Eenmaal binnen trokken de kolonisten naar het westen. De westelijke grens van het bewoonde gebied wordt de frontier genoemd.

Vergelijkbare documenten
Ongeveer twee eeuwen geleden trokken de kolonisten dwars door Amerika

Samenvatting Aardrijkskunde HD 1 multicultureel Amerika + basisboek

Samenvatting Aardrijkskunde 4 en 5. Inhoudsopgave. Tekstsamenvatting Pagina 2 t/m 5 Basisboek Pagina 6 t/m 7. 1 P a g e

- 2 noordzuid liggende berggebieden: de Appalachen in het oosten en de RockyMountains (en kustgebergtes) in het westen.

Uiteenzetting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Multicultureel Amerika

5,3. Samenvatting door een scholier 1646 woorden 7 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Aardrijkskunde Weer en Klimaat hoofdstuk 3

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1

5,5. Definities: Samenvatting door een scholier 1591 woorden 25 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

4,7. Begrippenlijst door een scholier 297 woorden 15 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

H2: Europa, verenigd of versnipperd?

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, les 1,2,3

Er zijn veel verschillende landschappen in Amerika. Zie figuur 3 en 4 op blz. 8 en 9. En opdracht 5 en 6 uit je werkboek.

De eerste immigranten: Engelsen aan de Oostkust: 13 koloniën (overzees gebied), bestuurt door Engeland.

7,5. Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. paragraaf 2. klimaten wereldwijd.

De Geo. 3 havo/vwo Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 1. eerste druk

8,9. Samenvatting door een scholier 1242 woorden 29 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdstuk 1 paragraaf 1. veelkleurig Zuid-Afrika

Spreekbeurt Aardrijkskunde De Verenigde Staten: land van migranten

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3.1 t/m 3.4

Hoe komen de verschillende klimaten op Aarde tot stand?

20 keer beoordeeld 18 juni 2013

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.

7.4. Boekverslag door E woorden 24 september keer beoordeeld. Aardrijkskunde

De Alpen-natuurlandschap

Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse migratie in de VS

Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

De Geo. 3 hv Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 1. 1ste druk

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2, paragraaf antwoorden

Samenvatting door een scholier 2012 woorden 13 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. B 24 breedteliggingen en temperatuur

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

4 Leven in een koud gebied

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8


Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) Temperatuurverschillen op aarde.

6,1. Wat is migratie? On the move. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 2.

Samenvatting Aardrijkskunde H1 Zuid-Afrika en Argentinië

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

2 Landschapszones op aarde SO 1

Klimaten VS vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Aardrijkskunde H.2 tot paragraaf 8

Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse migratie in de VS

5,8. Samenvatting door een scholier 2061 woorden 23 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Buitenland - vmbo/t/havo klas 1 - Hoofdstuk 1

7,4. Samenvatting door een scholier 2345 woorden 11 november keer beoordeeld

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) Temperatuurverschillen op aarde.

Antwoorden Aardrijkskunde H1 bevolking 1.7 t/m 1.9 en workitout

Samenvatting Aardrijkskunde Verenigde Staten (paragraaf extra)

B36 De dampkring laat de zonnewarmte gewoon door. Pas als de zonnestralen op het aardoppervlak vallen, geven ze hun warmte af.

6,5. Werkstuk door Een scholier 2067 woorden 31 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdvraag en deelvragen

Wat is Meteorologie?

Klimaten hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

Les 5: Factoren van weer en klimaat

Het onderdeel van aardrijkskunde dat zich bezighoudt met de bevolkingsomvang en de bevolkingssamenstelling wordt demografie genoemd.

Toets 2 - 'landschappen in europa'

2 Natuurlandschappen op aarde

Zwart Afrika. Oorspronkelijke bevolking: donkere huidskleur

Toets 1 - 'Landschappen in Europa'

Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse Migratie in de VS

Weer en klimaat. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1

Weerkaarten VS vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Thema 5 Weer en klimaat

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 2. 1ste druk

DE WERELD VAN DE GROTE STAD

Toets 1 - 'Landschappen in Europa'

GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Toets 2 - 'Landschappen in Europa'

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3

Latijns Amerika, een regio in beeld.

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl II

Inhoudsopgave. Les 1: De kolonisatie van de VS 2. Les 2: Topografie van de VS en Noord-Amerika 7. Les 3: Klimaten in de VS; Welke klimaten zijn er?

De Geo. 1 hv Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk

Samenvatting Aardrijkskunde Migratie & mobiliteit

hoog staat de zon? De zon in Noord-Europa Wat ga je leren? Begrippen

Bevolkingsspreiding. Waar zit iedereen? Juist of onjuist: China is het grootste land ter wereld. A. Juist. B. Onjuist

Werkstuk Aardrijkskunde Nieuw-Zeeland

6,6. Samenvatting door een scholier 5265 woorden 16 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Stedelijk netwerk = een groep steden in een lang die onderling op tal van terreinen verbonden zijn; zoals de Randstad.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

7,3. Samenvatting door Sarah 2785 woorden 10 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Aardrijkskunde hoofdstuk 1

4,9. Samenvatting door een scholier 1689 woorden 21 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

1 Landschap en klimaat in Turkije

1 Kun je aan planten zien wat je aan moet?

Werkstuk Aardrijkskunde Zuid-Afrika

Op de weerkaarten staan de weerselementen en de luchtdruk ook weergegeven. Er staan dan vaak weersymbolen bij.

Hoogteverschillen in Europa

5.2. Praktische-opdracht door een scholier 1531 woorden 18 september keer beoordeeld. Geschiedenis. Inleiding

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Aardrijkskunde Migratie - hoofdstuk 1 - migranten en hun herkomstland

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, 2 en 3, Migratie en vervoer

Toets_Hfdst6_BevolkingEnRuimtelijkeInrichting

PERIODESCHRIFT AARDRIJKSKUNDE EUROPA EN DE WERELD

Opdrachten bovenbouw hv

Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden

Samenvatting Aardrijkskunde samenvatting aardrijkskunde de geo H1 havo/vwo

Transcriptie:

Samenvatting door Charley 2884 woorden 24 juni 2016 5 13 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo AK H1 1.1 ± 2 eeuwen geleden trokken de kolonisten dwars door Amerika. Opschuivende frontier Ten tijde van de ontdekking (1492) was Amerika een leeg continent. ± ½ miljoen Indianen woonden erg verspreid. Daar gingen de immigranten koloniseren: het bewoonbaar maken en inrichten van het gebied. Aan de oostkust werden door voornamelijk Britse immigranten 13 koloniën gesticht, die in 1776 de Verenigde Staten van Amerika uitriepen. In de loop van de 19e eeuw migreerden miljoenen Europeanen naar Amerika. Zij gingen daar weg vanwege de honger, armoede, werkloosheid en het ontbreken van vrijheid van godsdienst of meningsuiting. Eenmaal binnen trokken de kolonisten naar het westen. De westelijke grens van het bewoonde gebied wordt de frontier genoemd. Landschappen langs de 40 ste breedtegraad Op weg van New York naar San Francisco verandert het landschap continu. Een groot deel daarvan is inmiddels ingericht. De Appalachen is een middelgebergte, gemiddeld tussen de 500 en 1500 meter hoog. Het is een oud gebergte met door erosie afgeronde toppen. De Rocky Mountains in het westen van de VS is een jong gebergte met spitse toppen boven de 4000 meter en eeuwige sneeuw. Tussen beide gebergten liggen de Interior Plains, met grootschalige landbouw en weinig reliëf. Het oostelijk deel ligt lager dan 500 meter en wordt de Centrale Laagvlakte genoemd. Hier bevindt zich de Cornbelt. Westwaarts loopt het langzaam op naar de Great Plains, een hoogvlakte met prairiegrassen. Er vindt tarweverbouw plaats met behulp van irrigatie en extensieve veeteelt. Ten westen van de Rocky Mountains ligt het Grote Bekken, een hoogvlakte boven de 1500 meter, met kale rotsen en droogtevegetatie. Vlak bij de kust bevindt zich de Central Valley, in de regenschaduw van de omringende gebergten. Met behulp van irrigatie worden hier citrusfruit, rijst en groenten verbouwd. B58 Reliëf De definitie van reliëf is: [hoogteverschillen in het landschap]. Er zijn vier verschillende reliëfvormen: Hooggebergte Middelgebergte Heuvelland Laagland Hellingen kunnen ook voorkomen in laagland, alleen zijn de hoogteverschillen daar nooit groot. Een gebied met weinig of geen reliëf heet een vlakte. Als zo n gebied lager ligt dan 500 m, is het een laagvlakte. Boven de 500 m heet het een hoogvlakte of plateau. https://www.scholieren.com/verslag/96485 Pagina 1 van 7

1.2 In een groot land als de VS zijn er grote verschillen in klimaat en is er ook sprake van extreem natuurgeweld. Bron 1: De noord-zuidrichting van de gebergten zorgt ervoor dat de oceaaninvloed gering is. Uit het noorden komen in de winter de koude northerns binnen, in de zomer de warme southerns. Bron 2: In de woestijnstaten in het westen ontstaan in de zomer zware stofstormen. Bij plotseling regenval kan de bodem zo snel verzadigd raken dat deze gaat schuiven; er ontstaat een flashflood. Bron 3: Het zuidoosten krijgt in de zomer en de herfst, als het zeewater is opgewarmd tot boven de 27 graden Celsius, te maken met hurricanes, die grote schade in kustgebieden kunnen veroorzaken. Berucht zijn de overstromingen in het stroomgebied van de Mississippi, als gevolg van de heftige neerslag Bron 4: in het binnenland veroorzaakt door de botsing van koude en warme lucht. In het midden van de VS ontstaan in het voorjaar tornado s wanneer koude droge landlucht botst met Bron 5: warme, vochtige zeelucht. Zij kunnen enorme schade aanrichten aan auto s en gebouwen. B30 Temperatuurfactoren Temperatuurfactoren (3) hebben grote invloed op de temperatuur. Breedteligging: hoe verder van de evenaar, hoe kouder. Hoogteligging: hoe hoger, hoe kouder. Land-zeeverdeling: hoe verder aan zee, hoe warmer in de zomer en hoe kouder in de winter. B33 Breedteligging en temperatuur De zon is de kachel van de aarde. De warmte die de zon afgeeft is niet overal hetzelfde. De breedteligging heeft invloed op de temperatuur. Op hoge breedte is het koud, op lage breedte is het warm. Dit heeft te maken met de hoogte van de zon. De aarde is bol. In de poolstreken vallen de zonnestralen schuin op de aarde. Ze moeten een groter oppervlakte verwarmen en geven daarom minder warmte af dan loodrechte zonnestralen. In de tropen vallen de zonnestralen loodrecht op het aardoppervlak en geven meer warmte af. Wolken en stofdeeltjes in de lucht kaatsen een deel van de zonnestralen terug het heelal in. Schuine zonnestralen moeten een langere weg afleggen en komen meer wolken en stofdeeltjes tegen. Hierdoor geven ze minder warmte af. B36 Temperatuur boven land en boven zee Of zonnestralen op land óf op water vallen, is een belangrijk verschil voor de temperatuur. Land wordt sneller warm of koud dan water. Dat verschil heeft tevens gevolgen voor de temperatuur van de lucht erboven. Zee heeft een matigende invloed op de temperatuur. De luchttemperatuur boven zee zal nooit erg hoog of erg laag zijn. Boven land kan de temperatuur juist heel snel wisselen. https://www.scholieren.com/verslag/96485 Pagina 2 van 7

B37 Aanlandige en aflandige winden De windrichting heeft invloed op de temperatuur. In Nederland zorgt een noordoostenwind voor vorst, een zuidwestenwind voor dooi ( s winters), een oostenwind voor warmte en een westenwind voor afkoeling ( s zomers). Westenwinden overheersen in Nederland en zorgen voor koele zomers en zachte winters. De oostenwind (aflandig) is een landwind, afkomstig van het vasteland van Europa. De westenwind (aanlandig) is een zeewind, afkomstig van de Atlantische Oceaan. Beide winden werken s zomers anders dan s winters. Een aanlandige wind zorgt voor minder warme zomers en minder koude winters. Een aflandige wind zorgt voor warmere zomers en koudere winters. B38 Zeestromen Zeestromen ontstaan als de wind boven zee langdurig in 1 richting waait en de zee dan gaat stromen. Een zeestroom heeft invloed op de temperatuur op het land. Elke zeestroom heeft een naam. Golfstroom = zeestroom voor Noorwegen. B39 Ligging van gebergten Soms komt de wind onderweg een gebergte tegen. Dit is een klimaatscheiding tussen 2 gebieden. s Zomers hebben ze in Zweden voordeel van het gebergte (Scandinavisch Hoogland), want de koele zeelucht blijft dan in de Noorse bergen hangen. De Zweedse zomers zijn daardoor warmer dan de Noorse. B40 Ontstaan van neerslag Koude lucht kan minder water bevatten dan warme. Opstijgende lucht koelt af en kan dus neerslag veroorzaken. Dalende lucht warmt op en zorgt dus voor droogte. B41 Neerslag in een gebergte De loefzijde van een gebergte is de kant waar de wind vandaan komt. Daar zorgt de stijgende lucht voor stuwingsregen. De andere zijde van het gebergte heet lijzijde ook wel regenschaduw genoemd. Omdat de lucht daar daalt, is het daar droog. B45 Hoge druk en lage druk Hoge- en lage drukgebieden hebben meestal een min of meer ronde vorm. Bij een lagedrukgebied (bij een tekort) stroomt lucht toe. De luchtstroom krijgt op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts door draaiing van de aarde. Het betekent bewolkt, regenachtig weer. Bij een hogedrukgebied (met een teveel) stroomt lucht weg langs het aardoppervlak. De luchtstroom krijgt op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts door draaiing van de aarde. Door op een heleboel plaatsen de luchtdruk te meten en de plaatsen te verbinden met een gelijke luchtdruk met elkaar door middel van een lijn kun je de gebieden van hoge en lage luchtdruk in kaart brengen. Zo n lijn noem je een isobaar. B51 Klimaatsysteem van Köppen Het klimaatsysteem van Köppen onderscheidt vijf klimaatzones: 1. 2. 3. 4. 5. De plaatsen te verropische regenklimaat Droogklimaat Zeeklimaat/maritiem klimaat Landklimaat/continentaal klimaat Koud klimaat Klimaatzones A, C, D en E worden onderscheiden op grond van de temperatuur. A is het warmste klimaat, E het koudste. Het B-klimaat is zo droog dat het onderscheiden wordt op grond van neerslag. Elk klimaat kan weer worden onderverdeeld door een extra letter toe te voegen. BW staat voor een zeer droog woestijnklimaat en BS voor een iets minder droog steppeklimaat. De toegevoegde (kleine) letters bij de klimaten A, C en D zeggen iets over het al of niet voorkomen van een droge tijd. f (fehlt) = droge tijd ontbreekt; neerslag in alle jaargetijden s (sommer) = droge tijd in de zomer https://www.scholieren.com/verslag/96485 Pagina 3 van 7

w (winter) = droge tijd in de winter Het Middellandse Zeeklimaat of mediterraan klimaat is een Cs-klimaat; een gematigd maritiem klimaat met een droge zomer. Het savanneklimaat is een Aw-klimaat; een tropisch klimaat met een droge winter. Aan het E-klimaat worden hoofdletters toegevoegd: F = (eeuwig) sneeuw in poolgebieden H = (eeuwig) sneeuw in hooggebergte T = toendra B52 Grenzen tussen de Köppen-klimaten Van de evenaar af naar de polen zijn er de volgende natuurlijke zones: Zone A: tropische vegetatie met als meest kenmerkende boom de kokospalm. Zone B: woestijnvegetatie Zone C: gebied met loofbomen Zone D: gebied met naaldbomen Zone E: gebied met toendra s of eeuwig ijs. De palmgrens (de grens van het A-klimaat) ligt bij de isotherm 18 o C in de koudste maand. De loofbomengrens (de grens tussen het C- en D-klimaat) ligt bij de isotherm 3 o C in de koudste maand. De naaldbomengrens (de grens tussen het D- en E-klimaat) ligt bij de isotherm 10 o C in de warmste maand. 1.3 Herkomstgebieden Begin 19 e eeuw woonden er nog maar 3,9 miljoen mensen in de VS, waaronder ¾ miljoen indianen. Daarna komt de immigratie op gang. Tot 1960 overheerst de blanke immigratie. Daarna komen er nieuwe groepen naar de VS. 2 van de 3 Amerikanen hebben Europese wortels. De 30 miljoen zwarten in de VS zijn afstammelingen van Afrikaanse slaven die werkten op de plantages in het zuidoosten. Na de afschaffing van de slavernij zijn de meesten daar blijven wonen of verhuisd naar de industriesteden in het noordoosten. Ze noemen zichzelf Afro-Amerikanen. Hispanics zijn Spaanssprekende immigranten uit Latijns-Amerika en wonen vooral in het zuidwesten. Jaarlijks komen er duizenden Mexicanen de grens over op zoek naar werk in de landbouw en de industrie. Ze zijn laaggeschoold en goedkoop. Er zijn zo n 45 miljoen Hispanics in de VS. De Aziaten wonen vooral in het westen en in de grote steden. Vooral afkomstig uit China, India, Filipijnen en Vietnam. Veelal goed opgeleid, zijn geslaagd en vormen een modelminderheid. Arme Aziaten komen uit Laos en Cambodja. Meltingpot Nieuwkomers leren op school [Engels] en [Amerikaanse geschiedenis], worden trots op hun nieuwe vaderland en geloven in de [American Dream]. Aanvankelijk was er sprake van een meltingpot: immigranten uit Noord- en West-Europa pasten zich aan elkaar aan en smolten samen. Oost- en Zuid-Europeanen die later kwamen bleven in hun eigen wijken wonen. De nieuwe groepen immigranten houden nog veel contact met hun land van herkomst en laten zich niet meer zo makkelijke omsmelten tot Amerikanen. Ze trouwen nog veel met iemand uit hun eigen land (= gezinsvorming) of laten gezinsleden overkomen (= gezinshereniging). In de etnische wijken blijven de taal en de winkels zoals gewend in het eigen land. Toch is men trots om Amerikaan te zijn. " De Amerikaanse bevolking is heel pluriform geworden. Men spreekt van een https://www.scholieren.com/verslag/96485 Pagina 4 van 7

salad bowl: een fruitsalade met herkenbare stukjes fruit. B117 Immigratie en emigratie Migratie bestaat uit binnenlandse en buitenlandse migratie (ook wel landverhuizing). Emigratie is het verlaten van een land. Immigratie is het binnenkomen van een land. Mensen hebben verschillende redenen om van het ene land naar het andere land te verhuizen. Redenen om te vertrekken noem je pushfactoren of afstotingsfactoren. Redenen die een ander gebied aantrekkelijk maken heten pullfactoren of aantrekkingsfactoren. B118 Soorten push- en pullfactoren Bij de migratie spelen de economische, politieke en fysische push- en pullfactoren de belangrijkste rol. Veel mensen verhuizen om economische redenen. Mensen die hun eigen woongebied verlaten wegens gebrek aan geld en werk heten economische migranten of arbeidsmigranten. Vluchtelingen verlaten om politieke redenen hun land. Vluchtelingen binnen hun eigen land noem je ontheemden. Vluchtelingen die een verzoek indienen tot bescherming (asiel aanvragen) worden asielzoekers genoemd. Economische vluchtelingen krijgen geen kans. Fysische factoren hebben te maken met natuur, landschap en milieu. Bij de fysische factoren horen ook natuurrampen. B119 Kettingmigratie en remigratie Bij kettingmigratie leidt de ene migratie tot een volgende migratie. Voorbeelden: Gezinsvorming: een migrant haalt zijn huwelijkspartner uit een ander land; Gezinshereniging: een migrant laat zijn gezin naar het nieuwe land komen. Bij remigratie gaan migranten terug naar het land van herkomst. B120 Allochtonen en autochtonen Een allochtoon = iemand van wie één of beide ouders in het buitenland zijn geboren. Alleen de eerste generatie is in het buitenland geboren. De tweede generatie is geboren in het land waar ze nu wonen. Als beide ouders in het land zijn geboren waar je leeft, ben je een autochtoon. Westerse allochtonen komen uit het cultuurgebied van de westerse wereld. Niet-westerse allochtonen komen uit een ander cultuurgebied. De vier grootste (niet-westerse) groep allochtonen in Nederland zijn van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse afkomst. Een vreemdeling (of buitenlander) is iemand die geen Nederlands paspoort heeft. B124 Multiculturele samenleving Een multiculturele samenleving is een maatschappij waar mensen uit verschillende culturen met elkaar samenleven. De groepen met andere culturen dan de overheersende cultuur noem je culturele of etnische minderheden. Als groepen mensen weinig of geen contact hebben met elkaar spreek je van maatschappelijke segregatie. Het tegenovergestelde van segregatie is integratie. Dit betekent dat allochtonen actief meedoen aan de samenleving. Integratie betekent dat ze de wetten en regels van het land accepteren, zonder daarbij hun eigen cultuur op te geven. Als migranten steeds meer elementen van de overheersende cultuur overnemen, spreek je van assimileren. 1.4 People on the move De binnenlandse migratie zorgt voor grote verhuisstromen tussen de regio s noordoosten, midwesten, zuiden en westen. Het hoofdpatroon is een verschuiving van het demografisch zwaartepunt naar het zuidwesten: er wonen aan alle kanten om dit zwaartepunt evenveel mensen. Snowbelt en sunbelt De verschuiving noordoost zuidwest komt door een aantal push- en pullfactoren. In het noordoosten is het migratiesaldo al jaren negatief als gevolg van https://www.scholieren.com/verslag/96485 Pagina 5 van 7

een economische pushfactor; veel bedrijven kregen het moeilijk door concurrentie uit lage- lonenlanden in Zuidoost-Azië. een sociale push factor: blanken vertrokken naar de suburbs en de zwarten bleven achter in arme wijken, waar veel armoede en geweld plaatsvonden. Veel blanke Amerikanen verlieten de snowbelt, zoals het noordoosten vanwege de strenge winters wel wordt genoemd. De zonnige staten in het zuiden en westen worden sunbelt genoemd. Daar bevinden zich veel footloose bedrijven, d.w.z. niet gebonden aan grondstoffen, wel aan de dichtbijheid van een aantrekkelijke woonomgeving. De Silicon Valley in Californië, genoemd naar de chip gemaakt van silicium, heeft een zonnig klimaat, zee, bergen en een grote stad dichtbij: San Francisco. In dit gebied komen vele computer bedrijven voor. Meltingpotstaat Californië Californië kende voor 1995 een vestiginsoverschot, erna een vertreksoverschot. De vertrekkers zijn vooral blanken, weg van de multiculturele stedelijke centra richting suburbs. Het verschijnsel heet whte flight of white fright. Sunbeltmigranten Het zijn vooral blanke welvarende gezinnen en ook veel ouderen die naar de sunbelt toekomen. Naar het zuidoosten komen vooral blanken; daarnaast keren ook veel zwarten terug naar het gebied waar hun (voor)ouders zijn vertrokken. Hispanics en Aziaten nemen ook steeds meer deel aan de binnenlandse migratie. Vanuit de gatewaystaten trekken zij naar andere staten. B109 Verandering in bevolkingsaantal De bevolking van een gebied verandert door 2 factoren: Veranderingen door geboorte en sterfte (natuurlijke veranderingen). Geboorteoverschot = als er mee mensen worden geboren in een jaar dan dat er sterven. Sterfteoverschot = het omgekeerde geval. Samen vormen ze de natuurlijke bevolkingsgroei. Veranderingen doordat mensen uit een gebied vertrekken of doordat ze zich in een gebied vestigen. Migratie = het verhuizen van het ene woongebied naar het andere. Vestigingsoverschot = als er zich meer mensen vestige dan dat er uit een gebied vertrekken. Vertrekoverschot = het omgekeerde geval. Vestiging + vertrek = migratiesaldo. B110 Bevolkingscijfers: absoluut en relatief Je kunt bevolkingscijfers op twee manieren weergeven. Bij absolute getallen gaat het om aantallen of hoeveelheden. Bij relatieve getallen gaat het om percentages (per 100) of promillages (per 1000). Het aantal geboorten per jaar per 1000 inwoners heet het geboortecijfer. Het aantal sterfgevallen per jaar per 1000 inwoners heet het sterftecijfer. Dit kan ook weergegeven worden voor migranten. Met relatieve getallen kun je gebieden met elkaar vergelijken. 1.5 https://www.scholieren.com/verslag/96485 Pagina 6 van 7

Amerikaanse steden kennen de volgende indeling: binnenstad (downtown) met het central business Bron 1: district, gekenmerkt door brede wegen en wolkenkrabbers; daaromheen de etnische wijken en daaromheen de voorsteden of suburbs. Buiten de CBD beginnen de etnische wijken. Deze zijn 1. veel groter dan in Nederland Bron 2: 2. homogener dan in Nederland Etnische groepen wonen dus sterk gescheiden van elkaar. Dit heet ruimtelijke segregatie. De buitenste ring wordt gevormd door de voorsteden met veel luxe woningen met veel grond. Vroeger waren Bron 3: de voorsteden voornamelijk blank; tegenwoordig wonen er ook veel etnische groepen uit de middenklasse, vertrokken uit de etnische wijken. Bron 4:Deze kaart geeft de spreiding weer van de etnische groepen. De voorsteden (=suburbs) spreiden zich uit over vele tientallen kilometers. Er is sprake van urban sprawl. Aan Bron 5: de rand ligt een aantal edge city s, ontstaan doordat veel bedrijven en winkels zijn vertrokken uit de CBD. Deze merkt daarvan nu de gevolgen wat betreft hun economische ontwikkeling. De agglomeratie van Los Angeles kent nog maar 30% blanken als gevolg van de vestiging van jonge Bron 6: immigranten, die de plek innemen van oudere vertrekkers. Blanken en etnische groepen leven min of meer gescheiden van elkaar. Dit verschijnsel wordt Bron 7: maatschappelijke segregatie genoemd. De blanke scholen staan vooral in de suburbs, soms zelfs in gated community s. Basisboek 155 Etnische wijken Het apart wonen van bevolkingsgroepen met bepaalde kenmerken in bepaalde wijken noem je ruimtelijke segregatie. Twee vormen van segregatie zijn scheiding tussen inkomensgroepen en tussen etnische groepen. Ruimtelijke segregatie leidt vaak tot maatschappelijke segregatie. Een etnische wijk is een woonwijk waar vooral mensen uit één bepaalde etnische groep wonen. Het bestaan van etnische wijken heeft te maken met drie factoren. In een etnische wijk vind je de veiligheid van de eigen groep. Bovendien zijn er voorzieningen speciaal voor die groep te vinden. Buiten de wijk zijn de huizen (te) duur. In een andere (duurdere) buurt is er kans op discriminatie. Basisboek 156 Getto s De naam getto wordt tegenwoordig gebruikt voor heel arme etnische wijken, vaak met grote problemen. In Nederland staan woonwijken met veel problemen bekend als probleemwijken of achterstandswijken. Door herinrichting en sociaal-economische maatregelen wordt geprobeerd de leefbaarheid te verbeteren. Bij herinrichting worden delen van een woonwijk vervangen door dure koopwoningen. Verschillende vormen van sociaal-economische maatregelen zijn: verbetering van de veiligheid, verbetering van (sport)voorzieningen en het geven van (taal)cursussen. https://www.scholieren.com/verslag/96485 Pagina 7 van 7