8,6. Samenvatting door K woorden 9 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. H6.3 Internationale handel

Vergelijkbare documenten
2 keer beoordeeld 31 oktober *Overlegorganen ontstaan in de Middeleeuwen konden het beleid van de koning dwarsbomen.

Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende Aspecten tijdvak 6

Onderzoeksvraag: Welke ontwikkelingen in de Republiek stimuleerden de wetenschap en de cultuur?

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Tijd van regenten en vorsten ( ) / 17e eeuw

keer beoordeeld 31 oktober 2015

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Absolutisme in Engeland

Tijd van regenten en vorsten Wie heeft de macht? Deel 2. Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht?

Werkboek klas 2 Hoofdstuk 3

2 De oprichting van de VOC en de WIC zorgde ervoor dat overal op de wereld Zeeuwse en Hollandse schepen voeren.

Slaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder)

Ontstaan van de Gouden Eeuw ( )

Tijd van pruiken en revoluties

Samenvatting Geschiedenis hoofdstuk 1

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES

Het Congres van Wenen hertekent Europa (1815) (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich

[download de bijlage voor de belangrijke afbeeldingen die niet te zien zijn in deze samenvatting op scholieren.com]

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Regenten en Vorsten

Noord-Nederlandse gewesten. Smeekschift

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

1: De nederlanden komen in verzet tegen Filips II

Tijd van regenten en vorsten Wetenschap en kunst. Tijd van regenten en vorsten Wetenschap en kunst

Calvijn. Vrede van Augsburg. Margaretha van Parma. Hertog van Alva. De keurvorst van Saksen. Karel V. Buitenlandse zaken en oorlog

1. Het begrip kan weg, omdat de overgebleven begrippen. Het begrip kan ook weg, omdat de overgebleven begrippen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Antwoorden oefenopgaven HC Rep. Der Nederlanden

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 en 7.1

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

7,2. 1 Wetenschappelijke revolutie. 2 Gevolgen van de wetenschappelijke revolutie. 3 Kenmerken van de verlichting

Tijd van regenten en vorsten n. Chr. Vroegmoderne Tijd. Kernbegrippen bij het tijdvak. Overige begrippen

De Verlichting. De Verlichting

Rijksuniversiteit Groningen Nameting kennis en argumentatie

Eindexamen geschiedenis havo I

Hoofdstuk 2: De Nederlandse Opstand ( )

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën

Hoofdstuk 6 De tijd van regenten en vorsten

De klassieke tijdlijn

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

1555 splitsing in Oostenrijkse Habsburgers en Spaanse habsburgers. Filips II gaat door met centralisatie en bestrijden reformatie

Tom Van der Beken

Link it: Republiek in tijd van Vorsten

geschiedenis geschiedenis

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2, Wetenschappelijke revolutie, Verlichting en Franse Revolutie

Hoofdstuk 6 De tijd van regenten en vorsten

Descartes schreef dat er geen ander land was "où l'on puisse jouir d'une liberté si entière" (waar men een zo volledige vrijheid kan genieten)

REMEDIËRINGSOEFENINGEN. 1. Beantwoord aan de hand van de documenten de basisvragen over macht volgens de verschillende opvattingen.

Landenspel. Duur: 30 minuten. Wat doet u?

Samenvatting Geschiedenis Examenkatern

De Jefferson Bijbel. Thomas Jefferson

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

Eindexamen geschiedenis havo II

6,9. Samenvatting door een scholier 2373 woorden 17 februari keer beoordeeld. Geschiedenis

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Antwoorden Geschiedenis Standensamenleving 1789 Frankrijk

Wetenschap hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Historische context. Verlich/ngsideeën en de democra/sche revolu/es

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5: Durf te denken! / de Verlichting

Opdracht Geschiedenis De Franse Revolutie

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

NEDERLAND IN DE 16e EEUW

8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit.

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

Werkstuk Geschiedenis VOC in de gouden eeuw

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting door Daan 2932 woorden 4 maart keer beoordeeld. Geschiedenis Tijd voor geschiedenis

Oefenexamen II vwo De Republiek in een tijd van vorsten,

Tijd van regenten en vorsten Rijk door handel overzee.

Staatsvorming hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

keer beoordeeld 19 maart 2014

(Par 1) Amsterdam stapelmarkt van de wereld Deelvraag: Hoe werd Amsterdam de stapelmarkt van Europa en welke gevolgen had dat voor de landbouw?

Bloei van de Republiek hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Eindexamen geschiedenis vwo II

Samenvatting Geschiedenis H8 Verlichting en revoluties

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

geschiedenis geschiedenis

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

7,6. Samenvatting door een scholier 2543 woorden 20 maart keer beoordeeld. Geschiedenis

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

6,9. Samenvatting door Lotte 2912 woorden 19 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Geschiedenis hoofdstuk 6. hoeft af te leggen.

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk

Karel V stelde in 1521 een inquisitie in die ketters moest opsporen en berechten. Het protestantisme werd niet

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 t/m 6

Samenvatting Geschiedenis Katern: De Republiek in de tijd van de vorsten. Hst. 4: De Republiek verliest haar voorsprong

Samenvatting Kunst Hoofdstuk 1: Burgerlijke cultuur in Nederland in de 17e eeuw

Tijd van pruiken en revoluties

Tijd van regenten en vorsten Rijk door handel overzee. 5 verklaringen voor de economische groei van de Republiek

8,5. Samenvatting door K woorden 18 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain

De Republiek in een tijd van vorsten, Kennistoets bij hoofdstuk 3 Havo

Samenvatting Geschiedenis Republiek

Samenvatting Geschiedenis Dynamiek en stagnatie in de republiek

Oprichting voc vmbo-kgt34

Transcriptie:

Samenvatting door K. 1980 woorden 9 juni 2016 8,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo H6.3 Internationale handel De Republiek in bloei Toen de Spanjaarden in 1585 Antwerpen innamen, kwam er een stroom vluchtelingen naar de Republiek. Ze brachten kennis, kapitaal en handelsnetwerken mee, en gaven zo een enorme impuls aan de handelseconomie. De handel die tot dan toe voornamelijk met het Oostzeegebied (graan) en Noorwegen (hout) werd gevoerd werd nu diverser. Een aantal factoren speelden daarbij een rol: 1) De moedernegotie; graan- en houthandel. Hout kwam op de tweede plaats (vooral voor de bouw van schepen) en zout op de derde plaats. 2) Drie technische uitvindingen; het fluitschip, de houtzaagmolen en de haringbuis (een type vissersboot). Alle drie zorgden ze voor een flink stijging van de arbeidsproductiviteit. 3) Hoge specialisatiegraad in het arbeidsproces; in het westen van de Republiek werkte maar 20% in de landbouw terwijl in andere landen bijna iedereen in de landbouw werkte. Graanimport -> boeren specialiseren zich -> overgang veeteelt -> genoeg arbeidskrachten voor andere beroepen. De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) werd opgericht in 1602. De VOC had het handelsmonopolie op de handel met Azië. De VOC trok veel aandacht. - het was de grootste handelsonderneming van de 17e en 18e eeuw. - werd gefinancierd met verhandelbare aandelen. - had het recht om namens de Republiek oorlog te voeren. De Compagnie moest namelijk handelsmonopolies afdwingen. Jacarta werd ingenomen door Jan Pieterszoon Coen en maakte er Batavia van. Dat werd het bestuurscentrum van de VOC in Azië. De VOC beperkte zich voornamelijk tot de handel met Azië. Voor de handel op Afrika, en Noord- en Zuid-Amerika, werd de West -Indische Compagnie (WIC) opgericht in 1621. Ook de WIC kreeg een handelsmonopolie maar hield zich in eerste instantie vooral bezig met kaapvaart. Later werd de slavenhandel een belangrijke activiteit van de WIC. De driehoekshandel. De wereldhandel Naast de Republiek kwam ook in andere Europese landen het handelskapitalisme tot ontwikkeling. Het verhandelen van goederen om winst te maken. In de eerste helft van de zestiende eeuw, waren de Portugezen en Spanjaarden heer en meester op de wereldzeeën. https://www.scholieren.com/verslag/95411 Pagina 1 van 5

Zij bezaten handelsmonopolies. Maar ze kregen steeds meer concurrentie van Frankrijk en Engeland. In Engeland (1600) werd de East India Company opgericht en ontwikkelde zich bijna tot een zelfstandige natie op het vasteland van India, met eigen legers, en een eigen munt. Eind 17e eeuw overvleugelde de Engelse handel die van de Republiek. Frankrijk slaagde erin, in de tweede helft van de 17e eeuw, een positie in de wereldhandel te veroveren. In 1664 werd La Compagnie des Indes Orientales opgericht. Lodewijk XIV en zijn minister Colbert, stimuleerden de ontwikkeling van een handelsvloot, om met de export de staatskas te spekken (mercantilisme of colbertisme). Rond 1680 had Frankrijk nog maar slechts 500 schepen, die van de Republiek echter 15.000. Geschiedenis samenvatting H7 Koningen, heren en denkers H7.1 Absolutisme Het absolutisme van Lodewijk XIV Franse koningen waren niet almachtig. Dat zie je aan: - de opstand van 1648-1653; - overlegorganen konden het beleid van de koning dwarsbomen; - voor belastingheffing had de koning toestemming nodig van de Staten-Generaal (het hoogste overlegorgaan). Begin 17 e eeuw kregen de koningen er genoeg van en namen maatregelen om hun macht nog meer te centraliseren: - vanaf 1614 riepen zij geen Staten-Generaal meer bij elkaar; - ze breidden het ambtenarenapparaat uit (zo had de adel minder taken); - ze hieven belastingen rechtstreeks (nog minder taken voor adel). In 1661 was Lodewijk XIV oud genoeg om het absolutisme verder door te voeren. Hij had alle macht in Frankrijk. Het absolutisme heeft vier aspecten. Politiek: 1) stelde ambtenaren aan die aan hem rapporteerden; 2) kondigde nieuwe wetten af; 3) voerde de censuur in. Militair: 1) opbouw van een staand (permanent) leger met beroepssoldaten; 2) rangen in het leger werden gekozen door de geschiktheid (zorgde voor een goed leger en minder macht van de adel). Economisch: 1) mercantilisme werd ingevoerd (meer import dan export); 2) import werd verminderd door importheffingen. Religieus: eenvormigheid. Lodewijk was katholiek en trok in 1685 het edict van Nantes terug. De Hugenoten (protestanten) vluchtten nu naar andere protestantse gebieden, zoals de Republiek. Jaques Bossuet stelde, op basis van argumenten uit de Bijbel, dat de koning de macht van God had gekregen, zijn plaatsvervanger was. Droit divin ('goddelijk recht'). De koning stond boven de wet en zijn gezag was letterlijk absoluut. Absolutisme elders in Europa Andere vorsten in Europa deden ook pogingen om de macht te centraliseren. Die pogingen en de uitkomsten daarvan verschilden. Rusland: ontwikkelde zich in de 17 e eeuw tot een absolute monarchie onder leiding van één familie, de Romanovs, van 1613 tot 1917. De tsaar werd ook hoofd van de Orthodoxe kerk en zette een goed leger op. Tsaar Peter de Grote https://www.scholieren.com/verslag/95411 Pagina 2 van 5

probeerde de achterstand van Rusland op West-Europa in te halen. Pruisen: Keurvorst Frederik Willem had het leger en ambtenarenapparaat gemoderniseerd. Onder soldatenkoning Frederik Willem I groeide het leger uit tot een van de modernste en sterkste van Europa. Hij vernieuwde ook het belastingstelsel. Pruisen had godsdienstvrijheid. De Republiek: had geen vorst. Stadhouders probeerden wel hun macht uit te breiden, maar ze slaagden daar niet in (de Oranjes). Engeland: het Engelse parlement had veel macht en de burgerij en adel ook. De hoge adel steunde de koning, maar werd in een burgeroorlog (1642-1649) verslagen en koning Karel I werd onthoofd. Maar opnieuw was er een conflict tussen het parlement en de koning en het parlement riep stadhouder Willem III te hulp. Deze verdreef de koning en werd zelf koning. Daarbij moest hij wel de rechten van het Parlement erkennen. De 'Glorius Revolution' van 1688. Twee belangrijke politiek- filosofische werken over de oorsprong en de reikwijdte van de macht in de staat: Thomas Hobbes: schreef het boek Leviathan (omstreeks 1650). Hij schreef dat de mens zijn natuurrecht, om te oordelen over zijn eigen veiligheid, moest overdragen. Er moest een absolute vorst komen die zorgt voor veiligheid. Het volk heeft geen macht. John Locke: schreef rond 1680 ''Two treatises of government. Hij ging ook uit van een contract tussen het volk en zijn regering. Maar als de regering zich ten opzichte van het volk misdroeg, was het contract niet langer geldig en mocht het volk een andere regering kiezen. H7.2 Burgerlijke cultuur en hofcultuur Burgerlijke cultuur: de Nederlandse republiek als voorbeeld Politiek: Met een burgerlijke cultuur bedoelen we dat je in de politiek, in de kunst en in gewoonten en gebruiken kunt zien, dat niet een koning regeert, maar burgers een centrale rol spelen. Zoals in de Republiek. Het burgerschap was een wettelijke status. Maar als je het had, was je gelijk aan iedereen en kon je deelnemen aan het bestuur. Maar in feite waren de bestuursfuncties weggelegd voor leden van een aantal machtige regentenfamilies. Cultuur: het Amsterdamse stadhuis. De trots van de burgerij. Het gebouw zat vol met kunst, geïnspireerd door de Bijbel en klassieken. Regenten voelden zich verband met de Romeinen die ook een republiek hadden. In de schilderkunst is te herkennen wat mensen in die tijd interessant, mooi of belangrijk vonden. Er werden niet alleen scenes uit de Bijbel of de klassieke mythologie geschilderd, maar ook historische gebeurtenissen, landschappen en stillevens Omdat de welvaart goed was kreeg men veel particuliere opdrachten die betrekking hadden op alledaagse dingen. Economie: veel immigranten brachten kennis, arbeidskracht en geld mee. Deze kwamen naar de Republiek door de goede welvaart, werkgelegenheid en tolerantie. Ook moedernegotie, handel, VOC en WIC. Godsdienst: De Republiek stond bekend om de tolerantie. Andere godsdiensten dan het calvinisme werden wel achtergesteld maar niet vervolgd. Daarbij was er ook nog sprake van vrijheid van drukpers. Hofcultuur: Frankrijk als voorbeeld Frankrijk is een duidelijk voorbeeld waar de hofcultuur domineerde. De koning en zijn adel hadden de macht. Lodewijk XIV liet Versailles uitbouwen tot een enorm paleis, waar de edelen zelfs een deel van het jaar verplicht waren te wonen. Het paleis werd het politieke en culturele centrum en in feite een samenleving op zichzelf. De Zonnekoning was het stralende middelpunt. De kunst werd gefinancierd door de koning en de adel, en er werden speciale academies voor de kunsten opgericht. Frankrijk was in tegenstelling tot de Republiek katholiek, waardoor https://www.scholieren.com/verslag/95411 Pagina 3 van 5

naast de koning en de adel ook de Kerk opdrachtgever voor kunstenaars was. In de Nederlandse Republiek echter waren zowel de burgerlijke als de hofcultuur aanwezig. De stadhouders uit het huis Oranje-Nassau hielden er een zekere hofcultuur op na. Zie bijvoorbeeld het landgoed Het Loo bij Apeldoorn dat geïnspireerd was op het paleis in Versailles. Politiek: koning en adel. Economisch: mercantilisme. Cultuur: kerkelijke onderwerpen en koningen. Godsdienst: katholiek, droit divin. H7.3 De wetenschappelijke revolutie Een nieuwe manier van denken en kijken De wetenschappelijke revolutie is een fase in de geschiedenis waarin de houding van wetenschappers ingrijpend veranderde. Dat gebeurde in de 17e eeuw. Filosofen zochten een antwoord op de vraag wanneer iets als waarheid werd beschouwd. De wereld kon niet worden verklaard door alleen een beroep te doen op het gezag van anderen. Men moest logisch redeneren, observeren en experimenteren. Copernicus (1473-1543): hij observeerde hemellichamen en kwam tot de conclusie dat alle planeten om de zon draaien. De kerk bleef de aarde als middelpunt zien en hij durfde het niet te publiceren. Vesalius (1514-1564): hij onderzocht lichamen om te kijken of de leer van Galenus wel klopte. Hij schreef het eerste complete boek over de menselijke anatomie. Bacon (1561-1626): de vader van het empirisme. Hij vond juist dat waarneming door middel van onze zintuigen het beginpunt van onze kennis is. (onderzoeken op lijken doen bijv.) Descartes (1596-1650): beschouwde het verstand en het vermogen tot logisch redeneren als de meest zuivere bron van kennis. De zintuigen vond hij geen betrouwbare bron. We noemen dat rationalisme. Hij had ook een mechanisch wereldbeeld. Galilei: natuur- en sterrenkundige. Was in conflict met de kerk omdat hij vond dat de zon het middelpunt was (Copernicus) Kant: combineerde het empirisme en rationalisme Newton: gebruikte de nieuwe wiskunde voor zijn natuurwetten, onder meer zwaartekracht. De twee stromingen rationalisme en empirisme, ontstaan in de 17e eeuw, vormden de basis van de moderne wetenschap. De wetenschappelijke revolutie: gevolgen en het debat over oorzaken De voornaamste ontdekkingen in de 17e eeuw hadden betrekking op de sterrenkunde, wiskunde en natuurkunde. Deze ontdekkingen gaven steun aan een nieuwe visie op God en de wereld. Descartes zag de wereld als een machine, die ooit door God in beweging was gezet, maar die nu zelfstandig functioneerde volgens natuurwetten. Dit mechanische wereldbeeld ging in tegen de oude, kerkelijke aanname dat God direct ingreep in de wereld. Spinoza ging nog verder en stelde dat God de schepping niet had bedacht maar de schepping was. Als je God wilde leren kennen moest je de natuurwetten bestuderen en niet de Bijbel. Zelfs in de Republiek werden zijn boeken verboden. Maar dankzij ontdekkingen als die van Galilei en Newton kreeg dit wereldbeeld vooral in de 18e eeuw veel aanhangers. De breuk met het verleden was echter niet absoluut. Ook in de periode voor de wetenschappelijke revolutie waren er https://www.scholieren.com/verslag/95411 Pagina 4 van 5

al belangrijke vindingen gedaan. Opvallend is ook dat wetenschappers in de 17e eeuw niet van hun geloof afstapten en zich ook vaak bezig hielden met zaken die we nu als bijgeloof beschouwen. In de 17e eeuw bestond de scherpe scheiding tussen geloof, bijgeloof en wetenschap nog niet. Waarom vond de wetenschappelijke revolutie plaats in de 17 e eeuw? 1) De vrijheid van wetenschappers om hun onderzoeksresultaten te publiceren: in veel landen verbood de kerk de publicatie maar de Republiek was een uitzondering. Daarom publiceerde Descartes daar ook zijn werkstukken. Midden 17 e eeuw mochten ze in meer landen publiceren. 2) Wetenschappelijke instituties: de nieuwe universiteiten in de Republiek bekend om hun openheid naar de nieuwe ontwikkelingen zoals wiskunde en natuurfilosofie. Na 1650 werden in andere landen wetenschappelijke verenigingen opgericht, dit bevorderde de nieuwsgierigheid en het onderzoek. 3) Wisselwerking tussen geleerden en ambachtslieden: onderzoekers maakten gebruik van instrumenten (microscopen, sterrenkijkers) die de ambachtslieden konden maken. En de ambachtslieden waren soms weer geïnteresseerd in zuiver wetenschappelijke vraagstukken. 4) Bevordering van de handel en welvaart: in de Republiek werden veel onderzoeken aangevraagd door artsen, kooplieden en edelen. Ze hadden tijd en geld om onderzoek te doen en dingen uit te vinden. https://www.scholieren.com/verslag/95411 Pagina 5 van 5