Scholings- en trainingsmateriaal bij het traject Zelfmanagement in de praktijk Inhoudsopgave: Presentatie Zelfmanagement in de Praktijk Doortje Boshuizen Vilans pag. 2 Werkwijze Introductie van het IZP in het consult en nabespreking pag.12 Generiek model Zelfmanagement LAZ pag.13 Voorbereidingsopdracht 2e bijeenkomst scholing pilotpraktijken pag.15 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Werkwijze Introductie van het IZP in het consult en nabespreking Beschikbare tijd 30 minuten Materialen Pen en papier Voorbeelden van een IZP Inhoud Twee keer oefenen met het introduceren van het IZP in subgroepen van vier deelnemers Werkwijze Verdeel de groep in subgroepen van vier deelnemers. Vraag de deelnemers wie als eersten de rol van zorgverlener en van patiënt op zich willen nemen. Wie als tweede. Laat de groepen zelf de andere rollen verdelen. Geef instructie over het rollenspel: Je hebt 5 minuten voor het gesprek. Spelers kunnen te allen tijde zelf aangeven wanneer ze willen stoppen. Geef aan dat bij de nabespreking (10 minuten) allereerst de zorgverlener de gelegenheid heeft aan te geven hoe hij het gesprek heeft ervaren. Dit kan met de vragen: hoe tevreden ben je over dit gesprek? Wat liep er goed? Wat had beter gekund? Geef aan dat vervolgens de patiënt aan het woord komt: hoe heeft hij het gesprek ervaren? Dit kan met vragen als: wat vond je prettig en wat heb je als minder prettig ervaren? De patiënt mag de consultvoerder tips geven als hij die heeft. Vervolgens komen de observatoren aan bod. Zij kunnen na hun observaties ook tips aan de consultvoerder geven. Laat deze oefening nog keer herhalen. Plenaire nabespreking Vraag aan de deelnemers of het rollenspel een toegevoegde waarde heeft gehad. Vraag de deelnemers welke ervaringen zij willen delen met de groep. Wat werkte wel en wat werkte niet? Hoe wil je hiermee aan de slag in je eigen consulten? Tips Geef plenair een duidelijke instructie en bouw veiligheid in. Dit door aan te geven dat we gaan oefenen in kleine groepen en dat het doel is: ervaren wat werkt en wat niet werkt! Het gaat niet om goed of fout. Vraag deelnemers tijdens de nabespreking om concrete voorbeelden van alternatieven als iets niet blijkt te werken. Om het ijs wat te breken kan eerst een oefening plaatsvinden waarin de deelnemers het juist fout moeten doen. Dan durven mensen uiteindelijk wel. 12
13
14
Voorbereidingsopdracht tweede bijeenkomst scholing pilotpraktijken In uw dagelijkse praktijk komt u vele diabetespatiënten tegen. Iedere patiënt geeft u een bepaalde indruk. Zo kent u waarschijnlijk patiënten bij wie u zich plezierig voelt en patiënten die bij u een gevoel van tegenzin oproepen. Dit kan te maken hebben met het feit dat deze patiënt zich niet aan de afspraken houdt, u het idee geeft het zelf wel beter te weten of steeds maar weer een groot beroep op u doet zonder resultaten. Wilt u ter voorbereiding twee patiënten omschrijven? Een patiënt met wie u het plezierig vindt om te werken en een patiënt met wie u veel moeite heeft. Beschrijf beide patiënten aan de hand van onderstaande vragen: 1. Wat vindt u kenmerkend aan deze patiënten? 2. Welk effect hebben deze patiënten op u? 3. Wat is uw standaard reactie op deze patiënten? 15
Hoe is het schrijven van teamplannen verlopen? De meeste teams hebben het schrijven van het plan op dezelfde wijze aangepakt: een start gemaakt bij de vorige bijeenkomst. Eén keer bij elkaar geweest om zaken te bespreken als doorstroom van patiënten, registratie. Vervolgens is door de kartrekker een conceptplan geschreven, waar alle teamleden en Petra/ Elena feedback op hebben gegeven. Inmiddels zijn 4-5 POH-ers al begonnen met het aanbieden van IZP s. Aandachtspunten: Communicatie Hoe vindt communicatie tussen huisarts en diëtist plaats? Er is nog geen digitale oplossing (KIS). Communicatie kan deels plaats vinden via het zorgplanboekje. Eén praktijk draait een formulier uit het HIS en geeft dit mee aan de patiënt. In het teamplan moet worden vermeld welke oplossing wordt gekozen. Registratie Kan op verschillende manieren plaatsvinden: Bij het protocol in HIS zijn kopjes erbij gemaakt IZP aangeboden ja/ nee; persoonlijk doel geformuleerd ja/nee. Of: patiënten krijgen een ruiter IZP. De kartrekkers krijgen ook een beveiligd excelbestand met de namen van de patiënten er al in, waar gegevens in moeten worden verzameld ten behoeve van het onderzoek. Er kunnen namen ontbreken, deze moeten dan zelf worden toegevoegd. Keuze voor patiënten Aan wie wordt het IZP uitgereikt? Alle nieuwe patiënten? Alle patiënten die bij POH en diëtist komen? Deze keuzes moeten worden beschreven in het team plan. Doelstellingen Er is nog een groot verschil in doelstellingen tussen de verschillende teamplannen: IZP wordt gebruikt door 30-70% van de diabetes patiënten. De doelstelling van Synchroon is: 70% van de patiënten aan wie een IZP is uitgereikt heeft eigen doelen geformuleerd In het inkoopbeleid van VGZ staat dat 70% van de DM patiënten een IZP moet hebben in 2013. Tijdsdruk Het IZP kost in het begin veel tijd. Boekje doornemen, toelichten, zoeken naar wat de patiënt belangrijk vindt. Oplossing: zaken spreiden, bv het voetonderzoek tijdens een later consult uitvoeren. Tools: Deze zijn nog niet in alle plannen concreet gemaakt. In de regio start Start to run voor diabeten. Alle POH-ers hebben hier informatie over gehad. Tevens zal bio-walking worden opgestart: lokaal wandelen in de natuur met een IVN-natuurgids en een POH-ers en/ of diëtist. Informatie volgt. Afspraken: De kartrekkers krijgen de teamplannen van alle praktijken, ter info en inspiratie. Er bestaat behoefte aan bijscholing/ opfriscursus Motivational Interviewing voor POH-ers en diëtisten samen. De teamplannen worden nog aangescherpt, met name over de werkwijze: wie reikt het boekje uit, wie noteert wat, hoe vindt de communicatie plaats enz Hedi gaat na of het excel bestand dat door de kartrekker is ingevuld en wordt teruggestuurd nog wel beveiligd is. 16
Hedi en Doortje houden contact met de kartrekkers over scholingsbehoefte. Communicatie op de LSD manier: L luisteren, sleutelwoorden zoeken S samenvatten; de patient voelt zich gehoord D doorvragen, tot de kern komen. Wees nieuwsgierig! Maak gebruik van open vragen: wat, hoe, wanneer, welke dingen maken dat Vermijd waarom, dat kan als aanvallend worden ervaren. Gebruik bv hoe komt het dat. Dit scholings- en trainingsmateriaal is tot stand gekomen binnen het project Zelfmanagement in de Praktijk in samenspraak met de volgende organisaties: 17