Sommige vrouwen uit de gegoede kringen deden werk in de armste wijken en werden geconfronteerd met

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland

Samenvatting Geschiedenis Module 5

H1 Nederland Industrialisatie: Proces waarbij de productie met behulp van machines tot stand komt.

Samenvatting door een scholier 4507 woorden 29 mei keer beoordeeld. Geschiedenis

Industrialisatie à proces waarbij de productie in toenemende mate met behulp van machines tot standkomt

Industriële revolutie: snelle ontwikkeling van de gemechaniseerde industrie. Begon zo rond 1730, en is nog steeds niet afgelopen.

5,8. Paragraaf 1.1 Economische ontwikkelingen in Nederland. Paragraaf 1.2 Arm en Rijk. Paragraaf 1.3 Reacties op industrialisatie en Schaalvergroting

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Samenvatting door een scholier 3914 woorden 8 november keer beoordeeld. Geschiedenis. De weg naar welvaart

Samenvatting Geschiedenis De weg naar de welvaart

Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90

Armen waren er slecht aan toe» kindersterfte was enorm hoog, 218/1000» huizen klein, eenzijdig voedsel

Examenopgaven VMBO-KB 2004

De economische wereldcrisis

Alle begrippen en personen op een rijtje: Uitleg van de begrippen. Praktische-opdracht door een scholier 1651 woorden 19 januari 2002

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20

Het overheidsbeleid in de periode van de economische opbouw na WO II. - Welke rol heeft de overheid in het sturen van de economie?

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

Samenvatting Geschiedenis Module 5: De weg naar Welvaart. Hoofdstuk 1, 2 en 3

heel veel was er nodig.

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

Praktische opdracht Geschiedenis New Deal (Roaring Twenties, Roosevelt)

Samenvatting Geschiedenis H3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw

UIT de arbeidsmarkt

Spreekbeurt Aardrijkskunde De Verenigde Staten: land van migranten

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

Samenvatting Geschiedenis Module 5

GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

Samenvatting Economie H 6

De industriële samenleving in Nederland. Hoofdstuk 3. Van stoommachine tot robot. indus_samenleving_2007_2009_vragen.doc

6,4. Praktische-opdracht door een scholier 2064 woorden 24 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

Deelvraag: Wanneer brak de industrialisatie in Nederland en de VS door en wat veranderde er daardoor in de samenleving?

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 1 t/m 9

Samenvatting Geschiedenis 51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie gelijkheid voor iedereen

UIT arbeidsdeling

PUZZEL OMSCHRIJVING. Lestips & werkvormen over de Amerikaanse

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 9: Paragraaf 1 t/m 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 5: Verzorgingsstaat

Profielwerkstuk Geschiedenis De economische crisis van 1929

4 keer beoordeeld 25 juni 2016

Twee belangrijke aardrijkskunde vragen zijn waar komt iets voor? En waarom is het daar? Verklaring zoek je in interne factoren en externe factoren.

Verenigde Staten Ontwikkeling van de burgerrechten

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 De Industri?le Revolutie

5.2. Praktische-opdracht door een scholier 1531 woorden 18 september keer beoordeeld. Geschiedenis. Inleiding

6,4. Samenvatting door Anna 961 woorden 23 november keer beoordeeld. Geschiedenis GESCHIEDENIS 3 VWO HOOFDSTUK 1: OORLOG EN CRISIS

Repetitie Hoofdstuk 11. Punten delen door 60 x

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Starten in een dal, profiteren van de top

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin

De Verenigde Staten en hun federale overheid Hoofdstuk 2: De VS worden een wereldmacht ( )

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

Werkstuk Geschiedenis Amerikaanse Burgeroorlog

Industriële Revolutie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

7.2 Terugblik. Een slechte gezondheidszorg in de negentiende eeuw zorgde voor een hoge kindersterfte. Willem-Jan van der Zanden

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

UIT De Phillips curve in het kort

7,5. Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Russische Revolutie

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004

Samenvatting Economie Internationale Handel

Praktische opdracht Geschiedenis Afrika

Eindexamen geschiedenis havo II

6.7. Praktische-opdracht door een scholier 1921 woorden 23 juni keer beoordeeld. Inhoudsopgave

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4: De Verenigde Staten

De Industriële Revolutie. Veranderingen in de landbouw

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

Praktische opdracht Economie Wat voor rol heeft de opkomende economie van China in de wereldeconomie?

Paragraaf 1: Het ontstaan van een industriële samenleving. Ontstaan industriële samenleving goederen in fabrieken gemaakt en mensen wonen in steden.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 3092 woorden 5 november 2002 7,7 74 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 1: De opkomst van de industriële samenleving Industrialisatie is het proces waarbij de productie in toenemende mate met behulp van machines tot stand komt. In 1870 was Nederland een onbetekenend land, voornamelijk werkzaam in de landbouw en de dienstensector. Er waren al een aantal echte fabrieken, maar nog niet zo groot. De doorbraak van de industrialisatie vond in Nederland pas plaats rond 1890. De textielindustrie was de eerste industrie die op grote schaal moderniseerde. Nederland zelf is een klein land, met een kleine afzetmarkt, dus grote moderne industrieën kunnen zich alleen ontwikkelen als er exportmogelijkheden zijn. De kolonie Nederlands-Indië kon als afzetgebied gebruikt worden. De textielindustrie en later de chemische industrie ontwikkelden zich in het zuiden en oosten, omdat daar de arbeid veel goedkoper was. In het westen bevonden zich wel de scheepvaart- en machine-industieën, omdat de havens en de benodigde grondstoffen dichtbij waren. De welvaart begon na 1895 echt te stijgen. In Nederland konden dus ook winsten behaald worden, zo ontstonden er groot-industrieën > zeer grote combinaties van financiële en industriële bedrijven, die streven naar het beheersen van hele bedrijfstakken. Dankzij de grote olievoorraden in Nederlands-Indië kreeg Nederland ook een oliemaatschappij. Deze ondernemingen gingen samen met buitenlandse bedrijven en werden zo de eerste multinationals. Arbeid in fabrieken was slecht. Daarom werden er vakbonden (belangenverenigingen van arbeiders, georganiseerd per beroepsgroep) en later ook socialistische politieke partijen opgericht. Wat nu zo speciaal is aan Nederland, is dat er daarnaast nog confessionele vakbonden (bonden georganiseerd naar geloofsovertuiging? politieke en protestants-christelijke bonden) werden opgericht. De kerken waren namelijk behoorlijk bang dat zij de arbeiders onder hun leden zouden verliezen aan het socialisme (beweging die inkomensverschillen en klassenverschillen wil opheffen en particulier bezit staatseigendom wil maken). Zij organiseerden hun eigen vakbonden, waardoor er een verzuilde vakbeweging ontstond. De socialistische vakbonden gingen op een gegeven moment een andere strategie volgen. Zij voerden voortaan kleine, gerichte acties en probeerden door te onderhandelen te komen tot collectieve arbeidsovereenkomsten CAO s (afspraken tussen werkgevers- en werknemersorganisaties voor een bepaalde bedrijfstak, die voor alle werknemers gelden). Sommige vrouwen uit de gegoede kringen deden werk in de armste wijken en werden geconfronteerd met https://www.scholieren.com/verslag/7333 Pagina 1 van 7

de erbarmelijke levensomstandigheden van de arbeiders daar. Ze probeerden deze vervolgens te verbeteren. De situatie van de burgerlijke vrouwen was totaal tegenovergesteld aan die van de arbeidersvrouwen. De industrialisatie ging gepaard met de opkomst van een nieuwe middenklasse. Hun politieke idealen waren die van het liberalisme: de individuele mens neemt zelf zijn verantwoording en kan zelf zijn wereld veranderen. De overheid moest in de ogen van de liberalen zo weinig mogelijk ingrijpen in de samenleving. Nadat de VS in 1985 een vreselijke Burgeroorlog achter de rug hadden, kwam het land sterker naar voren dan daarvoor. De Verenigde Staten is één land. Hierdoor wordt door vele immigranten Amerika ook wel gezien als het Land van Belofte, het land van de onbeperkte mogelijkheden. In 1869 was de verbinding per spoor van de oostkust klaar. In deze periode was de VS een nog overwegend agrarische natie. Tarwe, maïs en katoen waren de belangrijkste landbouwproducten. Er was een begin gemaakt met grootschalige veeteelt met behulp van cowboys. Land was onder bepaalde voorwaarden gratis. In bijvoorbeeld Californië werd regelmatig goud gevonden, daarom stonden veel mensen uit de oude wereld te popelen om te vertrekken naar de nieuwe wereld. Niet om fabrieksarbeider te worden, maar om een eigen boerderijtje en een eigen stukje land te verwerven. John D. Rockefellers was een slimme boekhouder en werd één van de rijkste mannen van Amerika. Hij kocht een olieraffinaderij en daarna kocht hij beetje bij beetje alle bedrijfstakken, die daar iets mee te maken hadden, op. Hierdoor hoefde hij geen winsten aan anderen te betalen. Ondertussen waren er ook vele immigranten die in fabrieken werkten tot ze er letterlijk bij neervielen en kleine kinderen moesten er ook werken. De nieuwe wereld stelde de immigranten vaak teleur, maar toch bleven ze dromen van betere tijden. Alle voorwaarden voor een snelle en grootschalige industrialisatie (big business, = groot-industrieën > zeer grote combinaties van financiële en industriële bedrijven, die streven naar het beheersen van hele bedrijfstakken) waren in Amerika aanwezig; arbeidskrachten stroomden in grote getale toe en grondstoffen waren er voldoende. Er werden vele uitvindingen gedaan. Toch was het niet zo dat alleen de industrialisatie zich ontwikkelde. Met behulp van steeds betere machines die in het industriële noordoosten van de VS werden gemaakt, verdubbelde het landbouwarsenaal. Een aantal ondernemers slaagde erin om grote trusts (samenwerkingsverband tussen grote bedrijven, waarbij de concurrentie zoveel mogelijk beperkt wordt) te vormen. Deze kochten hun concurrenten op of schakelden ze gewoonweg uit, totdat ze uiteindelijk één bedrijfstak helemaal beheersten. (United States Steel en Standard Oil Company) Andrew Carnegie was een Amerikaanse miljonair. Hij wilde zijn rijkdommen niet allemaal aan zijn kinderen nalaten en besteedde deze ook tijdens zijn leven aan goede doelen. Dat moest zo gebeuren dat de mensen die ervan profiteerden zichzelf echt verder konden ontwikkelen. De VS was oorspronkelijk een land van zelfstandige boeren. Er waren maar weinig mensen in Amerika die https://www.scholieren.com/verslag/7333 Pagina 2 van 7

zich geroepen voelden de wereldrevolutie te prediken en de socialistische partij had dan ook minder aanhang dan in Europa. De Amerikanen zagen hun armoede en uitbuiting als iets tijdelijks, iets dat bij het immigrantenbestaan hoorde. De werkdagen waren lang, er gebeurden veel ongelukken in de fabrieken en zelfs kleine kinderen werkten. Hierom werden vakbonden opgericht. De AFL (American Federation of Labor) was de meest succesvolle. Deze bond had geen moeite met het kapitalistische systeem en probeerde gewoonweg hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden te realiseren. Heel andere initiatieven om het leed van de immigranten en arbeiders in de grote steden te verzachten kwamen van vrouwen uit de middenklasse. (De echt arme vrouwen die hadden het te druk, daarom traden vrouwen van de middenklassen hiervoor op). Vanaf het moment dat de eerste dertien staten zich uitriepen tot de Verenigde Staten hebben de Amerikanen moeite met het idee van een overheid die mensen in hun vrijheden kan beperken. Op lokaal niveau was alles zeer democratisch georganiseerd en een centrale overheid, die ergens in een verre plaats wetten en regels bedacht, was een beetje verdacht. De ondernemers hadden de meeste invloed op de centrale overheid. Grote industrieën werden gesteund met hoge importtarieven en grote bedrijven, die de concurrentie en dus de vrije markt probeerden te ondermijnen, kregen alle steun. De arbeiders en boeren kregen geen aandacht. Die aandacht kwam wel vanuit de Progressive Movement, een hervormingsbeweging die zich onder andere inzette voor meer democratie, een betere overheid en het uitbannen van corruptie. Maar dan moest wel eerst de federale gemoderniseerd worden. De presidenten Theodore Roosevelt en Woodrow Wilson waren de eerste presidenten die dat begrepen en de grote bedrijven durfden aan te pakken. Hoofdstuk 2: Van roaring twenties naar crisis Amerika had een enorme invloed op de wereld, vooral op economisch gebied. Na de economische opbloei rond de eeuwwisseling werden beide landen (Nederland en Amerika) in een diepe economische crisis gedompeld. Dat maakte het noodzakelijk dat de overheid meer ging ingrijpen in de economie, of ze dat nu wilde of niet. In de jaren 20 groeide de auto-industrie en de daarvan afhankelijke bedrijfstakken in Amerika. De bedrijfscultuur veranderde erg. Rationalisatie en efficiency waren sleutelwoorden: er werd van alles bedacht om de productie zo snel en goedkoop mogelijk te maken. Ford voerde de lopende band in. In andere industrietakken ging het helemaal niet zo goed.. Er ontstond een situatie dat de arbeidsproductiviteit hoger werd (de arbeiders produceerden meer), maar de inkomens van de mensen die de producten moesten kopen, groeiden niet mee. Door de enorme economische vooruitgang was het geloof in het vrije marktmechanisme gestegen. Harding en Coolidge, de presidenten van de jaren twintig, waren Republikeinen die er vooral op uit waren de omstandigheden voor het (grote) bedrijfsleven zo optimaal mogelijk te maken. Met de economie bemoeide de overheid zich dus nauwelijks, met de moraal des te meer. De landbouw en de financiële sector stonden er erg slecht voor. https://www.scholieren.com/verslag/7333 Pagina 3 van 7

Op 29 oktober 1929 kwamen de grote aandeelhouders bijeen in Wallstreet, want de beurskoersen stortten plotseling volledig in. Toen de crisis (moment waarop de economische conjunctuur omslaat van een stijgende naar en dalende tendens) langer aanhield dan verwacht en de effecten steeds voelbaarder werden, begonnen de mensen in actie te komen. De mensen zochten de schuld veelal bij zichzelf, Amerika was ten slotte het land van de selfmade man. President Hoover was een principieel man. De federale overheid mocht wat hem betrof hooguit een beetje adviseren. Zijn opvolger, president Roosevelt, had een heel andere uitstraling. In de eerste honderd dagen van zijn bewind slaagde hij erin zeer vergaande maatregelen door het Congres aanvaard te krijgen. De New Deal (aanduiding van Roosevelts aanpak van de economische crisis van de jaren dertig) was niet bedoeld als een revolutionair afscheid van het verleden, maar kwam daar in de praktijk wel een beetje op neer. Voor het eerst nam de federale overheid op grote schaal verantwoording op zich voor het lot van haar burgers. Iedere categorie (werklozen, boeren enz.) werd geholpen met wetten (Acts) en organisaties om die wetten goed uit te voeren (Administrations). Noch het publiek noch het bedrijfsleven had voldoende vertrouwen om zelf meer te gaan besteden. Een nieuwe recessie (daling van het nationaal inkomen, met als gevolg toenemende werkloosheid) was het gevolg. Pas tijdens de Tweede Wereldoorlog verdween die werkloosheid. Roosevelt bereikte niet iedereen met zijn programma s. Zwarte pachters, landarbeiders en vrouwen werden door de regering nauwelijks gezien of geholpen. De auto was ook in het Nederland van de jaren twintig aanwezig in het straatbeeld, al was het autobezit niet te vergelijken met dat van de Amerikanen. De invloed van dat land werd echter steeds groter. Het stedelijk levenspatroon was eigenlijk overal hetzelfde. De programma s waren verzuild (indeling naar maatschappelijke achtergrond), net als de rest van het maatschappelijk leven. Daardoor waren de opkomende massamedia vanaf het begin in Nederland veel minder commercieel dan de Amerikaanse. De Nederlandse economie ontwikkelde zich op grote afstand van de Amerikaanse. Met de landbouw ging het lang niet zo goed als met de industrie. In 1918 was er in Europa zoveel politieke onrust, dat de socialisten dachten dat het tijd was om de arbeidsrevolutie ook in Nederland te ontketenen. Dat bleek een grote vergissing van de socialistische voorman Troelstra, maar de regering was wel geschrokken en daardoor kwamen er toch een aantal sociale wetten tot stand. Een geïmporteerde crisis, zo kun je de crisis die nu ook in Nederland uitbrak, kenschetsen. Nederland werd meegesleept vanwege de toegenomen afhankelijkheid van andere landen. De meeste landen van de wereld gingen over tot bescherming van de eigen economie. Daardoor schrompelde de wereldhandel nog meer ineen. Toen de crisis begon waren er al werkloosheidsuitkeringen die door de nationale overheid geregeld werden. Maar in praktijk konden maar heel weinig mensen op hulp rekenen. Degenen die geen hulp kregen https://www.scholieren.com/verslag/7333 Pagina 4 van 7

(vrouwen, jongeren, ongeorganiseerden ), hadden in de ogen van de regering geen waarde voor het productieapparaat. De regeringen in deze tijd bestonden uit confessionelen en (vrijzinnige) liberalen: De Ruys Beerenbrouck was de katholieke minister-president toen de crisis uitbrak. Zijn opvolger, sterke man Colijn, vond dat Nederland zich maar moest instellen op een lager welvaartspeil. Hij hield vast aan de gouden standaard (systeem waarbij landen de waarde van hun munteenheden aan elkaar koppelen door voor iedere munt een vaste goudwaarde af te spreken), zodat Nederland voor het buitenland een erg duur land werd. Hoofdstuk 3: Van oorlogseconomie naar welvaartsstaat De inspanning die de Amerikanen tijdens de Tweede Wereldoorlog leverden was enorm. De economie werd volledig op zijn kop gezet. Er ontstond een groot tekort aan arbeiders. Vrouwen, die eerst niet geacht werden te werken, werd nu ingeprent dat juist wél te moeten doen. Amerika kwam als verreweg het sterkste land uit de strijd, zowel op militair als op economisch terrein. Een tijdperk begon, waarin Amerika zich niet langer meer afzijdig wilde en kon houden van de rest van de wereld. President Truman, opvolger van Roosevelt, deed zijn uiterste best om ervoor te zorgen dat de veteranen doe terugkeerden goed begeleid en geschoold werden, zodat zij weer soepel in het arbeidsproces werden opgenomen. Truman was van plan de New Deal voort te zetten in de Fear Deal (mislukt plan van Truman om de sociale wetgeving uit te breiden en de rechten van de zwarten vast te leggen). Truman kon zijn ideeën over een uitbreiding van de sociale wetgeving niet verwezenlijken. Twee redenen: hij kreeg te maken met een Republikeins Congres en had zijn handen vol aan de Koude Oorlog die in 1949 was uitgebroken. Het geboortecijfer, dat flink was gedaald tijdens de depressie (ernstige, langdurige teruggang van het nationaal inkomen), steeg na 1946 enorm. Deze babyboom leidde op zich al tot een toename van de vraag. De grotere rol van de (federale) overheid zorgde ervoor dat de groei stabiel was. Sociale verzekeringen zorgden ervoor dat in tijden van een recessie het inkomen van de mensen enigszins op peil bleef. Diegenen die het meest van de nieuwe welvaart profiteerden waren de (blanke) arbeiders en de middenklasse. De president die deze periode van toenemende welvaart en eenvormigheid symboliseert, was de patriarchale, goedgehumeurde Republikein Eisenhower. John F. Kennedy had in zijn verkiezingsprogramma kritiek op Eisenhower, die niet veel gedaan leek te hebben aan de publieke voorzieningen. Van Kennedy s plannen om de nog resterende armoede te bestrijden kwam niet veel terecht, omdat hij werd tegengewerkt door een coalitie van conservatieve Democraten en Republikeinen. Met een meerderheid van Democraten in het Congres kwam hij zo niet ver. Op 22 november 1963 werd hij in Dallas vermoord. Onder zijn opvolger, Lyndon B. Johnson, werden wetsvoorstellen die tijdens Kennedy s leven niet door het https://www.scholieren.com/verslag/7333 Pagina 5 van 7

Congres kwamen, nu in hoog tempo aangenomen. Het onbehagen over de nieuwe welvaart en de consumptiecultuur (levensstijl waarbij het aanschaffen van goederen en diensten centraal staat) werd vooral uitgedragen door de jongeren. Begin jaren zeventig ging het opeens mis met de wereldeconomie. De Amerikaanse economie had veel last van deze situatie, juist omdat al vanaf het einde van de jaren zestig de zaken niet meer zo goed gingen. Dit kam omdat de Vietnamoorlog had geleid tot grote tekorten op de begroting vanwege verlies van de concurrentiepositie, en omdat ze economie te eenzijdig was; te veel afhankelijk van de auto-industrie en van goedkope grondstoffen. Sinds het aantreden van Nixon deed de overheid niet veel aan binnenlandse politiek. De oplossing voor deze stagflatie (combinatie van inflatie en een stagnerende groei van de economie) was: belastingen omlaag en de vrije markt weer het werk laten doen. Reagans vermogen om de mensen geruststellend toe te spreken, was zo groot dat de meeste Amerikanen het allemaal wel best vonden en bovendien zorgde het Congres ervoor dat de belangrijkste sociale voorzieningen in stand bleven. Reagans opvolger Bush kreeg de rekening voor het beleid van zijn voorganger gepresenteerd: begin jaren negentig raakte de economie weer in het slop. Daarna kwam Clinton. Clinton beloofde verandering. De economie begon weer te groeien, maar Clinton kreeg een in meerderheid Republikeins Congres tegenover zich. Opnieuw bleek dat de president en de regering betrekkelijk machteloos staan als het gaat om ingrijpen in de economie. Van de wegen en bruggen, de fabrieksinstallaties en de havens van Rotterdam was nagenoeg niets meer over na de oorlog. Enkele jaren later echter, in 1950, was de oorlogsschade grotendeels hersteld. Nederland stond klaar om een grote economische groei te gaan realiseren. Het beleid van de overheid, de inzet van de Nederlandse bevolking en de marshall-hulp (economisch hulpprogramma van de VS om Europa na de Tweede Wereldoorlog weer op de been te brengen) zijn de drie belangrijkste factoren die hebben bijgedragen tot het snelle herstel. Het is onmogelijk de economische ontwikkelingen in Nederland na 1945 los te zien van het beleid van de overheid. Nederland werd een industrieland met een grote export door particuliere ondernemingen. In de twintig jaar na 1953 zou Nederland ingrijpend veranderen. In deze periode van bijna onafgebroken economische groei én sterke bevolkingsgroei werd Nederland gereorganiseerd. Het bewijs van het herstel van de Nederlandse economie kwam in 1952 toen de betalingsbalans voor het eerst een overschot vertoonde. Het lidmaatschap van de Europese Gemeenschap (in 1958 opgericht) was bepaald gunstig voor Nederland. De bedrijven werden steeds groter. De grote bedrijven hadden veel geleerd in de VS en richtten zich vooral op een verhoging van de arbeidsproductiviteit (waarde van de productie per arbeidsuur). De overheid had in deze periode moeite de economische ontwikkelingen bij te houden. De geleidelijke loonpolitiek bleek niet vol te houden te zijn. Al snel na de oorlog was door de rooms-rode coalities (PvdA en KVP) onder leiding van Drees een begin https://www.scholieren.com/verslag/7333 Pagina 6 van 7

gemaakt met de opbouw van de verzorgingsstaat (een staat waarbij de overheid zowel een materieel als immaterieel bestaansminimum garandeert), de typisch Nederlandse variant van de welvaartsstaat (staat waarbij de overheid zich mede verantwoordelijk voelt voor zorg voor de zwakkeren in de samenleving en waar een redelijk inkomensniveau gegarandeerd is. Dit gaat samen met een tamelijk hoog consumptieniveau). Ook in Nederland sloeg de oliecrisis en de daaropvolgende economische crisis hard toe. De ministerpresident in deze periode, Den Uyl, vond het nodig om een ernstige toespraak te houden waarin hij zei dat er een einde gekomen was aan de snelle toename van de welvaart. Nederland had met een aantal specifieke problemen te kampen. 1: de Nederlandse economie was zeer kwetsbaar door de enorme afhankelijkheid van de export. 2: door de wijze van financiering van de groeiende overheidstekorten was de inflatie te hoog & 3: de groeiende collectieve sector had via hogere premies en belastingen voor hogere loonkosten gezorgd. Nederland kon door de twee laatstgenoemde oorzaken steeds slechter concurreren met het buitenland, terwijl datzelfde buitenland in de afgelopen periode steeds belangrijker was geworden. Aan al deze problemen deed het kabinet-den Uyl nog niet veel. In plaats daarvan werd met groot enthousiasme het bestaande socialezekerheidsstelsel op een hoger niveau gebracht en werden de inkomens dichter bij elkaar gebracht. Intussen groeide de werkloosheid erg snel. De mensen vonden over het algemeen dat de overheid een te grote rol was gaan spelen in de economie en dat zij moest terugtreden. Ondernemen moest weer meer gewaardeerd worden. De arbeidsproductiviteit in de industrie behoorde tot de hoogste van de wereld (na Amerika). Er waren allerlei nieuwe bedrijfstakken ontstaan, waarvan de automatisering de belangrijkste branche was. Aan het eind van de jaren negentig stond de economie van Nederland er weer goed voor. Als Amerika en Nederland in hun ontwikkeling na de Tweede Wereldoorlog naast elkaar worden gezet, valt op dat het startpunt geheel verschillend was, maar dat de twee landen aan het eind van de twintigste eeuw steeds meer op elkaar zijn gaan lijken. MAAR het grootste verschil tussen de VS en Nederland zit hem in de rol van de centrale overheid en het vertrouwen dat de mensen in die overheid hebben. De verschillen tussen arm en rijk zijn in Nederland veel kleiner, het sociaal vangnet is veel groter en de achterdocht ten opzichte van de overheid en de weerzin tegen belastingen zijn veel minder. https://www.scholieren.com/verslag/7333 Pagina 7 van 7