Groep 5 Leerroute 3< 1F Leerroute 2= 1F (maatschrift) Leerroute 1 = 1S Periode 1 Normgerichte doelen: De kinderen behalen op de methodegebonden toetsen Maatschrift een 60% score. Blok 1: De kinderen kennen/kunnen/beheersen: O Rijen afmaken, voorwaarts en achterwaarts tellen O Rijen afmaken bij tellen met sprongen voorwaarts en achterwaarts O Optellen of aftrekken met tientallen of eenheden O Optellen via rijgen op de lege getallenlijn O Vermenigvuldigsommen maken in contexsituatie O Lengtes halveren en noteren in rekentabel O Tellen van geld, samengesteld uit briefjes en munten) Blok 2: De kinderen kennen/kunnen/beheersen: O Getalkaartjes invullen op de getallenlijn tot 200 O Buurgetallen invullen tot 200 O Getallen samenstellen en structureren met het positieschema O Aanvullen tot het tiental en het honderdtal O Vermenigvuldigen in het model van rekentabel O Gebruikmaken van geleerde strategieen en de indeling van het tafelbord O Lijnstukken meten met de liniaal O Gepast betalen met briefjes en munten Minimumdoelen (passend perspectief route 3) O + en - 10: automatiseren O + en - 20: dubbelen uit het hoofd O getalbegrip 100: telrij 1-1, sprongen van 10, symbolen, (on)geordende hoeveelheden (handig) tellen, structureren: tienstructuur (eierdozen); O vermenigvuldigen: begripsvorming + vermenigvuldigtaal; O geld: bedragen 100 euro tellen / samenstellen (handelend) O dm is ongeveer 1 ha ndspan O 75 cm = 7dm en 5 cm Normgerichte doelen: de kinderen behalen op de methodegebonden toetsen Maatschrift een 80% score. Blok 1: De kinderen kennen/kunnen/beheersen: O Rijen afmaken, voorwaarts en achterwaarts tellen O Rijen afmaken bij tellen met sprongen voorwaarts en achterwaarts O Optellen of aftrekken met tientallen of eenheden O Optellen via rijgen op de lege getallenlijn O Vermenigvuldigsommen maken in contexsituatie O Lengtes halveren en noteren in rekentabel O Tellen van geld, samengesteld uit briefjes en munten) Blok 2: De kinderen kennen/kunnen/beheersen: O Getalkaartjes invullen op de getallenlijn tot 200 O Buurgetallen invullen tot 200 O Getallen samenstellen en structureren met het positieschema O Aanvullen tot het tiental en het honderdtal O Vermenigvuldigen in het model van rekentabel O Gebruikmaken van geleerde strategieen en de indeling van het tafelbord O Lijnstukken meten met de liniaal O Gepast betalen met briefjes en munten O + en - 10: memoriseren O + en - 20: automatiseren O + en - 100: op de getallenlijn; O getalbegrip 1000: telrij, sprongen 10 en 100, notatie, hoeveelheden tellen, structureren (100 tallen - geld) O tellen samenstellen van bedragen tot 1000 euro O 1 km = 1000m O 1 kg = 1000 gr O 09:15 = kwart over 9 's ochtends, 09.45 = kwart voor Normgerichte Doelen: De leerlingen behalen op de methode gebonden toetsen een 80% score. Blok 1: De kinderen kennen/kunnen/beheersen: O de tafels van 1,2, 5 en 10 (geautomatiseerd); O Getallen tot 200 in de goede volgorde zetten; O Verschillende strategieën gebruiken bij het optellen en aftrekken tot 100; O Steunsommen (dubbelen, buursommen) gebruiken bij moeilijkere tafels (6t/m9); (2x7,4x7,5x7) O Handig rekenen (eentje meer eentje minder erbij/eraf 26+10, 26+9) O Ordenen van lengte in meters en centimeters; O Klokkijken: tijden aflezen van minuten; O Bedragen met euro s uitrekenen mbv tafels. O Figuren en vormen vergelijken Blok 2:De kinderen kennen/kunnen/beheersen: O Automatiseren van tafels; O Getallen tot 1000 plaatsen en invullen op gestructureerde getallenlijn; O Verder s pringen op de lege getallenlijn O Handig optellen en aftrekken tot 1000 O Verschillende strategieën gebruiken bij optellen en aftrekken tot 1000 O Oefenen met de moeilijke tafels O Inhoud aanvullen tot 1000 ml. O Hele en halve uren noteren in digitale tijd. O Context interpreteren O Prijsverschil berekenen. O + en 20 memoriseren O + en 100: 47+36/53-28 op getallenlijn O getalbegrip 1000: globaal positioneren O tafels: oefenen 2 t/m 5, introductie 6 t/m 9 OGeld: tellen en samenstellen van bedragen tot 1000 euro; O 463 euro is vier honderdjes, zes tientjes en O tijd: lage digitale tijd 9:15= / 9:45 =
Periode 2 toetsen Maatschrift een 60% score. *De leerlingen behalen op de Cito E3M4 een vaardigheidsscore >= 38; minimaal 7 Normgerichte doelen: toetsen Maatschrift een 80% score. *De leerlingen behalen op de Cito M4 een vaardigheidsscore >=45 minimaal 12 toetsen een 80% score. *De leerlingen behalen op de Cito M5 een vaardigheidsscore >= 69 minimaal 12 Blok 3: De kinderen kennen/kunnen/: O Plaats bepalen van getallen op de lege getallenlijn; O Rijen afmaken bij tellen met sprongen voor- of achterwaarts; O Rekenen tot 100 op basis van structureren of met de getallenlijn; O Handig gebruikmaken van eigenschappen strategieën bij vermenigvuldigen; O Delingen bedenken bij een context; O Tekenen van grote wijzer bij half uur en kwartieren; O Toepassen van tafels bij berekenen van totaalbedrag; Blok 3: De kinderen kennen/kunnen/beheersen: O Plaats bepalen van getallen op de lege getallenlijn; O Rijen afmaken bij tellen met sprongen voor- of achterwaarts; O Rekenen tot 100 op basis van structureren of met de getallenlijn; O Handig gebruikmaken van eigenschappen strategieën bij vermenigvuldigen; O Delingen bedenken bij een context; O Tekenen van grote wijzer bij half uur en kwartieren; O Toepassen van tafels bij berekenen van totaalbedrag; Blok 3: De kinderen kennen/kunnen/beheersen: O De tafels automatiseren; O Getallen tot 1000 in de goede volgorde zetten op de gestructureerde getallenlijn; O Verder springen op de lege getallenlijn; O Handig optellen en aftrekken tot 1000; O Verschillende strategieen gebruiken bij optellen en aftrekken tot 1000; O Oefenen met de moeilijke tafels; O Inhoud: aanvullen tot 1000 ml.; O Klokkijken: Hele en halve uren noteren in digitale tijd; O Automatiseren van tafels;gebruikmaken van geleerde strategieën O Getallen invullen op gestructureerde getallenlijn; O Rekenen to 100 zonder overschrijding en met O Sommen maken uit de tafel van 6,7,8 en 9 ORekenen met gewichtsmaten O Omtrek meten met de liniaal; O Automatiseren van tafels;gebruikmaken van geleerde strategieën O Getallen invullen op gestructureerde getallenlijn; O Rekenen to 100 zonder overschrijding en met O Sommen maken uit de tafel van 6,7,8 en 9 O Rekenen met gewichtsmaten O Omtrek meten met de liniaal; O Automatiseren van tafels; O Beheersen de telrij tot 1000; O Getallen tot 1000 invullen op gestructureerde getallenlijn; O Sommen uit het hoofd uitrekenen in relatie tot de getalstructuur; O Vermenigvuldigen met samengestelde getallen; O Samenstellen van verpakkingen tot 1 liter en 1 kilogram; O Omtrek meten met de liniaal Cruciaal leermoment: Voor de meivakantie zijn de tafels van vermenigvuldiging geautomatiseerd
Minimumdoelen (passend perspectief route 3) O + en - 10: memoriseren; O + en 20: dubbelen uit het hoofd, andere opgaven obv strategie (eierdozen) O getalbegrip 100: positioneren tussen 10 tallen O vermenigvuldigen: herhaald optellen in x-situaties (rechthoek, groepje) / x-teken O geld: 74 = 7 tientjes en 4 losse euro s / 3 tientjes en 7 euromunten = 37 euro O tijd: seconde (1 tel), relatie met minuut (en uur) O eenvoudige routebeschrijving maken O eenvoudige legenda lezen O + en -20: memoriseren O + en - 100: 47+36 / 53-28 op GL O getalbegrip 1000: globaal positioneren O vermenigvuldigen: beheersen tafels 2 tm5 en 10, introductie tafels 6 t/m 9; O delen: begripsvorming (30 koekjes in rijtjes van 5); O munten van 2, 5, 10, 20 en 50 cent; O opp vergelijken ahv natuurlijke maat (bv A4 tje), vierkante meter (1m2 ong. 2 kranten); O tijd: 8.27 is bijna half negen; O schematische tekening van school (voor- en bovenaanzicht herkennen); O eenvoudige legenda lezen. O + en 20 memoriseren O + en 1000: tussen 100-vouden naar analogie (345+27 via 45+27) O tafels: automatiseren 2 t/m 5, oefenen 6 t/m 9 O Delen: begripsvorming (30 koekjes in rijtjes van 5) O munten van 2,5,10, 20 en 50 eurocent O Oppervlakte: opp vergelijken adhv natuurlijke maat (bijv A4 tje) (vierkante meter hoeft niet vierkant te zijn) (1m2 ~2 kranten) O tijd: 8:27 is bijna half negen; O meetkunde: schematische tekening van school (vooraanzicht/bovenaanzicht herkennen) (eenvoudige legenda lezen)
Periode 3 Normgerichte doelen: toetsen een 80% score. Ze behalen op de de Cito M4 een vs >= 44 en maken een vaardigheidsgroei door van 5 toetsen een 80% score. De leerlingen behalen op de de Cito E4 een vs >=51 Ze maken een vaardigheidsgroei door van 9 toetsen een 80% score. De leerlingen behalen op de de Cito E5 een vs van 74. Ze maken een vaardigheidsgroei door van 5. O Tellen met sprongen O Rekenen tot 100 zonder overschrijding en met O Optellen tot 1000 via verschillende strategieën tientallen in context; O Hoeveelheid centiliters kleuren en omzetten in milliliters; O Tellen met sprongen O Rekenen tot 100 zonder overschrijding en met O Optellen tot 1000 via verschillende strategieën tientallen in context; O Hoeveelheid centiliters kleuren en omzetten in milliliters; O Getallen samenstellen en lokaliseren; O Structureren: handig rekenen; O Optellen en aftrekken tot 1000 m.b.v. verschillende strategieën; tientallen; O Deeltafels; O Rekenen met geld: Betalen en terugkrijgen. Blok 6: De kinderen kennen/kunnen/beheersen: O Automatiseren van tafels: gebruikmaken van geleerde O Getalkaartjes aan de gestructureerde getallenlijn invullen en noteren in een DHESchema; O Rekenen to 100 en samengestelde getallen zonder en met O Optellen tot 1000 via verschillende O Eerlijk delen in context; O Omtrek en oppervlakte meten van vijvers; O Klokken met analoge tijden in uren en halve uren vastmaken aan digitale tijden; Minimumdoelen (passend perspectief route 3) O oefenen dubbelen tot 20 O Getalbegrip 100: Rijgen: 43+30/67-20 op getallenlijn, 43+5/67-4; 35+45/67-24 op getallenlijn O getalbegrip 1000: telrij 1-1, sprongen 10,100 symbolen. Hoeveelheden tellen, structureren; O vermenigvuldigen: strategieën omkeren/ verdubbelen O Geld: 463 euro: 4 honderdjes, 6 tientjes, 3 Blok 6: De kinderen kennen/kunnen/beheersen: O Automatiseren van tafels: gebruikmaken van geleerde O Getalkaartjes aan de gestructureerde getallenlijn invullen en noteren in een DHESchema; O Rekenen to 100 en samengestelde getallen zonder en met O Optellen tot 1000 via verschillende O Eerlijk delen in context; O Omtrek en oppervlakt meten van vijvers; O Klokken met analoge tijden in uren en halve uren vastmaken aan digitale tijden; O optellen en aftrekken 20: memoriseren; O optellen en aftrekken 100: toepassen; O optellen en aftrekken 1000: over het 100 voud(rijgend op getallenlijn, kolomsgewijs) O vermenigvuldigen: oefenen tafels 6 t/m 9, 6x15 splitsen en nulregel; O delen: :-teken, van situatie naar deelsom; O geld: wisselen (hoeveel 2 euromunten voor een Blok 6: De kinderen kennen/kunnen/beheersen: O Structureren van getallen tot 2000;getallen samenstellen O Optellen en aftrekken: handig rekenen en optellen en aftrekken t/m 1000, met splitsen; O Vermenigivuldigingen met samengestelde getallen en tientallen; O Deelsommen met samengestelde getallen en tientallen; O Oppervlakte bepalen;aantal hokjes in een figuur bepalen O Klokijken, analoog en digitaal: halve, hele uren en kwartieren. Cruciaal leermoment: Alle kinderen hebben de tafels van vermenigvuldiging geautomatiseerd O +en- 20 memoriseren O +en- 100: toepassen O + en 1000: over het 100 voud (rijgend op
euromunten O Lengte: referentiematen 1 km ~1000 grote stappen, 1km=1000 m O wegen: 1 pak suiker = 1 kg, 1 kg = 1000 gr O meetkunde: herkenningspunten op een kaart benoemen adhv legenda, relatie 2D / 3D herkennen briefje van 20); O Oppervlakte: referentiematen (1 cm2=vingernagel, opp deur ong 2m2, opp klaslokaal ong 100m2, relatie opp/omtrek Google Maps); O Tijd: datum in cijfers (14-08-1976 of '76); O Meetkunde: routebeschrijving, herkenningspunten op een kaart benoemen adhv legenda. getallenlijn, kolomsgewijs, tussen welke 100 vouden ligt antwoord?) O tafels: oefenen 6 t/m 9 O vermenigvuldigen: 6x15 (splitsen, nulregel); O delen: :-teken, van situatie naar deelsom O geld: wisselen (hoeveel 2 euromunten voor een briefje van 20) O Oppervlakte referentie- en standaardmaten (1 cm2 een vingernagel, opp deur ~2 m2, opp klaslokaal ~100m2) O datum in cijfers 14-08-1976 of 76 O routebeschrijving