Samenvatting door een scholier 1774 woorden 27 juni 2017 4,9 19 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak 8 Tijd van Burgers en Stoommachines 1: De Industriële revolutie Gilde: Samenwerking van Meester Gezellen (ambachtsman met opleiding) Tien leerlingen Evt. vrouw en kinderen. Gilde bepaalde kwaliteit, omvang van productie, prijs, aantal leerlingen en gezellen, hun beloningen en lengte van leertijd. Door de manier waarop het productieproces hadden georganiseerd, was massaproductie niet mogelijk. Ook technische verbeteringen werden door de gilde regels tegengehouden (1 e gevolg) Om knellende regels van de stedelijke gildes te omzeilen, ontwikkelde zich op het platteland een huisnijverheid. Via een ondernemer kregen de thuiswerkers ruwe grondstoffen, coördineerde hun productie en zorgde voor afzet. (2 e gevolg) Grootgrondbezitters kregen steeds meer grond, dit voegde samen om het verbouwen efficiënter te bewerken. Daardoor nam de voedselproductie toe en kwam er meer eten in Engeland. Hierdoor groeide de bevolking. Ook kwam deze goede productie door nieuwe landbouwtechnieken. Schietspoel kon bredere en inslagdraden konden veel sneller door de scheringdraden schuiven, een wever kon nu het tempo aan van 16 spinners. Hierdoor nam de behoefte aan een nieuwe uitvinding van spinnen toe en dus werd er een prijs uitgereikt voor wie een uitvinding deed. Maar James Hargreaves hield het voor zichzelf omdat hij dacht dat hij er meer geld mee kon verdienen. Hargreaves kwam met Spinning Jenny, het idee was: een wiel dat gedraaid word, die een aantal spoelen aan het einde van het apparaat draaien. Hierdoor werd het ruwe draad om de spoel gedraaid. hierdoor werd de productie toegenomen maar niet genoeg om weefgetouwen bij te houden. Beide uitvindingen (Spinning Jenny en schietspoel) werden in huisnijverheid gebruikt. Arkwright kwam met waterframe, hier werden verschillende spoelen op andere snelheden aangedreven waardoor het de ruwe katoen pluizen gelijkmatig werden uitgerekt. Dit werd aangedreven door een waterrad. Hierdoor kon een spinner 200x zoveel produceren als iemand met een eenvoudig spinnewiel. Ook kon dit apparaat niet bij huisnijverheid gebruikt worden dus moest het naar een fabriek aan een water. Arkwright bouwde een spinnerij van 6 verdiepingen, 1 waterrad die alle waterframes aandreef. Hierdoor kwamen er werktijden (van wanneer het rad begon te draaien en tot hij weer tot stilstand stond), de fabrieksbel sloot de dag af. https://www.scholieren.com/verslag/109103 Pagina 1 van 6
Arkwright haalde hele families van het platteland om hen te laten werken in zijn fabrieken, zij kregen ook huisvesting. Toen er andere mills bij kwamen, kwam er concurrentie. Deze was tussen de mills en huisnijverheid want die konden dat tempo niet aan. Op 1779 was er een opstand en werden spinnerijen vernield. Dit soort protesten hebben de industrialisatie alleen maar vertragen. Gewonden en doden waren het gevolg. Omdat er perse water nodig was voor de waterframe, waren de beste plaatsen al bezet. Er moest een nieuw soort aandrijving komen: De Stoommachine. De eerste stoommachine werd in 1778 in de mill geplaatst. Hierdoor was er geen water meer nodig voor productie. Gevolgen Industriële Revolutie: Engeland van agrarisch-urbane naar industriële samenleving. Mesen werkten niet meer in de landbouw maar in de industrie. Urbanisatie, meeste mensen gingen in de stad wonen. Ook was er een grote bevolkingsgroei. Gevolg van gevolgen van de Industriële Revolutie: Eerste veranderingen deden zich voor in Groot-Brittannië (1775). In 1810 zette de Industriële Revolutie door in België en Frankrijk. In Duitsland duurde het tot 1850. 2: Het moderne imperialisme Grondstoffen kwamen uit Midden- en Zuid-Amerika want die hadden al nauwe banden met Europa. Spaanse koloniën wilden niet onder Frans gezag komen toen Napoleon Spanje over nam. Zij maakten eigen onafhankelijke regeringen en tussen 1815 en 1830 werden de koloniën zelfstandig. Vanaf 1850 veroverden de Europeanen grote delen van Azië en Afrika om hun te voorzien van grondstoffen. De afzetmarkt viel weg, omdat andere landen de zelfde producten gingen maken. De Britten exporteerde daarom een grootdeel van hun katoen stoffen. Vele landen deden dit ook na Brittannië. Modern Imperialisme: In de 2 e helft van de 19 e eeuw waren er zoveel landen betrokken en werden zo veel gebieden in Afrika en Azië ingelijfd dat deze ontwikkeling modern imperialisme (om te onderscheiden van imperialisme) genoemd. Engeland, Frankrijk, Duitsland en Italië veroverde ook gebieden zonder grondstoffen, dit was om macht een aanzien van hun natie. Stanley moest voor de Belgische koning Leopold ll Afrika in kaart brengen. Maar toen de VS wilde uitbreiden kwamen de Europese koloniale machten in botsing. Hieruit voort ontstond de Conferentie van Berlijn. Hierin stonden afspraken over de grenzen van de kolonnies en aanspraken op Congo van de Belgische koning erkend. Congo leverden alleen nog maar olifantenslagtanden. Daarna ook rubber. Dat werd gewonnen in de wilde natuur. Een kolonie diende voor: Economische exploitatie, internationale roem en nationale trots. https://www.scholieren.com/verslag/109103 Pagina 2 van 6
3: Nationalisme en de Duitse eenwording Congres van Wenen (1814-1815): Ging over de inrichting van het nieuwe Europa. Oostelijke gedeelte van Pruisen kwam bij Rusland. Pruisen kregen daarvoor Rijnland (stuk in Noord-Frankrijk) terug. Terugkerende soldaten in Duitsland gevoelens van nationalisme: Voorliefde voor eigen natie; ook wel het streven om alle mensen van het zelfde volk in een eigen staat samen te brengen Onrust in Duitsland. Cultureel nationalisme wordt politiek nationalisme Otto van Bismark (1862) minister president Pruisen, hij streeft naar Duits keizerrijk 1866= Oorlog met Oostenrijk gewonnen ; 1870-1871= Frans-Duitse oorlog gewonnen door Duitsland. 1. Frankrijk moest schadevergoeding betalen, 2. Elzas-Lotharingen moest worden afgestaan aan de Pruisen, 3. Wraakgevoelens. Theoretische basis van het nationalisme; de taal maakt een volk een eenheid. Romantiek als reactie op de Verlichting, niet denken maar op gevoel afgaan. Zollverein (douane-unie)= Economische samenwerking in het Duitstalige gebied. Het succes van de Pruisische oorlogen waren het goede gebruik van spoorwegen en telegraaf om de troepen op de juiste plaats te krijgen. Oorzaak Franse-Pruisische oorlog: Prins Leopold dreigde aan de macht te komen. Veldslag bij Sedan (1870), hier werd het Franse leger verpletterd en Napoleon II gevangen genomen. 4: De sociale kwestie Doordat in Engeland tussen 1800 en 1850 de inwoners aantallen zo groeiden, verslechterde de huisvesting, gezondheid, kwantiteit en kwaliteit van voedsel. Ook dat jonge arbeiders uren in de zelfde houding moesten werken was slecht. Hoe waren die werkomstandigheden gekomen? (oorzaken) Fabrieksritme, de machines in de fabriek bepaalde het werkritme en niet zij zelf meer. Werkritme, de werknemers moesten blijven van dat de machines aan gingen tot dat ze uitgingen. Op 1 plek blijven tot het waterrad uitstond. Protest, werd je ontslagen. Sociale kwestie; priesters, schrijvers, journalisten en andere beroepen hadden gezien hoe het er in de fabrieken aan toe ging. Zij brachten het nieuws naar de media en het werd een maatschappelijke discussie. Dit werd in na 1850 het belangrijkste politieke thema. Liberalisme: https://www.scholieren.com/verslag/109103 Pagina 3 van 6
Adam Smith (1723-1790) Het vrije, ondernemende individu. De staat moet zich zo min mogelijk met de economie bemoeien. Iedereen moet zichzelf omhoog werken. Het gezag moest in de naam van de burgers uitgeoefend worden. Tegen godsdienstige fanatisme en censuur. Socialisme: Karl Marx (1818-1883) Het Communistisch Manifest van Karl Marx en Friedrich Engels is basis van socialisme. Positie van de arbeiders moest verbeterd worden. Bezittende (bourgeoisie, rijke burgerij) en Niet-bezittende (proletariaat, arbeiders). Klassenstrijd tussen bourgeoisie en proletariaat (winnaars). Na gewonnen revolutie was er een overgangsfase; Proletariërs leren omgaan met nieuwe vrij- en verantwoordelijkheden. Er moest een gezamenlijke koers komen. Mensen die anders dachten, werden met licht dwang overgehaald. Geen heerser of onderdrukten meer. Klasseloos. Geen beloningen meer, maar precies krijgen wat hij/zij verdient. Alle productiemiddelen gemeenschappelijk bezit. Diegene die bleven geloven heten: sociaal-democraten. Maar de voedselprijzen daalden en langzaam stegen de lonen en omstandigheden. Communisten wilden revolutie en absolute macht. De sociaal-democraten wilden geen revolutie maar in kleine stapjes vooruit (sociale wetten). 5: Een nieuwe grondwet Na 1795 werd de Nederlanden een deel van Frankrijk en na de val van Napoleon kreeg de zoon van de laatste stadhouder de macht, prins Willen Frederik. Nederlanden kreeg een nieuwe grondwet en de prins werd onze koning, Nederlanden was een constitutionele monarchie. 1830 was de Belgische opstand, de verschillen waren te groot en de Belgen wilden een vrij eigen land zijn. https://www.scholieren.com/verslag/109103 Pagina 4 van 6
Omdat Engeland en Frankrijk Willem niet meer steunden werd het verenigd koninkrijk der Nederlanden opgedeeld in België en Nederland. De afscheiding van België was een finaciële ramp, nu moest Nederland alle schulden zelf betalen die door de Belgische Opstand flink waren opgelopen. Om deze kosten te betalen werd er meer belasting op eerste levensmiddelen geheven. Door deze hongersnood kwam er onrust en hierdoor nam Willem een wet aan om een nieuwe grondwet te laten schrijven door Johan Thorbecke. 6: Een nieuwe grondwet Verbetering na slechte arbeidsomstandigheden: Oprichting van vakbonden; Voor belangen opkomen van arbeiders. Communistisch --> sociaal-democratisch Burgerij ging anders tegen de sociale kwestie aankijken. Burgers wilden arbeiders verheffen ; cultuur en beschaving bijleren. Sociale woningbouw Beschavingsoffensief; Beweging tegen plat vermaak (kermis), er moesten georganiseerde feesten komen. Drankmisbruik en prostitutie tegen gaan. Vrouwen hadden weinig banen en kansen op een opleiding in NL, in andere landen was er een beweging die opkwam voor hun rechten; het feminisme. Feminisme, wilden kiesrecht voor vrouwen en positie verbeteren. Na 1848 was er ruimte voor de katholieken, er was nu godsdienstvrijheid. Door confessionelen was er op school nog geen niet-religieus onderwijs (hoewel de wet aders zei). Schoolstrijd= Tussen katholieken/protestanten en de overheid over hoe de scholen moesten gefinancierd worden en het gelijkstellen van speciaal onderwijs. In 1878 kwam er een wet zonder financiering, protestanten en katholieken gingen niet akkoord dus werden de confessionelen sterker. Districtenstelsel= Het land opgedeeld in evenveel kiesdistricten als er Kamerzetels waren. Elk district mocht 1 afgevaardigde kiezen voor de 2 e kamer. Per district waren hiervoor verkiezingen. Arbeiders kwamen in opstand Elite kreeg minder macht en confessionelen + socialisten werkelijk invloed op het bestuur. https://www.scholieren.com/verslag/109103 Pagina 5 van 6
Hierdoor werd ook het censuskiesrecht afgeschaft; Alleen diegene die minimum aan belasting betaalde mocht stemmen. Eerste Wereldoorlog gevolgen: Bedrijven moesten sluiten Duizenden mensen werkeloos Voedsel werd gerantsoeneerd Leger stond klaar om in te grijpen Hierdoor moest er iets komen om leiding te geven; de 4 politieke stromingen. Liberalen; Schoolstrijd en kiesrechtkwestie oplossen. Katholieken en Protestanten; Krijgen hun zin in Schoolstrijd Socialisten; algemeen kiesrecht voor de mannen. Evenredige volksvertegenwoordiging= Een partij het aantal zetels krijgt in verhouding tot het aantal stemmen. https://www.scholieren.com/verslag/109103 Pagina 6 van 6