Immunotherapie: terug van weggeweest? Dr S Maddens 05-12-2013



Vergelijkbare documenten
Allergische rhinitis bij kinderen

Allergie bij kinderen: peanuts?! DDr. Annemie Wijnants

Workshop F. immunotherapie

Symposium Allergieteam AZ Herentals

Allergisch aangelegd: (n)iets aan te doen?

Tolerantie inductie bij kippenei-allergie. Jasmine Leus kinderarts Pentalfa

Allergeenspecifieke immunotherapie

Chapter. Nederlandse samenvatting

03 - Informatie over de sublinguale immonutherapie

Immunotherapie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

1/23/2013. Index. Index. Nieuwe strategieën om kinderen met KMA sneller te laten herstellen. Orale tolerantie: Concept. Vriend of vijand?

Subcutane immuno therapie. Sublinguale immuno therapie. Skin prick test.

Allergische rhinitis bij volwassenen

Allergieteam. Geïntegreerde allergiezorg. 050/

INFORMATIE SPECIAAL VOOR HUISARTSEN

ALLERGIEDIAGNOSTIEK IN HET LABORATORIUM. S.O. Stapel

01 - Informatie over de behandeling van allergieën

uitvoering van subcutane immunotherapie met allergeenhoudende extracten

IMMUNOTHERAPIE TEGEN ALLERGIE DOOR MIDDEL VAN INJECTIES FRANCISCUS VLIETLAND

Specifieke subcutane immunotherapie voor inhalatieallergenen bij kinderen

Chapter 10. Samenvatting

Allergische Rhinitis; Een preventieve behandelkans die we niet mogen laten liggen!!

Allergische Rhinitis en Astma Wat zijn zinvolle preventiemaatregelen? WDH Marjo van de Ven

uur: allergische rhinitis: AR geluid van de KNO-arts. Allergische rhinopathie of afwijkende Rinne? Francis Burgersdijk

Immunotherapie met inhalatie-allergenen

Collectieve spreekuren

en het ACW

Ontwikkeling van allergie op kinderleeftijd

Sublinguale immunotherapie. Handboek voor de patiënt

Verdiepingsmodule. Astma bij volwassenen: Aanvullende diagnostiek allergietest (Toets)

Allergie immunotherapie voor inhalatieallergenen bij kinderen

Info allergie. Resultaat hyposensibilisatiekuur. Mijtenmix & Schimmelallergenen

Doel handleiding Wat is subcutane immunotherapie? Praktische uitvoering van SCIT

DESENSIBILISATIE VOOR BIJEN- EN WESPENGIF

De betekenis van dierexperimenteel onderzoek bij de risicoschatting van allergeenblootstelling

Bijsluiter voor de patiënt

Allergie bij het schoolgaande kind: preventie en aanpak van acute allergische reacties

Patiëntenvoorlichting Huisdierallergie

Allergieën ontstaan meestal op kinderleeftijd en in de puberteit. Na het 45 ste levensjaar nemen de klachten door allergie geleidelijk af.

Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het innemen van dit geneesmiddel.

IMMUNOTHERAPIE BIJ KINDEREN

INFO VOOR PATIËNTEN ALLERGEENSPECIFIEKE IMMUNOTHERAPIE VOOR WESPEN- EN BIJENGIF

Welke patient kunt u verwijzen naar de polikliniek allergologie?

Actieve opvolging bij prostaatkanker : Wat en voor wie? Dr. Christophe Ghysel. Urologisch Centrum Noord West-Vlaanderen.

Astma; moeilijk of ernstig?! Marianne van Nieuwamerongen Physician Assistant longziekten

Immunotherapie bij hooikoorts en allergie voor huisstofmijt

Tolerantie-inductie bij voedselallergie: T-cellen als mogelijke target

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

Immunotherapie met inhalatieallergenen

Ik informeer me. L Étroit Unlimited P1005NL

Interne Geneeskunde Allergologie Immunotherapie met inhalatieallergenen

Minisymposium voedselallergie. 28 april 2011 Chris Nieuwhof, internistallergologe/immunologe

WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN GLOBAAL RAPPORT

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT

Een 49-jarige laborante met ademhalingsklachten. Gert-Jan Braunstahl, Rotterdam Shane Hanon, Brussel

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

College 15 Allergie

Bijlage III. Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiters

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Soluprick SQ Phleum pratense pollen 10 HEP, oplossing voor huidpriktest

1/31/2013. Orale tolerantie: Concept. Nieuwe strategieën om kinderen met KMA sneller te laten herstellen. Index. Index

Hooikoorts. Sophia Kinderziekenhuis

Stallergenes B.V., Damsluisweg 48, 1332 ED Almere,

Allergie (allergische rhinitis)

PATIËNTEN INFORMATIE. Huisdierallergie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Dermatologie. Constitutioneel eczeem en (voedsel)allergie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. GRAZAX, lyophilisaat voor oraal gebruik SQ-T

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. KEOLIUM 100 IR & 300 IR tabletten voor sublinguaal gebruik

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. GRAZAX, lyophilisaat voor oraal gebruik SQ-T

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Behandeling hematologie: Mabthera

Respiratoire virussen en astma. Dr François Vermeulen Kinderlongziekten Gasthuisberg - UZ Leuven

Huisarts en longarts ernstig astma

IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK

Allergietesten: nieuwe mogelijkheden met componenten (deel 2: voedsel, dieren, insectengif)

Patiëntenvoorlichting Hooikoorts

Cromabak 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS

07 - Informatie over insectenallergie

Klinische dagbehandeling allergologie

IgE gemedieerde voedselallergie: indeling. Voedselallergie wordt veroorzaakt door IgE tegen eiwitstructuren

ALLERGIE SYMPOSIUM 07/10/2017 BRUGGE DR. RINGOET VEERLE

OPTICROM OPTICROM (MELISANA) XIV B 3 e. Naam van het geneesmiddel: OPTICROM 2 % oogdruppels, oplossing Natrium cromoglicaat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. GRAZAX SQ-T lyophilisaat voor oraal gebruik

Dermatologie AZ Maria Middelares Dr Linda Temmerman Dr Els Van Autryve Dr Veerle Dhondt Dr Jolien Veramme Dr Sam Dekeyser

Allergie. Allergische rhinitis: een loopneus of verstopte neus

Allergiewijzer Alutard

Astma en Longrevalidatie

Nederlandse samenvatting Liesbeth van rensen

BIJSLUITER. Xylometazoline

Nederlandse samenvatting

Allergie. Keel-, neus- en oorheelkunde. Afspraak

Immunotherapie voor de huisarts

Allergie. A27/ Allergie bij kinderen

Interne Geneeskunde Allergologie. Immunotherapie bij insectenallergie

Methotrexaat. bij ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum. Beter voor elkaar

Mevr. Van W, Casus 2

sprekers Wilma Vriesman & Yvonne Roosen. Marjan Visser & Francoise Vooijs Basispresentatie Annemarie Oudshoorn kinderarts

Transcriptie:

Immunotherapie: terug van weggeweest? Dr S Maddens 05-12-2013

Immunotherapie? Repetitieve toediening van oplopende dosis allergeen Induceren van beschermende immunologische veranderingen Afname van allergische symptomen Actueel de enige behandeling met effect op abnormale immuunrepons bij pathofysiologie van allergie 2

De pioniers van de immunotherapie: het ontstaan van een nieuwe wetenschap. 3

Behandeling van allergie aëroallergenen voedingsallergenen medicatie contacteczema gif (bij en wesp) Symptomatische aanpak Anti histaminica H1 Anti leucotrienen Glucocorticosteroiden Biotherapie anti IgE Specifieke immunotherapie

Soorten Subcutane immunotherapie SCIT Orale immunotherapie OIT Sublinguaal SLIT Druppel Tablet Enteraal

Subcutane IT traditioneel via subcutane injecties standaard behandeling in Europa en VS tot 1986 (26 doden in UK) talrijke trials confirmeren efficaciteit en lange termijn effecten verhoogd risico op anafylaxie bij astma 6

Sublinguale IT ook reeds langbestaand (1940) doch later erkenning gekregen trials bevestigen efficaciteit en excellente veiligheid bij astma directe vergelijking met SCIT meestal afwezig SLIT: specifieke voordelen gemakkelijke toediening laag risico op anafylaxie 2006 WHO: cumulatieve evidentie SLIT als goed alternatief SCIT 7

8

1. Indicaties 2. Actiemechanisme 3. Methodes 4. Efficaciteit en veiligheid 5. Praktische aanpak 6. SCIT vs SLIT 9

1. Indicaties: aëroallergenen allergische rhinitis/ conjunctivitis seizoenaal perenniaal allergisch astma allergische rhinitis én astma gif (wesp en bij) anafylaxie 10

Bijkomende vragen: Is het allergeen klinisch belangrijk? symptomen bij blootstelling specifieke sensibilisatie (IgE, huidtesten) Evictie: vermijden van allergeen? Huidige therapie optimaal? blijvende klachten neveneffecten non compliantie onvoldoende effect van medicatie kosten, chronische medicatie 11

Klinische indicaties IT symptomen van allergische rhinitis, conjunctivitis, astma of combinatie na blootstelling aan aëroallergenen EN specifieke IgE EN minstens één van volgende: geen effect van pharmacotherapie, allergeen verwijdering neveneffecten coexisting allergische rhinitis en astma preventie van astma bij patiënten met allergische rhinitis 12

Contra indicaties immuunziektes beta blokkers kanker polysensibilisatie cardiovasculaire ziekte

1. Indicaties 2. Actiemechanisme 3. Methodes 4. Efficaciteit en veiligheid 5. Praktische aanpak 6. SCIT vs SLIT 14

2. Actiemechanisme = wijziging van bifasische inflammatoire respons nasaal en bronchiaal na allergeen blootstelling (vroege fase, late fase) door: 1) Verandering in humorale immuniteit IgE IgG IgG4 AS 2) Verandering in cellulaire immuniteit T cel respons mastcellen, basofielen, eosinofielen 15

1) Verandering in humorale immuniteit Allergeen spec IgE en totaal IgE (serum) stijgt initieel met nadien trage daling Allergeen spec IgG (serum) stijgt en blijft verhoogd 16

IgE: typische stijging na seizoenale blootstelling bij niet behandelde patiënt duidelijke afname van stijging bij IT reeds klinische verbetering zelfs vooraleer IgE IgG: toename van allergeen spec IgG AS bij IT geen verband met klinische afname van klachten Isotype IgG4 wordt dominant (ipv IgG1 en 2)= blocking AS beschermende rol van IgG4 (blokkeren degranulatie van mastcellen bij allergeen expositie) 17

2) Verandering in cellulaire immuniteit: T cel respons Activatie van tolerogene processen, beschermend tegen allergie, toename markers van tolerantie Ontstaan van immunologische tolerantie tegenover allergeen 18

Overlappende mechanismen: T helper cel: van Th2 (inflammatoire cytokines: IL4, IL13 ) naar Th1 (INFg) inductie van T reg (IL10 ) (inducer van Th1): downregulatie van mucosale mastcellen afname van mastcellen, basofielen en eosinofielen in huid, neus, ogen en bronchiale mucosa 19

1. Indicaties 2. Actiemechanisme 3. Methodes 4. Efficaciteit en veiligheid 5. Praktische aanpak 6. SCIT vs SLIT 20

Vormen van orale IT = enkele minuten contact van allergeen extract met mucosa, opname door dentritische cellen met presentatie aan T cellen in lymfenodus sublinguale waterige vorm waterig extract van allergeen 2 min onder de tong dan inslikken opname door vasculaire lymfoide netwerk sublinguale tablet snel oplosbaar 2 min onder tong en inslikken 21

Types allergenen Huisstofmijt (47%) (Der p, Der f) Pollen GP (40%) (Phl p) BP berk (20%) Onkruiden (5%) Beperkte evidentie: Schimmels: Alternaria, Cladosporium Vachtdieren (30%) multiallergen SLIT Dosis: 200 x meer dosis ivg SCIT 22

Schema s: Seizoenaal (GP, BP) start 2m preseizoenaal opbouw dagelijks 10IR IC/ml onderhoudstherapie 300IR IC/ml 3x per week (seizoen) Perannueel (HM) start opbouwschema dagelijks 10 IR onderhoudstherapie 3x per week 300 IR Duur van therapie: Minstens 3 jaar 23

1. Indicaties 2. Actiemechanisme 3. Methodes 4. Efficaciteit en veiligheid 5. Praktische aanpak 6. SCIT vs SLIT 24

review van 60 RCT actieve SLIT 2300 volw/kinderen significant statistische afname van symptomen ivg placebo afname in medicatie gebruik meestal GP of HM kinderen, volwassenen lokale neveneffecten geen anafylaxie verbetering van levenskwaliteit

26

1. SLIT tablet: a new standard ORALAIR 5 gras mix 25µg major group 5 allergens GRAZAX Phl p only 20-25µg major Phl p 5 allergen (Dahl, 2006 j allergy clin immun) 634 volw, GP rhinitis timothy grastablet vs placebo, 2j B en 2j follow up. Significante afname van symptomen en medicatie in aktieve groep 2. SLIT waterig: graspollen boompollen huisstofmijt kat 27

1. Indicaties 2. Actiemechanisme 3. Methodes 4. Efficaciteit en veiligheid 5. Praktische aanpak 6. SCIT vs SLIT 28

Concomitant astma 29

30

31

Zwangerschap Weinig data SLIT niet starten bij zwangere vrouw Bij zwangerschap tijdens behandeling kan SLIT worden gecontinueerd 32

Polysensitisatie 33

Predictieve biomarkers? polysensitisatie is geen contra indicatie klinische allergie voor allergeen IgE allergie recombinanten bepaling: major allergen typische patiënt vaak polysensibilisatie: weinig gegevens ivm IT met meerdere allergenen bij monosensitisatie: spec IgE/ totale IgE SLIT can be of benefit in all patients with proven IgE sensitisation to inhalant allergens with clinical significance 34 (Zuberbier, EAACI pocket guide 2010)

Pediatrische patiënt 35

Niet compliante patiënt lange termijn inname (3 à 4j) onderhoudsbehandeling kostprijs, geen terugbetaling astma compliantie stopping- restarting? missed dose, lange termijn effecten niet duidelijk

Specifieke effecten Lange termijn effecten: Tot 10j na stoppen SCIT (Durham NEJM 1999, Jacobsen Allergy 2007) Ook bij SLIT maar duur nog te bepalen (Durham, JACI 2010) In contrast met corticosteroiden (geen langdurige effecten) Preventieve effecten: Reductie in nieuwe sensitisaties (in monogesensitiseerde kinderen): SCIT (Des Roches JACI 1997), SLIT (Pajno CEA 2001) Preventie van astma (in rhinitis kinderen): SCIT (Niggeman Allergy 2006), SLIT (Novembre JACI 2004) Kruisreacties: Pollen SIT: mogelijks gunstig effect wbt kruisreactieve voedselallergenen (bijv appel bij berkenpollen)

6. Vergelijking SCIT vs SLIT voor- en nadelen van SLIT vergelijkbare efficaciteit verder onderzoek 38

Voor- en nadelen SLIT Veiliger Beperkte lokale neveneffecten Zz systemische reacties Comfortabel, orale inname Zelf toediening in thuissituatie Succes afhankelijk van compliantie en juiste dosis Patient educatie (onregelmatige inname..) Neveneffecten in real world gebruik? Geen terugbetaling

Vergelijkbare efficaciteit 40

Verder onderzoek tablet HM, BP (rbetv1) nieuwe routes: epicutaan (koemelk, pindanoot) intralymfatisch (GP) nieuwe vaccins: recombinante allergenen peptiden van allergenen

Overzicht en aanbevelingen SLIT Geselecteerde patiënten ( 5j) met allergische rhinitis/ astma. ernstige en persisterende klachten uitsluiten van slechte astmacontrole of comorbiditeit (immunologisch, cardiovasculair) Symptomen in context van specifieke IgE overgevoeligheid HM of pollen met één dominante klinische allergie. Geen adequate controle mits sanering (HM) en farmacologische aanpak. 42

Applicatie van allergeen sublinguaal gedurende enkele minuten. Immunologische veranderingen vergelijkbaar met injectie immunotherapie. Efficaciteit en veiligheid werd aangetoond in meerdere Europese trials zowel bij kinderen als volwassenen. Concomitant allergisch astma zorgt voor geen bijkomende nevenwerkingen.