. Schelpen 9. Kleine waterdiertjes

inhoud blz. Inleiding 3 1. De farao 4 2. De dood van de farao 5 3. Bewaard als mummie 6 4. Het graf 7 5. Groter en groter 8 6. De vorm 9 7.

inhoud blz. Dieren in groepen 1. Insecten: de zwerm of kolonie 2. Vogels: de vlucht 3. Vissen: de school 4. Zoogdieren: de kudde 5.

inhoud blz. Oude foto s 1. De scharensliep 2. De melkboer 3. De kruidenier 4. De tonnenman 5. De kolenboer 6. De putjesschepper

inhoud 1. Een bijzondere vogel 2. De woonplaats 3. Soorten pinguins 4. Pinguinweetjes 5. Filmpjes Bronnen en foto s Colofon en voorwaarden

Thema: Noordpool, natuur, dieren, reizen, klimaat

inh oud Huid en haar 1. De huid in lagen 2. Nieuwe huid 3. De huid in kleurtjes 4. Voelen met je huid 5. Zweet 6. Haartjes en kippenvel 7.

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

inhoud Zout 3 1. Geschiedenis 4 2. Zout uit de zee 6 3. Zout uit de grond 8 4. Het gebruik van zout 9 5. Zout en bijgeloof Zoutweetjes 12 7.

Brunelleschi. De Dom van Florence

Griezelboek. groep 3 en 4

Geen fabriekswerk. Roeien met de wind mee en de stroom tegen. Jac Willekens

inhoud 1. Inleiding 2. Wat is een planeet 3. Soorten planeten 4. Het ontstaan van planeten 5. De planeten 1.Mercurius 2. Venus 3. De Aarde 4.

Naam: WATER. pagina 1 van 8

Water en drinkwater (waterhardheid en ontkalken)

Frankenstein. Mary Shelley

Transcriptie:

De zee

Inhoud. 1. De zee is groot 3 2. Zonder zee geen leven 4 3. Golven 5 4. De zee is zout 6 5. De zee en rivieren 7 6. De kleur van de zee 8 7. De kust en de branding 9 8. Sporten op zee 10 9. Werken op zee 11 10. IJs op zee 13 11. Vuil op zee 14 12. Filmpjes 15 Pluskaarten 16 Bronnen en foto s 18 Colofon en voorwaarden 10

1. De zee is groot We wonen op de aarde. De aarde is een bol. Je kunt maar één kant tegelijk zien. Op plaatje 1 zie je de aarde van alle kanten. Op plaatje 2 hebben we de vier bollen naast elkaar gelegd. Je ziet nu een een kaart. Nu kun je alle landen zien. De landen zijn groen. 1 Je kunt ook de zee zien. De zee is blauw. Er is meer water dan land Er is veel meer zee dan land. 3 De grote stukken zee tussen de landen noem je een wereldzee. Er zijn 5 van die grote wereldzeeën. 1 2 5 1 2 4 De vijf grote zeeën van de wereld

2. Zonder zee geen leven Heel, heel lang geleden was er alleen land en zee op de aarde. Er waren nog geen mensen. Er waren nog geen dieren. Er waren nog geen planten. Er was geen leven. Hoe is er leven op aarde gekomen? Het leven begon klein. Er komen dieren op het land Het eerste leven begon in de zee. Het waren kleine diertjes en plantjes. Je kon ze bijna niet zien. Kleine plantjes uit zee, gingen ook op land groeien. Later gingen ook dieren vanuit de zee op land wonen. Dus zonder zee zou er nooit leven op het land geweest zijn. Zonder zee geen leven

3. Golven Storm op zee Bij de zee horen golven. Hoe komen die golven daar op zee? De wind blaast over de zee. Op het water zie je rimpels. De wind blaast hard. De rimpels worden golven. Bij storm worden de golven heel hoog. Ook zijn er golven zonder wind. Die golven komen er door eb en vloed. Bij eb is het water laag. Bij vloed is het water hoog. Door eb en vloed stroomt het water snel. Zo gaat het water golven. Eb en vloed zorgen voor golven Ook een schip op zee maakt golven. Kijk maar eens achter het schip op het plaatje. Een schip maakt ook golven

4. De zee is zout Het water in een meer of rivier is zoet. Zoet water kun je drinken. In de zee is het water zout. Hoe komt dat water zo zout? Het zout in de zee komt uit de bodem. Uit de bodem komt het zout in het water. Ook binnen in de aarde zit veel zout. Dat zout komt naar buiten door vulkanen. De zon maakt het water in de zee warm. Een deel van het water wordt damp. Die damp wordt in de lucht een wolk. Uit die wolk komt regen. Die regen is niet zout. In de damp zat geen zout. Het zout bleef achter in de zee. Daarom blijft de zee altijd zout. De bodem maakt de zee zout Zout uit de zee

Niet elke zee is even zout. Er is één zee met heel veel zout. Die zee heet de Dode Zee. In de Dode Zee blijf je vanzelf drijven. Dat komt door al dat zout. Je kunt in die zee drijvend de krant lezen. In de Dode zee blijf je drijven 5. De zee en rivieren Hoe komt al het water in de zee? Regen valt op aarde. Sneeuw valt in de bergen. De sneeuw smelt en het water stroomt naar beneden. Net als het regenwater. Het water stroomt in een rivier. De rivier brengt het water naar de zee. Zo blijft er altijd water in de zee. De rivier brengt water naar de zee

6. De kleur van de zee Veel mensen denken dat de zee blauw is. Maar de zee heeft helemaal geen kleur. Door een fles met water kun je heen kijken. Water is net als glas. Je kijkt er dwars doorheen. De zee en haar kleuren De zon schijnt op het water. In het licht van de zon zitten allerlei kleuren. Ook de kleur blauw. Dat blauwe licht schijnt goed door water. Het licht botst op de bodem van de zee. Het licht komt weer terug. Zo lijkt de zee blauw. Vooral als het water heel helder is. In een sloot is het water niet blauw. Het water is niet zo helder. Het blauwe licht wordt nu grijs. Zo kan water heel veel kleuren hebben.

7. De kust en de branding Midden op zee zie je geen land. Er is alleen maar golvend water. Er komt geen eind aan. Eindelijk is er land. Aan boord van het schip roept iemand: Land in zicht! De plek waar de zee het land raakt, noem je de kust. Aan de kust rollen de golven aan land. Er is veel schuimend water. Je noemt het de branding. Soms komt er een grote golf over je heen. Het water stroomt terug. De branding trekt aan je benen. Het is moeilijk om in de branding overeind te blijven staan. land in zicht de kust de branding

8. Sporten op zee Op of langs de zee kun je ook sporten. Je kunt er zeilen. Zeilen in een boot of op een plank. Je kunt er surfen op een plank in de branding. Of je surft op een plank met een vlieger. Ook kun je op zee waterskiën. Je glijdt over het water achter een boot. Met een waterscooter (zeg: waterskoeter) ga je hard over het water Ja, het water van de zee geeft veel plezier. windsurfen zeilen waterskiën surfen met een vlieger surfen op een golf op de waterscooter

9. Werken op zee Op reis Mensen hebbe de zee nodig. Al heel lang gebruiken mensen de zee. Met een schip kun je over zee reizen. Je kunt ook spullen over zee naar een ander land brengen. Alles met een schip. Vroeger reisde je met een zeilschip. Je had de wind nodig. Nu zit in een schip een motor. Je kunt dan ook zonder wind varen. Vissers In zee zwemmen vissen. Vissers halen met hun boot vis uit de zee. Ze verkopen de vis. De zee geeft mensen eten. Niet alleen vissen, maar ook garnalen, krabben en mosselen. Een zeilschip van vroeger Een schip met vracht Het schip van een visser de garnaal de mossel Eten uit de zee de vis de krab

Boren Er zijn ook mensen die op zee wonen. Ze wonen op een boor-eiland. Het is een eiland van ijzer. Het staat op poten in de zee. Op dat eiland boren ze in de grond. Uit de grond halen ze olie en gas. het booreiland Het booreiland is een klein dorp. Er woont een dokter. De kok zorgt voor het eten. Er wordt hard gewerkt. Na een paar weken gaat iedereen naar huis. Er komt een nieuwe groep mensen. Zij gaan verder met het werk op het eiland. op het booreiland boren naar olie

10. IJs op zee Er zijn ook koude zee-en. Zo koud dat ze bevriezen. In die zee-en drijft ijs. Die zee-en vind je boven en onder aan de aardbol. Daar komen de stralen van de zon niet goed. Daarom is het er koud. Die plekken noem je de Noordpool en de Zuidpool. Op de Noordpool voelt de ijsbeer zich thuis op het ijs. En op de Zuidpool woont de pinguin op het ijs en in de zee. Het ijs wordt kapot gemaakt door een ijsbreker. Zo kunnen schepen toch op die zee varen. de ijsbeer de pinguins de ijsbreker Noordpool Zuidpool Varen door het ijs.

11. Vuil op zee Waar mensen zijn, is vuil. Veel van dat vuil is van plastic gemaakt. Mensen gebruiken de zee vaak als afvalbak. Ze gooien plastic in de zee. Ze denken dat het vuil opgeruimd is. Dat is niet waar. Het blijft drijven en de golven nemen het mee naar een andere plek. Daar spoelt het vuil aan. Of dieren eten plastic Ze worden ziek Schepen gooien soms olie overboord. Het maakt dieren en planten ziek in de zee. Een zieke zee is een ramp. Mensen kunnen niet leven zonder de zee. Wees zuinig op de zee. De zee brengt het plastic naar land Uit dit schip komt olie in de zee Plastic is geen eten

12. Filmpjes Huisje, Boompje Beestje Diep in de zee Bekijk het filmpje 1

Bronnen en foto s http://en.wikipedia.org/wiki/sea http://www.thekidswindow.co.uk/news/ Oceans_Quiz.htm http://www.kidsgeo.com/geography-forkids/0135-oceans-divided.php http://www.calstatela.edu/faculty/eviau/ edit557/oceans/linda/loceans.htm http://nl.wikipedia.org/wiki/zee

Dit is een uitgave van E-duboek Website: www.eduboek.nl Copyright Age Cnossen 2013 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van dit e-boek bestede zorg kan noch de auteur, noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave.