Partijen : <Zorgaanbieder>, vertegenwoordigd door <naam> bestuurder en <naam>, manager van de locatie <locatienaam 1>

Vergelijkbare documenten
Partijen : <naam locatie, zorgaanbieder>, vertegenwoordigd door <directeur> en <locatiemanager>

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 17 september 2015

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 25 januari 2016

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 27 mei 2019

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 17 maart 2015

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 2 november 2011

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 30 december 2015

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 10 augustus 2015

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Partijen : Stichting <naam zorgaanbieder>, vertegenwoordigd door mevrouw A (directeur bestuurder), verder ook te noemen zorgaanbieder of verzoeker

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 11 juli 2016

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 25 april 2017

Het gewone en verzwaarde adviesrecht in de praktijk

Samenwerkingsovereenkomst met de vertegenwoordiger van de cliënten en stichting De Schavuiten

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

In het kort de taken en werkwijze van de cliëntenraad. In de statuten staan deze uitgebreid beschreven.

Partijen : De cliëntenraad van <naam zorgaanbieder>, <naam afdeling>, vertegenwoordigd door de voorzitter en secretaris

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

<naam voorzitter van de cliëntenraad van <locatienaam>>.

Overeenkomst Cliëntenraad en de Zevenster

SAMENVATTING. in het geding tussen: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verzoeker, hierna te noemen de GMR

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 6 mei 2016

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 23 november 2016

punt nadrukkelijke aandacht.

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school)

Samenwerkingsovereenkomst cliëntenraad en Bureau Beckers.

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

VVE E R ZROZE O K E E N KA EA N N L A C A V N L C V

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 12 september 2011

Landelijke geschillencommissie LPR - GGZ Nederland

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 27 januari 2015

Senioren Zorg Plan Dé thuiszorg die zich om ú bekommert! Overeenkomst Cliëntenraad. Senioren Zorg Plan

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H.

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A te C, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. L.C.J.

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

College voor geschillen medezeggenschap defensie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 19 november 2015

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO

Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR

Hieronder een korte samenvatting van de Wmcz 2018 en een aantal opmerkingen gekeken naar de zorg voor mensen met een beperking.

Samenwerkingsovereenkomst cliëntenraad BovenIJ Ziekenhuis

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)

in het geding tussen: het College van Bestuur van A, gevestigd te B verzoeker, hierna te noemen het College van Bestuur gemachtigde: mr. W.E.

Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK

De tijdelijke waarneming van de directiefunctie dient op verschillende gronden voor advies voorgelegd te worden aan de (P)MR.

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders)

SAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

ADVIES. de heer B, bestuurder van schoolbestuur C, organisatie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs (verder: C) te D, verweerder,

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 2 juni 2016

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen

Samenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling)

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Jaarverslag 2016 Centrale Cliëntenraad Kalorama

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 30 april 2015

Besluit tot instelling van de cliëntenraad lokale cliëntenraad Stichting Pleyade

2.2.1 De Cliëntenraad is een onafhankelijk en zelfstandig orgaan van cliënten die gebruik maken van het zorgaanbod van Lister.

Geschil over verwijdering twee leerlingen. School en ouders hebben geen vertrouwen meer in elkaar. Het verwijderingsbesluit is redelijk.

De Landelijke geschillencommissie medezeggenschap onderwijs (mr. Ch. H. Stokman-Prins, mr. drs. F.H.J.G. Brekelmans, drs. Th.A.J.

Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018

De oudercommissie heeft in haar brief, d.d. 10 oktober aan houder geadviseerd:

Reglement Centrale Participatieraad. Medezeggenschap binnen Sjaloom Zorg

Wet tot wijziging van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen Reactie van LOC Zeggenschap in zorg 12 november 2016

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van de A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

Klachten- en geschillenregeling

Medezeggenschap cliënten van Aafje. Lokale, regio en centrale cliëntenraden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 12 december 2018

1.2 De klacht: Een gemotiveerde uiting van ontevredenheid over een concrete gedraging van personen werkzaam bij de zorgaanbieder en haar partners.

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school.

nieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen

Belangrijkste verschillen adviesrechten Wmcz / Wmcz 2018 (januari 2018)

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag

Jaarverslag van de cliëntenraad DZS 2013 Diabetes Zorgsysteem West-Friesland

Reglement Cliëntenraad BovenIJ ziekenhuis

De cliëntenraad. Uw mening horen wij graag!

Workshop: Wat zegt de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz)?

Jaarbericht Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden


De nieuwe WMCZ Presentatie Jaap Zwitser 1 november 2016

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M.

Klachtenregeling van Auro, Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs. Het bevoegd gezag Auro,

Protocol. Klachtencommissie. Autimaat B.V.

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad vana te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school)

Klacht over bejegening door docent is ongegrond omdat van onheuse bejegening niet is gebleken. ADVIES

Reglement cliëntenraad van Stichting Samen Veilig Midden-Nederland

Het bevoegd gezag van de VCOG wordt vertegenwoordigd door de directeur-bestuurder, dhr. E. Vredeveld.

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

Transcriptie:

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 18-004 Datum : 5 oktober 2018 Partijen : <Zorgaanbieder>, vertegenwoordigd door <naam> bestuurder en <naam>, manager van de locatie <locatienaam 1> en de cliëntenraad van locatie <locatienaam 1>, vertegenwoordigd door <naam>, voorzitter, <naam>, lid, en <naam> (secretaris). Het geschil <Zorgaanbieder>, verder ook te noemen de verzoeker of de zorgaanbieder, wil op locatie <locatienaam 1>, een intramurale opnamelocatie voor 60 ouderen met een intensieve zorgvraag, waar ook een hospice in gehuisvest is, dagbesteding gaan aanbieden aan een groep (nog) thuiswonende cliënten met dementie. Deze dagbesteding wordt nu aangeboden op een andere locatie van de zorgaanbieder in dezelfde plaats. De dagbesteding zal vijf dagen per week tussen 9.30 en 16.00 uur worden aangeboden aan 8 cliënten per keer, in wisselende samenstelling. In totaal gaat het om 14 personen. De cliëntenraad heeft over dit voornemen een verzwaard negatief advies uitgebracht nadat zij zelf bij zorgaanbieder onder de aandacht heeft gebracht dat hierover advies gevraagd diende te worden. Verloop van de procedure Het verzoekschrift met bijlagen van de zorgaanbieder is gedateerd op 19 juli 2018, en is ontvangen door de commissie op 20 juli 2018 en op 30 juli 2018 ontvankelijk verklaard. De

cliëntenraad heeft een verweerschrift ingediend op 14 augustus 2018. Partijen hebben afschrift van elkaars stukken ontvangen. Op 27 augustus 2018 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Voorafgaand aan de hoorzitting heeft de commissie in aanwezigheid van vertegenwoordigers van partijen, een descente gehouden op de locatie en in de ruimte waar de zorgaanbieder de dagbesteding wil gaan aanbieden. Bevoegdheid en ontvankelijkheid Op grond van art. 10 lid 1 van de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorgsector en art. 2 lid 1 van het reglement van de LCvV acht de commissie het verzoek ontvankelijk en de commissie bevoegd een uitspraak over het geschil te doen. Standpunten van de zorgaanbieder De zorgaanbieder heeft in het verzoekschrift en ter zitting, zakelijk en verkort weergegeven, het navolgende naar voren gebracht. De cliënten voor wie het aanbod dagbesteding bedoeld is zijn nog thuiswonende mensen met psychogeriatrische problematiek, zij hebben een veilige, besloten omgeving nodig. Die is er op <locatienaam 1>; de voordeur kan daar alleen geopend worden door medewerkers door middel van een pasje. Zorgaanbieder deelt niet de vrees van de cliëntenraad dat bewoners van <locatienaam 1> naar buiten zullen glippen bij aankomst en vertrek van de dagbestedingscliënten, noch dat mensen van de dagbestedingsgroep door het pand zullen gaan dwalen. Vanwege de dagbestedingsgroep zullen er meer medewerkers en vrijwilligers op de begane grond in de centrale ruimte aanwezig zijn dan thans het geval is, zodat er genoeg toezicht uitgeoefend zal worden. De locatiemanager kijkt vanuit haar werkruimte uit op de centrale ruimte en op de voordeur en, de huidige situatie goed kennende, voorziet zij geen veiligheidsrisico s. De bewoners van <locatienaam 1> kunnen ook van de dagbesteding gebruik gaan maken, hun activiteitenaanbod wordt derhalve uitgebreid en daar is ook vraag naar, zo bleek uit een enquête die recent is gehouden onder cliënten/vertegenwoordigers. Er komt meer levendigheid op de begane grond hetgeen een positieve ontwikkeling is. De betreffende ruimte is een heel mooie ruimte maar is nu het grootste deel van de tijd nauwelijks in gebruik, terwijl zorgaanbieder het 2

haar plicht acht om de voorzieningen maximaal te benutten. De bewoners van <locatienaam 1> verblijven het meest op hun eigen afdeling/groep. De centrale ruimte is groot genoeg om door bewoners en hun bezoek gebruikt te blijven worden, ook als er acht dagbestedingscliënten aanwezig zijn. De aanwezigheid van dagbestedingscliënten zal de toegang (via de serre) naar de tuin niet nadelig beïnvloeden; cliënten zullen daar altijd naar toe kunnen. Het besluit past binnen het beleid dat is geformuleerd in de notitie dagbesteding binnen <Zorgaanbieder> van december 2015. Daarin wordt onder meer vermeld dat er minder in doelgroepen ( hokjes ) gedacht wordt en dat thuiswonende cliënten ook gebruik zullen kunnen maken van intramurale voorzieningen. De CCR heeft met betrokkenheid van alle lokale raden, over deze notitie positief geadviseerd. Deze notitie werd opgesteld in het kader van een bredere vernieuwing/vervanging van het welzijnswerk bij <Zorgaanbieder>, waarbij is aangehaakt op de ontwikkelingen in de (participatie)maatschappij en het langer thuis wonen van cliënten. De situatie op <locatienaam 1> is in het geheel niet te vergelijken met de andere locatie waar de cliëntenraad naar verwijst en op doelt als zijnde een mislukt voorbeeld. Als er in de toekomst uitbreiding van het aantal dagbestedingscliënten aan de orde zou zijn - zorgaanbieder heeft dat voornemen niet - dan zal dat met de cliëntenraad van de locatie overlegd worden. Zorgaanbieder betwijfelt of dit onderwerp adviesplichtig is aangezien het nauwelijks merkbare consequenties heeft voor de cliënten van <locatienaam 1>. Als er al sprake zou zijn van adviesrecht dan betreft het art. 13 sub d van het medezeggenschapsreglement, een belangrijke inkrimping, uitbreiding of wijziging van de werkzaamheden, en dat behelst geen verzwaard adviesrecht. Standpunten van de cliëntenraad Door de cliëntenraad is ter zitting en in het verweerschrift, zakelijk en verkort weergegeven, het navolgende naar voren gebracht. 3

De verhuizing van de dagbestedingsgroep is ingegeven vanwege een ingrijpende verbouwing per 1 oktober a.s. en bestemmingswijziging van de locatie waar deze dagbesteding nu plaatsvindt. Dat argument heeft zorgaanbieder in de adviesaanvraag niet vermeld. De zorginhoudelijke argumenten die de zorgaanbieder aanvoert lijken de cliëntenraad nogal gezocht. Dat er veel extra toezicht zal zijn, betwijfelt de cliëntenraad; het gaat om één betaalde medewerker en daarbij nog een of twee vrijwilligers; die zullen hun handen vol hebben aan de dagbestedingscliënten. De (beleids)notitie dagbesteding binnen <Zorgaanbieder> d.d. december 2015 waar de zorgaanbieder naar verwijst was de cliëntenraad niet bekend. Voor zover haar bekend is er slechts één andere locatie van zorgaanbieder die ervaring heeft opgedaan met deze vorm van mengen van cliënten. De cliëntenraad van die locatie heeft aan verweerder laten weten dat dit niet goed heeft uitgepakt. Ook al bestond de huidige CR van <locatienaam 1> in 2015 nog niet (toen was er een andere functie/doelgroep op deze locatie), dan nog had zorgaanbieder dit beleidsstuk bekend behoren te maken en het advies van de CCR in acht behoren te nemen. De CCR heeft geadviseerd om te komen tot een concreet actieplan per locatie en de nieuwe situatie na een jaar te evalueren. Daar lijkt allemaal niet veel van terecht te zijn gekomen. Er is met betrekking tot het onderhavige voorgenomen besluit geen plan van aanpak opgesteld, zodat de cliëntenraad maar moet gissen hoe een en ander ingevuld gaat worden. De cliëntenraad vreest dat de groep zal starten met 8 personen maar op enig moment wel zal uitbreiden omdat er nu eenmaal veel vraag is van (Wmo) zorginkopers naar dit type aanbod, alsmede uit kostenoverweging. De cliëntenraad vreest voor aanzienlijk nadelige gevolgen voor de huidige bewoners, mensen in een gevorderd stadium van dementie. Het is niet aannemelijk dat zij aan de dagbesteding gaan deelnemen of zich anderszins zullen aansluiten bij de dagbestedingscliënten van buitenaf. Wel acht de cliëntenraad aannemelijk dat ze er juist onrustig van zullen raken en de centrale ruimte, de serre en de tuin gaan mijden. Een tegenovergesteld effect dan dat zorgaanbieder schetst. Er zijn ook zorgen dat bij het (verspreid) komen en gaan van de dagbestedingscliënten, de bewoners mee het gebouw uit zullen glippen. In tegenstelling tot wat zorgaanbieder schetst, is de cliëntenraad van mening dat bewoners wel regelmatig beneden komen, vaak als zij bezoek ontvangen. 4

De cliëntenraad stelt dat op het besluit verzwaard adviesrecht van toepassing is op grond van het medezeggenschapsreglement van <Zorgaanbieder>, art. 14 lid 2 sub a en b: beleid op het gebied van veiligheid en beleid op het gebied van recreatiemogelijkheden, ontspanningsactiviteiten van cliënten. Ook de uitwerking van dergelijk beleid, dat wil zeggen concrete besluiten die er op gebaseerd zijn, vallen volgens de cliëntenraad onder het verzwaarde adviesrecht. Overwegingen en conclusies van de LCvV De commissie komt op grond van de voorgelegde stukken en hetgeen ter zitting is besproken tot de conclusie dat het onderhavige besluit tot verhuizing/verplaatsing van een groep dagbestedingscliënten vooral het gevolg lijkt te zijn van de verbouwing en bestemmingswijziging van <locatienaam 2> en in mindere mate het (directe) gevolg van het in 2015 ingezette nieuwe beleid op het gebied van welzijn. De commissie is het met de cliëntenraad eens dat deze beweegreden niet in de adviesaanvraag had mogen ontbreken. Dat het voorgenomen besluit tot verplaatsing van de groep dagbestedingscliënten niet alleen de verhuizende cliënten aangaat maar ook consequenties zal hebben voor de bewoners van de locatie waar naar toe verhuisd wordt (<locatienaam 1>), acht de LCvV, partijen gehoord hebbend en de locatie bezocht hebbend, zeer aannemelijk. Een adviesaanvraag (aan beide lokale raden 1 ) is derhalve aangewezen. Voor de vraag of en zo ja welk adviesrecht dan van toepassing is, is niet relevant of de te verwachten consequenties positief (volgens zorgaanbieder) of negatief (volgens de cliëntenraad) zullen zijn. Leidend is de omschrijving van adviesonderwerpen in de Wmcz (art. 3 en 4) en het medezeggenschapsreglement van de zorgaanbieder (art. 13 en 14) en het feit dat het een gemeenschappelijk belang betreft van een substantieel deel van de cliënten op deze locatie. 1 De commissie is van oordeel dat de zorgaanbieder ook advies had behoren te vragen aan de voor <locatienaam 2> ingestelde cliëntenraad. Het medezeggenschapsreglement van <Zorgaanbieder> maakt immers geen onderscheid tussen Wmo cliënten en cliënten die zorg/diensten ontvangen op andere financiële grondslag. Dat een formeel advies van/namens die dagbestedingscliënten thans niet bekend is en dus niet bij de beoordeling van het geschil betrokken kon worden, valt te betreuren. 5

De commissie is het met zorgaanbieder eens dat de notitie dagbesteding binnen <Zorgaanbieder> te beschouwen is als (deel van) het algemeen beleid op het gebied van ontspanningsactiviteiten en recreatiemogelijkheden waarover in 2015 reeds verzwaard geadviseerd is, zij het niet door verweerder. Het onderhavige voorgenomen besluit voor deze locatie acht de LCvV daarom niet onder de noemer wijziging van algemeen beleid op het gebied van.., te scharen maar onder de noemer uitbreiding of andere belangrijke wijziging van de werkzaamheden. Dit laat echter onverlet dat zorgaanbieder bij het voorgenomen besluit wel het indertijd door de CCR gegeven verzwaarde advies had behoren te betrekken en dat verweerder zich daar op kan beroepen. In dat verzwaard advies werd aangegeven dat de zorgaanbieder een concreet actieplan voor iedere locatie waar integratie van intramurale en extramurale cliënten aan de orde is, dient op te stellen en vervolgens na 12 maanden te evalueren. Nu dit voor <locatienaam 1> eerst nu, in 2018 gaat spelen, zal zorgaanbieder met een concreet actieplan (of plan van aanpak) voor deze locatie dienen te komen dat de cliëntenraad bij haar advies moet kunnen betrekken en zal de cliëntenraad, verweerder, 12 maanden na invoering van de wijziging, bij een evaluatie opnieuw betrokken behoren te worden. Oordeel De Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden oordeelt dat in de adviesprocedure bij het voorgenomen besluit, sprake is van enkele wezenlijke tekortkomingen, te weten: - de belangrijk(st)e beweegreden, te weten de verbouwing en bestemmingswijziging van een andere locatie, is niet opgevoerd; - het in 2015 uitgebrachte verzwaarde CCR advies dat inhield dat er een concreet actieplan per locatie dient te zijn waaruit blijkt hoe invulling aan de integratie gegeven wordt, op welke wijze toezicht uitgeoefend wordt, en welke evaluatieafspraken gemaakt worden, is niet door de zorgaanbieder betrokken. Het voorgenomen besluit zal pas in redelijkheid genomen kunnen worden als deze gebreken in de adviesprocedure hersteld zijn. 6

Deze uitspraak is vastgesteld door de voorzitter van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden, mevrouw S.B. de Pauw Gerlings-Döhrn, en de leden de heer mr. A.J. Heerma van Voss, en mevrouw J.C. Huisman-Mak. Vastgesteld en ondertekend d.d. 5 oktober 2018 mr. S.B. de Pauw Gerlings-Döhrn voorzitter mr. L. Bos secretaris 7