ONDERWIJSONDERSTEUNEND GEDRAG Praktische tips voor ouders met kinderen 0 18 jaar



Vergelijkbare documenten
Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Mijn lichaam is goed! Doe-opdrachten rond lichaamsbeeld voor 5-6 BaO

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Lesideeën groep 1 en 2

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Instructie 1. Heb jij je voelsprieten uitstaan? De relatie met je cliënt

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

leer-actief werkboek Naam: 1

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

De nieuwe zorgmedewerker

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

De meeste jonge kinderen zijn dol op dieren en willen heel graag een eigen huisdier

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Spreekbeurt, en werkstuk

Reflectiegesprekken met kinderen

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

Hoe bereid ik een spreekbeurt voor?

Oudercursus: Mijn kind op het voortgezet onderwijs, wat nu? Docenten handleiding. Programma Oudercursus VO. Bijeenkomst 1

taal portfolio Taalportfolio 9+

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Lesbrief thema: Identiteit

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8. Gedicht

Werkvormen: Basis 6.1 Kwaliteiten van een vriend Reflectie Subgroepen 30 min 6.2 Hyves-profiel Reflectie Subgroepen (digi) 20 min.

WIJ BESLISSEN MEE: KINDEREN EN INSPRAAK

De nieuwe zorgmedewerker

De Stilte danst Alice

Tekst lezen en vragen stellen

Hoe maak ik... Naam: Groep:

Voor het eerst naar school

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Lesvoorbereiding Studie en loopbaan Keuze- en Loopbaanvaardigheden 3-4 vmbo

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Moeilijke kindervragen

Lesideeën groep 3 en 4

Banger voor spinnen dan voor terreur.

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard.

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

MODULE #6 DREAMBOARD PROCES

De Drakendokter: Gideon

Bijlage 1 Thema 1. De helppagina van een tijdschrift

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling

3 Hoogbegaafdheid op school

OOST WEST THUIS BEST

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen.

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

TOOLBOX TOOLBOX. Betekenisvol Contact AAN DE SLAG MET DE. Draaiboek voor twee trainingsbijeenkomsten

ADHD: je kunt t niet zien

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

Het houden van een spreekbeurt

VoorleesExpress. Samen met ouders aan de slag. Praktische tips

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Trainershandleiding Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

Inhoud Voor de leerling Voor de leraar Algemeen

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Werkwijzer Verslagkring:

Mijn computer is leuk

Communiceren is teamwork

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Een nieuw jaar nieuwe kansen en 9 tips die je helpen je doelen te bereiken. coaching en energetische therapie.


lesmateriaal Taalkrant

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Kindervergadering Zo gaat het bij ons!

Benadering 6: Positieve instelling, rekening houden met anderen

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering.

Oefenen met breuken. Circuitles voor groep 6

Takenblad Plusklas Ontdekken Periode 2 : Herfstvakantie tot kerstvakantie. Opdracht: Spoorzoekers Van wie is die vingerafdruk?

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

De Huiswerkgids beschrijft de doorgaande lijn van het huiswerk dat we geven en de aanbevolen aanpak.

Vollenhove Wonen op een havezate

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

30 TIPS VOOR OUDERS EN BEGELEIDERS VAN LEERLINGEN MET LEERPROBLEMEN

Hoe kunnen we WAT ACTIE zodat IETS VERANDERT

Scheldwoorden inventariseren, werkvorm, filmpje en gesprek en uitbeelden, filmpje en gesprek en werkvorm, stellingen, handvaardigheidswerk

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

Lesbrief bij de voorstelling Aardblij

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Deze vorm van bidden is alleen geschikt, als een vrij groot deel van de jeugd al hardop durft te bidden. Leg uit hoe popcorn ontstaat.

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

KIJK IN JE BREIN LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING

Het Amsterdam Museum gaat over Amsterdam. In het museum hangen schilderijen.

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Transcriptie:

ONDERWIJSONDERSTEUNEND GEDRAG Praktische tips voor ouders met kinderen 0 18 jaar Praten met je kind Ouders en school De ontwikkeling van je kind Contact met school Wat leert mijn kind op de basisschool Motiveren en ondersteunen Onderwijs ondersteunend gedrag Huiswerk Leren met plezier Pubers Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 1

ONDERWIJS ONDERSTEUNEND GEDRAG Werkvorm Doel Doelgroep Materiaal Voorbereiding Werkwijze Praten met je kind Ouders staan stil bij hoe goed ze hun kind kennen. Hoe beter je je kind kent hoe beter je hem kunt ondersteunen. Nu praten ze over hun kind, maar ze kunnen hier ook met hun kind over praten. En praten schept een band. Ouders met kinderen van 0 tot 18 jaar Tips voor ouders De vragen (zie bijlage) op een flap geschreven en opgehangen Stiften En iets om de flappen mee op te hangen Lees de achtergrondinformatie. Kopieer de tips voor ouders Heet de ouders welkom. Vertel dat het deze bijeenkomst gaat over onderwijs ondersteunend gedrag. Leg uit dat praten met je kind hier een onderdeel van is. Vraag de ouders of ze wel eens praten met hun kind en wat ze dan bespreken. Vraag ouders op welke manier ze luisteren naar hun kind. Leg hierbij uit dat het er niet om gaat dat ze doen wat hun kind zegt. Maar om te horen wat hun kind bezig houdt, zodat ze hierbij kunnen aansluiten. Wat houdt hun kind bezig? Bekijk de flap en neem de vragen door. Geef de ouders een moment om over de antwoorden na te denken. Verdeel de ouders in tweetallen Laat de ouders om de beurt praten over hun kind, aan de hand van de vragen op de flap. Hou de tijd in de gaten en geef een signaal wanneer de ouders moeten wisselen. Als ze klaar zijn of wanneer de tijd om is, laat je de ouders vertellen hoe het was om te praten over hun kind en hoe het was om iets te horen over het kind van de ander. Vraag de ouders om allemaal één goed voornemen te bedenken om thuis te doen. Het voornemen gaat over praten met hun kind. Bijvoorbeeld: Ik voer een gesprek met mijn kind over zijn groep/klas. Ik ga zeggen dat ik het fijn vind dat hij zo graag naar school gaat en vraag waarom. Ik vraag mijn kind om samen iets (leuks) te doen (en doe het ook). Dit voornemen gaan ze deze week uitvoeren. Deel de tips voor ouders uit en bespreek die. Sluit en af en bedank de ouders voor hun aanwezigheid en inzet. Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 2

Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 3

Vragen Dit is mijn kind Wat vind ik leuk aan mijn kind? (Welke eigenschap?) Waar is mijn kind goed in? Wat doet mijn kind in de vrije tijd? Deed ik dat vroeger ook graag? Welke dingen doe ik samen met mijn kind? Wat zou ik nog meer samen willen doen? Wat zou ik willen bespreken met mijn kind? Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 4

ONDERWIJS ONDERSTEUNEND GEDRAG Werkvorm Doel Doelgroep Materiaal Voorbereiding Ouders en school Deelnemers praten over welke taken de school heeft en welke taken ouders hebben. Ze brengen hun verwachtingen van de school in kaart. Ouders met kinderen van 0 tot 18 jaar Tips voor ouders 2 flappen, stiften, iets om de flappen mee op te hangen Lees de achtergrond informatie Kopieer de tips voor ouders Selecteer 2 afbeeldingen. Één van een huis (thuis) en één van een school of peuterspeelzaal/kinderopvang, afhankelijk van de groep. Knip ze uit en plak één afbeeldingen op de linker flap en één op de rechter. Een tekening maken kan natuurlijk ook. Werkwijze Heet de deelnemers welkom Vertel dat het vandaag gaat over verwachtingen van ouders en school Stel de ouders de volgende vragen: Welke verantwoordelijkheden heeft de school en welke verantwoordelijkheden hebben ouders. Schrijf in steekwoorden op de flappen wat ouders benoemen. Laat alle ouders aan het woord komen. Wanneer er discussie onder ouders ontstaat, let er dan op dat ouders samen onderzoeken hoe het nu eigenlijk zit met de verantwoordelijkheden. Vat de flappen samen, geef aanvullingen en kijk ook naar de overeenkomsten. Leg uit wat educatief partnerschap is, gebruik hiervoor de achtergrond informatie Geef iedereen de gelegenheid te reageren. Het is de bedoeling dat de deelnemers duidelijk krijgen waarom het belangrijk is om contact met school te hebben en op welke manier dat kan. Deel de tips aan ouders uit en bespreek die. Sluit af en bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en hun inzet. Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 5

ONDERWIJS ONDERSTEUNEND GEDRAG Werkvorm Doel Doelgroep Quiz: De ontwikkeling van je kind Ouders hebben kennis van de ontwikkelfasen van hun kind. Dit maakt het hebben van hoge en reële verwachtingen mogelijk. Ze krijgen zicht op wat ze van hun kind mogen verwachten. Het hebben van hoge en reële verwachtingen van je kind hoort bij onderwijs ondersteunend gedrag Ouders met kinderen van 0 tot 12 jaar Materiaal Voorbereiding Werkwijze Tips voor ouders De quiz vragen Achtergrond informatie over de ontwikkelfasen, voor de ouders Leeftijd bordjes voor de quiz. Eventueel iets om de bordjes mee op te hangen Lees de achtergrond informatie Kopieer de achtergrond informatie over de ontwikkelfasen voor de ouders Zet de stoelen in een kring en de tafels aan de kant Maak 4 leeftijdsbordjes; 0-3 jaar / 4-6 jaar / 7-9 jaar / 10-12 jaar Leg de leeftijdsbordjes door de ruimte op de grond of hang ze in de ruimte op. Heet de deelnemers welkom. Leg uit dat het voor kinderen belangrijk is wanneer ouders hoge en reële verwachting van ze hebben. Om te weten wat reële verwachtingen zijn, is het goed om iets te weten over de ontwikkelingsfasen van het kind in het algemeen. Vertel er ook bij dat ieder kind anders is en zich in zijn eigen tempo ontwikkeld. Leg uit dat jullie een actieve Quiz gaan doen. Jij stelt een vraag, de ouders kiezen welke leeftijd het goede antwoord is en lopen naar het betreffende bordje. Het gaat erom op welke leeftijd de ontwikkeling begint. Als alle ouders bij hun antwoord staan, vertel je wat het goede antwoord is. Vervolgens stel je de volgende vraag. De eerste vraag is een oefen vraag om te kijken of iedereen het begrepen heeft. Leg eventueel de regels nog een keer uit. Het spel stopt wanneer je al de vragen hebt gesteld of wanneer de tijd om is. Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 6

Bespreek de Quiz na met de ouders. Hoe ging het, wat viel op, hebben ze iets nieuws geleerd, hebben ze nog vragen? Gebruik er de achtergrondinformatie bij. Deel de achtergrondinformatie en de tips uit aan de ouders. Bespreek de tips. Wijs ouders op de site: www.anababa.nl, waar ze nog meer informatie kunnen vinden. Sluit af en bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en hun inzet. Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 7

Quiz Vragen De ontwikkeling van je kind Let op: De antwoorden staan tussen ( haakjes). Gebruik de achtergrondinformatie om eventueel meer uitleg te geven. Het gaat erom vanaf wanneer iets begint voorbeeld: je tanden wisselen begint vanaf 6 jaar. De vragen: 1. Op welke leeftijd start een kind met tanden wisselen. (6 jaar) 2. Je kunt met een kind steeds moeilijkere boekjes lezen, want hij kan verhaaltjes begrijpen. (3-4 jaar) 3. De oog- handcoördinatie is op deze leeftijd goed ontwikkeld. (9 jaar, Wat hij nu goed kan is heel snel reageren, bijvoorbeeld op computerspelletjes) 4. Het kind maakt een grote sprong in zijn cognitieve ontwikkeling. Hij leert concreet denken. (6-7 jaar, dit betekent dat hij minder fantasie krijgt. Hij denkt nog wel in plaatjes: wat hij leert moet hij voor zich kunnen zien. Dit helpt bij het leren van schoolvakken) 5. Te vaak voordoen of corrigeren is niet motiverend voor het kind. (4 jaar, geef hem liever de ruimte om zelf te ontdekken hoe hij iets het beste kan doen) 6. Jongens krijgen belangstelling voor leden van het andere geslacht. (10 jaar) 7. Het kind wordt voorzichtiger en rustiger. (7 jaar, hij krijgt meer controle over zijn lichaam en denkt meer na voordat hij iets doet en hij leert om meer geduld te hebben) 8. Benoem alles wat je kind tegenkomt. (2 jaar, zo leert hij veel nieuwe woordjes, zing liedjes en zeg versjes op) 9. Het kind gaat opzoek naar zijn sociale identiteit. (9 jaar, Hoe zien anderen mij? Bij welk groepje hoor ik, vriendschappen worden steeds belangrijker). Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 8

ONDERWIJS ONDERSTEUNEND GEDRAG Werkvorm Doel Doelgroep Materiaal Voorbereiding Werkwijze Contact met school Deelnemers praten met elkaar over, op welke manier ze contact met school kunnen hebben. Waarom is praten met school belangrijk? Wat bespreek je met de leerkracht? Komt de leerkracht ook een keer op huisbezoek? Hoe kun je je daarop voorbereiden? Waar heb je het met elkaar over? Ouders met kinderen van 0 tot 18 jaar Tips voor ouders Pictionary kaartjes Flapover, schoolbord of een whiteboard Stiften of krijtjes Iets om de tijd bij te houden (klok, stopwatch, zandloper of een horloge). Lees de achtergrond informatie Lees de spelregels van pictionary Kopieer de pictionary kaartjes op stevig papier en knip ze uit Kopieer de tips voor ouders Heet de deelnemers welkom Leg uit dat de deelnemers pictionary gaan spelen en vertel hoe dat gaat Afhankelijk van de groepsgrote verdeel je de groep in twee of meer teams (maximaal 4). Om de beurt raden de teams een woord (zie spelregels pictionary). Elk team krijgt woorden, die te maken hebben met een manier waarop ze met school contact kunnen hebben. Afhankelijk van de tijd laat je elk team 2 tot 4 woorden spelen. Dan bespreek je met elkaar bij welke manier van contact hebben met school de woorden horen. (huisbezoek, ouderavond, rapportgesprek, extra overleg met de leerkracht). Vervolgens ga je met de ouders in gesprek over contact hebben met school. Waarom is praten met school belangrijk? Wat bespreek je met de leerkracht? Welke vragen kun je stellen tijdens het rapportgesprek? Komt de leerkracht ook een keer op huisbezoek? Hoe kun je je daar op voorbereiden? Waar heb je het met elkaar over? Schrijf in steekwoorden op de flappen wat ouders benoemen. Vat de flappen samen en geef aanvullingen. Deel de tips aan ouders uit en bespreek die. Sluit af en bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en hun inzet. Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 9

Wat is pictionary en hoe speel je het Het principe van het spel is dat je met 2 of meerdere teams speelt. Bij elke beurt tekent er 1 persoon van het team een begrip (staat op het kaartje) dat hij/zij als enige weet. De anderen van het team moeten dus door de tekening, het begrip kunnen raden. Dat binnen een limiet van 1 minuut (of 2 minuten). Je hoeft er niet goed voor te kunnen tekenen. Dat is juist het leuke eraan, het gaat er niet om hoe mooi je iets tekent, maar of je het op een manier doet waardoor anderen het snel zullen raden. Hier nog wat tips: 1. Bedenk in een paar seconden hoe je gaat tekenen wat op het kaartje staat. Pictionary gaat om snelheid, maar domweg starten met je tekening levert niet altijd het snelste antwoord op. Neem daarom een paar seconden de tijd om te bedenken hoe je zo concreet mogelijk jouw voorwerp op papier kan zetten. 2. Gebruik basisvormen. Vraag een kleuter om een trein te tekenen en hij tekent een stoomlocomotief en elk huis krijgt in de ogen van een vierjarige een puntdak en een schoorsteen waar rook uit kringelt. Kies voor herkenning. Gebruik supersimpele, herkenbare vormen. 3. Begin met het meest opvallende van het voorwerp. Moet je een fiets tekenen? Begin dan bij de wielen en niet bij de fietsbel. 4. Teken snel. Het gaat er bij Pictionary niet om hoe goed je kan tekenen. Het gaat er om hoe slim je kunt tekenen zodat je teamgenoten zo snel mogelijk het voorwerp raden. Dus zet je over je schaamtegevoel heen. Een mens is gewoon twee bolletjes en vier stokjes. 5. Denk aan referenties. De tekening van een doperwtje kan op van alles lijken. Het kan net zo goed een muntje zijn, of een druif, of een konijnenkeutel. Onduidelijk dus. Teken je er een potje naast waar bijvoorbeeld ook worteltjes in zitten, of een peul dan is de kans groot dat je team het wel raadt. 6. Houd de belevingswereld van je team in het achterhoofd Er valt nog iets te winnen als je je specifiek richt op de belevingswereld van je team. Er is bijvoorbeeld een verschil of je speelt met kinderen of volwassenen en mannen of vrouwen. Haal daar je voordeel mee. 7. Duurt het raden te lang? Begin een nieuwe tekening Hebben je teamleden het na enkele seconden nog steeds niet door wat je tekent? En hoor je aan hun antwoorden dat ze totaal op het verkeerde pad zijn? Begin dan met een nieuwe tekening. 8. Houd in je achterhoofd dat het een spel is Competitief zijn we allemaal. Winnen zullen we! Maar houd in je achterhoofd dat het een spel is en doe niet lelijk tegen je team als ze het goede antwoord niet raden. Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 10

Pictionary Kaartjes (Huisbezoek) (Rapportgesprek*) Op de bank In de klas* Opruimen Rapport* Koekjes 10 minuten* Thuis Inteken lijst* Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 11

Pictionary kaartjes (Ouderavond ) (Extra gesprek met leerkracht) Informatie Leerkracht^ Directeur Praten^ Op school In de klas^ Alle ouders Samenwerken^ Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 12

ONDERWIJS ONDERSTEUNEND GEDRAG Werkvorm Doel Doelgroep Materiaal Voorbereiding Werkwijze Quiz: Wat leert mijn kind op de basisschool Ouders weten globaal wat hun kind leert op de basisschool. Ze kunnen hun kind beter ondersteunen en hebben reële verwachtingen van hun kind. Ouders met kinderen van 4 tot 12 jaar Tips voor ouders De quiz vragen Achtergrond informatie Wat leert je kind op de basisschool Groepsbordjes voor de quiz Eventueel iets om de bordjes mee op te hangen Lees de achtergrond informatie Kopieer eventueel de achtergrond informatie voor de ouders Zet de stoelen in een kring en de tafels aan de kant Maak 3 groepsbordjes; groep 1-2 / groep 3-4 / groep 5-8 Leg de bordjes door de ruimte op de grond of hang ze in de ruimte op. Heet de deelnemers welkom. Leg uit dat het voor ouders belangrijk is om te weten wat hun kind leert op school. Het helpt ze bij het hebben van hoge en reële verwachtingen en ze kunnen hun kind beter begeleiden. Leg uit dat jullie een actieve Quiz gaan doen. Jij stelt een vraag, de ouders kiezen welke groep het goede antwoord is en lopen naar het betreffende bordje. Als alle ouders bij hun antwoord staan, vertel je wat het goede antwoord is. Vervolgens stel je de volgende vraag. De eerste vraag is een oefen vraag om te kijken of iedereen het begrepen heeft. Leg eventueel de regels nog een keer uit. Het spel stopt wanneer je al de vragen hebt gesteld of wanneer de tijd om is. Bespreek de Quiz na met de ouders. Hoe ging het, wat viel op, hebben ze iets nieuws geleerd, hebben ze nog vragen? Gebruik er de achtergrondinformatie bij. Deel de tips aan de ouders uit en bespreek ze. Wijs ouders op de site: www.anababa.nl, waar ze nog meer informatie kunnen vinden. Sluit af en bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en hun inzet. Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 13

Let op: De antwoorden staan tussen ( haakjes). Quiz Vragen Wat leert je kind op school Gebruik de achtergrondinformatie om eventueel meer uitleg te geven. De vragen: 1. Het kind kan eigenlijk ieder schoolvak leren (Groep 8, 12 jaar, en sommige kinderen leren makkelijker dan andere) 2. Je kind leert optellen en aftrekken (groep 3) 3. Je kind leert om langere zinnen te lezen: van 9 of 10 woorden. (Groep 5) 4. Hij leert de topografie van de wereld (groep 8) 5. Er is aandacht voor grammatica en spelling 6. (groep 4) 7. Er wordt gespeeld en gewerkt aan tafels in hoeken (groep1) 8. Tekstbegrip wordt geoefend (groep 6) 9. Je kind krijgt nu huiswerk (groep 7) 10. Het kind wordt al spelend voorbereid op het leren lezen, schrijven en rekenen (groep 2) Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 14

ONDERWIJS ONDERSTEUNEND GEDRAG Werkvorm Doel Doelgroep Materiaal Voorbereiding Werkwijze Motiveren en ondersteunen Ouders ondervinden hoe het is om iets te doen, wanneer je wel of niet gemotiveerd en gesteund wordt. Ze praten met elkaar over hoe ze hun kind kunnen ondersteunen en motiveren. En wat te doen als het moeilijk gaat. Ouders met kinderen van 0 tot 18 jaar Tips voor ouders Twee raadsels Klok (stopwatch of horloge/telefoon met de tijd) Flappen, flapover en stiften Heet de deelnemers welkom. Lees de achtergrondinformatie. Lees de raadsels en de oplossingen. Kopieer de raadsels en knip ze los. Kopieer de tips voor ouders. Zet de tafels en stoelen zo klaar dat er in groepjes van 4 á 5 gewerkt kan worden. Heet de deelnemers welkom. Verdeel de deelnemers in groepjes van 4 á 5 ouders. Vertel de deelnemers dat jullie twee raadsels gaan oplossen. Geef elke groep het eerste raadsel en vraag ze dat zo snel mogelijk op te lossen. Let op de tijd. Vinden ze de oplossing niet binnen de tijd, stop dan en deel het tweede raadsel uit. Terwijl ze met het eerste raadsel bezig zijn loop jij langs en geef je commentaar: Nee, dat is niet goed. Nee, dat kan natuurlijk niet. Jullie denken echt in de verkeerde richting. Zo kom je er niet uit. Dit gaan jullie niet redden zo. Wat duurt dit lang. Etc. Geef daarna het tweede raadsel. Nu ga je de groep aanmoedigen: Ja, dat is mooi bedacht, denk nog verder in die richting. Ja, goed zo. Lekker brainstormen. Jullie zijn goed op weg. Zo moeten jullie er snel uit zijn. Ja, prima dat gaat de goede kant op. Etc. Houd bij beide raadsels bij hoe lang de groep erover gedaan heeft om ze op te lossen. Bespreek vervolgens welk raadsel ze leuker vonden om op te lossen. En geef de oplossing als die nog niet gevonden is. Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 15

Vraag de ouders ook om te vertellen wat er anders was, hebben ze het verschil bewust gemerkt of niet? Vertel ze hoe lang ze erover gedaan hebben om de raadsels op te lossen. Vrijwel iedere groep heeft het tweede raadsel sneller opgelost. Bespreek vervolgens met de ouders hoe ze hun eigen kind kunnen motiveren. En hoe ze hier thuis mee aan de slag gaan. Schrijf in steekwoorden op de flappen wat ouders benoemen. Vat de flappen samen en geef aanvullingen Deel de tips aan ouders uit en bespreek die. Sluit af en bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en hun inzet. Bron: Selma Foeken, 12 werkvormen voor in je training Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 16

Raadsels met de oplossing 1 e raadsel: Juf Anne heeft een klas met 11 kinderen. Ook heeft ze 11 appels. Ze wil elk kind 1 appel geven, maar er moet 1 appel op de schaal blijven liggen. Kun jij juf Anne helpen? Hoe geeft ze elk kind 1 appel, en houdt ze er 1 op de schaal? Oplossing: Juf Anne geeft kind 1 tot en met 10 een appel en kind 11 krijgt de appel op de schaal. Zo heeft ieder kind 1 appel en houdt ze een appel op de schaal. 2 e raadsel: Een man loopt een doe-het-zelf zaak binnen. "Hoeveel kost één van deze?", vraagt hij aan de winkelier. "Vijfentwintig cent", antwoordt de winkelier. De man vraagt: "Hoeveel is het voor 28?" "Vijftig cent." Verbaasd vraagt de man: "Hoeveel is het dan voor 256?" "Nou slechts 75 cent." De man: "Ok, maar hoeveel voor 1024?" De winkelier zegt: "1024 krijg je mee voor 1 euro." Over welk artikel spraken de man en de winkelier? Oplossing: De man en de winkelier spraken over cijfers (stickers, huisnummercijfers). Elk cijfer kost 25 cent. 28 bestaat uit twee cijfers en kost dus 50 cent. 256 uit drie en kost dus 75 cent. 1024 is vier cijfers en kost dus 1 euro. Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 17

1 e Raadsel: Juf Anne heeft een klas met 11 kinderen. Ook heeft ze 11 appels. Ze wil elk kind 1 appel geven, maar er moet 1 appel op de schaal blijven liggen. Kun jij juf Anne helpen? Hoe geeft ze elk kind 1 appel, en houdt ze er 1 op de schaal? 2 e Raadsel: Een man loopt een doe-het-zelf zaak binnen. "Hoeveel kost een van deze?", vraagt hij aan de winkelier. "Vijfentwintig cent", antwoordt de winkelier. De man vraagt: "Hoeveel is het voor 28?" "Vijftig cent." Verbaasd vraagt de man: "Hoeveel is het dan voor 256?" "Nou slechts 75 cent." De man: "Oké, maar hoeveel voor 1024?" De winkelier zegt: "1024 krijg je mee voor 1 euro." Over welk artikel spraken de man en de winkelier? Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 18

ONDERWIJS ONDERSTEUNEND GEDRAG Werkvorm Doel Doelgroep Materiaal Voorbereiding Werkwijze Onderwijs ondersteunend gedrag tekenen Ouders staan stil bij hoe ze hun kind kunnen ondersteunen bij hun schoolloopbaan. Hoe ziet dat eruit. Welke handelen hoort bij Geef me de vijf. Ouders met kinderen van 0 tot 18 jaar Tips voor ouders Grote vellen stevig papier, (kleur)potloden, stiften, wascokrijt, verf en kwasten Lijm, tijdschriften (met mooie plaatjes van allerlei situaties) en papier. Lees de achtergrondinformatie. Kopieer de tips voor ouders Als je met de ouders wilt gaan tekenen en plakken: Verzamel tijdschriften met mooie plaatjes over allerlei situaties. Leg alles klaar. Heet de ouders welkom. Vertel dat het deze bijeenkomst gaat over onderwijs ondersteunend gedrag. Vraag de ouders wat voor hun onderwijs ondersteunend gedrag is? Schrijf de steekwoorden op een flap. Deel de afbeelding Geef me de vijf uit aan de ouders Vertel hierbij aanvullende informatie over onderwijs ondersteunend gedrag aan de hand van de achtergrond informatie. Vraag naar voorbeelden en schrijf al de steekwoorden op een flap. Bekijk de flap en zie hoeveel verschillende dingen er met onderwijs ondersteunend gedrag te maken hebben. Vul de flap eventueel aan, gebruik er de achtergrond informatie bij. Verdeel de ouders in kleine groepjes en vraag elk groepje om samen een inspirerende tekening of collage te maken over onderwijs ondersteunend gedrag (het steunen, sturen en motiveren van je kind). De tekeningen en collages worden later aan de muur gehangen in de ruimte. Misschien mooi ingelijst? Als de groepjes klaar zijn, presenteren ze om de beurt het resultaat. Een van de ouders voert het woord. De andere ouders luisteren en kijken. Daarna geven ze feedback op wat zij in de tekening of in de collage nog meer zien over onderwijs ondersteunend gedrag. Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 19

Leg uit dat tekenen of een collage plakken een belangrijke manier is om iets onder woorden te brengen. Je maakt er een beeld van. Dit is een goede manier om een gewenste situatie weer te geven. Eén blik op de tekening herinnert je aan je goede voornemen en aan wat het ook al weer was dat je inspireerde. Deze techniek wordt ook veel door sporters gebuikt. De sporters die deze techniek gebruiken winnen in het echt ook vaker dan de sporters die dit niet doen. Kinderen die een tekening maken van de gewenste situatie, zullen ook sneller in die situatie terecht komen. Ze hebben het zich al helemaal voorgesteld in hun hoofd. Vraag de ouders om allemaal één goed voornemen te bedenken om thuis te doen. Het voornemen gaat over onderwijs ondersteunend gedrag. Bijvoorbeeld: ik voer een gesprek met mijn kind over hoe het gaat op school. Ik geef een compliment en leg uit waarom. Ik maak een afspraak met de leerkracht om eens te praten over het gaat met mijn kind op school. Dit voornemen gaan ze deze week uitvoeren. Deel de tips voor ouders uit en bespreek die. Sluit en af en bedank de ouders voor hun aanwezigheid en inzet. Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 20

Geef me de vijf Onderwijs ondersteunend gedrag Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 21

ONDERWIJS ONDERSTEUNEND GEDRAG Werkvorm Doel Doelgroep Materiaal Voorbereiding Huiswerk Deelnemers praten met elkaar over hoe ze hun kind kunnen ondersteunen bij huiswerk plannen en maken en het voorkomen van stress. Ouders met kinderen van 10 tot 18 jaar Tips voor ouders Papierenkleed (chinees tafellaken) of Flappen Stiften Gong of klankschaal Lees de achtergrond informatie Zet vijf tafels in de ruimte en zet de stoelen daarom heen. Leg op elke tafel een papieren kleed (Chinees tafellaken). Schrijf op elk kleed een van de vragen die hieronder staan. Doe dit met een dikke stift. Leg op elke tafel een aantal dik schrijvende stiften Werkwijze Heet de deelnemers welkom Leg uit dat de deelnemers in kleine groepjes met elkaar gaan praten en mindmappen over hoe ze hun kind kunnen ondersteunen bij het maken huiswerk, plannen en het voorkomen van stress. Er zijn vijf vragen, vijf tafels en vijf rondes. Nodig de deelnemers uit om plaats te nemen aan de tafels. Als de deelnemers zitten, lees je de vragen voor zodat iedereen weet welke vragen er zijn. De groepjes beginnen met elkaar te praten en te mindmappen aan de hand van de vraag: 1. Hoe kun je je kind stimuleren en steunen bij het maken van het huiswerk? 2. Welke huiswerktips kun je je kind meegeven 3. Hoe herken je stress bij je kind? 4. Hoe kun je je kind steunen om stress te voorkomen of te verhelpen? 5. Wat vind jij belangrijk aan het maken van huiswerk? Misschien moet je uitleggen wat mindmappen is. Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 22

Wat is mindmappen? Het woord mindmappen klinkt misschien vreemd. Het is een manier om aantekeningen te maken of om ergens over na te denken op een creatieve manier. De kinderen gebruiken het op de lagere school. Soms wordt een eenvoudige manier van mindmappen woordspin genoemd. Bij mindmappen gaat het om een combinatie van schrijven en tekenen. Eigenlijk maak je al een mindmap als je een beetje zit te dromen en ondertussen van alles opschrijft en tekent. Deze manier sluit goed aan bij onze natuurlijke manier van denken. Het is ook leuker en veel minder vermoeiend, dan op een notitieblok aantekeningen schrijven. 1. Schrijf het kernwoord, zin of vraag waar je over na wilt denken, of waar je aantekeningen over wilt maken, in het midden van een groot vel papier. In deze werkvorm staat de vraag in het midden op het tafelkleed geschreven. 2. Voor elk woord, beeld of elke (korte) zin dat daar mee te maken heeft, trek je een lijn vanaf je kernwoord richting de buitenrand van het papier. Net boven die lijn zet je het woord of de zin, wat linkt aan je kernwoord. 3. Als je een woord of beeld bedenkt, wat aan het einde van de andere woorden linkt, trek je vanaf dat woord weer een nieuwe lijn en schrijf je het nieuwste woord net boven die lijn. Dit klinkt een stuk ingewikkelder dan dat het is. Hier vind je een heel stel voorbeelden van mindmaps, als je het ziet is het meteen een stuk duidelijker: http://images.google.com/images?q=mindmap Na ongeveer 10 minuten laat je een signaal horen (de bel of de klankschaal). De groepjes staan op en gaan naar de volgende tafel. Daar bekijken ze de mindmap van het eerste groepje en ze gaan door op die mindmap. Ze schrijven of tekenen verder. Als er vijf rondes geweest zijn presenteert elke tafel de vraag en de mindmap van die tafel. Je kunt de mindmappen ophangen. Sluit af door samen te vatten. Deel de tips voor ouders uit en bespreek die. Je kunt gebruik maken van de achtergrondinformatie. Sluit af en bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en hun inzet. Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 23

ONDERWIJS ONDERSTEUNEND GEDRAG Werkvorm Doel Leren met plezier Ouders praten met elkaar hoe ze hun kind kunnen ondersteunen om leren leuk te vinden. Ze kennen het verschil tussen ergens goed in zijn en ergens je best voor doen. Ze staan stil bij wat hun kind leuk vind om te doen en waar het talent voor heeft. Doelgroep Materiaal Voorbereiding Ouders met kinderen van 4 tot 18 jaar Tips voor ouders Vragen Waar houdt je kind van voor ouders Flappen, flapover en stiften Lees de achtergrondinformatie Kopieer de vragen Waar houdt je kind van voor de ouders Kopieer de tips voor ouders Werkwijze Heet de ouders welkom. Vertel dat leren met plezier, de beste garantie is voor het schoolsucces van je kind. Wanneer je kind met plezier naar school gaat, doet hij graag z n best. Als je schoolprestaties verwacht die je kind niet kan halen, verliest hij de moed. Hij krijgt dan steeds minder zin om te leren. En juist die zin om te leren (de motivatie) is erg belangrijk. Vraag aan de ouders hoe zij hun kind (kunnen) leren, dat leren leuk is. Schrijf in steekwoorden op de flap wat ouders benoemen. Vat de flap samen en geef aanvullingen. Deel de vragen waar houdt je kind van uit aan de ouders. Vraag de ouders voor zichzelf even na te denken over de antwoorden. Verdeel de ouders in groepjes van twee of drie. Laat ze aan elkaar vertellen waar hun kind van houdt, door antwoord te geven op de vragen. Geef aan wanneer ze moeten wisselen. Wanneer iedereen geweest is of als het tijd is, stoppen de ouders met vertellen. Bespreek na met de ouders hoe het ging, wat viel op, hebben ze nog vragen. Gebruik er de achtergrond informatie bij. Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 24

Vraag aan de ouders wat de link is tussen leren met plezier en je kind goed kennen. En bespreek het verschil tussen ergens goed in zijn en ergens je best voor doen. Schrijf in steekwoorden op de flappen wat ouders benoemen. Vat de flap samen en geef aanvullingen. Vraag de ouders om er thuis mee aan de slag te gaan. Opdracht: neem de tijd om te ontdekken waar je kind plezier in heeft en waar het graag zijn best voor doet. Ze kunnen de vragen gebruiken om samen met hun kind te bespreken. Deel de tips aan ouders uit en bespreek die. Je kunt gebruik maken van de achtergrondinformatie. Sluit af en bedank de ouders voor hun aanwezigheid en hun inzet. Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 25

Vragen: Waar houdt je kind van? Waar is je kind goed in? Waar heeft je kind talent voor? Waar moet je kind goed z n best voor doen? Wat vindt je kind leuk om te doen? Wat doe je kind na schooltijd? Houdt je kind van sport? Van muziek? Kijkt je kind graag naar tv-programma s over dieren leest je kind graag over auto s? Is je kind helemaal gek van vliegtuigen? Welke beroepen vind je kind leuk? Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 26

ONDERWIJS ONDERSTEUNEND GEDRAG Werkvorm Doel Doelgroep Materiaal Voorbereiding Werkwijze Pubers Ouders praten met elkaar over de veranderingen die hun kind doormaakt in de pubertijd. En op welke manier ze hun kind hier het beste bij kunnen ondersteunen. Ouders met kinderen van 12 tot 18 jaar Tips voor ouders Een doosje Notitie blaadjes (A6 formaat) Pennen Flappen, flapover en stiften Lees de achtergrondinformatie. Kopieer de tips voor ouders Heet de deelnemers welkom. Vraag de deelnemers te benoemen wat ze opvalt aan hun puber, wat verandert er? Als ouders een duwtje nodig hebben om op gang te komen, kun je één of meer van de volgende veranderingen noemen: Lichamelijke veranderingen bij jongens en meisjes, zoals groeien, okselhaar etc.. Veranderingen in denken en voelen, zoals koppig, ongeduldig, vrienden zijn belangrijker, experimenteren met roken/alcohol, verliefdheden, wisselende stemmingen, zelfstandig gedrag, etc..denk ook aan het wisselen van school, ze gaan naar het voortgezet onderwijs. Schrijf in steekwoorden op de flap wat ouders benoemen. Vat de flap samen en geef aanvullingen. Stel de ouders nu de volgend vraag: Op welke manier kunnen ze hun kind ondersteunen? Schrijf in steekwoorden op de flap wat ouders benoemen. Vat de flap samen en geef aanvullingen. Deel de notitie blaadjes en de pennen uit. Vraag de ouders om even na te denken over welke goede raad ze hun kind willen meegeven. Vraag ze hun goede raad op te schrijven op het notitie blaadje en het dubbel te vouwen. Doe alle blaadjes in de doos en lees ze één voor één voor. Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 27

Ouders mogen een toelichting geven op de goede raad. Misschien kan de doos na afloop een centrale plek krijgen om vaker te gebruiken. Deel de tips aan ouders uit en bespreek die. Je kunt gebruik maken van de achtergrondinformatie. Sluit af en bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en hun inzet. Werkvormen Onderwijs ondersteunend gedrag 28