Bb 52: Bossen zijn belangrijk Niet echt een belangrijk basisboek, want je kan er geen samenvatting van maken. Als je logisch na denkt kan je het!

Vergelijkbare documenten
B 29: Zeestromen en temperatuur. - Zeestromen is stromen die ontstaan als de wind boven zee langdurig uit een richting komt.

4,3. Werkstuk door een scholier 2417 woorden 3 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 1. Wat zijn de kenmerken van onderontwikkeling?

Samenvatting Aardrijkskunde Basisboeknummers

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 5

Beschrijven de Ring van vuur.

5,5. Samenvatting door Aukje 2315 woorden 5 juli keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Aardrijkskunde H5: Azië: verwoestende krachten

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, les 1,2,3

Aardrijkskunde Bewegende aarde Leerjaar 2ha HBAK Antwoordmodel

1 Nigeria: rijk maar toch arm.

Krachten van de natuur hoofdstuk 1B4

De Alpen-natuurlandschap

5,5. Definities: Samenvatting door een scholier 1591 woorden 25 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

De horizontale bewegingen van de platen

Werkstuk ANW Aardbevingen

B36 De dampkring laat de zonnewarmte gewoon door. Pas als de zonnestralen op het aardoppervlak vallen, geven ze hun warmte af.

6.1. Boekverslag door R woorden 29 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Werkstuk Aardrijkskunde India

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 5 paragraaf 1tm5

Samenvatting Aardrijkskunde Samenvatting H2 par. 1 en 2

INHOUD. Inleiding Aardbevingen Bergen Bosbranden Koraal Lawines Meteorieten Onweer...

6,8. Deelvraag 1: Wat zijn de kenmerken van onderontwikkeling? Deelvraag 2: Wat is per kenmerk de positie van India in

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

Natuurrampen. Natuurrampen. Enkele voorbeelden... Oorzaken: bijvoorbeeld lawine, aardbeving, orkaan, overstroming, tsunami en vulkaanuitbarsting.

5 havo 2 End. en ex. processen 1-4

8,9. Samenvatting door een scholier 1242 woorden 29 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdstuk 1 paragraaf 1. veelkleurig Zuid-Afrika

Samenvatting Aardrijkskunde H1 Zuid-Afrika en Argentinië

Wat zie jij op het plaatje? Schrijf het vehaal af. De golf was zo hoog als een. Er staan heel veel huizen onder

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk

5) Bonusvraag verschillen tussen: stad en platteland, rijkdom, werkvoorziening, diensten, landbouw en industrie

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.

6,6. Antwoorden door een scholier 1458 woorden 14 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Werkstuk ANW Aardbevingen

Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Praktische opdracht Aardrijkskunde Aardbevingen - gevolgen delfstofwinning in NL

Inleiding Waarom dit onderwerp?

Eindexamen aardrijkskunde havo I

Naam: VULKANEN. Vraag 1. Uit welke drie lagen bestaat de aarde? Vraag 2. Hoe dik is de aardkorst gemiddeld?

Toets_Hfdst9_ArmEnRijk

Inhoud 1. Aardbevingen 3 2. Een kijkje in de aarde 3. Over scheuren en platen 4. Schuivende platen 6 5. Langs de breuklijnen 6.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Samenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk 2

Werkblad bij de geoquest Vulkanen

Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse Migratie in de VS

5,1. Werkstuk door een scholier 3834 woorden 25 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Inleiding

Soorten vulkanen. Tefra vulkaan: Werkende vulkaan: Er zijn heel veel soorten vulkanen en ik ga er 6 opnoemen en er wat over vertellen dat zijn,

Daarbij stierven 200 duizend mensen.

inhoud 1. Vulkanen 2. Een kijkje in de aarde 3. Schuivende platen 4. Het ontstaan van vulkanen 5. Een kijkje in een vulkaan 6.

Bevolkingsspreiding. Waar zit iedereen? Juist of onjuist: China is het grootste land ter wereld. A. Juist. B. Onjuist

Werkstuk door een scholier 1483 woorden 31 december keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Inhoudsopgave

Vulkaanuitbarsting in het nieuws!

Nigeria. 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria

H2: Europa, verenigd of versnipperd?

Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen.

6,2. Werkstuk door een scholier 1726 woorden 7 januari keer beoordeeld. 10 kenmerken over de mate van ontwikkeling van een land:

De kracht van de natuur

2 Natuurlandschappen op aarde

Hoofdvraag: Wat zijn de kenmerken van het ontwikkelingsland India en hoe is het bestaan van het ontwikkelingsvraagstuk te verklaren.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3.4 t/m 3.6

1 Landschap en klimaat in Turkije

6,5. Werkstuk door Een scholier 2067 woorden 31 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdvraag en deelvragen

Aardbevingen. Teleblik quizzen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

5,8. Hoofdstuk 1 Algemene geschiedenis. Hoofdstuk 2 Vulkanen 2.1 Wat is nu precies een vulkaan?

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

Werkstuk Aardrijkskunde Vulkanen

7,4. Antwoorden door een scholier 2002 woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

3 havo 4 water, 2 t/m 4

2 Landschapszones op aarde SO 1

Een promille is één-duizendste gedeelte van een totaal. ( pro = per en mille = duizend ).

Werkstuk Aardrijkskunde Verschillen van de bestaansmiddelen in de rijke droge gebieden en de arme droge gebieden

NRC Artikel van 19 september 2011

Leerlingenbundel: Waterschaarste het spel

De Geo. 2 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden werkboek A hoofdstuk 1. eerste druk

De Geo 2 TH Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden hoofdstuk 1

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Samenvatting door een scholier 2012 woorden 13 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. B 24 breedteliggingen en temperatuur

BEWEGENDE AARDE: KWARTET

De islam Ongeveer...mensen zijn islamiet. De heilige stad van de Islam is..., de... van de profeet Al zijn leefregels staan in de...

Water en drinkwater (waterhardheid en ontkalken)

Samenvatting Aardrijkskunde Weer en Klimaat hoofdstuk 3

GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat

Opdracht 1 en 2. Voorbeeld: Deze toets is dat wel moeilijk; maar het toen is erg belangrijk dat je laat hondje zien wat je kunt.

4 Dodelijke vloedgolf

De Geo. 2 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden werkboek A hoofdstuk 3. eerste druk

Naam: WATER. pagina 1 van 8

Werkstuk Aardrijkskunde Natuurrampen

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Begrippenlijst Aardrijkskunde alle begrippen

Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse migratie in de VS

Opdracht bevolkingsgroei

Diversiteit hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Natuurverschijnselen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Begrijpend Iaen. IIJIER 3 Herhaling: remediëring. .. Wat is droogtd' 2 Wat Is het nut van bomen?

Eindexamen aardrijkskunde havo I

Erosie en verwering hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Aardbevingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Werkstuk Aardrijkskunde Aardbevingen en vulkanen

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Praktische opdracht Economie Broeikaseffect

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 2541 woorden 4 februari 2003 6,7 104 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Bb 5: Natuurlijke en menselijke factoren Verklaren doe je in 2 factoren: natuurlijke en menselijke factoren. Als je wilt verklaren dat Japan last heeft van aardbevingen doe je dat met de natuurlijke factor. Als je wilt verklaren hoe het komt dat het verzorgingsniveau in de stad hoger is dan in een dorp doe je dat met een menselijke factor. Als je wilt verklaren waarom bepaalde gebieden minder ontwikkelt zijn dan andere doe je dat met allebei de factoren. Als je wilt verklaren waarom bepaalde gebieden minder ontwikkelt zijn dan andere dan doe je dat met de menselijke factor. Natuurlijke factoren hebben te maken met klimaat en bodem. Bb 35: Ontstaan van Neerslag Dampkring bevat water in 2 vormen: - ontzichtbaar:waterdamp -zichtbaar:water of ijs. Neerslag= water dat in vaste of vloeibare vorm uit de dampkring op aarde neerslaat. Hoe ontstaat neerslag? Antw. Door koeling van de lucht. In koude lucht kan minder waterdamp dan in warme. Hoe kan lucht kouder worden? Antw. Door stijging, bijvoorbeeld: tegen een gebergte. Loefzijde= windzijde; lucht stijgt->neerslag. Lijzijde= uit de wind; lucht daalt-> droog, gebied aan de lijzijde ligt in de regenschaduw. Bb 50: Droge gebieden -Twee soortene: woestijnen en steppen -We noemen een gebied droog als er te weinig neerslag valt voor akkerbouw. Gevolg daarvan: dun bevolkt. -Grootste probleem: Hoe kom je aan water? Antwoord: grondwater of water elders of door rivier of door pijpleiding. -Plantengroei erg kwetsbaar. Vooral grensgebied steppe-woestijn. Twee oorzaken verwoesting: Menselijk oorzaak: overbeweiding Natuurlijke oorzaak: ontbetrouwbare neerslag Bb 52: Bossen zijn belangrijk Niet echt een belangrijk basisboek, want je kan er geen samenvatting van maken. Als je logisch na denkt kan je het! Bb 58: Endogene en exogene krachten -De aardkorst varieert in dikte van 6 tot ongeveer 30 km. Vergeleken met de doorsnede van de aardbol is dat een dun schilletje. https://www.scholieren.com/verslag/7906 Pagina 1 van 6

-De steenschaal verandert voortdurend van vorm. Die veranderingen worden vooral veroorzaakt door natuurkrachten. -De natuurkrachten werken van twee kanten. Van buitenaf wordt de aardkost veranderd door exogene krachten en van binnenuit door endogene krachten. (exo= buiten, endo=binnen, genesis= ontstaan) -Van buitenaf zorgen het weer en de planten ervoor dat de harde steenschaal wordt vergruisd.(vergruizing is ook wel verwering) Vooral in de gebieden met veel relief wordt het losse verweringsmateriaal weggespoeld door regenwater. Daardoor worden gebergten langzaam maar zeker afgeslepen. Het afslijpen van de aardkost heet: erosie. -Van binnenuit werkt de hitte. Als je een gat boort van 100 meter diep, dan is het op de bodem 3 graden warmer dan boven. Op 1000 meter is het dus al 30 graden warmer en op 10 km diepte 300 graden. Door de grote hitte wordt het gesteente vloeibaar. -magma= gloeiend heet, vloeibaar gesteente. -Vlak onder de aardkost stroomt magma traag in het rond. Door de kracht van de stroming komen er in de korst breuken. In een breukgebied schuiven stukken aardkorst langs elkaar. Dat heeft een aardbeving als gevolg. -Het kan ook zo zijn dat er in een breukgebied een gat onstaat dat dwars door de aardkorst heen gaat. Door dat gat kan magma naar boven komen. Zodra er magma uit is gekomen, noemen we dat lava. De uitstromende lava kan door te strollen een berg vormen: een vulkaan. Bb 60: Platen en breuken Door de endogene krachten ontstaan in de aardkost breuken. De stukken aardkost tussen de breuken heten schollen of platen. Bij figuur 5.7 zie je de belangrijkste breuklijnen. Ze vormen de randen van de platen. De grootste plaat ligt onder de Stille en Grote Oceaan en het de Pacifische Plaat. Langs de plaatranden is de aardkorst voortdurend in beweging. Soms duiken ze onder elkaar en soms schuiven ze van elkaar weg. Dat uitelkaar schuiven gebeurt bijv. bij de Atlantische Oceaan. Daardoor drijven enerzijds Amerika en anderzijds Eurazie en Afrika elk jaar iets verder uit elkaar. De ruimte tussen de platen worden van onderaf opgevuld door lava. Bb 61: Aardbevingen Een goed voorbeeld van endogene krachten zijn aardbevingen. Een aardbeving begint ergens diep onder de aardkorst. Het diepste punt heet het hypocentrum. Het punt aan het aardoppervlak daar recht boven heet het epicentrum. Daar voel je de schokken het zwaarst. Geleerden van aardbevingen heten seismologen. Schaal van richter= allereerste trilling dan staat die op 0. Als de trilling 10x zo zwaar is dan krijgt het het getal 1 en als hij weer 10x zo zwaar is krijgt die het getal 2 etc. De 1,2,3 van de schaal van richter zijn zo licht dat je ze niet voelt. Bij 3 beginnen bewoners het pas te voelen. De zwaarste ooit gemeten was in Alaska(1964) en had 8.6 op de schaal van richter. Zwaarder kan vermoeidelijk niet. Tsunami= het Japanse woord voor zeebeving. Dat is een aardbeving in de zee. Bb 62: Vulkanisme https://www.scholieren.com/verslag/7906 Pagina 2 van 6

Bij vulkanisme komt materiaal uit de aarde door de opening van de aardkost naar buiten. Dat materiaal kan 3 vormen hebben: gasvorming, vloeibaar of vast. In de vloiebare vorm is het gloeiend heet, gesmolten gesteente. Zolang het nog in de aarde zit, heet het magma. Is het eenmaal naar boven gestroomd, het heet lava. Vulkanische as kan wel 30 km de lucht ingeslingerd worden en door de wind over grotere afstanden worden verspreid. Het uitgestroomde materiaal en uitgeworpen materiaal vormt rond het uitstroomgat (de krater) een berg: een vulkaan. Er zijn allemaal verschillende soorten. Een vulkaan kan meer dan 1000 jaar actief zijn, maar het heeft niet het eeuwige leven. Post-vulkanische verschijnslenen= een dode vulkaan die nog nooit is uitgebarsten en die dus nog kan uitbarsten. Nog een stukje voor bij basisboek 61 over aardbevingen: Kracht: Wat merk je ervan? 0,1,2 niets 3 lichte trilling, alsof er een vrachtauto door de straat rijdt 4 matig tot sterk, deuren rammelen, schilderijen slingeren 5 sterk, voorwerpen(vazen) vallen om, bomen bewegen 5.5 zeer sterk, schade aan gebouwen, schoorstene breken 6 vernielend, paniek, grote schade aan gebouwen 6.7 verwoestend,gebouwen zwaar beschadigd, gasleidingen breken waardoor branden ontstaan, viaducten storten in 7.3 vernietigend, veel gebouwen ingestort, scheuren in de aarde 8 catastrofaal, meeste gebouwen verwoest, rails buigen 8.5 zeer catastrofaal, hele steden verwoesten, rotsen scheuren. Bb 70: bodemerosie door water Bodemerosie= verdwijnen van de bovenste vruchtbare bodemlaag door wind en water. Door water meeste kans in: vochtige gebieden met veel reliëf. Kans klein, mits: beboste hellingen. Oorzaak bodemerosie: de mens: ontbossing, hellingen, aanleg akkers. Wat gebeurt er bij ontbossing? Toestand van ontbossing: wortels houden bomen vast, bladeren zorgen ervoor dat regen zachtjes neerkomt, regenwater stroomt af door de grond, regelmatige wateraanvoer in de rivier. Toestand na ontbossing: bodem ligt los, regen striemt neer, regenwater stroomt over de grond. Onregelmatige wateraanvoer overstromingen. Hoe voorkom je bodemerosie door water? bossen laten staan of nieuwe bossen laten aanplanten -bij landbouw zorgen dat bodem zoveel mogelijk begroeid is. terassen maken. Bb 71: bodemerosie door wind Bodemerosie= verdwijnen van de bovenste vruchtbare bodemlaag. Dat kan gebeuren doordat de bodem wegspoelt of wegwaait. De kans dat de bodem door de wind wordt weggeblazen is het grootst in droge gebieden. De bodem is daar meestal stoffig en droog. Daarnaast is er door de droogte minder plantengroei. Bomen kunnen daar helemaal niet groeien, maar soms is er wel genoeg neerslgg voor gras. Zolang het maar heel blijft is het gevaar op verstuiving klein. Toch gaat het vaak kapot, er zijn 2 manieren waardoor het fout kan gaan. Manier1: overbeweiding. Dan laten mensen teveel vee op een stuk land grazen maar er valt net genoeg regen omdat gras mooi te houden en als ze er teveel vee op laten grazen is dat stuk gras(met teveel vee) https://www.scholieren.com/verslag/7906 Pagina 3 van 6

veel sneller op dan dat het er weer is. Manier2: omploegen. Soms proberen de bewoners van zo n grasgebied akkers te maken. Dat loopt meestal verkeerd af. Die akker is een beel van het jaar onbegroeid. De wind heeft dan vrij spel. Er ontstaan dan enorme stofstormen.dat verkeerd gebruik komt vooral voor in gebieden met een onbetrouwebare neerslag. Gemiddeld valt er misschien net genoeg regen om vee te houden en zelfs om akkers aan te leggen. Maar er is wel enorm verschil tussen de jaren. Hoe is winderosie te verkomen? het beste is om gras niet om te ploegen en om ervoor te zorgen dat er niet teveel vee op gaat weiden. Als je in zo n droog gebied toch akkers aanlegt, kun je proberen kracht van de wind te breken. Dat kan door het aanleggen van windsingels. Dat zijn rijen bomen waardoor de akkers een beetje beschut worden. Om die bomen te laten groeien heb je natuurlijk wel extra water nodig. Dat water krijg je door irrigatie. Bb84: Veranderingen in bevolkingsaantal. Veranderingen in bevolkingsaantal worden veroorzaakt door een combinatie van natuurlijke veranderingen en migratie. De natuurlijke veranderingen in het bevolkingsaantal wordt bepaald door geboorte en sterfte. Als er in een jaar meer mensen geboren worden dan er sterven, is er een geboorteoverschot. Geboorte-overschot= als er in een jaar meer mensen geboren worden dan er sterven. Sterfteoverschot= als er in een jaar meer mensen sterfen dan er geboren worden. Migratie= verhuizen. Migratie wordt bepaald door 2 dingen: immigratie en emigratie. Vestigingsoverschot= als er in een jaar in een land meer mensen binnenkomen dan er vertrekken. Vertrekoverschot= als er in een jaar in een land meer mensen vertrekken dan binnenkomen. Bb88: Ontwikkelingspeil. Ontwikkelingspeil= daar aan kan je zien hoe ver een land is ontwikkeld in kennis (scholen, unniversiteiten, ziekenhuizen etc.) Analfabeten= mensen ouder dan 15 jaar die niet kunnen lezen en schrijven. Het aantal artsen per inwoner is dan ook een veelgebruikte maat om het ontwikkelingspeil te meten. Als er in een gebied een hoog ontwikkelingspeil is dan is het gebied ook hoog ontwikkeld vergeleken met een gebied met een laag ontwikkelingspeil. Bb89: Ontwikkelingslanden. Ontwikkelingslanden= landen met een lagen ontwikkelingspeil. Landen met een hoog ontwikkelingspeil heten juist ontwikkelde landen. Je kunt in een groep ontwikkelde landen bepaalde types onderscheiden. Het meest bekende type is de NIL-> nieuw industriekand ook wel NIC-> newly industrialized country genoemd. Tot de nil s horen bijv. Zuid-Korea, Taiwan, Singapore, ook wel de nieuwe tijgers! Ontwikkelingslanden hebben bepaalde kenmerken. Die je kunt verdelen in 2 groepen: 1e, de basiskenmerken armoede, honger en ziekte. 2e, slechte infrastructuur, snelle bevolkingsgroei etc. Bb90: Armoede. Kenmerk van ontwikkelingslanden is armoede. Als je bijv. derde wereldlanden met elkaar vergelijkt dan heb je altijd rijke en arme landen daar tussen zitten, dus om onderling vergelijkingen te maken heb je een maat nodig. Bijv. inkomen. Economen hebben het liever over het BBP(Bruto Binnenlands Product) per hoofd of over het BNP(Bruto Nationaal Product) per hoofd. Dat is een enorm groot geld bedrag dat alle inwoners van een land samen verdienen. Dat hele grote bedrag wordt gedeeld door alle inwoners. Dan is de uitkomst het gemiddelde per persoon. Dat gemiddelde per persoon het officieel het BBP per hoofd of https://www.scholieren.com/verslag/7906 Pagina 4 van 6

het BNP oer hoofd. Omdat bijna elk land een eigen muntsoort heeft is het moeilijk om het met een ander land te vergelijken. Het BNP van Nederland is ongeveer: 29,478 (in 1995 tenminste!) Bb 91: Honger. Bij honger wordt een onderscheid gemaakt tussen 2 soorten. Bij de 1e krijgen de mensen weliswaar voldoende voedsel om hun maag te vullen, maar de kwaliteit van de voedingsmiddelen is niet goed. Dus het is bijv. eenzijdig voedsel of ze bevatten geen eiwitten en vitamines. We noemen dit: kwalitatieve honger.(ondervoeding) Het gevolg ervan is dat er mensen jonger sterven en ziek worden. En daarvan is weer het gevolg dat de mensen minder kunnen werken dan ze zouden willen en moeten. De 2e is kwantitatieve honger, dit is een toestand waarbij de hoeveelheid voedsel(kwantiteit) niet genoeg is om de maag te vullen en dan gaan er mensen dood van de honger. Hongersnood heeft ook vaakn een menselijk oorzaak, namelijk oorlog. Bb 92: Ziekte. De gezondheidstoestand in derde wereld landen is over het algemeen niet goed. Dat heeft te maken met de lage inkomens. Op 2 manieren speelt de armoede de ziekte in de kaart. Omdat mensen geen geld hebben, hebben ze geen zuiver water en van dat onzuivere water worden ze ziek. Ze hebben ook geen geld om het zuiverde te maken en dus ontbreekt dat allemaal in ontwikkelingslanden. Mensen doen meestal alles in de rivier, bijv. wassen, plassen, drinkwater etc. Daardoor is de kans op ziekte erg groot. Een andere manier waarop armoede ziekte bevordert, is slechte voeding. Bij de kwalitatieve honger spelen vooral de eiwittekorten een rol. Het zijn vooral kleine kinderen die lijden hebben aan een tekort aan eiwitten. Er zijn landen waar 10% van de kinderen onder de 5 jaar ernstig ziek zijn doordat het eten slecht van kwaliteit is. Bb 93: Snelle bevolkingsgroei. De bevolkingsgroei in derde wereld landen groeit sneller dan in de rijke landen. De geboortecijfers zijn er veel hoger dan bij ons. In de westerse landen ligt het geboortecijfer tussen 10 en 15 en bij de arme landen tussen de 25 en 35. Kijken we naar de sterftecijfers dan zien we veel minder verschil. In rijke landen is het nl ongeveer 10 en in arme landen ongeveer 12. Die hoge geboortecijfer hangen voor een groot deel samen met de armoede. Over het algemeen heeft men te weinig geld en te weinig kennis om geboortenbeperking toe te passen. Maar men wilt het ook niet beperken want elk kind is weer een werkkracht. In arme landen kennen ze voorzieningen zoals AOW en pensioen niet. Als je oud bent moet je kinderen hebben die je kunnen verzorgen. Dus hoe meer, hoe beter! Als de bevolking sneller groeit dan het BNP, wordt men per persoon zelfs armer. Bb 95: Koloniale geschiedenis. In 1492 ontdekte Columbus Amerika, in 1948 vond Vasco da Gama de zeeweg naar Indie. Binnen 6 jaar tijd bleek de wereld veel groter te zijn dan men dacht. Dat betekende een einde aan de middeleeuwen en een nieuwe tijd begon. In de nieuwe tijd zagen de kooplieden in de zeevarende Europese landen onmiddellijk hun kans schoon hun handel uit te breiden. Zij stichten op de nieuw ontdekte vreemde kusten handelsnederzettingen. Die overzeese gebieden noemde men kolonien. In de eerste paar eeuwen werden de kolonien alleen maar gebruikt als leveranciers van exotische artikelen. Ze leverden specerijen en https://www.scholieren.com/verslag/7906 Pagina 5 van 6

andere dingen. Rond 1850 veranderde de functie van de kolonien. Dankzij de stoomboot kon men ze veel sneller bereiken. Ze konden ook veel meer dingen meenemen. Er ontstond een nieuwe industrie: de moderne industrie. Daardoor veranderde de functie van kolonien. Ze moesten gaan fungeren als: leverancier van grondstoffen van industrielanden& afzetmarkt voor de industrieproducten. Bij de grondstoffen moet je denken aan landbouwproducten zoals, tabak, cacao, thee etc. Je moet ook denken aan mijnbouwproducten als goud, zilver, aardolie etc. De inheemse bevolking van de kolonien was niet in staat zelfstandig voldoende van de gewenste grondstoffen te produceren. Het gevolg was dat enkele Europese landen stukken van Afrikaanse landen in bezit namen. Dan konden ze daar plantages stichten en mijnen aanleggen. Het koloniale tijdperk is verleden tijd. De kolonien maakten zich los van de Europese moederlanden en werden zelfstandig. Dat zelfstandig worden heet dekolonisatie. Voor de meeste exkolonien is het nog maar 50 jaar geleden dat het koloniale systeem werd afgeschraft. Een groot deel van de kolonien in Azie en Afrika heeft moeten wachten tot na de 2e wereldoorlog voordat ze kans kregen zelfstandige landen te worden. https://www.scholieren.com/verslag/7906 Pagina 6 van 6