Voortgang in de samenwerking tussen het voortgezet onderwijs en Ouder- en Kindteams Amsterdam 8 maart 2018 Inleiding Het nieuwe jeugdstelsel beoogt ouders en kinderen met vragen over opgroeien en opvoeden in hun kracht te zetten en laagdrempelig, dichtbij huis, snel en effectief ondersteuning te bieden. De gemeente Amsterdam heeft er om die reden voor gekozen (onafhankelijke) Ouder- en Kindteam professionals nauw te laten aansluiten op de zorgstructuren in het onderwijs. Op deze manier kunnen jeugdigen, ouders en schoolprofessionals laagdrempelig op en via school in contact komen met de Ouder- en Kindteams en kan de zorg vanuit onderwijs en jeugdhulp aan jeugdigen en ouders goed op elkaar afgestemd worden. De afgelopen jaren is een aantal praktijkevaluaties uitgevoerd waarbinnen de samenwerking 1 tussen het voortgezet onderwijs en Ouder- en Kindteams Amsterdam aan bod kwam. De diversiteit in deze praktijkevaluaties (enkel kwantitatief of juist kwalitatief of al redelijk gedateerd gezien de snelle ontwikkelingen in de samenwerking tussen het voortgezet onderwijs en Ouder- en Kindteam) maakt het lastig deze goed te vergelijken. Desalniettemin zien het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Amsterdam-Diemen en Ouder- en Kindteams Amsterdam een aantal terugkerende thema s in deze praktijkevaluaties. Op basis hiervan hebben het Samenwerkingsverband en Ouder- en Kindteams een gezamenlijke conclusie geformuleerd over de samenwerking tussen het voortgezet onderwijs en de Ouder- en Kindteams, gevolgd door vervolgstappen om de samenwerking in 2018 verder te verstevigen. Gezamenlijke conclusie Samenwerkingsverband voortgezet onderwijs en Ouder- en Kindteams Amsterdam Het Samenwerkingsverband en Ouder- en Kindteams Amsterdam concluderen op basis van de praktijkevaluaties dat de samenwerking doorgaans naar tevredenheid verloopt. Dit sluit aan bij de terugkoppelingen die we krijgen uit de dagelijkse praktijk. Het is de partijen gelukt op veel plaatsen een voldoende stabiele samenwerking te realiseren binnen de grote maatschappelijke ontwikkelingen van de transformatie jeugdzorg en passend onderwijs. Aan het vormgeven van deze samenwerking is de afgelopen drie jaar sinds de transitie hard gewerkt met inzet van alle betrokken partijen en is er veel geïnvesteerd in deze nieuwe vorm van samenwerking. Uit de praktijkevaluaties blijkt dat de meeste scholen de ouder- en kindadviseur ervaren als een belangrijke functionaris in de ondersteuningsstructuur. Zij of hij levert volgens de leerling en/of ouders een noodzakelijk gebleken bijdrage in de thuissituatie én in de school. Uit de kwantitatieve weergave van tevredenheid 2 blijkt dat een kleine 90% van de VO-scholen de samenwerking met de ouder- en kindadviseur, de jeugdarts en de jeugdpsycholoog van het Ouder- en Kindteam als voldoende tot goed beoordeelt. We constateren daarbij dat er nog telkens sprake is van een stijgende lijn in deze samenwerking. Dat stemt positief. We zien echter ook een aantal terugkerende thema s die de samenwerking bemoeilijken. Dit is op zich niet vreemd: de opgave en het speelveld zijn complex. Er zijn en blijven belangrijke verschillen op het niveau van visie en werkwijze tussen zorg en onderwijs. De taakafbakening en de verwachtingen over en 1 Deze praktijkevaluaties gingen daarmee niet over onderwerpen als kwaliteit en kwantiteit van de inzet, het stelsel, de moederorganisaties en structuren. 2 Evaluatie samenwerking Voortgezet Onderwijs met ouder- en kindadviseur en Ouder- en Kindteam. Bureau Brekelmans, In opdracht van het Samenwerkingsverband VO Amsterdam en Diemen, meetmoment 20 april 2017
weer van alle betrokkenen blijven punten van aandacht. De inhoudelijke vraagstukken van jongeren en hun ouders hebben lang niet altijd genoeg aan een simpel antwoord. Kortom, de taak is ingewikkeld. En bij een ingewikkelde taak komt het systeem dat de taak uitvoert gemakkelijk onder druk te staan en worden er extra hoge eisen gesteld aan de samenwerking. Hier en daar is dat ook zichtbaar en doen zich strubbelingen voor in de praktische uitvoering. Deze hebben overwegend een patroonmatig karakter. De volgende thema s zien we vaak terug: 1. Inzet van de onafhankelijk werkende ouder- en kindadviseur binnen de zorgstructuur van de scholen De formele opdrachtgever van de ouder- en kindadviseur is het Ouder- en Kindteam. De inhoudelijke opdrachtgevers zijn de leerling en de ouders. Dit levert soms een spanningsveld op met school. Sociaalpsychologische aspecten spelen een rol bij de taakinvulling. De ouder- en kindadviseur is een functionaris-van buiten, maar heeft wel een duidelijke rol in de ondersteuningsstructuur van de school. Zij/hij is frequent zichtbaar, en moet zich een plaats verwerven in of naast het schoolteam, terwijl de school geen zeggenschap heeft over deze functionaris. De scholen zien dat in het kader van de transitie jeugdzorg het inzetten van gespecialiseerde hulp heel succesvol kan gebeuren door de ouder- en kindadviseur. Het Ouder- en Kindteam vindt het zorgvuldig doorlopen van het proces van verwijzen met ouders en jongeren ook van groot belang, omdat zij zien dat dit sterk de kans vergroot dat ouders en jongeren daadwerkelijk gebruik maken van de hulp. Maar wanneer het te lang duurt, heeft dit zijn weerslag op de samenwerking tussen ouder- en kindadviseur en de zorgcoördinator van de school. Immers: de dagelijkse situatie van een kind in de klas verbetert dan niet of te langzaam in de ogen van de school. 2. Verschil in visie op betrekken van ouders en jeugdigen Terwijl de school de inzet van de ouder- en kindadviseur doorgaans noodzakelijk acht om hulp te organiseren voor de leerling en/of het gezin, geven de ouder- en kindadviseurs volgens meerdere scholen steeds strikter aan met wie zij gaan werken: ouders en leerlingen moeten gemotiveerd zijn om ondersteund te worden, anders gaan ze niet voor hen aan de slag. De scholen vinden dat de omgekeerde wereld: de ouder- en kindadviseurs moeten juist motivéren tot hulp. Enkele scholen geven ook aan dat de ouder- en kindadviseur de geboden hulp te weinig verbindt aan de onderwijsbehoefte en de schoolloopbaan van de leerling. Het Ouder- en Kindteam stelt daar tegenover dat niet alle scholen automatisch ouders betrekken bij het bespreken van zorgen om leerlingen. Er wordt dan óver ouders en kinderen gesproken, in plaats van mét. Het samenwerken mét gezinnen en voor gezinnen is een uitgangspunt van het Ouder- en Kindteam en het kan dan volgens het Ouder- en Kindteam nooit zo zijn dat er gesproken wordt over zorgen om een jeugdige als hij/zij zelf (en ouders) hier niet van weet. Om die reden vindt het Ouderen Kindteam het cruciaal dat als zij met een leerling/gezin aan de slag gaat op verzoek van school, de school het gezin hiervan op de hoogte stelt en daarmee de Ouder- en Kindteamprofessional introduceert en goed positioneert. 3. Delen van informatie In de communicatie met leerling en ouders hebben scholen er last van dat de ouder- en kindadviseur zich namens het Ouder- en Kindteam strikt moet houden aan privacy voorschriften; voor ouders is dat vaak onduidelijk en voor school is het onbevredigend dat zij wel direct samenwerken met de ouderen kindadviseur, maar naar hun idee te weinig op de hoogte worden gehouden. Het Ouder- en Kindteam hanteert inderdaad privacy voorschriften vanuit wet- en regelgeving. Maar daarnaast constateert het Ouder- en Kindteam dat als er goed mét ouders en leerling zou worden gesproken onder meer door bijeenkomsten met ouders en leerling aan tafel te organiseren - de informatiedeling doorgaans geen probleem is.
Acties op basis van uitkomsten praktijkevaluaties Zoals hierboven beschreven verloopt de samenwerking tussen de scholen van het voortgezet onderwijs en het Ouder- en Kindteam over het algemeen goed. Om de drie terugkerende vraagstukken aan te pakken, zetten het Samenwerkingsverband en Ouder- en Kindteam Amsterdam een aantal gezamenlijke acties uit in 2018. Daarbij vinden we het overall belangrijk waarderend naar elkaar te kijken, te erkennen dat de partijen vanuit verschillende invalshoeken opdrachten hebben voor jeugd en voldoende aandacht te hebben voor wat goed gaat. Verder is het belangrijk dat de vervolgstappen voldoen aan de wens van de gemeente om te leren van de uitgevoerde praktijkevaluaties en toekomstgericht te kijken naar de doorontwikkeling van de samenwerking tussen het voortgezet onderwijs en het Ouder- en Kindteam. Voor het aanpakken van de vraagstukken, zetten we in op twee sporen: 1. Growing concern: innovatieve oplossingen op alle lagen van de samenwerking. 2. Going concern: voortzetten van het aanpakken van actuele, operationele aandachtspunten in de samenwerking tussen het voortgezet onderwijs en Ouder- en Kindteam. Ad 1 Growing concern: innovatieve oplossingen Uit het onderzoek door het NJi 3 blijkt dat de samenwerking goed geregeld moet zijn op drie niveaus: strategisch (consensus over de visie op passend onderwijs, de rol van de school, de rol van de ouderkindadviseur); 0rganisatorisch (opdrachtgeverschap, planmatige inzet, aantal uren, inval bij ziekte et cetera) en uitvoerend (werkafspraken, evalueren van de samenwerking). De scholen bij wie de samenwerking met het Ouder- en Kindteam goed verloopt, benoemden voor deze drie niveaus de volgende gunstige factoren: 1. Er is consensus tussen leidinggevenden van het Ouder- en Kindteam en de school over het nut en de noodzaak van de ouder-kindadviseur en jeugdarts voor de leerlingen, over de rol en de beperkingen en mogelijkheden (overeenstemming over visie en verwachtingen over-en-weer; inzet vooral ten behoeve van een optimale schoolloopbaan van het kind (als leerling), of vooral ten behoeve van het wegnemen van belemmeringen in het gezin ten behoeve van een gunstige ontwikkeling. 2. De organisatorische aspecten zijn duidelijk; de school weet onder welke voorwaarden de ouder- en kindadviseur en jeugdarts in de school hun werk doen. 3. In de uitvoering worden de communicatie en samenwerking vergemakkelijkt door frequent overleg van de ouder- en kindadviseur met de zorgcoördinator (het liefst samenwerken in één ruimte). De bedoeling is dan ook om iets in te zetten dat op alle lagen van de samenwerking effect heeft: op het niveau van de inhoud van het werk en de daarmee verbonden visie en koers, op het niveau van speelveld en spelregels en op het niveau van de uitvoerende professionals en hun onderlinge samenspel. De bedoeling is ook om bij het zoeken naar oplossingen niet meer van hetzelfde te gaan doen, maar om iets nieuws in te zetten. Een nieuwe stap die niet heel groot hoeft te zijn, maar die wel van alle betrokkenen het vertrouwen krijgt dat het gaat helpen. Gezien de ervaring de afgelopen drie jaar is het realistisch om te veronderstellen dat een complexe taak in een complex systeem voor langere tijd onderhoud nodig heeft, in plaats van te streven naar oplossingen die voor eens en altijd gaan werken. Het plan is om een lichte infrastructuur te maken met mensen uit de dagelijkse praktijk die als oliemannetjes kunnen inspringen daar waar het niet lekker loopt. Wat zij tegenkomen wisselen zij onderling uit en waar nodig schalen zij op naar bestuurlijk niveau om speelveld en spelregels aan te passen of om bijstellingen van de visie en de koers te agenderen. 3 Evaluatie Basisondersteuning bij scholen van het Samenwerkingsverband VO Amsterdam - Diemen, pagina s 16, 17. NJi, juni 2017. In opdracht van het Samenwerkingsverband, onderdeel van de evaluatie van de basisondersteuning/amsterdamse Standaard
Dit ziet er gefaseerd als volgt uit: Stap 1: In beeld brengen van samenwerkingsthema s en samenstellen van een groep van begeleiders In deze fase worden gesprekken gevoerd met diverse betrokkenen, alsmede met ouders en jongeren om de samenwerkingsthema s in kaart te brengen. Relevant is in dit verband om te onderzoeken welke positie ouders en jongeren innemen in discussies zoals die onder de professionals spelen. Tevens wordt er een groep van 8 à 10 mensen gevormd die het talent en de motivatie hebben om als tijdelijk begeleider ingezet te worden bij samenwerkingsvraagstukken. Dit kunnen teamleiders, procesbegeleiders, zorgcoördinatoren en professionals van het Ouder- en Kindteam zijn. Stap 2: Ontwikkeling en uitvoering van een afgebakend leertraject Op grond van de uitkomsten van fase 1 en in samenspraak met de groep van potentiële begeleiders wordt een afgebakend leertraject ontwikkeld van twee lesdagen en vier intervisiebijeenkomsten van elk een halve dag. Stap 3: Borgen en doorontwikkelen Nadat de begeleiders het leertraject hebben doorlopen zijn zij inzetbaar en wisselen zij ervaringen uit, zowel met elkaar alsook na verloop van tijd met het bestuurlijke niveau: wat is behulpzaam en werkt goed, waar lopen de begeleiders tegen aan en wat vraagt om aandacht op bestuurlijk niveau? Voor dit proces van borgen en doorontwikkelen wordt een ondersteuningsstructuur geboden; begeleiders kunnen individueel en collectief klankborden via de mail, de telefoon en via persoonlijk contact. Ad 2 Going concern: gericht aan de slag met acute knelpunten Naast deze innovatieve oplossingen, zetten we net als altijd - in op de meest acute aandachtspunten die spelen op het operationele niveau en die om directe actie vragen. Hiervoor benutten we informatie uit de dagelijkse praktijk. Uitgangspunt daarbij is werk wat goed gaat te laten doorgaan, werk dat minder goed loopt te benoemen en de relaties goed te houden. Regierol van de gemeente Aandachtpunt bij zowel de going als de growing concern is de invulling van de regierol van de gemeente bij het verstevigen van de samenwerking tussen het voortgezet onderwijs en Ouder- en Kindteams. Hiertoe zullen één of meerdere gesprekken worden georganiseerd tussen gemeente, Samenwerkingsverband Voorgezet Onderwijs en Ouder- en Kindteam Amsterdam. Monitoren opbrengsten Het Samenwerkingsverband en Ouder- en Kindteams Amsterdam geven gezamenlijk opdracht tot het volgen van het proces en de opbrengsten van de oplossingen die worden aangedragen. Medio 2019 zullen wij dit in kaart hebben.
Bijlage 1 Praktijkevaluaties van de samenwerking Voortgezet Onderwijs en Ouder- en Kindteam Evaluatie procesbegeleiding ten behoeve van de verbinding ondersteuningsstructuur VO met de ouder- en kindadviseur en de Begeleider Passend Onderwijs. Samenwerkingsverband VO Amsterdam Diemen, september 2016 Evaluatie samenwerking Voortgezet Onderwijs met ouder- en kindadviseur en Ouder- en Kindteam. Bureau Brekelmans, In opdracht van het Samenwerkingsverband VO Amsterdam en Diemen, meetmoment 20 april 2017 Evaluatie Basisondersteuning bij scholen van het Samenwerkingsverband VO Amsterdam - Diemen, pagina s 16, 17. NJi, juni 2017. In opdracht van het Samenwerkingsverband, onderdeel van de evaluatie van de basisondersteuning/amsterdamse Standaard