Werkvormen Financiële Zelfredzaamheid. Theo Roos

Vergelijkbare documenten
EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 en 4

Examen VWO. Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid. Voorbeeldopgaven Chris en Carolien

Als we geld lenen noemen we dat vreemd vermogen.

Samenvatting M&O H14: Enkelvoudige interest

Maak je eigen jaarbegroting

Maak je eigen jaarbegroting

Wft Basis oefenexamen

DOMEINBESCHRIJVING 27 mei 2014 VOORLOPIG CONCEPT

Voorlichting Economie en M&O. David Yousufi Docent Economie en M&O

Vragen oefenexamen Dukers & Baelemans

Samenvatting Management & Organisatie H13+H14

Examen VWO. Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid. Voorbeeldopgaven Mary-Ann. Mary-Ann Voorbeeldopgave VWO.

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 7 tot en met 9. In deze opgave blijft de vermogensrendementsheffing buiten beschouwing.

Kopen of huren. Kopen of huren. Nascholing Bedrijfseconomie. Amsterdam, Mariska van Son Richard de Jong

Kakeibo 家計簿. Gebruik je kakeibo om grip te krijgen op je uitgaven, je doelen te bereiken en te sparen voor de dingen die er in je leven echt toe doen.

Vormen van lang vreemd vermogen: Kenmerken onderhandse lening: Obligatie = op lange termijn: Gezond financieren / Broers regels

Kwaliteitscheck. Heeft de adviseur jou van tevoren uitgelegd welke stappen je moet doorlopen om een hypotheek af te sluiten?

Wft Consumptief krediet oefenexamen

Boekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld

Studeren in Check je geld! Wat je moet weten over studiekosten.

Wat moet ik weten als ik een hypotheek kies?

DEEL TWEE: OPDRACHTEN

Spaarpot van de Toekomst lesbrief en prijsvraag

Financiële rekenkunde Examennummer: Datum: 29 maart 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Hierna zal de berekening van de compensatie overkreditering worden toegelicht.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Speluitleg online simulatiegame MoneyMatters

INHOUD [ 7 ] G E L D W I J Z E R S T U D E N T E N

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 1

Inhoud. Mijn leven. ik regel mijn geldzaken

Docentenhandleiding KIES VAARDIG! klas 3 HAVO/VWO

Bijlage 1: Annuïteitentabel bij betaling maandelijks achteraf

Gezond met geld. Zo doe je dat. Uitkomen met je inkomen in duidelijke stappen

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Ontwerp onderzoek Paper 3

Uitwerking opgaven Brugboek 18.5 t/m 18.8 en t/m 18.16

Vragen oefenexamen Dukers & Baelemans

Aanvulling Management en organisatie in Balans vwo in verband met de expliciteringen van de examencommissie

Studiefinanciering? of sparen voor de studie van uw kinderen

Beoordeling: Het belangrijkste is altijd je argumentatie. Denk ook aan bronvermelding. Daarnaast let je op je Nederlandse spelling en vormgeving.

Kleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd

Wat je moet weten als je een hypotheek kiest?

Houd rekening met rentestijgingen

Aanvullende inkomsten

Een schets van situatie pag. 2. Het huis dat wij kiezen pag. 9

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 deel 1

Vroeg wijs met geld. gemeente Informatie over hoe u uw kind helpt slim en verstandig om te gaan met geld

LESHANDLEIDING. NIVEAU vmbo 2 e en 3 e leerjaar. VAKGEBIEDEN burgerschap/maatschappijleer, Nederlands.

Slim omgaan met geld

KiesWijzer. een les over kiezen voor het voortgezet onderwijs

Reken je (niet) rijk

PE Plus Basis oefenexamen

Belangen: Macht van de Eerste Kamer

De rente stijgt: welke gevolgen heeft dat voor u?

Hypotheekvormen samengevat

(1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor

Business Ondernemingsplan opstellen en uitvoeren. Inleiding

Workshop B Hoe kan ik stemmen?

VOA STARTERSBORREL 10 MEI 2012

Economie module 4 Ruilen in de tijd. goederen kopen

Een hypotheek van Delta Lloyd

Studeren in Check je geld! Wat je moet weten over studiekosten.

SALARISSPECIFICATIE. Bijlage 1: Salarisspecificatie. Medewerker: Periode: Xx Datum van: Xx Datum t/m: xx RIA - AGN. Mostlaan VD ALBERG

Kader schrijnende situaties voor

Winkelen in het bos?

SALARISSPECIFICATIE. Bijlage 1: Salarisspecificatie. Medewerker: Periode: Xx Datum van: Xx Datum t/m: xx RIA - AGN. Mostlaan VD ALBERG

In 3 stappen de toegevoegde waarde van mijn medewerker bepalen

Paper 1: Ontwerprapport. Management & Organisatie

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen:

Beschrijving Sparen en lenen zijn, naast het betalingsverkeer, de diensten van de bank waar de meeste mensen gebruik van maken.

Ontwerp van een lessenserie voor 4 havo m&o over: Leningen, enkelvoudige en samengestelde interest, eindwaarden en contante waarden

Vragenlijst Financieel Plan

Examen PC 2 Financiële Rekenkunde

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * Als %

Docentenhandleiding KIES VAARDIG! klas 1/2 VMBO-TL/HAVO/VWO

Hypotheekvormen samengevat

P2 Exponentiële groei

Bijlage A. UW KLANTPROFIEL

[zelf op te maken en in te vullen > denk hierbij aan het tonen van een foto en/of logo van de bank, je naam etc.

Hoe bereken je het interestbedrag bij enkelvoudige interest? Geef de formule en licht deze kort toe.

Inhoud. Mijn leven. ik regel mijn geldzaken

Nadeel Uiteindelijk wordt er geen vermogen opgebouwd om de hypotheek mee af te kunnen lossen.

Studiefinanciering: Dat regel je zo!

Loop geen onnodig risico. Consumenteninformatie van de Autoriteit Financiële Markten. Verstandig Lenen

Handleiding. Versie

Welke hypotheek past bij mijn persoonlijke en financiële situatie? Stappenplan Wat voor hypotheek past bij mij

M&O VWO 2011/

Een Nieuwsbegriples heeft een vaste opbouw. Het verloop van de les is als volgt:

Management en Organisatie. Proefles

financiële dienstverlening

Vakantiegeldenquete 2010

!" #$ % %& $ ' $ &!( & &!))* $ &!+((* &, & $ $&- $ & & & $

dag van de wiskunde 2013

Periode 1 & 2: Manier van inleveren.

1.A. Interest. Opgave 2: Wanneer houden deze kosten voor Beach up op?

4,1. Samenvatting door een scholier 539 woorden 11 oktober keer beoordeeld. Eco H5. Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd

Wij kunnen zeggen dat er een drietal manieren zijn als jij bij de banken niet terecht kunt.

Algemene informatie. Hypotheken - starter VERZEKERING BEDRIJFSRISICO HYPOTHEEK PENSIOEN

Transcriptie:

Werkvormen Financiële Zelfredzaamheid Theo Roos

PROGRAMMA Werken vanuit een model 3 werkvormen, korte toelichting 1 werkvorm samen doen

WERKEN VANUIT EEN MODEL Financiële zelfredzaamheid is het maken van keuzes. Volgens het NIBUD zijn de keuzes gebaseerd op kennis, vaardigheden en houding. Dus leerlingen helpen onderbouwde keuzes te maken. Persoonlijke didactische keuze: Business Model Canvas

HET MODEL

HET MODEL De vraag, de casus Persoonlijke invulling van genoemde kenmerken Wat betekenen de kenmerken voor mij? Niet financieel! Financiële gevolgen Voor verschillende opties uitwerken Theoretische kenmerken Of Kenmerken uit casus Een onderbouwde keuze maken. Niet alleen op basis van financiën, maar ook op basis van genoemde voor- en nadelen

WERKVORM 1: KOPEN OF HUREN Eindterm 11.3 de keuze voor het huren of kopen van een woonhuis financieel uitleggen. CASUS Werken in tweetallen, vervolgens in viertallen: Je gaat straks studeren in Amsterdam. Je vind dat je oud genoeg bent om op jezelf te gaan wonen. Nu is het niet zo makkelijk om in Amsterdam woonruimte te vinden. Je hebt verschillende opties. Je kunt iets gaan huren of je kunt iets gaan kopen.

WERKVORM 1: KOPEN OF HUREN Tweetallen A: Huren Welk van de twee huizen ga ik huren? 1. Je kunt een kamer huren Ga je alleen wonen of 2. Je kunt een huis huren en daar met studiegenoten intrekken. samen met anderen? Geef van beide woningen minimaal twee voordelen en twee nadelen Bereken de financiële Gevolgen. Let op: Bij het huis deel je de kosten! Noem de in jouw ogen belangrijke kenmerken van beide woningen Welke van de twee woningen kies ik en waarom? Kijk niet alleen naar de financiën, maar ook heel goed naar voor- en nadelen.

WERKVORM 1: KOPEN OF HUREN TWEETALLEN B: KOPEN Je vader wil voor jou een huis kopen. Je moet echter wel de volledige hypotheekuitgave van je vader betalen als je in dat huis gaat wonen. 1. Je kunt een klein appartement kopen (alleen voor jezelf) 2. Je kunt een groter huis kopen en daar met studiegenoten intrekken

WERKVORM 1: KOPEN OF HUREN IN VIERTALLEN Ga ik kopen of huren? Tweetallen A en B combineren. Beiden nemen keuzehuis mee. Geef van beide woningen minimaal twee voordelen en twee nadelen. Geef minimaal twee voordelen van kopen en twee voordelen van huren. Bereken de financiële gevolgen voor de twee gekozen woningen gedurende je studie. Verkoopwaarde na studie: 110% van aankoopwaarde Noem de in jouw ogen belangrijke kenmerken van beide woningen (al eerder gedaan). Noem kenmerken van kopen en Kenmerken van huren Ga ik kopen of huren en waarom? Kijk niet alleen naar de financiën, maar ook heel goed naar voor- en nadelen.

WERKVORM 2: INTEREST Eindterm 11.2 financiële keuzes met betrekking tot verzekeren, lenen, sparen en beleggen uitleggen. 11.2.4 de financiële gevolgen van krediet voor de kredietontvanger, noemen. 11.2.5 de periodieke interestbedragen, de periodieke aflossingsbedragen en de schuldrest bij de vormen van consumptief krediet en hypothecair krediet berekenen. 11.2.6 het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde interest uitleggen. 11.2.7 de interest op basis van enkelvoudige interest berekenen. 11.2.8 de contante waarde en de eindwaarde van een kapitaal berekenen op basis van samengestelde interest.

WERKVORM 2: INTEREST Probleem: Leerlingen vullen de formule in zonder echt te weten wat er gebeurt. Maar welke denkstappen maken de leerlingen? Bij deze werkvorm zijn leerlingen voornamelijk bezig met te bedenken hoe een formule tot stand komt. Opmerkingen: Wat een rotopdracht! Heeft u de kaartjes bij u?

Opdracht Enkelvoudig Interest: Interest = K * i * n, Eindbedrag = K + Interest Samengesteld Interest: E n = K * (1 + i) n K = beginbedrag, i = interestpercentage in decimalen, n = termijnen (uitgedrukt in jaren) Tip 1: Het eindbedrag is altijd groter dan het beginbedrag! Tip 2: Elimineer voor elk beginbedrag de onmogelijke eindbedragen Tip 3: Bij enkelvoudig interest: i * n is het totale interestpercentage Tip 4: Bij enkelvoudig interest: (Eind Begin) / Begin = totale interestpercentage Je werkt in tweetallen Je hebt voor je een stapel kaartjes en een werkblad. De stapelkaartjes bestaat uit 8 verschillende beginbedragen, 8 verschillende interestpercentages, 8 verschillende termijnen en 16 eindbedragen. Elke combinatie beginbedrag (K), interest (i) en termijn (n) geeft een eindbedrag voor enkelvoudig interest en een eindbedrag voor samengesteld interest. Zoek de juiste combinaties en vul deze in op het werkblad

WERKVORM 3: OPLEIDING Eindterm 11.1 bij keuze voor een opleiding (niet-)financiële overwegingen als de een opleiding is een investeringsvraagstuk; het belang van een opleiding voor het individu en voor de samenleving uitleggen. Probleem: hoe laat ik zien wat de invloed van de studie is op je latere werkleven? Maar als ik vertel: veel beroepen bespreken SAAI! Idee; Econed Conference Triplet gemaakt (kwartet met drie kaarten): 18 beroepen, opleiding, salaris, arbeidsperspectief. Vervolgopdracht m.b.v. CFC

WERKVORM 4: OPLEIDIN3

WERKVORM 3: OPLEIDING Spreid de kaarten per set op de tafel uit, met de open kant naar boven Heeft een opleiding invloed op het salaris? Zo ja welke? Motiveer je antwoord Beroepen die een zelfde soort opleiding nodig hebben, kunnen toch verschillende salarissen hebben. Wijs hiervoor een oorzaak aan. Motiveer je antwoord Tegenwoordig is er geen studiebeurs meer, maar een leenstelsel. Is het zinvol om geld te lenen? Motiveer je antwoord zonder berekening

WERKVORM 3: OPLEIDING Ga naar https://www.nationaleberoepengids.nl/beroepen_per_opleidingsniveau Wat zou je willen worden? Kies twee beroepen: 1 beroep met een opleiding minder dan HBO en 1 beroep met een HBO(+) opleiding. Beschrijf kort de werkzaamheden voor dit beroep Kijk voor beide beroepen naar baankans, opleidingsniveau, toekomstperspectief, persoonstype en competenties. Ga naar https://duo.nl/particulier/studiefinanciering/index.jsp en kijk hoe je je studie kan financieren. Vul het CFC in. Je hoeft je kosten van levensonderhoud niet mee te nemen, want die zullen ongeveer gelijk zijn bij studeren of werken

WERKVORM 4: BUDGET Eindterm 11: De kandidaat kan vraagstukken met persoonlijke financiële consequenties herkennen en (financieel) onderbouwde keuzes maken.

WERKVORM 4: BUDGET WAT WIL JE BEREIKEN? Bepaal minimaal één (financieel) doel voor je zelf Wat wil je bereiken? Wat heb je daarvoor nodig? Heeft dat financiële consequenties? Wat doe je, of wat moet je doen, om te zorgen dat je dat doel ook daadwerkelijk haalt? Heeft dat gevolgen voor hoe je met geld omgaat?

WERKVORM 4: BUDGET Een gedetailleerd plan dat laat zien hoe je omgaat met verwachte inkomsten en uitgaven gedurende een bepaalde periode

WERKVORM 4: BUDGET BELANGRIJKE BEGRIPPEN Bruto inkomen Totale inkomen voor aftrek van belastingen Netto inkomen Totale inkomen na aftrek van belastingen Modaal inkomen Inkomen dat het meest verdient wordt In Nederland is het modale inkomen in 2018 37.000

WERKVORM 4: BUDGET WAT GAAN WE DOEN? Je speelt de rol van: Een alleenstaande volwassene zonder kinderen Je hebt geen schulden Je hoeft geen rekening te houden met lokale belastingen zoals onreoerend goed belasting e.d. Je hebt een inkomen van bruto 42.000 per jaar Dat betekent dat je maandelijks ongeveer 2.500 overhoudt (netto)

WERKVORM 4: BUDGET WAT GAAN WE DOEN? In tweetallen: Maak de budget puzzel Ieder vakje staat voor 5% ( 125) van je inkomen Verdeel je inkomen over de verschillende categorieën, die op de kaartjes vermeld staan Je hoeft niet in elke categorie geld uit te geven. De keuze is aan jou

WERKVORM 4: BUDGET WAT HEB JE GEDAAN? In welke categorie heb je het meeste uitgegeven en waarom? In welke categorie heb je het minste uitgegeven en waarom? Wat vond je het lastigste bij het verdelen van je budget? Maak een foto van je budget-puzzle

Hoe reëel is jouw verdeling?

WERKVORM 4: BUDGET REALITY CHECK Wijzig je budget, als je dat nodig vindt Heb je wijzigingen aan gebracht in je budget? Leg uit waarom Welke categorieën heb je niet gewijzigd? Leg uit waarom niet Wat heeft je verrast bij de reality check? Leg uit waarom Beschrijf van elke categorie hoeveel geld je erin hebt uitgegeven en waarom. Doe dit niet met twee woorden, maar motiveer je uitgave. Deze vraag staat nog niet op je werkblad. Onder welke omstandigheden zou een budget gewijzigd worden? Leg uit waarom

WERKVORM 4: BUDGET BUDGETVERANDERINGEN Je hebt een lening afgesloten en moet elke maand 5% van je inkomen betalen aan rente en aflossing: Hoe ga je je budget aanpassen? Vervolgens krijg je 10% loonsverhoging Hoe ga je je budget aanpassen?

EINDE Al het materiaal is vanaf maandag 25 maart te downloaden via https://www.bedrijfseco.nl/didactiek