inhoud blz. Helikopters 3 1. De geboorte van de helikopter 4 2. De delen van de helikopter 6 3. In de cockpit 7 4. De rotor 8 5.

Vergelijkbare documenten
inhoud 1. In de lucht 3 2. Ik zweef 4 3. Een sigaar in de lucht 5 4. Brand! 6 5. In de luchtballon 7 6. Landen op water 8 7. Op reis 9 8.

inhoud blz. De zeppelin 1. Graaf von Zeppelin 2. Hoe vliegt een zeppelin? 3. Zeppelin of blimp 4. De ramp met de Hindenburg 5. Filmpjes Pluskaarten

Inhoud blz. 1. Op reis 2. De trekschuit 3. De postkoets 4. De stoomtrein 5. De auto 6. Het vliegtuig 7. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud Airbus A De eerste vlucht 2. Samenwerken 3. Het vervoer 4. Aan boord 5. De motoren 6. Maten 7. Luchthavens 8. Airbusweetjes 9.

inhoud 1. Overal sterren 2. Wat is een ster? 3. Het leven van een ster 4. Een ster dichtbij 5. De zon 6. Sterren en kleuren 7.

1. De maan 3 2. Volle maan 4 3. Een maand 6 4. De maan trekt 8 5. Een reis naar de maan 9 6. Op de maan Maanweetjes 11 8.

inhoud blz. Vleugels 3 1. Zweven 4 2. Vleugels om te zwemmen 5 3. De boemerang 6 4. Vogels op de grond 7 5. Het geheim van vliegen 8 6.

inhoud blz. 1. Een wereld vol letters 2. Letters 3. Plaatjes lezen 4. Het pictogram 5. Van plaatje naar teken 6. Letters en klanken

inhoud blz. 1. Wielen 2. Draaien maar! 3. De boomstam 4. Rollen maar! 5. Van rollen naar rijden 6. Lichter, beter, sterker 7.

inhoud Neuzen 1. Je neus 2. Groot is mooi 3. Wroeten 4. Grijpneus 5. Speurneus 6. Onder water 7. Zoem, zoem, ik ruik je 8. Ruiken met je tong

In houd 1. Inleiding 2. De luchthaven 3. De vertrekhal 4. De douane 5. De wachtkamer 6. De bagage 7. Eten en drinken 8. De brandstof 9.

inhoud blz. 1. Water is niet gewoon 2. Water, ijs en wolken 3. Een kring 4. Drinken 5. Water in de zee 6. Olie en water 7. Vuil water wordt schoon

inhoud Het konijn 1. Bos en duin 2. Het hol 3. Keutels 4. Gevaar 5. Een huisdier 6. Rassen 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud blz. De computer 3 1. Wat is een computer De delen van een computer 5 3. Hoe werkt een computer? 8 4. Van groot naar klein 12 5.

Inhoud 1. De zee is groot 2. Zonder zee geen leven 3. Golven 4. De zee is zout 5. De zee en rivieren 6. De kleur van de zee

inhoud 1. Vuur in de natuur 2. Mens en vuur 3. De mens maakt vuur 4. Licht en warmte 5. Vuur en eten 6. Werken met vuur 7.

inhoud 1. Staarten 2. Weg vlieg! 3. Evenwicht. 4. Een fopstaart 5. Hoe vind je mijn staart? 6. Een extra arm 7. Een praatstaart 8.

inhoud Zee, strand en duin 1. Zand 2. Zon en wind 3. Het duin 4. Dieren in het duin 5. Eb en vloed 6. De jutter 7. Schelpen 8.

inhoud 1. Mijn fiets 2. De delen van een fiets 3. De loopfiets 4. Trappen maar! 5. Hoog op een wiel 6. De ketting 7. De damesfiets 8.

inhoud blz. 1. Drijven of zinken? 2. Lucht is licht 3. De duikboot 4. De zwemles 5. Zout en zoet water 6. Olie en water 7.

inhoud 1. Oren 2. De vleermuis 3. De olifant 4. De uil 5. De dolfijn 6. De postduif 7. De tijgermot 8. De kat 9. De hond 10. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Voeten en poten 2. De olifant 3. De vlieg 4. De uil 5. De sprinkhaan 6. De giraf 7. De struisvogel 8. De gekko 9.

inhoud 1. De ijsbeer 2. Hier woon ik 3. Mijn jas is warm 4. Mijn voeten 5. Jagen 6. In het hol 7. Erop uit 8. Bedreigd 9. Berenweetjes 10.

inhoud blz. Lucht 1. Lucht is leven 2. Adem 3. Vieze lucht 4. Warme lucht 5. Wind: lucht beweegt 6. Lucht is sterk 7. Boeren en winden 8.

inhoud blz. Kou 1. Het weer 2. Rillen van de kou 3. Kleren 4. Koelkast en vriezer 5. Koude kleuren 6. Noordpool en Zuidpool 7.

inhoud 1. Inleiding 3 2. Wat is een maan? 4 3. Het ontstaan van de maan 4. De maan en de maanden 5. Kijken naar de maan 6. Landing op de maan

inhoud 1. Dieren op reis 2. Waarom dieren reizen 3. Op zoek naar eten 4. Op zoek naar een broedplek 5. Weg uit de kou 6. Filmpje Pluskaarten Bronnen

inhoud 1. Bloemen 2. Planten 3. Wat is een bloem? 4. Binnen in de bloem 5. De bloem krijgt bezoek 6. Van stamper naar vrucht

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

inhoud 1. Groeien 2. In de buik 3. De baby 4. De peuter 5, De kleuter 6. Het schoolkind 7. De puber 8. Volwassen 9. Bejaard 10. Filmpje Pluskaarten

inhoud De wolf 3 1. Een roofdier 2. Ruiken, horen en zien 3. De roedel 4. De taal van de wolf 5. Wolf en hond 6. Soorten wolven 7.

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8.

inhoud blz. 1. Een wereld vol cijfers 2. Een bot met streepjes 3. Tellen 4. Turven 5. Oude getallen 6. Onze cijfers 7. Tellen in drie talen

inhoud 1. Torens 3 2. De kerktoren 4 3. Het kasteel 5 4. Nog meer torens 6 5. Beroemde torens 9 Pluskaarten 12 Bronnen 13 Colofon en voorwaarden 14

Inhoud blz. 1. Honden 2. Van wolf naar hond 3. Rassen 4. Rashonden 5. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s Colofon en voorwaarden

inhoud 1. Ontdek 2. Insecten 3. Een hart klopt 4. Het spoor 5. De magneet 6. Zie ik dat wel goed 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

inh oud 1. Inleiding 3 2. Kijken en zien 4 3. Proefjes 4. Hoogte, breedte en diepte 5. Gefopt door licht en donker 6. Gefopt door schuine lijnen

inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 6.

inh oud 1. Dieren in de winter 2. De egel 3. De vleermuis 4. De eekhoorn 5. De merel 6. De ree 7. De pad 8. Het lieveheersbeestje 9.

inhoud 1. Allemaal de kiebels 2. De bult 3. Kiebels in mijn haar 4. De kwal 5. De brandnetel 6. Huisdieren 7. Vlooien 8. Hooikoorts 9.

inhoud blz. 1. Donker 3 2. Dikke jas 4 3. Het vriest 5 4. Sneeuw 6 5, Dieren in de winter 8 6. Bomen Winterkost Beweeg 12 9.

inhoud blz. 1. Au! Dat prikt! 3 2. Stekels 4 3. Nacht 5 4. Op zoek naar eten 6 5, Egel, pas op! 7 6. Mensen 8 7. Het nest van de egel 9 8.

inhoud 1. Vogels op reis 3 2. Vogeltrek 4 3. Zomervogels 4. Wintergasten 5. Standvogels 6. Deeltrekkers 7. Op reis

inhoud 1. Textiel? Wat is dat? 2. Weven met papier 3. Stoffen van textiel 4. Wol 5, Zijde 6. Katoen 7. Linnen 8. Filmpje Pluskaarten

inhoud blz 1. Buideldieren 3 2. Kangoeroes 6 3. De wombat 8 4. De koala 9 5. De opossum De numbat De suikereekhoorn 12 8.

inhoud blz. 1. Roofdieren 2. De leeuw 3. De tijger 4. De luipaard 5. De wolf 6. De ijsbeer 7. De bruine beer 8. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Slangen 2. Een reptiel 3. Maten 4. Waar? 5. Ruiken 6. Gif 7. Wurgen 8. Hap, slik! 9. Een nieuwe jas 10. Weetjes 11. Filmpje Pluskaarten

Inhoud 1. Allemaal botten 2. Stevig 3. Licht 4. Beschermen 5. Bewegen 6. Grote botten, kleine botten 7. In het gips 8. Dieren 9. Filmpje Pluskaarten

inhoud Vliegers 1. De geboorte van de vlieger 2. De geluksvlieger 3. Vechten met vliegers 4. Vliegerfeesten 5. Vliegers en vliegtuigen

Raar, maar waar! Natuur Na

inhoud 1. Kunst! Wat is dat? 2. Het schilderij 3. Het beeld 4. Het verhaal 5. De dans 6. Het gebouw 7. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud 1. De merel 2. Waar is mijn eten? 3. De tuin 4. Vogels helpen 5, Wat eten vogels? 6. Vogels in de tuin 7. Een goede plek 8.

inhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon

inhoud blz. 1. Borst of fles 2. Zogen 3. De boer en zijn dieren 4. De fabriek 5. Slagroom, boter en karnemelk 6. Kaas 7. Meer zuivel 8.

inhoud 1. Lekker 3 2. Bij de boer 3 3. Tarwe malen 4. Bij de bakker 7 5. Bruin of wit 5. Allemaal broden 6. Filmpje 7. Pluskaarten Colofon 15

Zintuigen. zien ruiken. horen. voelen. proeven

1. Bijen 3 2. Drie soorten bijen 4 3. Op zoek naar eten 5 4. Wonen 7 5. De imker 9 6. Honing Was Filmpje 13 Pluskaarten 14 Bronnen en

inhoud blz. 1. Haar 2. Met of zonder haar 3. Haar beschermt 4. Voelen met haar 5. Praten met haar 6. Mens en haar 7. Wenkbrauwen en wimpers

inhoud 1. Inleiding 2. Wat is een planeet 3. Soorten planeten 4. Het ontstaan van planeten 5. De planeten 1.Mercurius 2. Venus 3. De Aarde 4.

inhoud blz. Inleiding 3 1. De farao 4 2. De dood van de farao 5 3. Bewaard als mummie 6 4. Het graf 7 5. Groter en groter 8 6. De vorm 9 7.

inhoud 1. Mmmmm lekker zoet 2. Waar komt suiker vandaan? 3. Suiker vind je overal 4. Nog meer suiker 5. Te veel suiker 6. Hoe word je te dik?

Het museum museum mu

inhoud blz. 1. Eten 3 2. De maaltijd 4 3. Het bestek 5 4. Planten en dieren 6 5. Uit eten 8 6. Eten in andere landen Dat lust ik niet

inhoud blz. 1. Prikken en steken 2. De bij 3. De brandenetel 4. De mug 5. De kwal 6. De pieterman 7. De rode mier 8.

Waarom? 3 1. Waarom heeft een zebra witte en zwarte strepen? 4 2. Waarom worden bladeren in de herfst geel en oranje? 5 3. Waarom hebben leeuwen

Inhoud 1. Het gebit 2. De eerste tanden 3. Wisselen 4. Een nieuw gebit 5. Zorg voor je gebit 6. De tandarts 7. Een gaatje 8. Zoet 9.

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

inhoud blz. Overal gereedschap 3 1. De timmerman 4 2. De schilder 5 3. De tandarts 6 4. De kok 7 5. De schoonmaker 8 6. De leerling 9 7.

inhoud 1. Wat is een robot? 2. De robotarm 3. Robots in het huishouden 4. Robots in het leger 5. Robots voor onderzoek 6.

Brunelleschi. De Dom van Florence

inhoud blz. 1. Zoet 2. Honing 3. Suiker 4. Zoet water 5. Smaak en proeven 6. Zoet en tanden 7. Wie zoet is. 8. Snoep 9. Filmpjes Pluskaarten

inhoud blz. 1. Huisdieren 3 2. De hond 5 3. De kat 6 4. De witte muis 7 5. De goudvis 8 6. Het konijn 9 7. De cavia De tamme rat 11 9.

Inhoud inhoud blz. 1. Alles over ijs 2. Het water bevriest 3. IJspegels en ijsbloemen 4. Neerslag 5, Kunstijs 6. De polen 7.

Griezelboek. groep 3 en 4

Geen fabriekswerk. Roeien met de wind mee en de stroom tegen. Jac Willekens

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

1. De zolder van opa 3 2. Spullen van vroeger 4 3. De stoof 5 4. Het leesplankje 6 5. De Keulse pot 7 6. De tol 8 7. De foto 9 8.

Inhoud 1. Wat voor weer wordt het? 3 2. Het weerbericht 4 3. Temperatuur 5 4. Wind 5. Neerslag 6. Bewolking Filmpje Pluskaarten Bronnen 17

inhoud 1. Dolfijnen 2. De bouw van een dolfijn 3. De zintuigen 4. De school 5. Voedsel 6. Sprongen en spel 8. Gevaar! 9.

inh oud Mars 1. Ons zonnestelsel 2. De rode planeet 3. Mars en de aarde 4. Leven op Mars? 5. Mars en fantasie 6. Een kijkje op Mars 7.

inhoud Deze buurt is niet meer wat het geweest is,

inhoud blz. Dieren in groepen 1. Insecten: de zwerm of kolonie 2. Vogels: de vlucht 3. Vissen: de school 4. Zoogdieren: de kudde 5.

Rekenen Groep 6-2e helft schooljaar.

inhoud 1. Inleiding 3 2. Geschiedenis 4 3. Kunstijs 9 4. Schaatssport Filmpjes 13 Bronnen en foto s 14 Colofon en voorwaarden 15

Rekenen Groep 6-1e helft schooljaar.

Hand- out Boeing 737 vliegen. hand- out- PU.01

Inhoud 1. Paarden 2. Paardachtigen 3. Over merries en hengsten 4. De bouw van een paard 5. Leeftijd en tanden 6. Van wild paard naar huisdier

inhoud blz. Oude foto s 1. De scharensliep 2. De melkboer 3. De kruidenier 4. De tonnenman 5. De kolenboer 6. De putjesschepper

1. De zon 3 2. De plaats van de zon 4 3. De geboorte van de zon 5 4. Kernfusie 6 5. Zonnevlekken 7 6. Zonnevlammen 8 7. De kracht van de zon 9 8.

Antwoorden Rekenen Groep 5-1e helft schooljaar

inhoud blz. Inleiding 1. De haven 2. Soorten havens 3. Soorten vracht 4. Lossen en laden 5. Werken in de haven 6. Filmpjes Pluskaarten

Rekenen Groep 4-1e helft schooljaar.

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

inhoud blz. Wind 1. Wat is wind? 2. Van briesje tot orkaan 3. De kracht van de wind 4. Dieren en wind 5. Planten en wind 6.

inhoud 1. Herten 2. Herten over de wereld 3. Hertenweetjes 4. Herten in Nederland 5. Nog meer herten 6. Filmpje Bronnen en foto s

inhoud blz. Inleiding 1. Twee hoofdsoorten 2. Echo 3. Huid en vleugels 4. Jonge vleermuizen 5. Vleermuizen in Nederland

Transcriptie:

Helikopters

inhoud blz. Helikopters 3 1. De geboorte van de helikopter 4 2. De delen van de helikopter 6 3. In de cockpit 7 4. De rotor 8 5. Het gebruik van helikopters 9 6. Filmpjes 13 Pluskaarten 14 Bronnen en foto s 16 Colofon en voorwaarden 18

De helikopter Een helikopter wordt ook wel een wentelwiek of een hefschroefvliegtuig genoemd Een helikopter vliegt op een bijzondere manier. In dit boek lees je meer over hoe de helikopter is ontstaan. Dat ging niet zomaar één, twee, drie. Ook lees je meer over hoe de helikopter in de lucht blijft. Verder neem je een kijkje in de cockpit. Tot slot lees je meer over hoe helikopters kunnen worden gebruikt.

1. De geboorte van helikopter De helikopter was er niet ineens. Het duurde een tijd voor de helikopter die nu vliegt gemaakt kon worden. Op deze en de volgende bladzijde zie je hoe de helikopter langzaam geboren werd. 1 2 Rond het jaar 1480 bedacht Leonardo da Vinci (1) dit vliegtuig. Hij tekende deze vleugelschroef (2) en maakte er in het klein een model van. Het hele apparaat draaide in het rond. Wel vervelend, want je werd draaierig in deze vleugelschroef. 3 In 1861 maakt Gustaaf de Ponton d Amécourt (3) een klein vliegmodel. Het werkt met een machine op stoom. Het apparaat is daardoor veel te zwaar. Gustaaf geeft het de naam helikopter. (4) De naam helikopter is dan geboren. Het is een woord uit het Grieks. Het betekent: draaiende vleugel. 4 5 6 In 1878 laat Enrico Forlanini (5) een model van een helikopter met een stoommachine (6) de lucht in. De helikopter gaat 12 meter de lucht in en blijft daar 20 seconden.

2 1 De stoommachine was te zwaar. De benzinemotor wordt uitgevonden. Die motor was veel lichter. Ján Bahýľ (1) ontwerpt een helikopter (2) met zo n motor. In 1905 vliegt zijn model 1500 meter op een hoogte van 4 meter. Paul Comu (3) is de eerste die in 1907 als piloot met zijn helikopter (4) de lucht in gaat. Zijn vlucht geldt als de eerste vrije vlucht met een helikopter. Ook al duurt zijn vlucht maar 20 seconden en vliegt hij maar 30 centimeter hoog. 4 3 5 6 Veel jaren gaan voorbij. Er wordt van alles uitgeprobeerd. In 1936 blijft de helikopter (6) van Louis Bréguet (5) ruim een uur lang in de lucht hangen. De helikopter vliegt een afstand van bijna 45 kilometer. De helikopter lijkt al erg op de helikopter die wij nu kennen.

2. De delen van de helikopter De rotor zorgt ervoor dat een helikopter zo bijzonder vliegt. Door de rotor kan de helikopter recht omhoog opstijgen, maar ook stil in de lucht blijven hangen. De staartrotor zorgt dat de helikopter vooruit vliegt. Zonder staartrotor zou de helikopter alleen maar rond draaien onder de rotor. De cockpit is de zitplaats van de piloot of piloten. Vanuit deze plek wordt de helikopter bestuurd. Het landingsgestel is het deel waarop de helikopter landt. Soms is het een soort slee, maar het kunnen ook wielen zijn. De motor en de brandstof zorgen dat de rotor en de staartrotor kunnen draaien De staart van de helikopter zorgt voor het evenwicht. Door de staart zitten de rotor en de staartrotor op de goede afstand van elkaar.

3. In de cockpit Met de stuurknuppel kan de piloot de stand van de rotor veranderen. De stuurknuppel kan alle kanten op bewegen. Als de piloot de stuurknuppel beweegt, verandert de helikopter van richting. Ook kan de piloot sneller of langzamer vliegen met de hulp van de rotor. Op de volgende bladzijde lees je daar meer over. De voetpedalen zorgen ervoor dat de staartrotor bestuurd kan worden. Door de staartrotor kan de helikopter alle kanten op vliegen. De piloot kan ook op één pedaal drukken. Drukt hij het rechterpedaal in dan verandert de helikopter van richting naar rechts.

4. De rotor De rotor is het belangrijkste deel van de helikopter. De piloot kan in de cockpit de stand van de elke vleugel aan de rotor veranderen. Dat doet hij met de stuurknuppel en pedalen. Hij kan niet alleen de stand van de rotor veranderen, maar ook de stand van een vleugelblad. Hieronder zie je hoe dat werkt. De piloot trekt de knuppel naar achter. De rotor wijst omhoog. De helikopter vliegt achteruit. De piloot houdt de knuppel in het midden. De rotor blijft recht. De helikopter hangt recht in de lucht. De piloot duwt de knuppel naar voren. De rotor wijst naar beneden. De helikopter vliegt naar voren. De piloot duwt de knuppel naar links. De rotor wijst links naar beneden. De helikopter vliegt naar links. De piloot houdt de knuppel in het midden. De rotor blijft recht. De helikopter hangt recht in de lucht. De piloot duwt de knuppel naar rechts. De rotor wijst rechts naar beneden. De helikopter vliegt naar rechts.

5. Het gebruik van helikopters Helikopters hebben veel voordelen: Een helikopter heeft maar weinig ruimte nodig om te landen of op te stijgen. (1) Een helikopter kan stil in de lucht blijven hangen. (2) Een helikopter is wendbaar. Hij kan snel en gemakkelijk van richting veranderen. 1 2 Helikopters hebben ook nadelen: Helikopters zijn niet erg snel. Helikopters maken veel lawaai en zorgen voor veel wind. De grote voordelen zorgden ervoor dat de helikopter op heel veel manieren gebruikt kan worden. Op de volgende bladzijde lees je daar meer over.

Reddingswerk Helikopters zijn heel geschikt bij allerlei soorten reddingswerk (1). Ze kunnen snel drenkelingen uit zee oppikken. Maar ook kunnen ze boven een schip blijven hangen om zieken of gewonden mee te nemen. Ook zijn er traumahelikopters (2). Aan boord van de helikopter werken een piloot, een arts en een verpleegkundige. De traumahelikopter wordt op allerlei manieren gebruikt waar de nood hoog is. De arts kan zwaar gewonden op de plek van een ongeluk gelijk helpen. 2 1 3 Bluswerk Vliegtuigen worden vaak gebruikt bij de bestrijding van grote bosbranden (3). Een helikopter kan het water precies op de goede plek gooien. Onder de helikopter hangt een tank of een reuzenemmer. Het water haalt de piloot uit een meer, de zee of een rivier. Soms zijn de helikopters uitgerust met een schuimkanon om het vuur te blussen.

Zwaar vervoer Vooral in het leger wordt de helikopter veel gebruikt. Je kunt soldaten op plekken brengen die bijna niet te bereiken zijn, zoals het oerwoud of in berggebieden. Maar sommige helikopters zijn speciaal gebouwd om zware spullen, zoals tanks te vervoeren. Die spullen kunnen precies op de plaats gebracht worden waar ze nodig zijn. 3 2 1 Gevechten De gevechtshelikopter is een belangrijk wapen in het leger. De gevechtshelikopter heeft onder aan de buik een machinegeweer hangen. Aan de twee zijvleugels zitten raketten (1). De paddenstoel (2) bovenop de rotor is de radar. De piloot ziet hiermee alles wat er in zijn omgeving gebeurt. Op de neus van de helikopter zit een apparaat, waarmee de piloot ook alles in de nacht kan zien (3)

Speuren Ook de politie gebruikt helikopters. Met een helikopter kunnen ze speuren naar vermiste personen. Vanuit een helikopter heb je een goed zicht op de hele omgeving. Ook wordt de helikopter gebruikt bij achtervolgingen. Vanuit de lucht geeft de piloot aan de politie op de grond door waar vluchtende boeven naar toe gaan. Foto s Ook fotografen gebruiken helikopters om mooie foto s van de natuur te maken. Ze huren een helikopter en schieten de mooiste plaatjes. Het voordeel is dat de helikopter niet zo snel kan vliegen. Ook kan de helikopter stil boven een mooie plek blijven hangen.

6. Filmpjes Het Klokhuis: politiehelikopter Bekijk het filmpje

Bronnen en foto s http://en.wikipedia.org/wiki/helicopter

Dit is een uitgave van E-duboek Website: www.eduboek.nl Copyright Age Cnossen 2012 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van dit e-boek bestede zorg kan noch de auteur, noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave.