GS Tijd van burgers en stoommachines

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GS Tijd van burgers en stoommachines"

Transcriptie

1 8.1 De Industriële Revolutie Vanaf de 15 e eeuw groeiden veel gilden uit tot gesloten groepen met het monopolie op een ambacht. Wie niet tot een gilde werd toegelaten en dat was een groeiende groep mensen kon in de stad zijn ambacht niet uitoefenen. De gildereglementen waren erg hinderlijk. De gilden stonden borg voor kwaliteit, maar ze beperkten ook het aanbod en hielden daardoor de prijzen kunstmatig hoog. Om aan de knellende regels van de stedelijke gildes te ontkomen, ontwikkelde zich op het platteland de huisnijverheid (=het aan huis maken van producten. Een ondernemer levert hiervoor de grondstoffen en hulpmiddelen, en neemt de eindproducten af.) Voor het werk van één wever was de productie van zeven of acht spinners nodig. Toch zou de technische vernieuwing beginnen bij het weefgetouw. 1. John Kay deed in 1733 de eerste baanbrekende uitvinding in de Engelse textielindustrie: de schietspoel. Deze spoel wordt als het ware tussen de scheringdraden door geschoten, waardoor het weven aanzienlijk sneller ging en er bovendien bredere stoffen geweven konden worden. 2. Het verbeteren van de manier van spinnen werd noodzakelijk. In 1761 schreef Society of Arts een prijsvraag uit voor het ontwikkelen van een spinmachine. De machine van James Hargreaves was zonder twijfel de beste inzending. Deze machine zou bekend worden onder de naam spinning Jenny. Met de spinning Jenny nam de productie van garen toe, maar dat was nog steeds onvoldoende om de weefgetouwen bij de houden. Door het gebruik van de schietspoel en de spinning Jenny nam de kwantiteit en kwaliteit van de productie toe, maar het leef- en werkpatroon van de thuiswerkers bleef gelijk. 3. Richard Arkwright ontwikkelde ook een machine. De machine haalde zijn energie uit een waterrad de reden waarom deze machine een waterframe werd genoemd. Omdat je voor een machine als de waterframe waterkracht nodig had en geen spierkracht (je kon de machine dus niet thuis gebruiken), ging men in de katoennijverheid over van productie in de huisnijverheid naar productie in een fabriek. De eerste, door waterkracht aangedreven spinnerijen, werden in het Engels mill (molen) genoemd. Ook de manier van werken in deze fabriek was een breuk met het verleden. Tot die tijd hadden thuiswerkers achter hun spinnewiel kunnen plaatsnemen als ze daar tijd voor of zin in hadden. In een fabriek bepaalde de machine wanneer er gewerkt moest worden. Ondernemers die de huisnijverheid organiseerden, investeerden vaak geld in deze mills. Met een fabriek konden ze meer greep krijgen op de hoeveelheid en de kwaliteit van de geleverde garens en stoffen. Die investeringen wilden ze natuurlijk zo snel mogelijk terugverdienen. Als een waterframe stilstond, verdienden ze niets. Daarom wilden ze hun dure machines het liefst vijftien uur per dag en zes dagen per week laten draaien. Hiervoor haalden ze hele families van het platteland naar hun fabriek. In ruil voor vast werk en huisvesting waren die bereid zich helemaal aan de ondernemers over te leveren. De locatie van de fabriek was erg belangrijk. Een mill moest natuurlijk aan een riviertje met voldoende snelstromend water staan en de beste plekken daarvoor waren al snel bezet. De ondernemers wilden daarom niet meer afhankelijk zijn van waterkracht en zochten naar andere manieren om hun machines aan te drijven. Die vonden ze in de stoommachine. De eerste stoommachines hadden twee grote nadelen: hij werkte traag en verbruikte een enorme hoeveelheid brandstof (steenkool). James Watt verbeterde deze machine tot een stoommachine die voor talloze doeleinden kon worden gebruikt en ook de functie van het waterrad kon overnemen. Voor de nieuwe, volledig door stroom aangedreven fabrieken gold nu dat vrijwel elke plek geschikt was. Fabrikanten wilden hun fabrieken het liefst midden in de stad hebben zodat de arbeiders geen kostbare tijd meer hoefden te verspillen aan het lopen tussen hun huis en de fabriek. De Industriële Revolutie had grote gevolgen: Groeiende vraag naar grondstoffen en afzetmarkten; Nationale markteconomie; Enorme economische groei; Groei industrie en dienstensector; Samenleving verandert in een industriële samenleving; Snelle bevolkingsgroei en urbanisatie (mensen gaan in steden wonen); Enorme uitbreiding van de mogelijkheden voor verover, zoals de stoomlocomotief. Deze veranderingen deze zich het eerst voor in Groot-Brittannië, vanaf 1775.

2 In de jaren zeventig van de negentiende eeuw stokte de snelle economische groei, maar in het laatste decennium nam de bedrijvigheid weer sterk toe. De karakter van de industrie veranderde zodanig, dat men wel spreekt van de Tweede Industriële Revolutie. Tijdens de Eerste Industriële Revolutie was steenkool de belangrijkste energiebron: de stoommachines werden met steenkool gestookt. In de tweede helft van de negentiende eeuw werden aardolie en elektriciteit de nieuwe energiebronnen. Elektriciteit is gemakkelijk transporteerbaar en kan daarom op bijna alle plaatsen worden gebruikt. Overal kwam elektrische verlichting. Al snel werden ook de machines met elektromotoren aangedreven. Met elektrische apparaten ging de communicatie opeens sneller en werd huishoudelijk werk lichter. Toen er uit aardolie benzine kon worden gehaald, begon kort voor 1900 de auto aan een niet te stuiten opmars. De overgang van de Eerste naar de Tweede Industriële Revolutie betekende ook een overgang van een economie die gebaseerd was op de productie van kapitaalgoederen (machines, spoorwegen) naar een economie die het moest hebben van de productie van consumptiegoederen(kleding, zeep, margarine). De ontwikkeling in Nederland week wat af van die in de omringende landen. In de negentiende eeuw was er een kleinschalige, op de binnenlandse markt gerichte nijverheid. Voor ondernemers die gespecialiseerd waren in luxe kwaliteitsproducten was het voordeliger om bestaande ambachtelijke productiemethoden te verfijnen dan machines te gaan gebruiken. Pas omstreeks 1850 kwam er een moderne economische groei op gang. In de moderne bedrijfstakken ontstond een patroon dat tot ver in de twintigste eeuw zou blijven bestaan. In Oost- en Zuid-Nederland ontwikkelden zich arbeidsintensieve industrieën zoals de katoenindustrie in Twente en de wolindustrie in Tilburg. In Holland concentreerden zich kapitaalintensieve industrieën, zoals scheepsbouw en machinefabrieken. Op het Nederlandse platteland vestigden zich bedrijven die agrarische grondstoffen verwerkten.

3 8.2 Modern imperialisme De vraag naar grondstoffen nam sterk toe. Er was bijvoorbeeld rubber nodig voor de riemen waarmee de stoommachines werden aangedreven en olie om deze te smeren en er was jute nodig voor zakken waarin goederen werden verpakt. Waar moesten deze grondstoffen vandaan komen? Het meest voor de hand lag Amerika, omdat daar al vanaf het begin van de zestiende eeuw grote gebieden nauw verbonden waren met Europa, en dan vooral met Spanje. Maar er was ondertussen een hoop veranderd in Spanje. Toen Spanje door Napoleon werd bezet, wilden de bewoners van de Spaanse koloniën niet onder Frans gezag komen en vormden zij overal plaatselijke onafhankelijke regeringen. Zij wisten heel goed dat Spanje de koloniën had om de eigen schatkist te vullen. Ook na de nederlaag van Napoleon zetten ze daarom hun strijd voor onafhankelijkheid voort. En met succes: tussen 1815 en 1830 werd het ene Latijns-Amerikaanse land na het andere zelfstandig. Vanwege de politieke omwentelingen in Amerika concentreerden de Europeanen de Engelsen voorop zich vanaf 1850 op het veroveren van grote delen van Afrika en Azië. Het doel was om zich voor lange tijd te verzekeren van de aanvoer van goedkope grondstoffen. Het vinden van afzetmarkten als motief voor kolonisatie werd steeds belangrijker toen ook in andere Europese landen en in de VS de Industriële Revolutie doorzette. Doordat ook deze landen industriële producten gingen maken, vielen ze voor Groot-Brittannië als afzetmarkt weg. De Engelse fabrikanten zagen de inwoners van de koloniën als de toekomstige kopers van hun producten. Britse textielfabrikanten exporteerden daarom een groot deel van hun katoenen stoffen naar Brits-Indië. Andere Europese landen volgden het Britse voorbeeld. Imperialisme, het opbouwen van een groot rijk door andere gebieden te veroveren, was niet nieuw. De Romeinen hadden een kleine tweeduizend jaar eerder hetzelfde gedaan. In de tweede helft van de negentiende eeuw waren zo veel landen betrokken en werden zo veel gebieden in Afrika en Azië ingelijfd, dat deze ontwikkeling om haar te onderscheiden van het vroegere imperialisme modern imperialisme wordt genoemd. Engeland, Frankrijk, Duitsland en Italië veroverden ook gebieden zonder grondstoffen en amper inwoners; puur om macht en aanzien voor hun natie te verwerven. De gedachte was dat een land alleen meetelde als het veel omvangrijke koloniën had. De rivaliteit tussen de Europese landen nam toe omdat zij allemaal de status van grootmacht wilden. Dit leidde tot serieuze problemen en tot het uitvechten van Europese conflicten in de koloniën. Het modern imperialisme vergrootte het wantrouwen tussen de Europese staten. De wedloop om het bezit van koloniën zou dan ook een van dieperliggende oorzaken worden van de Eerste Wereldoorlog in (Keizer Wilhelm II moest niet hebben van de voorzichtigheid waarmee Bismarck opereerde. Het Duitse Rijk was in zijn ogen het machtigste land op het vasteland van Europa en moest dus ook de plaats hebben die het toekwam. Wat daarvoor nodig was, waren koloniën en een grote oorlogsvloot. Dat betekende een toenemende spanning met Engeland.) Behalve de economie en politieke motieven kan er nog een derde motief onderscheiden worden: het culturele of ideologische. In 1859 publiceerde de Engelse bioloog Charles Darwin The Origin of Species, het boek waarin hij zijn evolutietheorie uiteenzette. Darwin stelde dat alleen die planten- en diersoorten blijven voortbestaan die zich het best aan de veranderende omstandigheden aanpassen (survival of the fittest). In deze struggle for life overleven alleen de sterksten. Aan het eind van de negentiende eeuw pasten westerse wetenschappers en politici deze begrippen ook toe op de menselijke samenleving. Deze zogeheten sociaal-darwinisten kwamen tot de conclusie dat hun eigen volk en het eigen blanke ras superieur waren. De Fransen gingen hier ver in. Ze gaven zichzelf letterlijk de opdracht tot een mission civilisatrice: het opleiden en opvoeden van de inheemse volken van hun koloniën tot zwarte Fransen. Aanvankelijk leverde Congo alleen slagtanden en olifanten: ivoor was in Europa een gewild artikel. Na 1888 werd Congo een belangrijke leverancier van rubber. De vraag naar rubber steeg direct enorm. Van rubberplantages was in die jaren nog geen sprake. Er werd alleen wilde rubber verzameld. Het oogsten daarvan was lastig en tijdrovend. Het vuile werk van de belastinginning werd overgelaten aan de ondergeschikten met een geweer. Omdat hun blanke chefs er zeker van wilden zijn dat ze hun wapen niet misbruikten om op wild te jagen, moesten ze kunnen bewijzen wat ze met de kogel hadden gedaan.

4 8.3 Nationalisme en de Duitse eenwording De Napoleontische periode had onder de Duitse bevolking gevoelens losgemaakt die na 1815 bleven. Duitse oorlogsvrijwilligers keerden vol vaderlandsliefde uit de oorlog tegen Napoleon terug: Duitsland moest weer een staat worden zoals Frankrijk, Spanje of Engeland. In heel Duitsland ontstonden zogeheten Burschenschaften. De leden van deze studentenverenigingen verheerlijkten het verleden en keerden zich tegen buitenlandse (en vooral Franse) invloeden. Bij deze studentenverenigingen gingen nationalisme en romantiek hand in hand. Dichter en filosoof Johann Gottfried Herder gaf aan dit nationalisme een theoretische basis. Hij meende dat vooral de taal een volk tot een eenheid maakt, omdat via de taal ieder volk een eigen cultuur ontwikkelt. Veel jonge geleerden en schrijvers verdiepten zich in deze jaren in de Duitse geschiedenis en ontdekten de eigen cultuur en taal. Deze vertegenwoordigers van het culturele nationalisme stonden onder de invloed van de Romantiek. Deze kunststroming was een reactie op het rationalisme van de Verlichting en op het classicisme. De kunstenaars van de Romantiek stelden de eigen, subjectieve beleving en de intuïtie voorop en haalden hun inspiratie uit de geschiedenis en cultuur van hun volk. Daarmee sloten Romantiek en nationalisme goed bij elkaar aan. Het Duitse culturele nationalisme veranderde na verloop van tijd in politiek nationalisme. De oorzaak hiervoor waren de maatschappelijke veranderingen en de technische vooruitgang als gevolg van de Industriële Revolutie. Pruisen had een versnipperd staatsgebied met veel kleine staatjes. Toen ook in Pruisen de industrialisatie begon en er spoorwegen werden aangelegd, bleek die versnippering voor problemen te zorgen. Bij iedere grensovergang moesten namelijk van alle personen de paspoorten worden gecontroleerd en werd de handelswaar met invoerrechten belast. Het werd voor de spoorwegen nagenoeg onmogelijk om een betrouwbare dienstregeling op te zetten. Pruisen wilde een eind maken aan deze kostbare en tijdrovende situatie en zijn territorium omvormen tot één douanegebied. Buurstaten werden onder druk gezet en in 1834 kwam er een Zollverein (douane-unie) in het Duitstalig gebied. Aanvankelijk werd er alleen op economisch gebied samengewerkt. Dit veranderde in 1848 toen er overal in Europa politieke onlusten waren die ook naar Duitse steden omsloegen. In Frankfurt kwam een parlement bijeen. De leden spraken uitgebreid over de vraag hoe groot een toekomstige Duitse staat moest zijn. Er waren twee stromingen: 1. De Groot-Duitse gedachte: de gehele Donaumonarchie hoort erbij of op zijn minst de Duitstalige gebieden daarvan. 2. De Klein-Duitse gedachte: de Donaumonarchie hoort er niet bij, ook de Duitstalige gebieden niet. Men koos voor het 2 e. De vertegenwoordigers vroegen de Pruisische koning Friedrich Wilhelm IV om de keizer van dit nieuwe Duitsland te worden maar hij weigerde deze keizerstitel, omdat in zijn ogen een keizer door God werd uitverkoren en niet kon worden benoemd door het volk. Hij vergeleek de keizerskroon met een Hundehalsband die hem aan de revolutie van 1848 zou ketenen. Daarna bleef het enige tijd rustig aan het politieke front. Dit veranderde toen Otto von Bismarck aantrad als minister-president van Pruisen. Volgens Bismarck was een oorlog met Oostenrijk en Frankrijk de enige manier om een Duits Keizerrijk te kunnen vormen. Na wederzijdse provocaties raakte Pruisen in oorlog met Oostenrijk (1866). Deze Pruisisch-Oostenrijke Oorlog won Pruisen met als resultaat dat het koninkrijk Hannover kon worden ingelijfd. In het najaar van 1866 vormden 22 Duitse staten ten noorden van de rivier de Main een statenbond: de Noord- Duitse Bond. Pruisen maakte in de bond de dienst uit. De Franse keizer Napoleon III zag met groeiende ongerustheid aan hoe Pruisen steeds machtiger werd in Europa. Toen in 1870 prins Leopold (een ver familielid van de Pruisische koning) op de Spaanse troon dreigde te komen, reageerde Frankrijk fel. Napoleon verklaarde op 19 juli 1870 Pruisen de oorlog. De oorlog verliep voor Frankrijk rampzalig. Het Franse leger werd verslagen en Napoleon III werd gevangen genomen. De stad Parijs capituleerde enkele maanden later, in januari In het vredesverdrag werd bepaald dat Frankrijk een flinke schadevergoeding moest betalen en bovendien Elzas-Lotheraringen aan Pruisen moest afstaan. De weerzin in Frankrijk tegen dit opgelegde verdrag was groot. Hierna zaten de Fransen vol anti-duitse gevoelens en waren zij uit op wraak. De overwinning op Frankrijk had overal in Duitsland nationalistische gevoelens aangewakkerd. Bismarck benutte de grote eensgezindheid onder de Duitse vorsten om de Duitse eenwording tot stand te brengen. Op 18 januari 1871 werd koning Wilhelm I van Pruisen in de Spiegelzaal in Versailles uitgeroepen tot keizer van Duitsland. In het Duitse keizerrijk gingen industrialisering en urbanisering in hoog tempo door. De sociale mobiliteit leidde tot grote maatschappelijke en culturele spanningen. Sommige bewegingen verzetten zich tegen elke vorm van modernisering. Deze völkische stromingen wilden niet alleen terug naar de traditionele volkscultuur, maar streefden ook naar grotere sociale gelijkheid, die ten koste zou gaan van de bestaande elite.

5 8.4 De sociale kwestie Op het grondgebied van het huidige Nederland woonden in 1795 ruim twee miljoen mensen. In het midden van de negentiende eeuw waren dat er ruim drie miljoen. In landen waar de industrialisatie eerder was begonnen en krachtiger had doorgezet, was de bevolkingsgroei nog groter. Voor de grote groepen mensen die zich in de nieuwe fabriekssteden vestigden, werden in hoog tempo huizen gebouwd. Geld, kennis en tijd om goede bouwplannen te maken waren er echter niet. Het gevolg was dat er in de industriesteden al snel krottenwijken ontstonden, ook in Nederland. Slechte huisvesting was niet het enige probleem. Ook de voedselvoorziening liet te wensen over, zowel wat betreft de hoeveelheid als de kwaliteit. Hierdoor was de arbeidersklasse vatbaar voor allerlei ziekten. In de loop van de negentiende eeuw kwamen sociaal bewogen burgers voor de arbeiders op. Het waren artsen, dominees, priesters, schrijvers en journalisten die door hun werk de ellende in de fabrieken en arbeidersbuurten van nabij hadden gezien. Zij zochten de publiciteit en brachten de misstanden onder de aandacht. Daarmee zetten ze een maatschappelijke discussie in gang die de sociale kwestie werd genoemd. Hun ingezonden brieven in kranten en hun pamfletten, rapporten en boeken hadden op den duur effect. Hoe kon het dat de overheid niets deed, terwijl zo veel mensen in diepe armoede leefden? Een verklaring hiervoor ligt in de toen heersende opvatting over de werking van de economie, vooral die van Adam Smith. De theorie van Smith is de basis van het liberalisme dat in deze tijd ontstond. In het liberalisme staat het vrije, ondernemende individu centraal. De liberalen vonden dat de staat zich zo min mogelijk met de economie moest bemoeien; zij vreesden een almachtige staat en meenden dat ieder mens zich op basis van zijn eigen talenten omhoog zou werken. Op politiek terrein verwierpen ze het absolutisme; ze vonden dat iedereen voor de wet gelijk moest zijn. Het gezag moest worden uitgeoefend door of in naam van verantwoordelijke burgers. Daarom hechtten ze veel waarde aan het parlementaire stelsel. Op intellectueel vlak streden de liberalen tegen godsdienstfanatisme en censuur. Ieder moest zijn eigen opvattingen kunnen ontwikkelen en die mogen uitdragen, was hun overtuiging. In het midden van de negentiende eeuw gingen zowel burgers als arbeiders de straat op om hun wensen kenbaar te maken. Ze eisten een rechtvaardiger maatschappij, redelijke lonen en meer politieke zeggenschap. In 1848 verscheen Het Communistisch Manifest van Karl Marx en Friedrich Engels. Dit boek zou de theoretische basis worden voor het socialisme, in het midden van de negentiende eeuw een verzamelnaam voor een nieuwe politieke stroming die volledige gelijkheid van de mensen nastreefde. Marx en Engels schreven hoe de positie van de arbeiders moest worden verbeterd. Marx was tot de conclusie gekomen dat er in elk maatschappijtype een bezittende en een niet-bezittende klasse is. In de negentiende eeuw waren dat volgens Marx de bourgeoisie (de rijke burgerij) en het proletariaat (de arbeiders). Die twee klassen hadden tegenstrijdige belangen. Op een zeker moment het proletariaat wel in opstand moeten komen om met geweld de maatschappelijke orde omver te werpen. Volgens het marxisme de leer van Marx, ook wel communisme genoemd stond de uitkomst van die klassenstrijd bij voorbaat vast: de proletariërs zouden winnen. Daarna voorzag Marx een overgangsfase. Daarin zouden proletariërs leren omgaan met hun nieuw verworven vrijheid en verantwoordelijkheid. Na verloop van tijd zou iedereen uit volle overtuiging meewerken aan de communistische heilstaat. Daarin bestaan geen heersers of onderdrukten meer en zijn alle productiemiddelen (natuur, kapitaal en arbeid) gemeenschappelijk bezit. In deze klassenloze samenleving werkt iedereen hard uit vrije wil en zet zich volledig in voor het welzijn van de samenleving. Mensen krijgen geen beloning voor hun prestaties of kwaliteiten, maar ontvangen precies wat ze nodig hebben. Iedereen is daarom tevreden en diefstal komt niet meer voor. Marx voelde zelf al aan dat elk bewijs voor zijn theorie ontbrak. Pas twintig jaar na het verschijnen van Het Communistisch Manifest kwam hij met een wetenschappelijk vervolg. De werkelijkheid pakte inderdaad anders uit dan Marx en Engels hadden voorspeld. Arbeiders kregen het niet almaar slechter, maar juist beter: de voedselprijzen daalden en langzaam stegen de lonen, waardoor hun levens- en werkomstandigheden iets verbeterden. Omdat de revolutie uitbleef, gingen de aanhangers van Marx twijfelen aan zijn leer. Anderen, de sociaaldemocraten, bleven streven naar een klassenloze samenleving. Zij wilden die niet door revolutie bereiken, maar stapsgewijs opbouwen via sociale wetten. Ze wilden deze ideale samenleving tot stond brengen via de parlementaire democratie, door een uitbreiding van het kiesrecht.

6 8.5 Een nieuwe grondwet In 1795 veroverden Franse revolutionaire troepen de Republiek en vluchtte de stadhouder Willem V naar Engeland. Hierna maakten de patriotten een tijdlang de dienst uit. Het waren echter de Fransen die de macht hadden, niet de patriotten. Na de val van Napoleon kreeg de zoon van de laatste stadhouders, prins Willem Frederik, de soevereiniteit (het oppergezag) aangeboden. Maar over welk gebied dat precies was, bleef nog lang onduidelijk. Hij moest daarbij wel beloven dat er een nieuwe grondwet zou komen waarin de spelregels van de manier van regeren waren vastgelegd. Deze grondwet werd op 29 maart 1814 aangenomen. Op diezelfde dag werd de prins beëdigd als koning Willem I. Nederland was daarmee een constitutionele monarchie geworden. Al snel bleek echter dat Willem I zich weinig van de grondwet aantrok en als een (verlichte) absoluut koning wenste te regeren. Willem I had veel macht. Hij had verregaande bevoegdheden over het leger, de vloot, buitenlandse zaken en de koloniën. Hoewel het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden een grondwet had, was er nog geen sprake van een democratie. In het Zuiden waren velen ongelukkig. De autoritaire regeerstijl van de koning, het gedwongen gebruik van het Nederlands en de achterstelling van katholieken leidden tot ontevredenheid onder verschillende bevolkingsgroepen. In 1830 kwam het in Brussel tot een uitbarsting. Aanleiding vormde een opvoering van de opera De stomme van Portici. De aria waarin de heilige liefde voor het eigen land wordt bezongen, leidde tot anti-hollandse demonstraties van de overwegend Franstalige burgers van de stad. Ontevreden katholieken, Franstaligen en liberalen verenigden zich in verzet tegen alles wat als Noord-Nederlandse overheersing werd ervaren. Daarmee was de Belgische Opstand een feit. Koning Willem I stuurde de kroonprins met een leger naar Brussel, maar deze moest zonder succes terugkeren. Een tweede poging om met geweld de eenheid van het Koninkrijk te herstellen in augustus 1831, bekend geworden als de Tiendaagse Veldtocht, leidde opnieuw tot een debacle voor het leger. Doordat de grote mogendheden, met name Engeland en Pruisen, koning Willem I niet langer wilden steunen, werd uiteindelijk in 1839 het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden opgedeeld in twee onafhankelijke staten: Nederland en België. Koning Willem I voelde zich persoonlijk gekrenkt door het verlies van België en trad daarom in 1840 af. Zijn zoon koning Willem II erfde een bijna lege schatkist, want de afscheiding van België was een financiële ramp voor de staat. De Nederlanders kregen de rekening in de vorm van hogere belastingen gepresenteerd van alle schulden die Nederland had opgebouwd. Vanaf 1845 kreeg de bevolking bovendien te kampen met mislukkende aardappeloogsten, waardoor er hongersnood ontstond. Net als in andere Europese landen namen in dat jaar ook in Nederland ontevredenheid en onrust onder de bevolking toe. Uit angst dat de revolutionaire bewegingen die in andere landen opkwamen, zouden overslaan naar Nederland, gaf koning Willem II in maart 1848 toestemming om een nieuwe grondwet voor te bereiden. De leider van de liberalen, Johan Thorbecke, kreeg van de opdracht die nieuwe grondwet te schrijven. De koning werd in één nacht van conservatief, liberaal en zette zijn handtekening. In de nieuwe grondwet was de macht van de Eerste en Tweede Kamer uitgebreid en die van de koning en de regering ingeperkt. De Eerste en Tweede Kamer zou worden gekozen door mannen die een minimumbedrag aan belasting betaalden (censuskiesrecht).

7 8.6 Emancipatie en politieke strijd In Groot-Brittannië was de macht van de koning van oudsher beperkt. Iedere hervorming van de wet en van het bestuur moest door het Britse parlement worden goedgekeurd. Het parlement was verdeeld in twee gelijkwaardige kamers: het Hogerhuis (House of Lords) en het Lagerhuis (House of Commons). De leden van het Hogerhuis kwamen uit vooraanstaande aristocratische families en waren door de koning voor het leven benoemd. De leden van het Lagerhuis werden gekozen. Dit gebeurde via een districtenstelsel, met twee afgevaardigden per district. De indeling van de districten was sinds 1688 niet meer veranderd. Daarom waren gebieden waarvan de bevolking sinds die tijd sterk was gegroeid (Industriegebieden zoals Lancashire) niet of nauwelijks vertegenwoordigd in het Lagerhuis. Andersom hadden de steden waar de bevolking was weggetrokken hun vertegenwoordigers juist gehouden. De landadel, dat wil zeggen de grootgrondbezitters, domineerden het Britse bestuur. Deze hadden weinig oog voor de belangen van de fabrikanten. Dat zat de industriëlen dwars. Ze wilden daarom een hervorming van het kiesstelsel om op die manier meer invloed te krijgen. Ook arbeiders beseften dat dit de enige weg was om hun slechte levens- en werkomstandigheden te kunnen verbeteren. Vanaf 1815 waren er in de industriesteden drukbezochte bijeenkomsten waar arbeiders discussieerden over de politiek, de lage lonen en de hoge prijzen. Radicalere sprekers spraken in de zomermaanden van 1819 openlijk over opstand en revolutie. De overheid werd nerveus en na een gewelddadig optreden van de autoriteiten in 1819 in Manchester was duidelijk dat hervormingen niet via de staat bereikt konden worden. In 1830 leek de tijd rijp voor verandering. Na enkele mislukte pogingen werd in 1832 de langverwachte Reform Act aangenomen. Maar liefst 86 kiesdistricten verloren hun vertegenwoordigers in het parlement. De nieuwe industriegebieden kregen de vrijgekomen zetels. Verder werd de minimumeis voor het kiesrecht, die was gebaseerd op bezit, verlaagd. Hierdoor nam het aantal kiezers met de helft toe. Van naar Na het aannemen van de Reform Act werd de roep om verdere hervormingen nog sterker. Eén beweging hield de gemoederen vooral bezig: het chartisme. De naam chartisme komt van het People s Charter ( handvest ) dat William Lovett in 1838 had opgesteld. Lovett stelde hierin zijn eisen voor politieke hervormingen:. het invoeren van algemeen kiesrecht (voor mannen). jaarlijkse en geheime verkiezingen het passief kiesrecht (recht om gekozen te worden) uitbreiden Gekozen parlementsleden moesten een vergoeding krijgen, zodat ook mensen met een laag inkomen zich verkiesbaar konden stellen. Nieuwe indeling van de kiesdistricten, zodat deze gelijkwaardiger werden. Onder de leiding van Feargus O Connor groeide het chartisme uit tot een indrukwekkende beweging maar doordat de regering in de loop van de jaren veertig enkele sociale verbeteringen doorvoerde en andere hervormers hun eisen overnamen, verdween de beweging. In 1892, het jaar waarin Wilhelmina Drucker haar onvrede met de positie van de vrouw verwoordde, waren man en vrouw voor de Nederlandse wet ongelijk. Alleen mannen mochten beslissen over alle zaken die het huishouden en de opvoeding van hun kinderen aangingen, konden stemrecht krijgen en hadden toegang tot alle vormen van onderwijs. Vrouwen hadden nauwelijks recht op onderwijs en opleiding en waren in het huwelijk ondergeschikt aan hun man. Steeds meer vrouwen vonden dit onrechtvaardig. Overal in de westerse wereld was na 1870 een beweging ontstaan die opkwam voor de rechten van de vrouw: het feminisme. De beweging richtte zich vooral op het verwerven van kiesrecht, om op die manier invloed te kunnen krijgen op wetgeving. De feministen wilden de positie van de vrouw dus via de parlementaire weg verbeteren. Katholieken waren sinds het slagen van de Opstand in de Republiek officieel achtergesteld: het openbaar uitoefenen van hun geloof was verboden en katholieken konden geen officiële ambten bekleden. Pas in de herziene grondwet van 1848 werd vrijheid van godsdienst als een grondrecht opgenomen. Hierna was de weg vrij voor de emancipatiebeweging van de katholieken. Katholieken en rechtzinnige protestanten vonden het niet juist dat de liberale kerk en staat steeds meer gingen scheiden. In de tweede helft van de negentiende eeuw stoorden deze confessionelen zich bijvoorbeeld aan de manier waarop het onderwijs was georganiseerd. In de grondwet van 1848 was ook vastgelegd dat het openbaar onderwijs elk kind moest onderwijzen in alle christelijke en maatschappelijke deugden, maar vele gelovigen ging dat niet ver genoeg. Ze vonden dat hun kinderen onderwijs moesten krijgen dat uitging van het specifieke christelijke leer. In de Schoolstrijd werden katholieken en protestanten bondgenoten. Ze wilden dat de overheid de katholieke en protestantse scholen op dezelfde manier zou financieren als het openbaar onderwijs.

8 Nederland kende in de negentiende eeuw nog een districtenstelsel. Het land was opgedeeld in evenveel kiesdistricten als er Kamerzetels waren. In de praktijk betekende dit dat de gekozen kandidaat de belangen van het eigen district belangrijke vond dan het algemeen belang. Dit veranderde toen met de Schoolstrijd zich een strijdpunt aandiende dat het hele land aanging. Niet alleen de Schoolstrijd, maar ook de groeiende angst voor het opkomende socialisme dreef protestanten en katholieken tot samenwerking. Vanaf 1870 waren er namelijk tal van verenigingen actief die de ellendige woon- en werkomstandigheden van de arbeiders wilden verbeteren. Een belangrijke woordvoerder daarvan was Ferdinand Domela Nieuwehuis. In zijn tijdschrift Recht voor Allen riep hij het proletariaat op tot revolutie. In 1882 richtte Domela Nieuwehuis de Sociaal Democratische Bond op. Toen hij zes jaar later als eerste socialist in de Tweede Kamer werd gekozen, haalden de katholieken en protestanten de onderlinge banden nog sterker aan. Toch zou het nog lang duren voordat de confessionelen en socialisten werkelijk invloed konden uitoefenen op de wetgeving. In Den Haag bleef de kleine elite welgestelde liberalen de dienst uitmaken. Dat veranderde toen overal in Europa arbeiders in opstand waren gekomen. Zittende machthebbers moesten toen wel vraagtekens zetten bij hun beleid. Het censuskiesrecht paste bijvoorbeeld niet meer bij de tijd. De progressieve liberaal Samuel van Houten noemde dit een onrechtvaardig politiek voorrecht. In 1887 werd de grondwet gewijzigd, waardoor het kiesrecht kon worden uitgebreid. Het duurde nog tot 1896 voordat de Kieswet daadwerkelijk was aangepast. Vanaf dat jaar waren bepaalde diploma s, het bezit van een huis met een bepaalde waarde, een minimumbedrag aan spaargeld of een bepaald inkomen, de voorwaarden voor het kiesrecht. Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, veranderde er ook in Nederland veel. Nederland bleef weliswaar neutraal, maar beleefde een moeilijke tijd. Bedrijven moesten sluiten en duizenden mensen kwamen op straat te staan. Het voedsel werd gerantsoeneerd en het leger stond paraat om plunderingen te voorkomen. Om aan deze moeilijkheden het hoofd te kunnen bieden, waren de vier politieke stromingen (liberalen, protestanten, katholieken en socialisten) gedwongen om samen te werken. Hierdoor ontstond een gevoel van nationale eenheid. De regering maakte van deze situatie gebruik om twee slepende kwesties op te lossen: de Schoolstrijd en de kiesrechtkwestie. De katholieken en protestanten zouden hun zin krijgen in de Schoolstrijd mits ze akkoord gingen met de invoering van het algemeen kiesrecht, de grote wens van de socialisten en progressieve liberalen. De confessionelen voelden echter niet veel voor een uitbreiding van het kiesrecht en waren bovendien fel tegen het vrouwenkiesrecht. Daarom werd een compromis voorgesteld: er zou algemeen mannenkiesrecht komen en in de nieuwe grondwet, die in 1917 werd aangenomen, zou ruimte komen om dit later te kunnen uitbreiden met kiesrecht voor vrouwen. In 1918 werd voor het eerst een volksvertegenwoordiging gekozen volgens het nieuwe stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Dat wil zeggen dat een partij een aantal zetels in de kamer krijgt in verhouding tot het aantal stemmen. Dit leverde een politieke aardsverschuiving op. De confessionele partijen waren de grote winnaars qua zetels: samen kregen ze de helft van het totaal aantal zetels. Inmiddels verzetten de confessionele partijen zich niet meer tegen de invoering van het algemeen vrouwenkiesrecht en was er een Kamermeerderheid om de Kieswet aan te passen, zodat op woensdag 5 juli 1922 Nederlandse vrouwen van 25 jaar en ouder voor het eerst voor een landelijke verkiezing hun stem mochten uitbrengen. Hiermee was de democratisering van de politiek in Nederland vrijwel voltooid. Met de invoering van het algemeen kiesrecht was de weg vrij voor sociale wetgeving.

3,2. Verslag door Lotte 1992 woorden 19 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Tijdvak: Tijd van burgers en stoommachines. Periode:

3,2. Verslag door Lotte 1992 woorden 19 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Tijdvak: Tijd van burgers en stoommachines. Periode: Verslag door Lotte 1992 woorden 19 juni 2017 3,2 6 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van burgers en stoommachines Periode: 1800-1900 https://www.scholieren.com/verslag/108551

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting door Larissa 665 woorden 18 januari 2016 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Hoofdstuk 8: Tijd van

Nadere informatie

Tijdvak van burgers en stoommachines (1800 1900) / 19 e eeuw

Tijdvak van burgers en stoommachines (1800 1900) / 19 e eeuw Tijdvakken Tijdvak van burgers en stoommachines (1800 1900) / 19 e eeuw K.A. * De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving * De moderne vorm van imperialisme

Nadere informatie

bepaalde groep. In de negentiende eeuw waren dat arbeiders, vrouwen en confessionelen.

bepaalde groep. In de negentiende eeuw waren dat arbeiders, vrouwen en confessionelen. Samenvatting door Lotte 3067 woorden 19 juni 2017 1 1 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijd van burgers en stoommachines: 1800-1900 Begrippen o Confessionalisme: stroming waarvan de aanhangers

Nadere informatie

31. De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legt voor een industriële samenleving.

31. De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legt voor een industriële samenleving. Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 8 Samenvatting door M. 1868 woorden 20 februari 2016 7,1 10 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Geschiedenis tijdvak 8. stoommachines 1800-1900 Moderne tijd

Nadere informatie

Gilde: Samenwerking van Meester Gezellen (ambachtsman met opleiding) Tien leerlingen Evt. vrouw en kinderen.

Gilde: Samenwerking van Meester Gezellen (ambachtsman met opleiding) Tien leerlingen Evt. vrouw en kinderen. Samenvatting door een scholier 1774 woorden 27 juni 2017 4,9 19 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak 8 Tijd van Burgers en Stoommachines 1: De Industriële revolutie Gilde: Samenwerking

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Kenmerkende aspecten: * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. * De opkomst van

Nadere informatie

van de gemeenschap wil brengen. Hoofddoel is het realiseren van een klasseloze samenleving waarin iedereen volledig gelijk is.

van de gemeenschap wil brengen. Hoofddoel is het realiseren van een klasseloze samenleving waarin iedereen volledig gelijk is. Samenvatting door Lotte 4904 woorden 19 juni 2017 6,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Geschiedenis hoofdstuk 8 o Bourgeoisie: welgestelde burgers die politieke macht en productiemiddelen

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie. Onderzoeksvraag: Waardoor ontstonden het liberalisme en het socialisme, en hoe dachten liberalen en socialisten over de sociale kwestie? Kenmerkende aspect: De opkomst van de politiek maatschappelijke

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Kenmerkende aspecten: * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. * De opkomst van

Nadere informatie

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen Tijdvak 8 Toetsvragen 1 In Nederland was de eerste belangrijke politieke stroming het liberalisme. Welke politieke doelen wilden liberalen bereiken? A Zij wilden een eenheidsstaat met een grondwet en vrijheid

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting door M. 804 woorden 17 juni 2013 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Bronnen Samenvatting geschiedenis Hoofdstuk 6 Burgers en stoommachines,

Nadere informatie

Kenmerkende Aspecten: 1.De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.

Kenmerkende Aspecten: 1.De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving. Boekverslag door L. 3518 woorden 23 juni 2015 7.4 34 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Kenmerkende Aspecten: 1.De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële

Nadere informatie

De Industriële Revolutie. Veranderingen in de landbouw

De Industriële Revolutie. Veranderingen in de landbouw De Industriële Revolutie Veranderingen in de landbouw Hoe het eerst ging In de middeleeuwen was 90 procent van de bevolking boer Dit was geen keuze, maar noodzaak De opbrengt van de grond lag laag! Ondanks

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Samenvatting door M. 1255 woorden 6 mei 2015 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Grondwet

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw Werkstuk door een scholier 2435 woorden 22 januari 2005 6 108 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inhoud: Hoofdvragen: 1: Wat veranderde er in de 19e Eeuw met

Nadere informatie

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw 2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw 1830 1870: Javaanse boer werkt voor Nederlandse staat: - cultuurstelsel - Herendiensten van verliespost naar wingewest Vanaf 1870: modern imperialisme particuliere bedrijven

Nadere informatie

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 Tijdvak Jagers en boeren; van de eerste mensen 3000 v. C. prehistorie; van de eerste mensen - 3000 v.c. Samenlevingstype: eerst jagers/verzamelaars,

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.3 Nationalisme en Duitse eenwording.

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.3 Nationalisme en Duitse eenwording. Onderzoeksvraag: Hoe zorgden nationalistische gevoelens ervoor dat de Duitstalige gebieden één staat werden? Kenmerkende aspect: De opkomst van de politiek maatschappelijke stromingen nationalisme, liberalisme,

Nadere informatie

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20 Burgers en Stoommachines Tot 1:20 Wat gaan we leren? 1. Welke gevolgen de technische uitvindingen hadden. 2. Wat er in de grondwet van 1848 stond. 3. Welke groepen minder rechten hadden dan andere groepen.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8, Op Stoom!

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8, Op Stoom! Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8, Op Sto! Samenvatting door een scholier 2098 woorden 22 oktober 2009 7 66 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Samenvatting geschiedenis SE-1: H8: Op Sto

Nadere informatie

8.3 Nationalisme en Duitse eenwording. Onderzoeksvraag: Hoe zorgden nationalistische gevoelens ervoor dat de Duitstalige gebieden één staat werden?

8.3 Nationalisme en Duitse eenwording. Onderzoeksvraag: Hoe zorgden nationalistische gevoelens ervoor dat de Duitstalige gebieden één staat werden? 17-9-2017 Onderzoeksvraag: Hoe zorgden nationalistische gevoelens ervoor dat de Duitstalige gebieden één staat werden? Kenmerkende aspect: De opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen nationalisme,

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

Proef Geschiedenis Hoofdstuk 5

Proef Geschiedenis Hoofdstuk 5 Proef Geschiedenis Hoofdstuk 5 Proef door een scholier 1758 woorden 13 juni 2018 5,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks SAMENVATTING HOOFDSTUK 5: Samenvatting De Industriële Revolutie Vanaf

Nadere informatie

Kenmerkend aspect 31: de Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor de industriële samenleving

Kenmerkend aspect 31: de Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor de industriële samenleving Samenvatting door C. 1695 woorden 28 mei 2016 7 12 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Tijdvak VIII: tijd van burgers en stoommachines (19 de eeuw, moderne tijd) Kenmerkend aspect 31: de Industriële

Nadere informatie

7,5. Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Russische Revolutie

7,5. Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Russische Revolutie Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april 2017 7,5 7 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Russische Revolutie Meeste mensen zijn boeren/boerinnen in Rusland Ze waren straatarm, ze wisten niks en ze gingen

Nadere informatie

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode? DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848 ACHTERGRONDINFORMATIE PERIODE 1815-1848 DE EERSTE JAREN VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN Tussen 1795 en 1813 was Nederland overheerst geweest door de Fransen. In

Nadere informatie

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen?

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen? Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen? Kenmerkende aspect: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5 Samenvatting door Sven 1427 woorden 12 april 2018 7,7 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Paragraaf 3.1 In de wereld van

Nadere informatie

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Dit hoofdstuk gaat over opstand in Amerika, Frankrijk en Nederland. Deze opstanden noemen we revoluties. Opstand in Amerika (1775). De

Nadere informatie

De Franse keizer Napoleon voerde rond 1800 veel oorlogen in Europa. Hij veroverde verschillende gebieden, zoals Nederland en België. Maar Napoleon leed in 1813 een zware nederlaag in Duitsland. Hij trok

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.2 Het moderne imperialisme

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.2 Het moderne imperialisme Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen? Kenmerkende aspect: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 De Industri?le Revolutie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 De Industri?le Revolutie Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 De Industri?le Revolutie Samenvatting door Sander 1530 woorden 18 april 2013 7,1 458 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Hoofdstuk 3: De Industriële Revolutie

Nadere informatie

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen Tijdvak 7 Toetsvragen 1 In de Tijd van Pruiken en Revoluties hielden kooplieden uit de Republiek zich bezig met de zogenaamde driehoekshandel. Tussen welke gebieden vond deze driehoekshandel plaats? A

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1669 woorden 17 januari 2005 5,6 10 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 3: de Franse Revolutie. Paragraaf 1: het oude Koninkrijk.

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk door een scholier 1970 woorden 12 oktober 2005 6,7 72 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag: Hoe beschrijven en verklaren we

Nadere informatie

SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO 2012-2013. Staat en Natie. Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen.

SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO 2012-2013. Staat en Natie. Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen. SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO 2012-2013 Staat en Natie Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen. In de 17 e en de 18 e eeuw ontstond er in Europa een politieke en filosofische stroming,

Nadere informatie

Eureka 2M volledig herziene 5 e druk,

Eureka 2M volledig herziene 5 e druk, Eureka 2M volledig herziene 5 e druk, 2015-2016 Antwoordkernen zijn vrijwel nooit volledige zinnen. Antwoordkernen geven alleen aan, wat er beslist in het antwoord moet staan. De bedoeling is, dat je eerst

Nadere informatie

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk De samenleving moest op dezelfde manier worden onderzocht

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.1 De Industriële Revolutie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.1 De Industriële Revolutie Onderzoeksvraag: Hoe droegen veranderingen in de productiemethoden bij aan het ontstaan van een industriële en verstedelijkte samenleving? Kenmerkend aspect: De Industriële Revolutie die in de westerse

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2, Een trage revolutie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2, Een trage revolutie Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2, Een trage revolutie Samenvatting door een scholier 935 woorden 23 november 2003 6,8 32 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sfinx HOOFDSTUK 2 EEN TRAGE REVOLUTIE

Nadere informatie

Theorie hoofdstuk 1 geschiedenis

Theorie hoofdstuk 1 geschiedenis Theorie hoofdstuk 1 geschiedenis Koning en parlement 1813-> Willem 1 kwam aan op het strand in Scheveningen, hij werd begroet door een enthousiaste menigte. Deze mensen hoopten dat Willem 1 rust en vrede

Nadere informatie

7. Het imperialisme De dominantie van het westen p

7. Het imperialisme De dominantie van het westen p 7. Het imperialisme 7.1. De dominantie van het westen p. 167-179 Deel 1 Restauratie en transformatie, Europa in de 19de eeuw congres van Wenen ondermijning van het congres van Wenen: liberalisme, nationalisme,

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO Samenvatting door Marieke 1467 woorden 30 april 2015 7,4 34 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 1: Het

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis H3

Samenvatting Geschiedenis H3 Samenvatting Geschiedenis H3 Samenvatting door een scholier 2621 woorden 10 mei 2017 1 1 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1. Industrialisatie. -Uitvindingen sinds het einde van

Nadere informatie

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën Bepoederde pruiken, bruisende ideeën Tijd van Pruiken en Revoluties 1700-1800 Vroegmoderne Tijd Kenmerkende aspecten Uitbouw van de Europese overheersing,

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari 2005 7 334 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1 Wat is een revolutie? Een grote verandering in de samenleving in een korte

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo II

Eindexamen geschiedenis vwo II Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen Vanaf de zomer van 1789 trokken veel Franse vluchtelingen naar Oostenrijk. 1p 1 Waarom vormde dit voor het Franse revolutionaire

Nadere informatie

Marx, Engels en de Industriële Revolutie

Marx, Engels en de Industriële Revolutie Marx, Engels en de Industriële Revolutie Docent: Jelle de Bont F. de Kloe 444049 Postvak 54 Onderwijsgroep 3 13 maart 2008 Blok BA CW 1D, opdracht 6A Aantal woorden 2122 De Industriële Revolutie bracht

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving Samenvatting door Amy 673 woorden 19 maart 2017 6,6 8 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 1 de industriële samenleving

Nadere informatie

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten Van de oogst van hun land en van hun dieren Jagers & boeren Wat

Nadere informatie

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie 1. De levenswijze van jager-verzamelaars. 2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen. 3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Nadere informatie

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen.

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen. Tussen welke twee landen is de Eerste Wereldoorlog begonnen? 1. Engeland en Frankrijk 2. Duitsland en Frankrijk 3. Duitsland en Engeland Nederland blijft neutraal. Wat betekent dat? 1. Nederland kiest

Nadere informatie

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren Geschiedenis kwartet jagers en boeren jagers en boeren jagers en boeren Reusachtige stenen die door mensen op elkaar gelegd zijn. Zo maakten ze een begraafplaats. * Hunebedden * Drenthe * Trechterbekers

Nadere informatie

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/61325

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/61325 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 19 oktober 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/61325 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel

Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel Korte omschrijving Tijdens deze werkvorm spelen leerlingen kwartet, waarbij de kaarten over historische ontwikkelingen en veranderingen van ons parlementaire

Nadere informatie

DINGEN DIE JE MOET WETEN

DINGEN DIE JE MOET WETEN 50 Maar wat gebeurde er precies? Welke landen en mensen waren belangrijk? Dit boek staat vol met weetjes, landkaarten en foto s over een tragische periode in de wereldgeschiedenis. JIM ELDRIDGE ISBN 978

Nadere informatie

Slaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder)

Slaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder) Samenvatting door M. 1033 woorden 15 juni 2015 6,7 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 7.1 De verlichting Verlichting is het gevolg van de wetenschappelijke revolutie uit hoofdstuk/tijdvak

Nadere informatie

Het Congres van Wenen hertekent Europa (1815) (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich

Het Congres van Wenen hertekent Europa (1815) (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW --- www.degeschiedenisles.com --- VTI Kontich 1. Voor het Congres van Wenen a. Rond 1750: het Ancien Regime komt ten einde => Enkele kenmerken van het Ancien

Nadere informatie

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor Terugkijken: Bij de ene revolutie ontstaat een nieuw en onafhankelijk land. Vrijheid is voor de inwoners

Nadere informatie

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00.

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00. 1 SCHOOLONDERZOEK Tijdvak I GESCHIEDENIS 31 oktober 2013 8: 30-10:00. Dit onderzoek bestaat uit 38 vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad.

Nadere informatie

Democratie en ismen; begrippen blijven, hun inhoud verandert

Democratie en ismen; begrippen blijven, hun inhoud verandert Democratie en ismen; begrippen blijven, hun inhoud verandert Wat is democratie? In de 20e eeuw ontstonden er in een paar landen democratieën, burgers waren echter niet tevreden. Te weinig invloed op de

Nadere informatie

7. Het ontstaan van het nationalisme

7. Het ontstaan van het nationalisme 7. Het ontstaan van het nationalisme Artikel 3 uit de Verklaring van de rechten van de mens en de burger, 1789. De oorsprong van iedere soevereiniteit ligt wezenlijk bij het volk/de natie. Geen instantie,

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Samenvatting Geschiedenis Module 5 Samenvatting Geschiedenis Module 5 Samenvatting door een scholier 1332 woorden 26 maart 2006 10 1 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis module 5 Hoofdstuk 1 1918, Troelstra wilde een revolutie

Nadere informatie

7,2. 1 Wetenschappelijke revolutie. 2 Gevolgen van de wetenschappelijke revolutie. 3 Kenmerken van de verlichting

7,2. 1 Wetenschappelijke revolutie. 2 Gevolgen van de wetenschappelijke revolutie. 3 Kenmerken van de verlichting Samenvatting door een scholier 1776 woorden 11 december 2007 7,2 240 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Geschiedenis samenvatting Hoofdstuk 2; Wetenschappelijke revolutie, verlichting

Nadere informatie

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 25 June 2015 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/61325 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Historische context. Verlich/ngsideeën en de democra/sche revolu/es

Historische context. Verlich/ngsideeën en de democra/sche revolu/es Historische context Verlich/ngsideeën en de democra/sche revolu/es 1650 1848 Kenmerkende aspecten 23. Het streven van vorsten naar absolute macht 26. Wetenschappelijke revolu/e 27. Ra/oneel op/misme en

Nadere informatie

In 1813 werden de Fransen verjaagd en de zoon van de laatste stadhouder werd koning

In 1813 werden de Fransen verjaagd en de zoon van de laatste stadhouder werd koning Samenvatting door O. 1153 woorden 25 september 2013 4,4 19 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 1 paragraaf 1 In 17 eeuw 18 eeuw (1600-1700)was Nederland een republiek. In een

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 Samenvatting door een scholier 1659 woorden 4 maart 2002 5,4 22 keer beoordeeld Vak Geschiedenis De drie fasen van een revolutie: 1.De bestaande regering wordt verdreven

Nadere informatie

Deelvraag: Hoe had de parlementaire democratie zich in Nederland ontwikkeld?

Deelvraag: Hoe had de parlementaire democratie zich in Nederland ontwikkeld? Samenvatting door een scholier 1446 woorden 7 juni 2005 6,2 36 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Module 7 Politiek en staatsinrichting in Nederland en Europa 1 Op weg naar een moderne parlementaire

Nadere informatie

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Examen VMBO-KB 2005 tijdvak 1 woensdag 25 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 35 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2009 - I

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2009 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland Gebruik bron 1 en 2. 1p 1 De twee bronnen hebben te maken met de constitutionele monarchie. Welke

Nadere informatie

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7 Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7 Hierbij treft u een toelichting aan bij de beelden die in de tijdbalk van Argus Clou Geschiedenis groep 7 zijn opgenomen. Inhoud Thema 1 Boze

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In de Coalitieoorlogen voerde de Franse regering de dienstplicht in. 2p 1 Leg uit dat zij hiermee de betrokkenheid van Franse

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-II

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-II De koloniale relatie tussen Nederland(ers) en Nederlands-Indië In 1596 bereikte een Nederlandse expeditie onder Cornelis de Houtman Bantam. 2p 1 Leg uit welk verband er bestaat tussen deze expeditie en

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hfd. 8

Samenvatting Geschiedenis Hfd. 8 Samenvatting Geschiedenis Hfd. 8 Samenvatting door een scholier 1686 woorden 3 oktober 2012 6,1 11 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 8: De tijd van burgers en stoommachines

Nadere informatie

Geschiedenis Samenvatting H8

Geschiedenis Samenvatting H8 Geschiedenis Samenvatting H8 De industriële revolutie Rond 1812 kwamen arbeiders in opstand tegen hun fabriekseigenaren. Ze staken fabrieken in de fik en stuurde dreigbrieven naar de eigenaren. Dit omdat

Nadere informatie

geschiedenis geschiedenis

geschiedenis geschiedenis Examen HAVO 2009 tijdvak 1 woensdag 20 mei 9.00-12.00 uur tevens oud programma geschiedenis geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 30 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

Tijdvakken en kenmerkende aspecten. Tijdvakken en kenmerkende aspecten. Tijdvak 1: Tijd van Jagers en Boeren. Periode: Prehistorie 1 De levenswijze van jagers-verzamelaars (Hoe zag deze samenleving eruit?) 2 Het ontstaan van landbouw en

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9 Samenvatting door een scholier 2091 woorden 24 april 2006 6,9 3 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 2. Kenmerken van de industriële

Nadere informatie

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800 Onderzoeksvraag: Hoe probeerde men tijdens de Franse Revolutie enkele Verlichtingsidealen in praktijk te brengen? Kenmerkende aspect: De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK

GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK Inhoudsopgave 8 Nederland 1900-191 Module 1 Nederland en Indonesië HET CULTUURSTELSEL NEDERLAND BREIDT ZIJN INVLOED UIT HET NATIONALISME 6 50

Nadere informatie

NEDERLAND IN DE 16e EEUW

NEDERLAND IN DE 16e EEUW NEDERLAND IN DE 16e EEUW In de 16e eeuw vielen de Nederlanden onder de Spaanse overheersing. Er bestonden grote verschillen tussen de gewesten (= provincies), bv: - dialect - zelfstandigheid van de gewesten

Nadere informatie

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c. De Tien Tijdvakken Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c. KA1: De levenswijze van jagersverzamelaars KA2: Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen KA3: Het ontstaan van de eerste stedelijke

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6: Imperialisme

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6: Imperialisme Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6: Imperialisme Samenvatting door J. 1043 woorden 22 april 2015 6,7 34 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 1 Europa verovert de wereld 1815 : leiders van de

Nadere informatie

1. WAT VOORAFGING...1 2. HET CONGRES VAN WENEN...2 2.1. BESLISSINGEN...3 2.2. GEVOLGEN...6 2.3. BELANG VAN HET CONGRES VAN WENEN...

1. WAT VOORAFGING...1 2. HET CONGRES VAN WENEN...2 2.1. BESLISSINGEN...3 2.2. GEVOLGEN...6 2.3. BELANG VAN HET CONGRES VAN WENEN... HET CONGRES VAN WENEN 1. WAT VOORAFGING...1 2. HET CONGRES VAN WENEN...2 2.1. BESLISSINGEN...3 2.2. GEVOLGEN...6 2.3. BELANG VAN HET CONGRES VAN WENEN...7 3.1. Het Congres van Wenen en de restauratie Het

Nadere informatie

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN STUDIONLINE JAARGANG 2, NR. 10 ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN DL 2 D O M I N E E O N L I N E. O R G Vierhonderd jaar geleden vergaderde de synode in Dordrecht. Je weet inmiddels wat een synode is: een

Nadere informatie

Werk in de eerste fabrieken In de nieuwe fabrieken moesten de arbeiders onder moeilijke omstandigheden werken:

Werk in de eerste fabrieken In de nieuwe fabrieken moesten de arbeiders onder moeilijke omstandigheden werken: Samenvatting door een scholier 2862 woorden 6 maart 2018 6,2 15 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Paragraaf 4.2: van handwerk naar machine ZIE BIJLAGE 4.3 De industriële samenleving Werk in

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - II

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - II Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In 1792 begon de eerste Coalitieoorlog. 1p 1 Welk politiek doel streefde Oostenrijk met de strijd tegen Frankrijk na? Gebruik

Nadere informatie

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming. Samenvatting door L. 1165 woorden 13 januari 2013 4,8 12 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer Hoofdstuk 3: Parlementaire democratie Paragraaf 1 t/m 4 1; Wat is politiek? Deelvraag: Wat

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland 1p 1 In 1848 werd de grondwet in Nederland veranderd. Dit had gevolgen voor de machtsverhouding tussen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 990 woorden 24 februari 2018 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Geschiedenis samenvatting hoofdstuk 3 + kenmerkende

Nadere informatie

Tijdvak II. november 2013 8: 30-10:00.

Tijdvak II. november 2013 8: 30-10:00. SCHOOLONDERZOEK Tijdvak II GESCHIEDENIS november 2013 8: 30-10:00. Dit onderzoek bestaat uit vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad.

Nadere informatie

5,4. Politiek. Wat is democratie? Aanvullende kenmerken van een parlementaire democratie. Samenvatting door een scholier 2462 woorden 1 april 2006

5,4. Politiek. Wat is democratie? Aanvullende kenmerken van een parlementaire democratie. Samenvatting door een scholier 2462 woorden 1 april 2006 Samenvatting door een scholier 2462 woorden 1 april 2006 5,4 23 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Sprekend verleden hfst 5 Hoofdstuk 5 Democratie en de ismen: begrippen blijven,

Nadere informatie

Naam:.. Fotokopie begrippen

Naam:.. Fotokopie begrippen Tl3_begrippen.doc Naam:.. Fotokopie begrippen 1. Het communisme + vragen 2. Rusland rond 1917 + vragen 3. Stalin 4. West-Europa in de tijd van de Industriële Revolutie + vragen 5. De sociale kwestie en

Nadere informatie

Deelcontext. Hoofdvraag Welke invloed had de Verlichting op de politieke cultuur, ?

Deelcontext. Hoofdvraag Welke invloed had de Verlichting op de politieke cultuur, ? Deelcontext 3 Europa (1815-1848) Hoofdvraag Welke invloed had de Verlichting op de politieke cultuur, 1815-1848? Kenmerkende aspecten 28 Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk

Nadere informatie

Tijd van regenten en vorsten 1600 1700. 6.2 Wie heeft de macht? Deel 2. Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht?

Tijd van regenten en vorsten 1600 1700. 6.2 Wie heeft de macht? Deel 2. Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht? Onderzoeksvraag: Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht? Kenmerkende aspect: Het streven van vorsten naar absolute macht. De bijzondere plaats in staatskundig opzicht

Nadere informatie

De 1 e Wereldoorlog inleiding (9.1)

De 1 e Wereldoorlog inleiding (9.1) De 1 e Wereldoorlog inleiding (9.1) Onderzoeksvraag: Wat waren de oorzaken van de 1 e Wereldoorlog en wat maakte deze oorlog uniek in de geschiedenis tot dan toe? Kenmerkende aspecten: * Het voeren van

Nadere informatie

Verenigde Staten Ontwikkeling van de burgerrechten

Verenigde Staten Ontwikkeling van de burgerrechten Verenigde Staten Ontwikkeling van de burgerrechten 1.2-2.3-3.3 Inleiding Deze opdracht gaat over de ontwikkeling van de burgerrechten. Hierbij staat de status van de zwarte bevolking in de Verenigde Staten

Nadere informatie

Samenvatting Moderne Geschiedenis ABC

Samenvatting Moderne Geschiedenis ABC Samenvatting Moderne Geschiedenis ABC Week 1ABC: De Franse Revolutie Info: De Franse Tijd (1795 1814) Na de Franse Revolutie werd Napoleon de baas in Frankrijk. Napoleon veroverde veel Europese landen,

Nadere informatie